Donderdag 26 Maart 1908. w No 7484. 57e Jaargang, Eerste Blad. KOSTELOOS. Stadsnieuws. Feuilleton. AMERSFOORTCCEE CQURAIT. FïRMA 4. H VAN CLCEFF t<? MERSFOOKT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\. franco per post '1/15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10cent. Bij regel- abonneinent reductie, waarvan tarief op aanvraag kosleloos. Legale, officieële- en onteigenings- advortentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25 elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naai- buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT 9. Telephoon 19. Bij (lit nummer behoort een Bijvoegsel. tie zich met wenscht te 1 APRIL doen in- IV schrijven als abonné, ontvangt de tot dien datum verschijnende nummers KENNISGEVINGEN. De BURGEMEESTER vau AMERSFOORT, Gezien artikel 41 der Gemeentewet, brergt ter kennis van de ingezetenen, dnt de Raad dezer Gemeente zal vergadereu op WOENSDAG den 1 April aanstaande, des namiddags te balf twee ure. Amersfoort, 20 Februari 1908. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. Nederlanderschap. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, Gelet op art. 7 der Wet van den 12 December 1892 (Staatsblad no. 208) brengt ter kennis van be- lnnghebhenden, dal bet wenscbelijk zal zijn, dat, ter voorkoming van he- verlies van Nederlanderschap voor Nederlandeis, dio zich reeds van vóór 1 Juli 1908 liuiteo het Rjjk en zyue koloniën bevinden en sedert dien tijd nog geen verklaring als bij bet aangehaald artikel bedoeld, hebben iügediend, hunne bloed- of aanverwanten, die in deze omstandigheid verkeeren, aansporen eene verklaring als bovenge noemd betreflende hun wensch om bet Nederlan derschap te behouden, voor den 1 Juli 1908 in te zenden. Amersfoort, 23 Maart 1908. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. te wachten tut den uitersten termijn- Na 15 April is elke reclame vruchte loos. Nogmaals herinneren we, dat volgens art. 28 iler Kieswet de voorloopig vastgestelde kiezerslijsten voor tie periode 15 Mei 1908 tot 15 Mei 1909 van Maandag tol 21 April a.s. ter Gemeente-secretarie voor een ieder ter inzage liggen. Tot den 15en April is iedt i' bevoegd bij het. Gemeentebestuur ver betering van de lijst te vragen op grond, dat hij /elf of een ander, in strijd met de wet, daa -wp voorkomt, niet voorkomt of niet be hoorlijk voorkomt. Allen die recht nteenen te hebben op kiesbevoegdheid, bevelen wij ten ernstigste aan, zich te gaan vergewisseu of hun naam op do kiezerslijst voorkomten daarmede niet Het verluidt, dal de Wet op het Arbeids contract begin Mei in werking zal treden. Zooals velen reeds zullen, maar allen spoe dig moeten weten, komt in het Arbeidscon tract een artikel voor, dat het gezinshoofd verplicht zijn inwonende zieke dienstbode, gedurende de eerste zes weken van haar ziekte op zijn kosten in zijn of in haar eigen huis of in een ziekenioriehting te laten ver- plegeh. De dokter, die de zieke dienstbode verpleegt, mag zijn rekening opmaken naar den maatschappelijken welstand van den beer des huizes. Dit is dus een bepaling die tot vrij groote kosten kan aanleiding geven en in verband daarmee kan het zijn nut hebben, er de aan dacht op te vestigen, dat reeds zeer vele verzekeringsmaatschappijen tarieven hebben gemaakt, waarbij meu zich voor een zeer kleine som tegen de risico kan verzekeren. Men betaalt dan een jaarpremie en de maat schappij neemt de verdere eventueele kosten op zich. De Minister van Binnenlandsche Zaken brengt ter kennis, dat van Rijkswege dertig toelagen van honderd gulden beschikbaar worden gesteld voor onderwijzers en onder wijzeressen aan de Lagere scholen, die 1"H)8 in het buitenland een vacantie-cursus in de Fransche, de Duitsche of de Engelsche taal wenschen bij te wonen om meer bedreven