Zaterdag 5 September 1908. No, 7554. 57e Jaargang. Feuilleton. Ds man iet de bruine tasch. FIRMA A. H. V\N CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden/l. franco per post f i:15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij regel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings- advertentiëu per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25 elke regel meer f 0.25. Qroote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT 9 stbus 9. Telephoon 19. KENNISGEVINGEN. i de pro- De GEDEPUTEERDE STATEN vincie UTRECHT Brengen bij deze ter kennis van belangheb benden, dat de tweede uitloting heeft plaats gehad ter aflossing van een gedeelte, groot dui zend gulden (f1000) der geldleening, groot f63 000, aangegaan krachtons besluiten der Staten van Utrecht van 13 Juli 1906 en 10 December d.a.v., goedgekeurd bij Koninklijke besluiten van 7 Augustus >906, No. 69, en '29 December d.a.v., No. 39, en dat daarbij is uit geloot de schuldbrief No. 57, groot f1000. Voorts, dat de uitgelote schuldbrief aflosbaar ie op den 1. Januari 1909, ten kantore van den Betaalmeester te Utrecht, zullende daarop na dat tijdstip geene renten meer worden uitbetaald. Utrecht, den 1. September 1908. De Gedeputeerde Staten voornoemd, F. D. SC'H 1MMELPENNINCK, Voorzitter. L. J. RIETBERG, Griffier. De BURGEMEESTER eu WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gezien art. 203 der Wet van 29 Juni 1851 (Staatsblad No. 85), Doen te weten, dat de BEGROOTING der plaatselijke inkomsten en uitgaven dezer Ge meente voor het jaar 1909, door hen aan den Raad aangeboden,gedurende v ee r t i e u dagen, te rekenen van beden, alle werkdagen van 9 tot 3 uur, op do Secretarie voor eenieder ter lezing zal liggen en dat men van voormelde begrooting afschrift kan bekomen, tegen betaling der kosten. Amersfoort, den 2. September 1908. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris, J. G. 8TENFERT KROESE. Wat Zwitsers niet begrijpen kunnen. Zwitserland is het land der bergen. Zelfs wie nooit een berg heeft aanschouwd, kan zich toch wel eenigermate voorstellen, hoe een bergland er uit moet zien. Maar omge keerd schijnt het voor een bergbewoner onmogelijk, zich een begrip te vormen vau een volkomen vlak land zooals Nederland is. De heer Henri Meijer vertelt in De Kam- Naar het Engelsch. 3 (Slot). Eenige minuten lang werd er geen woord tus schen ons gewisseld. Daar scheurde plotseling, als door toovenaarshand, het wolkenkleed bene den ons vaneen, en er werd een stukje van den aard bodem zichtbaar, inet de kerktorens en fabrieks schoorstenen van een stad, die ik dadelijk her kende ftle DuncheBter, een uur of vier van Mil- hampton. De verrassing van den gewaanden predikant was zoo groot, dat hij opsprong en, met beide handen op den rund van 't schuitje steunend, naar beneden staarde, als om niets van het ta fereel te missen. Zijn rechterhand omklemde nog de revolver, dio hij niet had weggeborgen, Daar kreeg ik een goeden inval. Zachtkans hem naderend, gaf ik een stevigen stomp tegen zijn rcchter-ellebooghet resultaat was, zooals ik verwacht had: door de hevige pijn in zijn arm verrast, lieten de vingers onwillekeurig de revolver los, en het wapen verdween pijlsnel in de ruimte. Eer ij tijd had, iets tegen mij to beginnen, had ik mij behendig omhoog geheseheu, tot aan den ring, welke het network van den ballon droeg, en daar zat ik veilig en wol als oen ma troos op de ra. De reeks van vloekeu, die do heer Green in de eerstvolgende minuten ten beste gaf, ia niet voor herhaling vatbaar. Toen opende hij zijn bruine tasch, en !t eerste wat voor den dag kwam was een breekijzer, ongeveer anderhalven voet lang een lcelijk wapen in de hand van en" van een bezoek aan Zwitserland. We hielden