Donderdag 25
Juni 1908.
No. 7522.
57e Jaargang.
Feuilleton.
firma a. h. V an cleeff
ie AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
franco per post 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij regel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, oflicieële- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels ƒ1.25 elke regel meer f 0.25. Groote
letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten
evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT9
Telephoon 19
Melk-controle.
't Gaat weer zoo tegen den tijd, dat te
veel en te schielyk verkoelend fruit wordt
gegeten, dat salade en komkommers met
H&nsche raassa's worden genuttigd en dat
hel een met het ander de hulp des dokters
noodig maakt. Is deze basis gelegd dan
duurt het niet zoo heel lang of de waar
schuwingen tegen drinkwater eu tegen het
drinken van ongekookte melk bewijzen weer
dat er andermaal gevallen zijn geconstateerd
van typhoïdischen, zoo niet cholera-achti-
gen aard.
Vooral in den laatsten tyd is weer de
aandacht gevestigd op melk als ziektenver-
breider bij uitnemendheid. Bijna alle Ge-
zondheids-commisiën in den lande hebben
de aandacht der Gemeentebesturen geves
tigd op het noodzikehjke eener goede melk-
controle.
Wat de Gezondheids-commissie, welke haar
zetel heeft te Amersfoort, ten deze reeds
verleden jaar en dit jaar heeft trachten te
doen, hebben we te zijner tijd uit haar
Jaarverslag meegedeeld.
De conclusie harer sub-commissie voor
het melkonderzook luidde«alhoewel de
toestand niet geheel onbevredigend is te
noemen, kan deze toch niet worden aange
merkt als te zijn voldoende om daarin ver
der te berusten",
Een voor Amersfoort zeker verblijdend
verschijnsel is. dat de melkboeren en melk-
slijters zeiven controle der melk wenscbelijk
achten.
Zijn we wel ingelicht dan heeft de plaat
selijke Gezondheids-commissie haar bevin-
diugeu saamgevat in een lijvig rapport en
bereids een ontwerp-veror iening op den
verkoop van melk iogezondeu aan het Ge
meentebestuur, welke haar echter nog niet
aanhangig kon maken bij den Raad
omdat niet vaststaat de bevoegdheid der
Gemeentebesturen om deze materie te rege-
gelen, hetgeen eerst moet worden beslist! bij
een arrest van den Hoogen Raad, waarop
reeds lang wordt gewacht.
Mot een eukel woord deelden we reeds
mede, dat ook de Gezondheids-coramisie te
Baarn deze zaak ter hand nam.
Van oordeel zijnde, dat het vraagstuk der
melkvoorzieniug van het grootste belang
voor de volksgezondheid mag heeten. heeft
zy zich ernstig beziggehouden met de vraag,
wat van gemeentewege kan worden gedaan
ten einde te bevordereD, dat de verbruikers
zooveel mogelijk ontvangen een zuiver en
onschadelijk product. Zij meent, dat daartoe
noodig is een streng preventief toezicht,
zich uitstrekkende over alle melk, van het
vee en den stal tot den consument.
Dit toezicht zou moeten uitgewerkt worden
in een verordening, waarin o.m. zou moeten
worden bepaald, dat ieder die melk wil ver-
koopen daartoe vergunniug moet hebben
van B. en W. Verder zou in die verordening
nog moeten worden opgenomen, wat onder
melk wordt verstaan aan welke hygiënische
eischen de lokalen, waarin de melk wordt
bewaard, moeten voldoen en de eiscben
waaraan de stallen en evenzoo de melkge-
reedschappen moeten beantwoorden. Boven
dien moet worden voorgeschreven, dat ieder
melkverkooper moet opgeven van welke
boerderij hij zijn melk betrektdat het
verboden is, melk te verkoopen of in voor
raad te hebben van ziek vee of van vee, dat
met medicamenten behandeld wordt, dan
wel van vee uit een stal waar besmettelijke
ziekte heerscbt.
Ook dienen bepalingen te worden opge
nomen omtrent bet gebruikt wordende water
door melkverkoopers, omtrent den verkoop
van melk door veehouders, ingeval van be
smettelijke ziekte in hun gezin, en omtrent
het vetgehalte en bet soortelijk gewicht der
melk.