heid te verkrijgen in het practisch gebruik dier taal. Zij die voor het genot van een dergelijke toelage in aanmerking wenschen te komen, behooren zich daartoe vóór 1 Mei e.k. aan te meiden bij den schoolopziener in het district waarin zij wonen. Nadere bijzonderheden vermeldt de »Staats- couraut" uo. 71. I1* Eon oogenblik bad hij nog geaarzeldzou hij haar piet de naarheid zeggen en haar bekennen dat hy __bet spel haatte, juist omdat hij bet keude. Maar hij las in haar oogen haar smeekbede, haar verlangen hem dit spel te leuren, hem haar handig heid daarin te tooneD, hem door haar voorbeeld op te wekken haar te volgen. Hij keek haar even aan zjj was mooi, misschien meer dan dat, maar zy zou voor hem niet gevaarlijk wordenzij had niets gemeen met die donkere Amoriltanusche, ook niet met baar zuster. Zij was niet een vrouw die by kon begeeren, zij was nog te voel kind dan dat hij, een ernstig man, op haar verliefd zou kunnen worden. „8peelt u ook, gravin" wenddehjj zich totDagmar, zonder Alexa een direct antwoord te geven. n't Gaat ïoy als u ik haat dit spel." „E<t tücli zal je het spelen," zeide hij by zichzelf, „zoodra ik het wil." Er. ten slotte alleen om Dagmar later te kunnou dwii gen zyn wil te volgen, aaide hij: „Vanneer u my dan ouderwijzen wilt ik bon eigsi lijk >vel wat oud voor dat spel, maar ik zal min best doen, geen al te onhandig leerliDg te wezen." Zoo werd dan afgesproken, dat na dc eerate rijles B. eu W. schreven onder dagteekoning van 20 Maart 1908 aan den Raad: Wij hebben de eer U hierbij over te leggen: le een adres van M. A. Leinweber e.a., bewoners van den Kruiskampweg en Lien- dertschen weg, daarbijverbetering en verlichting van dien weg vragendeen 2e een adres van L. J. Hontelé, waarin hij verzoekt de bestrating van de Kruis- kanip begaanbaar te maken en voldoende licht aldaar aan te brengen en waarbij hij zich voorts beklaagt over den Directeur van de Gasfabriek, Bij uw besluit van 28 Augustus 1906 werd besloten eenige gedeelten van den weg kosteloos over te nemen, op hel gedeelte grenzende aan de bebouwde perceelen een bestraat voetpad te leggen (voorzoover de eigenaren tot kostelooze overdracht cn bijdrage in de kosten bereid j waren) en voorts straatverlichting aan te j brengen. De kosten van den aanleg der verlichting zouden door de Gemeente be taald worden die van het voetpad voor 7-t gedeelte door de Gemeente, voor 1/i door den ccistbelanghebbende, L. J. Hontelé. De uitvoering van dit besluit wacht op de overdiacht van den grond, die in eigendom behoort aan dön adressant Hon telé. Op dezen grond rust nog steeds eene hypothecaire inschrijving; aan adressant is herhaalde malen mondeling en laatstelijk hij ons schrijven van 1 November 1907, afd. I no 1606, bericht, dat de Gemeente den grond niet zal overnemen, alvorens deze vrij van hypotheek is Adressant is derhalve volkomen op de hoogte, v/aai om tot heden nog geen aanvang is gemaakt mst h:t leggen van het voetpad en de gasleiding. W. i betreft het beklag over den Direc teur der Gasfabriek verwijzen wij U naar het door dien ambtenaar uitgebracht rap port, Op grond van het bovenstaande hebben wij de eer U voor te stellen le aan de onderteekenaren van het eerste adres te berichten, dat met het leg gen van een klinkerpad en gasleiding een aanvang gemaakt zal worden, zoodra het gedeelte van dien weg, toebehoorende aan L. J. Hontelé, vrij van hypotheek en an dere lasten aan de Gemeente zal zijn overgedragen 2e het adres van L. J. Hontelé voor kennisgeving aan te nemen. De adressen, van 12 Maart zijn van dezen inhoud Ondergeteekenden. allen bewoners van den Kruiskampweg en den Liendertschen weg, gevoelen zich gedwongen U op de vol gende onhoudbare toestanden te wijzen le. Het onbegaanbaar zijn van den ge- heelen Kruiskampweg. Het bestraate