Zaterdag 27 Juni 1908. mm. No. 7523. 57e Jaargang; Stadsnieuws. FIRMA A. H. VAM CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\. franco per post 1 15. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij regel- abonnernent reductie, waarvan tarief op aanvraag kosleloos. Legale, oflicieële- en onteigenings- advortentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels f 1.25 elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en f— evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHTS Postbus 9 Te.ephoon 19 Slechts een bescheiden verzoekroem nooit hardop den borrel als een hartverster- king. Want zie, 't zou eens kunnen zijn, dat iemand vertrouwen stelde in uw verstand en in uw doorzicht en ook greep naar die me dicijn uit de vergifkasl, maar minder sterk dan gij, dank zjj uw „hartversterking" ten onder ging, door lichamelijke en gees telijke hart verslapping, een schipbreukeling werd op de levenszee, versleten en verdier lijkt. En bedenk verder, met iedere schipbreuk zinken schuldigen en onschuldigen wegde drankduivel is onverbiddelijk. Zoo ongeveer zou men kunnen spreken tot een, die zich zelf voelt als een steik en wijs man. Maar tot u, jongere kameraden, die wilt medewerken aan de gezonde ontwikkeling van ons volk tot een krachtig ras, weerbaar in elk opzicht, tot u roepen wij in hoogen ernstbederft u eigen werk niet door „hart versterkingen". De helft onzer gevangenen en de liellt onzer krankzinnigen werden ongelukkig door „hartversterkingen" en ieder hun ner was reeds lang vooraf geworden een middelpunt van steeds toenemende ellende (van anderen nog niet eens gesproken). V u-sterkt uw hart door gezonde lichaams oefeningen, maar vervloekt de „hartverster kingen". De kroeg uit, het veld in Doet die bevrijdingsleuze weerklinken alom in den lande, ten bate van uzelf, ten bate van uw kameraden, ten bate van uw en van huu getinnen ten bate van een gezond, krachtig, gelukkig en welvarend Nederlandsch volk. tx. Vj. ft. raaivo. Het tweemaandelijksch orgaan «De Volks bond", van de vereeniging tegen drankmis bruik. nam in zijn jongste nummer boven staand artikeltje op, dat als vliegend blaadje werd uitgegeven ter gelegenheid van de Militaire sportfeesten te Breda en zeker niet zoo algemeen bekend is als 't wel verdient. Het veld in om te spelen, u te oefenen, u te harden. Sluit u daartoe aan bij een of meer der vele vereenigingeu, welke zich de lichamelijke op voeding en ontwikkeling ten doel stellen. Waarheen in de vacantie? (INGEZONDEN.) Da school vacantie nadert weder. Vele ouders, die hun zoons willen beloonen voor. betoonden ijver en een jaar hard leeren o* wel hun een ontspanning willen bieden voor maandenlange inspanning van den geest, zien zich gesteld voor de vraag: Welk pretje kan ik mijn jongens ditraaol bereiden Wij geven éen antwoord in overweging, door de aandacht te vestigen op het kamp bij Laren. Ook dit jaar is door den Minister van Oor log voor jongens boven 16 jaar de gelegen heid opengesteld om deel te nemen aan het Weerbaarheidskarap op de Larensche heide, dat gehouden wordt vermoedelijk in de eerste heltt van Augustus, gedurende veer tien dagen, onder leiding van de Nederland- sche Weerbaarheidsvereeniging en onder bevel wordt gesteld van den commandant dier vereeniging, den reserve-le-luitenant Joh. W. Klein. Dit kamp is een bij uitstek geschikte ont spanning voor onze Nederlandsche jongens. Ze worden er gelegerd in tenten van zeil doek zes per tent voor zestien manze worden er prettig beziggehouden met mili taire oefeningen en open-lucht-spelen ze leeren er een mooi deel van ons land kennen van een audere zijde dan op wandelingen uit het stereotiepe optrekje te Hilversum of Bussum. De kamporde gewent hen aan een gere gelde leefwijze, vroeg opstaan en vroeg