Zaterdag 21 Maart 1908. No 7482. 57e"laaroana. KOSTELOOS. Feuilleton. FIRMA A. H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden franco per post f 1.15. Advertentiën 1—5 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Bij regel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent. Reolames 15 regels 1.25 elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT 9- Telephoon 10. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. Wie zich met 1 APRIL wenscht te doen in schrijven als abonné, ontvangt de tot dien datum verschijnende nummers KENNISGEVINGEN. De BURGEMEESTER der Gemeente AMERS- FOORT brengt, ingevolge mededecling van den Burge- meestes van Hoogland dd. 18 Maart 1908 ter kennis van belanghebbenden, dat zich in die Gemeente een geval van MILTVUUR heeft voorgedaan. Amersfoort, 20 Maart 1908. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. Kostelooze-Iueuting. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gelet op artikel 18 der Wet van 4 December 1872 (Staatsblad No. 134); brengen ter kennis van belanghebbenden, dat voor een ieder de gelegenheid tot kostelooze inenting wordt gegeven op den eersten en den twee den Maandag van de maanden APRIL, JULI en OCTOBER, telkens des namiddags te, d r i e ure, in de daartoe bestemde lokaliteit van het voormalig schoolgebouw wgk A, Koestraat no. 9. Gedstsn te Amersfoort, den 20 Maart 1908. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, De Burgemeester, WUIJTIERS, De Secretaris, J. G. STENFERT KKOESE. teere halmpjes, die nu reeds o! zoo voor zichtig het hoof I steken buiti-n de beschutten de aarde, opwassen tol krachtige planten. Reeds bouwen de vogels hun nesten en overleggen ze met groot gedruisch hun toe komstplannen. Een wijle nog en alles spreekt onder de verkwikkende stralen der zon van nieuw en krachtig leveu, als wil het iahalen de lange winterrust, die toch zoo uultig was en nieuwe kracht deed zamelen. 't Is Lente en de donkere dagen zijn voor bij. Met reuzenschreden gaan we thans te gemoet licht en warmte. 't Is Lente. LENTE. 't Is Lente; wel niet buiten, doch de ka lender geeft het aan21 Maart, begin dei- Lente. Er ruischt een belofte van opstanding in elk groeiend korenveldzij staat geschreven op eiken outluikenden boomknopzij klinkt uit het lied van eiken vogel. Nog zijn de hoornen kaal, na den zoo langen winter kaler ddn verleden jaar om dezen tijdmaar toch is hier en daar reeds iets van verjongd opleven te bespeuren aan boom en struik. En straks, als de zon meer kraent zal hebben en de laatste sporen van den winterslaap voorgoed zal hebben wegge vaagd, zal het buiten groenen eu zullen de Na elke zending van de Ryks-serumiu- richting ontvangen de Gezondheids-coiumis siën een Ijjst van de particulieren aan wie het serum is verstrekt eu uit die n vamlysten blijkt, dat ook velen hier het middel reeds betrokken. De Inspecteur der Volksgezondheid zelf waarschuwt, dat het middel gevaarlijk kan zijn voor den mensch omdat het bij dezen ziekteverschijnselen kan teweeg brengen, wel ke veel gelijken op die van typheuse koorts. Is 't daarom niet zaak, dat graanhande laars, bakkers, enz. niet toepassen het mid del, dat erger is dan de kwaal. Een gevaarlijk middel. Ratten en muizen in pakhuis of woning te hebben, is 4 verre van aangenaam en geen wonder dan ook is't, dat degenen wier bedryf deze lastige huisgenooten lokt graanhan delaren, molenaars, bakkers, enz. al bet mogelijke doen om hen uit te drijven, zoo niet uit te roeièn. In den laatsten tijd nu is door de Ryks- seruminrichtingte Rotterdam een verdelgings middel gevonden, dat zeer goed tegen de ratten- en muizenplaag helpt, dóch een zeer groot nadeel heeft