nachtkwartier, zegt hij, in een berg- gehucht imby den Sr. Gotthard. Onze hospes was een brave, eerlijke grijsaard, met wien we al heel spoedig in een belangwekkende conversatie gewikkeld waren. Toen hij ver nam, «lal we uit Holland kwamen, schudde hij het hoofd. Van Holland had hij nog nooit gehoord. Maar toen we hem vertelden, dat wij naar Zwitserland waren gekomen om bergen te zien, aangezien die in Holland niet, bestonden, stond hij plotseling op, liep naar een ladder in den hoek van het ver trek. ea riep door het zoHerluik naar boven Huimele, Mirzl, dearndelskoinmtschnell berunter; da sind Herschaftten aus 'n 'rn Land wo's keine Berge gibt In een oogwenk zigen wede heelefamilie langs de ladder afdalen, en nu moesten we plechtig voor de ongeloovige, het hoofd schuddende huisgenooten herhalen, dat Hol land „ganz flach" was, en dat je er zóo ver kon kjjken als je gezicht maar reikte. Dat vonden doze raeuschen in hooge mate belangwekkend et. wonderbaarlijk. Ze konden van onze verhalen over de vlakheid van Hol land maar niet genoeg krijgen. De meest groteske vergelijkingen moesten we te baat nemen om hun duidelijk te maken, hoe vlak Holland wel is. Tot onze eigen verbazing hadden deze menschen van het begrip vlakte, verte en gezichteinder slechts een vage notie. En toen we hen na een uur keuvelen toch zóo ver hadden gekregen, eat ze er iets van snapten, verklaarden ze met diepe overtui ging, dat za graag al hun bergen cadeau zouden gevm voor een vlak land. Want die bergen, die wij zoo bewonderen, waren eigenlijk leeiijke dingen. Onze hospes bad r.u al zeventig jaren tegen de bergmassa van den St. Gotthard zitten kijken. Er óver was hij nog nooit geweest. Dal kostte te voel tijd en inspanning. Er onder door met den trein; »schweres Geld". En wat hadtje d&u nóg! Aan den anderen kant had je óók weer bergen, die in ileu weg stouden, die je het vrije gezicht benamen en je bel loopen be moeilijkten. Maar Holland, dat zou hun lijken. Geen bergen, alles vlak, geen sta in den weg's, overal een vrij uitzi«;ht, sjonge, sjonge, als bet zoo ver niet was, zouden ze dat vóur hun dood nog wol eens willen zien! Eerlijk gezegd, hebben we toen de bergen ook met heel anderen blik bekeken. Hoe imponserend, hoe overdonderend geweldig we de gevaarten rondom ook vonden, in onze bewonderingsextase was een zekere twijfel binnengeslopen. We vroegen ons af, of we ze ook nog zouden bewonderen, als we hier, van deze plek uit, zeventig jtar niets anders hadden gezien dan een reeks van hem<-lbooge berghellingen met een betrek- k lijk smalle streep van den vrijen hemel daarboven. We vroegen ons af, of we hier iu deze wonderschoone, woest-romantische berg wildernis zouden willen wonen. We over peinsden, hoelang we het hier wel uit zou den kunnen houden, zonder naar de ruimte, naar eigen, wijde wereld terug te verlangen. En het besluit van onze gemeenschappe lijke overpeinzingen luidde: „Hoegstens veertien dagen Dienstmeisjes in Amerika. 't Is 'n getob met de booien 1» „Zegt u dat wel, juffrouw; maar dau moet u in Amerika r's komen kijken. Daar is 't nog 'n graadje erger dan bij ons.» Te Boston, Baltimore en New-York is de sohaarschheid nog niet zóo erg te bemerken. Daar worden meisjes, die met een schip aankomen om een betrekking te zoeken, dadelijk, reeds op de boot, een betrekking aangeboden, ook zelfs wanneer zij geen En gelsch verstaan; en zij verdienen dan niet zelden een loon van f7.50 tot f 12.50 per week. Op het land en in kleinere steden zijn evenwel geen dienstmeisjes te krijgen, al wordt haar ook nog zulk een boog loon aangeboden. Het allerlaagste loon van een keukenmeid is in Amerika f120, het hoogste f180; voor een kamermeisje is bet laagste f360, het hoogste f600. Een «meisje voor alles» krijgt