ge deelte ligt veel te laag en zit vol met gaten, zoodat het bijna hetgeheele jaar door in een ware modderpoel herschapen is zoodat men zou twijfelen of het werkelijk een harde weg is. 2e Geen, of onvoldoende verlichting, waardoor een 60 tal huisgezinnen in duisternis des avonds worden gebracht, waardoor de bewoners zeer moeilijk de stad kunnen bezoeken, hetgeen vooral bij ziekten als anderszins zeer hinderlijk is. Reden waarom requestranten U beleefd i verzoeken in het belang van het alge meen, en voor de bewoners van den Kruis- namp en Liendertsche wegen in 't bijzon der, eene hoognoodige verbetering aan de de eerste lennisles zou plaats hebben en Alexa bad gezegd„Dan kan ik ten minste daardoor bewyzeu dat ik u dankbaar ben, dat u zicb zooveel moeite voor ons geeft." „Maar dat weet u immers nog niet." „Ja. dat zie ik u aan. U is ïemaud die, wanneer hy iets doet, dat geheel en al doet." „Misschien bebt u daarin geen ongelijk, gravin," en zyn blikken wareu naar Dagmar'e richting gegaan. Die had zijn blik beantwoord meteen gezicht waarop duidelijk te lezen was, dat zy niet begreep waarom by juist baar aankeek bij die woorden. Dagmar was de eenige in huis die met geen woord of blik, ook niet tegenover baar ouders of zuster, verried hoe zy over den baron dacht. Tegenover hem was zy vriendelijk, zooals het haar als dochter tegenover een gast paste, maar toch ook koud en terughoudend. Dat nu begon baar moeilijk te vallen want alhoewel de baron voor haar niets meer be- t ekeude dan onverschillig wie ook,gevoelde zy toch, dal zy doorloopend comedie speelde door hem voortdu reudals een vreemde te behandelen. Dat maakte haar houdiDg vaak onzeker en deed haareoms bevreesd zijn, dat zy uit haar rol zou valleo. En hoe lichter de baron betbaar maakte baar spel te spelen, des te moeilijker viel het haar. Had by baar met èen blik te verstaan gegeven„geef je geen moeitemy houdt je toch niet voor deu gek", dan had zy dat spel veel gemakkelijker kunnen spelen. Hy soheen heelomaal niet te bemerken, dat zij do vroegere, vluchtige kennismaking mm opzet negeerde en wanneer hij bet al bemerkte, deed by alsof bet hem becleinaal niet kon scholen. Het was baar in meer dan een opzicht pijnlijk en onaangenaam, ^eregeld met hem sameD te zyn hierboven genoemde grieven te brengen, 't Welk doende, enz. Ondergeteekende, L. J Hontelé wonende te Amersfoort, vertrouwende, dal door de billijkheid wordt betracht, neemt met beleefde vrijheid den rechtvaardigen weg te baat om zijne belangen door U te zien eerbiedigen. Op welke wijze word ik in mijn qualiteit van huiseigenaar door de Gemeente benadeeld Aan den Kruiskampweg heb ik 27 woningen waarvoor ik behalve de Grond belasting f 60 Straatbelasting moet opbrengen. Ik deed te zijner tijd een ver zoek om van de Gemeente een voetpad langs de huizen te verkrijgen alsmede verlichting van den weg. De Gemeente was hiervoor te vinden, wanneer ik ter tegemoetkoming in de kosten de som van f 124.74 stortte, waaraan door mij werd voldaan en ik nu reeds een quitantie daarvan een jaar in mijn bezit heb. Na de betaling heeft men alle mogelijke be zwaren geopperd. Waarom deze niet ge bracht voordat de Gemeente het geld in ontvangst nam, is mij een raadsel. Doch er is meer. Het komt mij voor, dat nu dat voetpad niet langs mijn huizen ge maakt wordt, de Gemeente absoluut niets aan den bestraatten loopweg doet en dat de bewoners in het duister moeten zitten. Wat is nu hetgevolg, dat de Kruiskampweg een ware modderpoel is en dat men aldaar in een Egyptische duisternis ge huld is? Begrijpelijker wijze, dat ik door het niet- verhuren der huizen en de vele in en uitgaan alleen een huurschade van plus f 500 per jaar heb. Bij dat al heb ik ook van al de Gemeeute- ambtenaren niet de minste medewerking, doch zelfs tegenwerking