en wel, dat het gevaarlijk is voor de menschen. In de Juni-vergadering van 1907 der Ge- zonds-commissie voor Amersfoort werd inge bracht een schrijven van dr. D. J. Hamburger, Inspecteur van de volksgezondheid voor de Provinciën Nonrd-Holland en Utrec-it, in hel byzonder belast met het toezicht op de besmettelijke ziekten, dat handelde over dit serum. Uit dat schrijven bleek, dat het middel wordt »bereid uit bacillen, die nagenoeg niet te onderscheiden zijn van en in elk geval nauw verwant zyn aan de paratypbus-bacillen, die bij den menscb ziekteverschijnselen kun nen te weeg brengen, welke veel gelijken op die van febris typhoidea." De Gezondheids-commissie besloot dan ook aanstonds, dien Inspecteur te wijzen op de gevaren, die zich kunnen voordoen, indien dergelijke middelen worden verstrekt aan graanhandelaren en bakkers, vooral indien men in aanmerking neemt hoe gemakkelyk graan en meel kunnen worden besmet door de uitwerpselen van ratten, die ziek zijn ge worden door het eten van met het serum vermengd graan of meel. De Gezondheids-commissie verzond haar schryven den 20 Juni 1907 en maakt in baar Jaarverslag over dit jaar melding van de door haar tegen het raiddel ingebrachte be- 9.) De baron keek baar met prachtig geveinsde ver bazing' aan: „Dus u wilt mg 6ok al ontmoet hebben, gravin? Uw vader meende dat ook ai. Ten slottl geloof ik, dat ik een zoogenaamd „bekend gezicht" heb, dat ik tot die menschen behoor van wie men zoo zegt: „Mijn hemel, waar beb ik dien vroeger gezien." „F.n toch beb ik u vroeger gezieD", zeide de graaf. „Aha, nu weet ik bet; in de manege, die mijn dochters ook bezochten. Nu weet ik het weer prcciis; ik heb eens lang naar u gekeken, toen u be2ig was met een paard; ik hoorde toen ook den naum van bet dier hoe was die ook weerV' „Romeo" wilde de baron zeggen. Hg herinnerde zich het paard beel goed, juist omdat hg bet voor de laatste maal bereed toen Dagmar en baar vader in do manege kwamen en met vele aaderen naar hom kekeu. Anders had hij weinig aandacht voor de monscben in de manege of op de galerij zijn volle opmerkzaamheid waa bg de paarden, maar dien dag hadden Dngmar'a oogen hem zóo geboeid, dat hg zelia een kuur van bet paard bad laten gaan zonder het dier te bestraffen. Hij wilde liet jonge meisje niet laten zien, dat bg met de zweep sloeg of bet paard te baid de sporen gaf. ZH bad wellicht de fout van het paard niet opgemerkt en sou hem dan voor koud en wreed hebben gehouden, Tentoonstelling van gedreven koperwerk. In dezen tyd van jagende sport is 't een verblydend verscbijosel, indien wij eens iets wat minder gejaagds onder de oogen krijgen. Het werk' uit de ateliers van gedreven koperwerk van de heeren G. Dikkers &Co., te Hengeloo levert daarvan.'t bewijs. Ver blijdend ook, omdat het getuigenis aflegt van den zin voor het schoone van een fabrikant, wiens hoofdzaak was en is 't leveren van kranen, apendages en dergelyke wel hoogst nuttige, doch in den regel geen aestetiscbe voorwerpen. Wat de firma uit Heugeloo hier zal laten zien, is, uit een kunstoogpunt beschouwd, prachtig I Zy, die de expositie reeds te Rotterdam bij mevrouw Oldenzeel of te Utrecht of te Amsterdam hebben bewonderd (of zij, die kennis gemaakt hebben met den zeer fraai geïllustreerden catalogus prachtige repro- ductiën van de zeer mooie voorwerpen zij zullen een dergelijke expositie, die toch niet geheel gelijk is aan een vorige, met graagte terugzien I liet zijn voorwerpen uit geel en rood koper of uit een mengsel daarvan (tombak). De voorwerpen worden ontworpen door mej. J. van Eijbergen en door den heer A. J. Dij khof,als hoofduitvoerder, gedreven. Sedert 19)6 is de hoofduitvoerder, de