minsteos f190, hoogstens f800; een kindermeisje f120 tot 1900. Het komt in Amerika voor, dat de lichamelijke, tendeele igeleerde» arbeid van ean dienstbode even goed betaald wordt als de geestelijke arbeid van een leerares. En de pretenties, die de dienstboden daar een razenden schelm, die in 't nauw gedreven is. Hij schreeuwde„Je bloed moet ik zien, vrind, al zal ik er voor hangen!" Hoewel niet voorbereid op zulk gezelschap, was ik toch op mijne luchtvaarten niet geheel ongewapendmen kon nooit weten, wat er gebeurde, en een stevig knipmes droeg ik altijd bij mij. Ik haalde het vlug uit den zak en opende het. 't Was pas geslepen en scherp als een scheermes. Als ik aangevallen werd, zou ik mijn leven duur verkoopen. (ireen stak het breekijzer in den achterzak van zijn lange jas, en, staande op da overge- bleveu zandzakken, greep hij met elke hand een der touwen, die de mand droegeD, en heesch zich op tot hij met de kneëo rustte op den rand van den mand. Daar zag ik hem bleek worden, en ik raadde aanstonds, wat het geval was: hij was baug geworden en had de lieer- schappij over zijne zenuwen verloren. Te knie len op den smailen rand van het schuitje, in den letterlijken zin hangend tusschen hemel en aarde, was voor een nieuweling nog geheel iets* anders dan er veilig en wel in te zitten. Bui tendien, wilde hij mij iets doen, dan moest hij op den rand gaan staan. De spleet in de wolken was breeder geworden 1 en een groote strook van de aardoperv'akte was onder ons duidelijk zichtbaar. De man werd, op zijn onzeker standpunt, blijkbaar overwel- digd door het voor hem vreemde gezicht. Na een halve minuut te hebben gestaard, sloot hij de oogen, als werd hy duizelig. Toen liet hij zich weer naar benedon glijden in den mand en zat neer op de zandzakken. Hij haalde een zakdoek te voorschijn en wischte het klamme zweet iif. I Ik liep, zoolang ik op mijn veilige plaats i bleef, niet langer gevaar, door hem te worden aangevallendoch wat zou er gebeuren, indien ik ecu andere beweging maakte, en wat zou het einde zyn van de reis! Het duurde niet lang, of hij rees overeind om bebbeo, zijn vele. De eene neemt een dienst niet aan, omdat er geen telefoon is, de an dere omdat er een kacbel is (zy wil slechts op gas koken) en bet gros neemt geen dienst aan, waar kinderen in huis zijn. Ook de groote schoonmaak werkt afschrikwekkend; var. laar dat er menigmaal geadverteerd wordt«Een meisje gevraagdde groote schoonmaak is juist voorbij». Heeft men een dienstbode, dan is men geen dag zeker van baar verblijf. Zy wor den by de week betaald en kunnen iederen dag, ja ieder uur, den dienst verlaten. Een noodhulp is bijna niet te krygenzij vragen minstens f 3.50 per dag. Het gebeurt meer malen, dat een buisvrouw maauden en maan den zonder hulp zit. Een dienstmeisje in Ame rika, dat flink aanpakt, kan per jaar f 400 oversparen zonder zich iets te ontzeggen. Zoo nu en dan krijgen zij vacantia, waarin baar loon doorgaat. In rijke huishoudens hebben de dienst boden dikwijls een kamer voor zich om be zoeken te ontv&Dgen. Zwaren arbeid behoe ven zy niet te verrichtenkolendragen en dergelijke zaken verricht de heer des huizes, als er geen knecht is. Voor eenige jaren was het de gewoonte, 's Maandags wasebdag te houden, maar in den laatsten tijd verdwijnt dit gebruik meer en meer en wordt de wasch buitenshuis ge geven. Aldus dr. Else Conrad, die tydens haar anderbalfjarig verblijf in Amerika de dienst- bodentoestanden aldaar goed heeft bestudeerd. Voor heeren. het landschap, waarboven wij voortdreven, nauw keuriger te be8tudeeren, wat nu heel gemakke lijk ging, daar de wolken geheel waren verdwe nen. Door een merkwaardig toeval had de te genstroom ons du gebracht tot op ongeveer een uur afstand van de plaats, waar