Op geregelde tijdstippen moeten het vet
gehalte eu het soortelijk gewicht van de
melk der diverse meikslijters, met vermelding
hunner namen, worden gepubliceerd, en
evenzoo de namen van slijters, die wegens
melkvervalsching veroordeeld worden.
Strenge controle moet bestaan op inge
voerde gepasteuriseerde of gesteriliseerde
melk.
Met een dergelijk toezicht zou reeds veel
bereikt worden, meent de commissietoch
zou ook aldus nog geen waarborg verkregen
worden, dat de cunsument onschadelijke
melk ontvangt. Ouder andere bezwareu weegt
vooral dit, dat ziekte by menscb en vee
latent kunnen veiioopen, terwijl ook tydens
het incunatie-tijdperk eener ziekte besmet
ting door de melk kan plaats vinden. Op
grond bier van zou de commissie bet zeer
wenscbelijk achten, dat van gemeentewege
werd opgericht een raeik-centrale, alwaar
de melk gezuiverd en daarna gepasteuriseerd
of gesteriliseerd wordt. De leveranciers,
die melk aan de centrale brengen, zouden
deze, na zuivering door centrifugatie ea na
pasteurisatie of sterilisatie, terug ontvangen
ieder leverancier zijn eigen melk in ge
sloten flesschen.
Door deze bepalingen zal de concurrentie
tusschen de melkhandelaren, welke thans
brengt tot toevoeging van water, geleid
worden in de goede richting van verbete
ring der melk. De prijs van de melk zal
iets mogen stijgen dit bezwaar weegt echter
ruimschoots op tegen betere hoedanigheid
van de verkregen melk.
Het hoofdoelabsoluut onschadelijke melk,
die van gewaarborgde deugdelijke samen
stelling is, wordt alsdan verkregen en kan
alleen op deze wyze verkregen worden.
N last de melk, welke in de centrale ge
pasteuriseerd is, zou dan het verkoopen van
rauwe melk alleen moeten toegelaten wor
den voor de melk afkomstig van zoogenaamde
modelboerderijen, welke moeten voldoen
aan zekere eischen.
Ten slotte beveelt zij aan de vaststelling
eener melkverordening en de oprichting
eener melk-centrale.
la vele, ook kleinere Gemeenten, is de
melkverkoop reeds geregeld en in den regel
zien de knoeiers, die er altijd zullen blijven,
bij overtreding zich zware straffen toebedeeld.
Jammer genoeg, dat hier te lande nog
altijd wordt gedacht over een algemeene
Rijks-keuring van a 11 e levensmiddelen.
By het vele, dat we dikwyls niet zeer
handig overnemen uit de Duitsche wet
geving zou bet toch niet zoo heel moeilijk
zijn, de keuring der voedingsmiddelen ook
hier te lande te regelen en ook maatregelen
te nomen om vervalscbiDgen te voorkomen.
Volgens het »Ned. Weekblad voor zuivel
bereiding en Veeteelt" heeft een Duitsche
Gemeente het toezicht op den melkverkoop
opgedragen aan de politie, die hierin wordt
bijgestaan door deskundigen.
Zoodra nu een vervalsching is gecon
stateerd, wordt de naam van hem bij wien
de vervalsching is ontdekt, gepubliceerd,
met opgave, waarin deze vervalsching heeft
bestaan.
Het gevolg is, dat in die Gemeente nu
niet alleen bijna niet meer wordt gekooeid,
maar dat nu ook de raelkleveranciers nauw
keurig toekijken op hen, van wie zij weer
de melk betrekken, daar ieder aansprakelijk
is voor betgeen bij verkoopt.
Bovendien is geconstateerd, dat het ge
middelde vetgehalte der melk meer dan 1
pCt. hooger is geworden dan het vroeger
was.
Wanneer wy nu weten, dat het gemid
delde vetgehalte van melk globaal berelcead
3 a 4 pCt. is, dan zien wy hieruit, d^t de
consumtie-melk in die Gemeente ongeveer
30 pCt. is gestegen in waarde aan vet.
Een reden te meer, welke pleit voor het
nut eener dergelijke melk-controle.
Wie zich met ingang van
1 Juli op dit blad
abonneert, ontvangt de
tot dien datum verschijnende
nummers
KOSTELOOS.
kennisgevingen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge-
meeute AMERSFOORT
brengen ter algemeene kennis, dat bij hun besluit
vau beilon, ingevolge art. 8 der HINDERWET, aan
F. E. SPELTEN, wonende alhier, vergunning is Ver
leend tot oprichting eener ververij- t» katoenwas-
scherij in bet perceel gelegen aan een steegje, uit
komende op de Appelmarkt, wjjk F. kadastraal
bekend Gemeente Amersfoort, Sectie E. No. 8435.