heer M. Ver meulen voorganger van den heer Dykhof benoemd tot leeraar aan een kunstnijver heidsschool te Zurich. Alweer een bewijs, dat onze Nederlandsche artisten in hoog aanzien staan bijden vreemdeling. Wanneer men de zelfdzaam fraai gedreven voorwerpen ziet zou men niet zeggen.dat zy allen (bijna zonder uitzondering) gemaakt zijn uit èen plaat koper dat er niefs ge soldeerd is doch, indien noodig ge klonken Het ligt niet in mijn bedoeling hier een complete behandeling te geven van den arbeid; en dat wilde bg niet. „Ik herinner het mg werkelijk niet" zeide hij en streek met de band over bet voorhoofd, als wilde hg zjjn gedachten verzamelen. „Mijn beroep brengt mee, dat ik vaak van paarden wisseldaardoor kan ik: me dat dier werkelgk niet berinneren. En dat paard herinner ik me heeiemaal niet." „Maar dat ba<rjjp ik niet. Ik wil uiet zeggen, dat ik veel verstand van paarden heb, maar ik heb toch ook wel enkele gezien in mgn leven, en ik weet beei goed zoo'n dier nooit eerder gezien te hebben. Herinner jjj 't je ook niet, Dagmar ik geloof, dat ik je ureulang over dat paard gesproken bebt." Oogenscbijnlgk zonder er belang in te stellen en tocb zoo doordringend, dat Dagmar moeite moest doen zgn blik te doorstaan, keek de baron baar op dit oogenblgk aan met zgn groote oogen. Het was baar alsof hg haar wilde dwingen de waarheid te zeggen. Een seconde was Dagmar in de war, zonder dat iemaud het aan haar uiterlijk kon merken; toen zeide zij op rustigen toon „U moet zich vergissen, papa, of u bebt met iemand anders over dat paard gesproken. Ik her inner me er niete van, evenmin als ik me herinner den baron vroeger ooit gezien te hebben." Even een spottend lachje, dat over zgn gelaat vloog en door geen der anderen werd opgemerkt, over tuigde haar, dat zij te veel gezegd en zich daardoor verraden had. Hem te herkennen, was niet noodig geweest was slechts sprake van het paard. Dat zij ook den ruiter herkende, had verstandig kunnen zgnnu sag zjj te laat in, dat het dwaas was, zooals «e gedaan had. Zij bad zichzelf wel een klap kunnen geven. En ook hem, die daar zoo rustig en onbsvange, wèl, even de aandacht er op vestigen, dat de bearbeiding van elk stuk op zich zelf soma weer andere eischon stelt. Hoe uit een plaat zoo'n voorwerp geslagen wordt, welk een moeitevolle arbeid dat vergt (telkens gegloeid en geslagen tot de ver- eischte vorm is verkregen) boe de versiering bewerkt wordt (dat, indien de bals niet te nauw is, van binnen tegen het koper geklopt wordt) omwat bol moet zijo, te laten welven, daarna de vaas met eene of andere materie (pek) gevuld wordt en dan met pons en hamer bewerkt, docb, indien de bals te nauw is om daarin hamers te brengen, de bewer king volbracht wordt geheel van buiten af door de omgeving van de aan te brengen versiering neer te slaan. Bij alle voorwerpen ziet men dan ook duidelijk den hamerslag wat een prettige aangename wisseling van glans geeft en het onmiddellyk doet onder scheiden van gegoten koper. De versieringen, fijn gevulde lijnen, plant- of diepmotieven, doen de ontwerpster alle eer aan. Het is alweer opnieuw het bewys, dat, mits beroerd door artistenhanden, alle voor werpen (gebruiks- zoowel als siervoorwerpen) aestetiscb mooi kunnen zijn! Wie zou niet wenscben zoo een vaas, byouteriedoos, brie- venmes of wat ook, in zijn bezit te hebben? Als kunstnijverheids-artikelen staan deze voorwerpen bovenaan. Voor bet werk van Zwollo, EisenlötTel behoeven zy niet de vlag te strijken. De stof het metaal is door den werkman met liefde behandeld. Zulk werk moet succes hebben A. van Weezei Errens. PREDIKBEURTEN. Zondag 22 Maart. Evang. Lutbersche kerk. Voorm. 