wij opgestegen waren. Green scheen dit te bemerken en het maakte hem woedend. Hij begon de zandzakken welke nog over waren, te ledigen, in de hoop waarschijnlijk, dat daardoor de ballon hem spoe diger zou verwijderen van een streek, die hij ïlde ontvluchten. De verlicnte ballon steeg weer. Ik had nu echter meer dan genoeg van meneer Green's gezelschap en besloot, een eind aan het onaan gename tochtje te maken, het mocht kosten wat het wilde. Maar om het touw van de klep in handen te krijgen, moest ik weer afdalen in de mand. Daardoor liep ik de risico van eeD aanvul, waarvan het onvermijdelijke gevolg zou zijn, dat wij een van beiden, zoo niet allebei, gewond of gedood werden. Er was nog een ander middel om mijn doel te bereiken, en hoe wanhopig het leek, ik besloot het te wagen. Reeds kon ik de daken van Milhampton on derscheiden ik had echter geen lust, neer te (talen tusschen torens en schoorsteenen. Wij dreven over een uitgesterkt weiland, waar de hooiers aan 't werk waren. Dat kwam mij juist vau pas. Er viel geen tijd te verliezen. Mij stevig vastklemmende aan de touwen, ge lukte het mij, de zittende houding op den ring te veranderen in een staande. Met éen hand steun zoekende, kon ik met het mes in de an dere het zijden weefsel van den ballon bereiken. Ik bedacht mij niet lang en maakte een flinke snede in het doek. Een krakend geluid en in een oogwenk verwijdde zich de scheur tot aan den top van den bol. Het gas begon te ontsnappen en aanstonds daalden wij, met een snelheid, die Green wel een doodschrik op 't Verhoorde wenschen zijn maar al te dik wijl rampen, die men zelf heeft afgebeden. Zoo is bet ook met den baard, waarnaar we baken in den lijd dit we jongelincbzijn en liefst niet meer met «jongenheer" wor den aangesproken, waarin de baard wel in de keel doen niet op de wangen zit, waarin we iederen oebtend weer en overdag nog enkele malen steelsgewijze in den spiegel kijken of er altercet geen donsje meer is gekomen bij de nog zeer goed te tellen, die we het vorige etmaal met zooveel belang stelling betuurdenin den tijd, waarin we lijf moest jagen. Ik maakte mij niet ongerust. Zelfs wanneer al het gas ontsnapte, zou de leege ballon met het netwerk een soort valscherm vormen, dat ons veilig op den grond zou brengen. Ik her innerde mij in dit kritieke oogenblik het geval van een Amerika inschen collega, diehier- van met goed gevolg de proef had genomen, door zyn ballon midden in de ruimte te doen ontploffen. Nooit zal ik d? angstige uitdrukking op Green's gezicht vergeten"t was een mengeling van woede, vrees en wanhoop. Met een nienwen vloek hij bleek specialiteit op dat gebied wierp hij met alle macht het breekijzer rake lings langs mijn hoofd. Lager daalden wij en de massa van den bal lon, nu bijna geheel leeg, fladderde als een reu- zenzeil boven onze hoofden. De hooiers hadden ons sinds lang opgemerkt en liepen den ballon na. Wij naderden deu rand van een boschje, en ik was bevreesd, dat het anker, slingerend onder aan de mand, zou vasthaken aan een boom. En dat gebeurde. Het bleef vastzitten en met een geweldigen schok sloeg de mand overzij. De takken braken miju val en ik kwam er at met wat geschaafde handen en een blauwe plek hier en daardoch Green, die met beide han den naar zijn kostbare tasch gegrepen had, werd bewusteloos en erg gekneusd opgenomen. En wat denkt ge, dat de tach bevatte? Een diamanten halssnoer en andere juweelen, op brutale wijze, gebruik makende van de feest- drukte, op klaarlichten dag te Milhampton door inbraak verkregen. De pseudo-geestelijke werd van uit het sieken- huis naar de gevangenis gebracht en kreeg tijd ovet zyn eerste en laatste luchtreis na te denken.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1908 | | pagina 1