Amersfoort, 22 Juli 1908.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris.
J. G. STENFERT KROESE.
BURGEMEESTER en WETHOUDER8 v»n
AMERSFOORT,
Gezien de missive van den heer kolonel, llilitie-
commiasaris in deze provincie dd. 21 Juni 1908,
No. 12, en art. 130 der Militiewet 1901
Doen te weten, Jat de verlofganger
Bakkenss, Willem,
totaling dezer Gauieenis der lichting 1906, van het
5e Regiment Infanterie, op Dinsdag den 14 Juli 1908,
des voormiddags om 10 uren, in het Militaire Loge
ment, Lange Nieuwetraat te Utrecht, gekleed in
uniform on voorzien van de kleediog- en uitrusting
stukken, hem bij vertrek met groot verlof medege
geven, vuu zijn zakboekje en verlofpas, ter na-in
spectie voor gemelden Militie-commissaris moet
verschijnen.
De aaodseht van gemelden verlofganger wordt
gevestigd op art. 181 der Militiewet 1901, hetwelk
o. in. bepaalt, dat de verlofganger, die niet overeen
komstig art. 130 der gemelde wet voor den Militie-
commissaris verschijnt, in werkelgken dienst wordt
geroepen en daarin gedurende ten hoogste drie
maanden gehouden.
Amersfoort, 24 Juni 1908.
Burgemeester en Wethouders
van Amersfoort,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
Gezien artikel 41 der Gemeentewet,
brengt ter kennis van de iugezetenen, dat de Raad
dezer Gemeente zal vergaderen op DINSDAG den
30 Juni aanstaaode, des namiddags te half twee ure.
Amersfoort, 25 Juni 1908.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
37).
Thans verscheen een rijknecht op een prachtigen
Arabischen heugst.
De barou gaf aan zijn bewondeaing lucht: „Maar
dat is werkelijk een koninklijk dier". Met groote
bewondering volgde hjj de bewegingen. „Als die
kerel maar beter kon rijdenhet paard heeft hon
derdmaal meer in ticb, dan hij ar weet uit ta balen".
En naar de beide jongemeiajes gewend, verklaarde
hg met halfluide stem de fouten, die de berijder
maakte.
Alexa hoorde aandachtig toe om daaruit wat te
leeren. Dagmar keek zonder eenige belangstelling
voor zich uit.
Hij deed alsof hg dat niet bemerkte.
De landraad had intusschen bevel gegeven, eon
hindernis te plaatsen.
„U zult eens zien, baron, hoe dat dier springt;
ik heb meermalen op „Hannibal" aan een parforce-
jacht met hindernissen deelgenomen. Hij springt
als een veer".
„Dat ziet men hem aan", zeide de baron; maft'
toen de hindernis er stond, sprong het puard de
eerste maal zoo slecht, dat het met zijn vier boeven
raakte en bijna gevallen was.
En Cosd zijn bereider, die bemerkte hoe hij zich
blameerde, het paard tuchtigde, werd het booe eu
brak telkenmale uit.
Dat herhaalde zich zoo een half dozijn malen
toen seide de landraad eindelijk„Nu, als bet niet
gaat, breng hem dan maar weg; we willen er ons
niet lauger aan ergeren".
„Pardon", zeide de baron, „vergeef mg, dat ik er
mg in meng, maar dat gaat niet; warneer „Hanni
bal" apriogen moet, dan moet het ook gebeuren.
Dat hg, zooals zijn beroemde naamgenoot, voer de
poorten blijft staan, is ondenkbaar; want wanneer
ag vandaag zijn zin krijgt, is er ook in de toekomst
niets met nem a*n te vangen".
De landraad wist, dat de baron geljjk had en bij
zou ook nooit het bevel hebben gegeven op te hou
den, wanneer bjj zich niet met zijn paarden volslagen
geblameerd had.
„U hebt goed pratenmaar wat moot men begin
nen met zoo'n dier wanneer het eenvoudig zijn
luimen botviert?"