10 uur, ds. De Meijere. Remonstrantsche kerk. Voorm. 101/2 uur» ds. Hooykaaa. Doopsgezinde kring. Voorm. 10ty2 uur, ds. H. Britzel, uit Wormerveer. Gereform. kerk (Langegracht). Voorm. 10 uur, ds. Donner. 'sAvonds öt/j uur, ds. Donner. Gereform. kerk (Zuidsingel). Voorm. 10 uur, ds. Teerink. 'sAvonds 5Va uur, ds. Teerink. Vrije Gereform. gemeente Voorm. 9l/a uur, de beer H. van Schothorst, uit Lunteren. 's Avonds 5 uur, de beer Schothorst. Cbr. Gereformeerde gemeente. Voorm 98/4 uur, godsdienstoefening, 's Avonds 5V« uur, godsdienstoefening. zat, die wel met hear scheen te spelen I Zij klemde haar tanden op elkaar en baar kleine rechterhand bal de sicb tot een vuist. Wanneer hg den strijd wilde haar goedZjj vreesde dien niet. En toen bg haar een oogenhiik later weer aankeek, hield zjj zgn blik zóo kalm uit, dat hg opnieuw nieta van haar begreep. Sedert drie dogen na was baron Scbeidegg op Gründingen en vandaag zou de eerete rules piaais hebben. Natuurlijk was men den eersten uag al naar de stallen gegaan en de graaf had met reohtmatigen trots zgn mooie paarden laten tien, waarna de gravinnen den baron naar de bare hadden gebracht. De baron had zijn opreoh'.e bewondering niet onder stoelen of banken gestoken en dat bad den graaf genoegen gedaan, want, dat de baron werkelijk zeer veel verstand van paarden had, verried ieder woord dat hij sprak, en zijn koetsier had hem ook al verteld, dat de baron meer verstand had van paar den dan dedominee van menschen. De baron had reeds den volgenden dag met de lessen willen beginnen, maar dat bad de graaf uiet willen hebbenbij was hier niet alleen als leeraar maar ook als gast en dus moest bij eerst een weinig wonnen, zich hier thuis voelen, met de allernaaste omgeving van het slot bekend zijn, in de eerste plaats natuurlijk met zgn toekomstige leerlingen om hun karakter eenigermate te bestudeeren eu daarnaar het onderwijs in te richten. Dat laatste bad de baron wel voor onooodig verklaard, maar de graaf bad erop gesiaan en daarbij van zjju vroegeren diensttijd gesproken. En ai te groot rijleeraar moest bg naar de theorieën die hq ontwikkelde wel niet geweest zjjn, maar bg waa op zgn principes zeer troisoh en uitvoerig vertelde h|j wie van zgn meerderen b%m gelijk bad gageren en wie hem was afgevallen. „Dat is het ongeluk van den dienst" zeide hij half in ernst, half schertsend, „dat niet twee meerderen de zelfde meening zijn toegedaan en dat ieder van die twee van meening verandert, zoodra er een derde komt, die wat anders te vertellen heeft en nog hoo- ger is." De graaf was blij keen militair meer te zjjn en juist daarom sprak hg zoo gaarne van die 1 tüd. Dan leek het tegenwoordige nog veel mooier dan het inderdaad was. Hoe duisterder de achtergrond, hoe stralender de voorgrond I „Maar waarom ia u dan eigenlijk ofhoier gewor den?" vroeg de barom. „Het is gek, maar tocb waar; ik was daartoe bjj testament verplicht. Mijn oom. van wien ik dit landgoed erfde, had mg in zijn testament gezet op voorwaarde, dat ik, evenals hij, zeven jaar bg zijn geliefd Ulanenregiment zou dienen. En zoo heb ik het dan zeven jaar tegen wil en dank verdragen.dat ik een „Douglas" was. Vaak was het ook heal aardig, vooral 's avonds na den dienst, wanneer we zoo door Berlijn boemelden. En men kan te Berlijn pret maken." „Och jal" Die zacht verried herinneringen aan schoone dagen, een klacht, dat ze voorbij waren en den wensch, dat ze spoedig mochten terngkeeren. De graaf begreep hem en keek nem vol deelne ming aan. „U ook, mijnheer? Ja, we zjjn allemaal eens jong geweest u is het nog. Hoe oud is u,ali ik vragen „Vijf-en-dertig." (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1908 | | pagina 1