onder de wolin de frissche, gezond prik kelende heiluebt kunnen ze hun spierkracht ontwikkelen en hun geestkracht stalenze komen eens onder moeder's vleugels uit en moeten veertien dagen, onder vertrouwd toezicht, voor zichzelf zorgen, zelf denken en zelf handelen ze leeren er iets kennen van wat later het leven van hen zal vorderen. Door het samenleven met hun makkers, door de tucht, die er gehandhaafd wordt, leeren ze rekening houden met de eischen van de Maatsehappüwordt hun spelender wijs de les ingeprent, dat ze deel uitmaken van een geheel, dat later van hen gevergd raag worden zich als zoodanig te voelen en •ie belangen van het algemeen te dienen. Lijkt de opsomming van deze voordeelen misschien wat schoolmeesterachtig daar door late zich niemand afschrikken, 't Is niet dan schijn. Er wordt in het kamp geen theorie gepredikt, maar slechts practijk ge leerd door de practyk. 't Is aanschouwelijk onderwijs in zijn besten vorm, proefonder vindelijke opvoeding, los van eiken knellen den band. En de kosten? Deze kunnen moeilijk be zwaar opleveren. Voor f 1 per dag wordt goede ligging en eenvoudige maar goede voeding verstrekt. Wie reeds in weerbaarheidsvereenigingen eenigen graad van geoefendheid hebbenver- kregen, kunnen bet geleerde in het kamp in practijk brengenwie nooit te varen zien' in militaire oefeningen hebben bekwaamd, krijgen daar het eerste onderricht. Alle jon gens zijn dus welkom, mits ze 16 jaar zyn. Wij verwachten, dat velen hun jongenÉ' verlof zullen geven zich aan te melden by den heer Joh. W. Klein, reserve-le-luitenant: der infanterie, commandant van de Ned; Weerbaarheidsvereeniging", te Haarlem. Den jongens wordt aanbevolen, mede te nemen: twee oude pakken, ruim en gemak1 kelijk schoeisel, een kistje voortoiletbenoodigd- heden, enz., een electrische lantaarn, een rijwiel, indien ze dit bezitten, en de artike len voor sport en open-lucht-zpelen, waarover re beschikken kunnen. En nu maar spoedig een briefje geschreven aan den heer Klem, die gaarne alle gewensebte inlichtingen wil verschaffen. V. Agenda voor de openbare vergaderiog van den Raad der Gemeente Amertoort op Dinsdag 30 Juni 1908, des middags half twee. 1. Voorstel en nader voorstel van Bur gemeester en Wethouders tot het geven van eervol ontslag aan W. N. Coenen, leeraar aan het Gymnasium en de Hooger9 Burger school. 2. Benoeming van een leeraar (vast) ia de Nederlandsche taal en letterkunde aan het Gymnasium en de Hoogere Burgerschool vacat ur e - S tok vis). Aanbeveling biervoorno. 1. A. J. de Jong, leeraar aan de Rijks Hoogere Burger school te Winterswijk no. 2. B. H. Peteri, lijdelijk leeraar aan de Rijks Hoogere Bur gerschool te Leeuwarden. 3. Benoeming van een leeraar (vast) in de Hoogduitsche taal en letterkunde aan het Gymnasium en de Hoogere Burgerschool. Aanbeveliug W. Ernmens, onderwijzer te Bussum; H. A. L. van Alphen, leeraar aan de Hoogere Burgerschool te Arnhem. 4. Benoeming van een tijdelijk buiten gewoon leeraar in de Geschiedenis aan het Gymnasium en vaststelling van diens jaar wedde. Aanbevolen wordt de heer A. K. Hovens Greve, tijdelijk buitengewoon leeraar aan bet Gymnasium. 5. Benoeming van een tydelyk buiten gewoon leeraar in de Aardrijkskunde aaa het Gymnasium en vaststelling van diens jaarwedde. Aanbevolen wordt de heer S. de Vries, KENNISGEVING. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, Gezien artikel 41 der Gemeentewet, brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de Raad dezer Gemeente zal vergaderen op DINSDAG den 30 Juni aanstaande, des namiddags te half twee ure Amersfoort, 25 Juni 1908. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIER3. Een hartversterking. Hij was vermoeid, hud trek in een borrel en pakte er eendie smaakte 'rn. Tusschen het opslurpen door, zei hij »Zoo:n hartversterking kornt een rnensch toe na al dat sjouwenhij doet je goed. Ze maken mij niet wijs, lat 't slecht ismijn vader is 80 jaar geworden en die dronk eiken dag zijn borrel. Het is niet voor de ganzen ge brouwen". Tegenover zooveel wijsheid valt niet veel anders te zeggen dan het volgende Ge hebt gelijk. Niemand heeft 't recht aan u te twijfelen, noch aan uw wilskracht, noch aan uw kerngezondheid, noch aan uw wijsheid, noch aan uw inzicht, noch aan de kracht van uw liefde voor de uwen. Honderdduizenden vóór u zijo, zonder •lat zij 't bemerkten, van af de merkstreep »een borrel" steeds dieper en dieper in een poel van ellende gezakt langs de merkstrepen 2 borrels, 3 borrels, enz. en de onderver deelingen halfjes en ongenummerden. Gij zult niet afzakken gij zijt zoo krachtig. Honderdduizenden vóór u zijn wegge- jeneverdeerst een beginnende drinker, dan een, die er niet in spuwt, dan een stevige drinker, dan een drinkebroer, ein delijk een zuiplap. Gij zult niet wegjeneverengij staat zoo stevig op uw beenen. Honderdduizenden vóór u hebben zich ontnomeneerst de blijde arbeidskracht, daarna de arbeidzaamheid, daarna de gezond heid, daarna de wilskracht (of omgekeerd) en ten slotte alles wat de mensch meer bezit dan 't beest. Gy zult u zelf niets ontnemengij zijt zoo verstandig. Honderdduizenden vóór u hebben aan hun gezin oiilnomeu eerst de stille tevreden heid, daarna (of gelijktijdig) de gezelligheid, daarna do welvaart, daarna het geluk, en aan 't eind alle hope. Gij zult uw gezin niets ontnemengij zijt zoo zeldzaam groot in uw liefde. Nog eens, drinkt gij gerust tot aan uw dood eeu borrel daagsgij zyt zoo sterk, dat zelfs de drank u niet kan ontnemen uw kracht tegen den drankduivel. Feuilleton. 38). Eau oogeublik werd bij de zuster van den laud- raad een gevoel van jaloezie wakker, maar Alexa's frissche, lieve verschijning pakte ook haar inen danverliet ook zy niet baar broer, omdat de liefde ook in haar hart weer was ingeslopen, ook al had zij jaren geleden, na den dood van haar eersten man, gedacht dat het leven voor haar voorbij was en dat het haar geen vrooljjk oogenblik meer bereiden zou Zoo werd zij steeds vriendelijker en hartelijker tegen Alexa, die zich plotseliug het middelpunt van den kleinen kring zag. Dat maakte baar eerst wel wat verlegen en verward, maar daarna over moedig en haar lachende mond en vrooljjk schitte rende oogen toonden duidelijk hoe blij zij waa, zoo gevierd te worden. „Zou de laudraad werkelijk plan hebben naar Alexa's hand te dingen?" dacht de gravin, die aau tafel naast hem zat en natuurlijk op ieder woord lette, dat tusschen bem en Alexa gewisseld werd. Heelemaal was dat nog niet naar haar zin en een paar weken geleden zou zy er zich tegen verzet, heb ben maar nu, nu hij van adel was en niet alleen door zjjn Daam, maar door zijn heele wezen aristo craat was, nu hem tengevolge van zyn verheffing in den adelstand de weg naar een schitterende carrière openstond, dacht zij ai anders, al had zy nog bezwaren. De landraad zou het misschien tot Minister en Excellentie kunaen brengen en wanneer Alexa dan eeu rol aan het Hof zou kunnen spelen, wanneer haar huis het verzamelpunt van de voorname aris tocratie zou worden, wanneer zij misschien eenmaal de leden van het Hof by zich zou ontvangen haar bedenkingen verdwenen meer en meer. „Het doet my werkelijk leed, gravin, dat uw ta felheer nog altijd niet komt," wendde de landraad zich tot Dagmar. „Wanneer u bet toeslaat, wil ik toch nog eeus naar den baron gaan kijken. Excu seer iny een paar minuten." Een oogenblik later kwam hij terug en met moeite verborg by zyn booeheid. „Lieve heinei is me dat een stijfkop. Hij zit nog altyd op het paard, dat staat te snuiven eu te blazen van belang en aan zijn