in mijn bedrijf. Ik breng dan ook UEd. Achtb. heeren door deze mijn beklag in over de insinu- eerende en mij schandelijke rondstrooiende bedrijfs-qualificatiën van den Directeur I der Gemeente-gasfabriek alsmede van bet kantoorpersoneel der gasfabriek. Eenige I bewoners van mijn huizen aan de Kruis- I kamp, die om muntgaslicht informeerden, kregen ten antwoord«Zoolang Hontelé de f 14 000 schuld aan zijn huizen niet betaald heeft, komt er geen licht" of »ge behoeft er niet op te rekenen, dat ooit gaslicht aan de Kruiskamp komt" of «Hon telé heeft veel te hooge hypotheek in de huizen en kan den benoodigden grond want zy voelde aldoor zyn vorschende blikken en toch moest zy toegeven, dat hy zich met haar abso luut niet meer bemoeide dan met haar ouders ot baar zuster. Maar zy troostte er zich mee, dat dit vele samen zijn zou ophouden zoodra de lessen begonnen waren. Dan zou ieder weer daarvoor en daarna zyn eigen bezigheden hebben en men zou alleen bij de maal- tijdeu samenzijn. De baron had ervan gesproken een vroeger begonnen werk over de ryeport te willen voltooien. Daardoor zou hy dagelijks eenige uren aan zjju schrijftafel gebonden zyn, en Alexa zou hem wel op het tennisveld bezighouden. In tegenstelling met Alexa zag Dagmar niet op tegen die eerste ryleB. Haar zuster bad angst wat hij zeggen zou en meer dan eenmaal vroeg zy, ter wijl zy op weg waren naar de manege, die de graaf voor oeuige jaren op een open plek van zijn land goed had laten bouwen, aan haar zuster: „Geloof je werkelijk dat we weer van voren aan zullen moeten beginnen?" „Jij misschien ik niet." Dat klonk zeer beslist, maar ook koel. „En wat zal je doen wanneer de baron het ook vau jou wil hebben t" Dagmar bleef het antwoord schuldig, want daar over had zij roede meermalen en tevergeefs nagedacht. Den baron in stilte tegen te werken, zyn raadgevingen en wenken Diet op volgen, scheen haat evenmin waardig als zich door hem te laten ouderwijzen. En hoezeer haar trots zich daartegen ook ver zette, het beAte zou. toch zyn, maar toe te geven. Sprak zy hem tegen dan gaf zij daardoor aan zyn persoon ea woorden een beteekenis,'die deze met niet aan de Gemeente afdragen". Dergelijke schandelijke uitlatingen van een Gemeente-ambtenaar kunnen niet zoo voetstoots worden voorbijgegaan en ik breng dan ook bij deze mijn klacht ten verdienden. Hoe onverscoilliger zij allee opnam wat hij zeide, des te grooter was haar kans, ie zn'len De baico wachtte de beide dsmee in de znaDge zy vonden hem berig de optuiging na te zien. „Mag ik vrageD wie de dames geholpen heeft bij bet aankoopen der paarden?" zeide hy uadebegroe* ting. „Onze broer Haus.' ïeide Alexa, terwyl Dagmar haar paard een klontje suiker gaf. „Dat moet u liever aan het einde doen," zeide de baron. „Paarden zijn in zeker opzicht net ala menschen; prjjat men r*- J 1 vaak bun plicht niet." „Dank u." Het klonk wel een beetje spottend, maar hy deed alsof hy het niet hoorde. „Tot uw dienst graviu. Maar waar u waarschijn lijk in de komende weken nog heel dikwijls gele* genheid zult hebben „daok u" te zeggen, doen we, dunkt my, beter dat maar eena en voor al af te schaffen. Een koopman sou zeggen: het verzwaart onnoodig den gang van zaken, en dat de dames mjj dankbaar zyn of het althans worden zullen, meen ik ook zonder dat wel te mogen gelooven." De piek was raak en Dagmar beet zich op de lip pen. Zij moest hekennen, dat zij zelf schuld haa. Waarom bebaudelde zy den baron niet volkomen voor wat hy was met koele hoffelijkheid; dan lokte zij dergelijke terechtwijzingen niet uit en verried daar door tevens niet, dat zy zich in gedachten met hem bezig hield, dat zy zich om bem ergerde en dat zyn brutaliteit om hier te komen^haar booa maakte. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1908 | | pagina 1