„Dan moet men hem dwingen. Veroorlooft u mg,
dat ik het eens probeer misschien gehoorzaamt
hij mg".
„Maar natuurlijk, wauneer u er lust in hebt".
Een paar slobkousen eu sporen waren spoedig
gehaald en sen oogenblik later zat de baron op het
paard.
Een luid bravo beloonde hem toen hg, na twee
maal rondgereden te zijn, id draf overging. Dat
scheen heelemsal niet het zelfde paard te zijn.
Maar toen de baron van eon korte galop overging
in een snellen an op de hindernis aanreed, brak
„Hannibal" wel niet uit, want dat belette xgn berijder
hem eenvoudig, maar vlak voor de hindernis bleef
hg plotseling staan, strekte de voorbeenen en stond
onbeweeglijk.
j En ook dit spelletje herhaalde sieh eenige malen.
„Geef het op, baron" meende de landraad. „U
ziet toch, dat bet riet gaat. De koekoek weet wat
dat beest vandaag bezielt. Stijg u maar afde graaf
an de gravin zulien zoo dadelijk wel komen en dan
is het tyd om aan tafel te gaan."
Maar zóo spoedig gaf de baron het niet op. En
ook toen het rijtuig van Qrüiidiogen verscheen, was
hg niet te bewegeD, af te sijjgen en de pogingen,
het beest na: r zijn wil te dwingen, wat zjjn volle
belangstelling bad, op te geven.
„Maar we moeten aan tafel gaan, baron," seide
de landraad.
Het ging toch inderdaad niet aan, zijn gastin zoo
lang op te houden om der wille van éen konden
toch niet allen op bet diner wacht n.
En wie kon zeggen of „Hannibal" binnen ean half
uur handelbaar zou worden? Dat koa ook nog wel
veel langer duren.
De graaf en de gravin waren naderbij gokomen
en bemoeiden zich ook met de woordenwisseling
tusschen den graaf en den landraad.
De gravin verzocht hem af te stijgen, maar de
graaf was van een andere meening„Dat begrijp j«
niet, Constance. Daarvoor moet men oud-cavalerist
zijn, zooals ik, dan weet men uit ervaring, dat men
een paard nooit mag toegeven. Ik bad als jong
luitenant eens een paard och, hoe heette bet nu
ook weer ik geloof.
„Nu ja, dat komt er niet op aan, Eduard," viel
de gravin hein snel in de rede. want begon bij
eenmaal met xgn verhalen, dan was bet einde niet
te voorzien.
De graaf zag rijn vrouw verrast aan.
Dat zij hem hier, too in tegenwoordigheid van
alle anderen in de rede viel, bsviel hem niet en
dat wilde hg naar zeggen' maar hij sweag, want bij
was een vrg man en kon doen en laten wat hg
wilde. En daarom zweeg hg omdat hg ook kon
sprekeD. En bovendien mocht hg toch een dame
en allerminst zjjn eigen vrouw in tegenwoordigheid
van anderen tegenspreken.
De landraad keek op zgn horloge „Wat doen
we nu als de baron niet wil t"
Die stond uog altgd met „Hannibal" voor de bin
dernis; hij beproefde bet dier voorwaarts tedrgven,
maar het paud bawoog zich niet.
„Dames i beeren, doe mg het genoegen en be
gint u mat bet diner let niet op mg en doe alsof
ik er niet was."
Er bleef ten slotte weinig anders over, dan op
dezen voorslag in te gaan.
Men ging naar binnen en zette zich aan tafel,
maar de leege stoel van den baron verhinderde,
dat de rechte stemming kwam. Het was niet ge
zellig en dat hinderde den landraad, want bjj bad
zijn zuster de opdracht gegeven, een voortreffelijk
diner samen te stellen en de tafel zoo fraai mogelijk
te versieren.
Zg bad zich in 't eerst wel er over verwonderd,
dat hij baar in dat opzie;n nog een bijzondere op
dracht gaf zg vervuldo de plaats vau buievrouw
bg hem toch lang genoeg om te weten, hoe hg het
in dat opzicht wensebte maar toen zij zag met
welk een opmerkzaamheid en onderscheiding bij
Alex* behandelde, wist zg waarom hg vandaag alles
bijzonder in orde wilde hebben bet moest bet jonge
meisje hier goed bevalleu, soodet daardoor de
wensch in haar zou opkomen, in dit hui» als huis
vrouw op te treden.