heele lichaam trilt, ofschoon de baron zweep noch sporen gebruikt eu alleen het dier met zyn knieën drukt." „En de baron?" vroeg Alexa. „Die is heel vergenoegd eu lacht. Hy zeide, dat ik hem geen grooier genoegen had kunnen doen, dan door hem op het paard te laten. Hy transpi reert op een verschrikkelijke manier, maar bet'doet aan zyn goed humeur geen afbreuk. Ik ten zeer nieuwsgierig hoe dat eindigeu zal; maar dat mag me uiet verhinderen, u nog een» te zeggen, hoe aangenaam het mij is, u by my te zieD." De glazen klonken legen elkaar. Dagraar's hand trilde toen zy het gtas ophief en, een doel van den wyn vloog over het tafelkleed. Ik vraag u duizendmaal om vergevingik weet niet misschien trilt de beweging van het snelle rjjden nog wel in my na", stamelde zy. Niemand wist wat in werkelijkheid in haar om ging. Men wijdde het a»a de leege plaats naast baar en de daardoor teweeggebrachte kleine ontstemming, waardoor zij ook zoo weinig aan bet algemeen gesprek deelnam. Toen zy straks met de anderen van den baron afscheid nam, had zy begropen, dat hQ niet als overwonnene in dezen strijd wilde staan, maar zy had er een eed op willen doen, dat hy ca een paar minuten zou komen en zeggen„Met het paard is vandaag werkelijk niets te beginnen". Hij had ook de intredende duisternis als verontschuldi ging kunnen gebruiken, die hem dwongaf te stygen ook had zy aan de mogelijkheid gedacht, dat by zou zeggen„Het paard heeft gesprongen", ook al bad het dat niet gedaan, alleen maar om overwin naar te ziju. Hy kon er zeker van zyn, dat men zyn woorden gelooven zou, omdat niemand zich de moeite zou geven, een Dader onderzoek in te stel len, zelfs zij niet. En dan, wat was er haar aan gelegen of het paard sproug of uiet. Er was op de geheele wereld niets, dat minder beteekende tenminste voor haar. Dat de baron niet aan tafel kwam, liet haar eerst onverschillig: later vond zij het tactloos en onbe leefd tegenover baar, zijn tafeldame, maar ook tegen over haar ouders en ziju gastheer, die hem vandaag voor de eerste maal by zich zag, want tot dusver bad hun beider omgang zich bepaald tot het maken van visites. Maar toen de baron nog maar steeds niet kwam eu ook do landraad alleen terugkeerde, onderging zij plotseling een geheele verandering. Ioder gevoel, dat zy tc' dusver voor den baron gekoesterd had, verdween en maakte plaats voor een gevoel van angst, van waanzinnigen angst voor de ijzeren wil, de ontembare energie die hy ont wikkelde. Zij trilde en beefde van opwinding of bjj zijn wil zou doorzetten en zij voorzag het. Zoo min als hjj het nu opgaf, evenmin zou hij 't in den strijd met haar opgeven. En wanneer hy nu overwon, den zou hij ook haar overwinnen. Zy toch waa maar een zwakke vrouw. En plotseling moest sjj erken nen, dat hy dan haar meerdere wat. Zij was bang voor zichzelf en bang voor den baron en nerveus schrikte zy telkenmale uls zij buiten een beweging hoorde. Een bediende trad binnen: „Mijnheer, d* baron verzoekt u een oogenblik buiten te komen f" „Wat is er dan t" „Ik weet het niet, mijnheer." De landraad was ontstemd over deze nieuwe eto- ring. Hy begreep den baron en diena wegblijven van tafel niet meer. „Wanneer u mjj dan nogmaals even wilt excuse*- reuHij verdween en kwam na een paar minu ten opgewonden terug: „De wereld gaat onder; dat hadt u allemaal eens moeteu zien." „Hannibal springt 1" riep Dagmar. Heel verrast keek zij den landraad aaD. „Als een \eer, gravin. Zesmaal achter elkaar heb ik hem den sprong zien doen. Ik heb den baron openlijk verklaard, dat ik eerst wel wat boos op bem was, maar nu ben ik weer versoend met hem. En u hoop ik ook. U begrijpt even goed ale Ut, dat hy er niet bij kon laten; het paard moest springen. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1908 | | pagina 1