Zaterdag 24 No. 5775. UITGAVE FIRMA A. H. VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag- Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi. franco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij regel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings- advertentiën oer regel 15 cent. Reolames 1—5 regels 1.25 elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU KORTEGRACHT 9 itbus 9. Telephoon 19, Bij dit nummer behoort een BIJVOEGSEL. KENNISGEVINGEN. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, Gezien artikel 41 der Gemeentewet, brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de Raad dezer Gemeente zal vergaderen op DINSDAG den 27 Oc tober aanstaande, des namiddag» te 1'/, ure. Amersfoort, 22 October 1908. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIER8. NATIONALE MILITIE. Onderzoek van verlofgangers. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente AMERSFOORT Gelet op de besluiten van den heer Commissaris der Kuningin in dezs provincie van 25 Mei 1908,4® Afdeeling No. 2674/1863 en 30 Juni 1908,4e afdeeling No. 3515/2407, waarbij, overeenkomstig het dienaangaande in art. 99 van het Koninklijk besluit van 2 December 1901 en 17 Octo ber 1904 (Staatsblad No. 230/234) aan Hendrik Eiize Sakkuis, te Amersfoort, milicien-verlofganger der lichting van 1904 uit de Gemeente Olst, behoorende tot het le Regiment Infanterie, en Cornells de Graai, te Amersfoort, milicien-verlofganger der lichting van 1902 uit gemelde Gemeente, behoorende tot het 5e Regiment Infanterie, vergund is het bij art. 125 der Militiewet 1901 bedoeld onderzoek, in plaats van in Juni 1908, in Novem ber 1908 te ondergaan Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat het onder zoek als boven hedoeld, over genoemde verlofgangers zal plaats hebben op Dinsdag den 10 November a.s. des voor middags te 10 uren, te Utrecht, in het Militair logement aan de Lange Nienwstraat aldaar. Voorts wordt de aandacht gevestigd op de volgende wetsbepalingen. dat de verlofganger bij dit onderzoek moet verschijnen in uniform gekleed, en voorzien van de kleeding- en uit rustingstukken, hem bij zijn vertrek met verlof medege geven, van zijn zakboekje en van zijn verlofpas dat een arrest van twee tot zes dagen, te ondergaan in de naastbij gelegen pro rooit of het naastbij zijnde Hui» van bewaring, door den Militie-commissaris kan worden opgelegd aan den verlofganger lo. die zonder geldige reden niet bij het onderzoek verschijnt; 2o. die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige reden niet voorzien is van de hiervoren vermelde voorwerpen 3o. wiens kleeding- of uitrustingstukken bij het onder zoek niet in voldoenden staat worden bevonden; 4o. die kleeding- of uitrustingstukken, aan een ander behoorende, als de zijne vertoont. dat, onverminderd de hiervoren genoemde straf van twee tot zes dagen arrest, de verlofganger, die zich schuldig maakt aan een der feiten daarbij onder lo tot 4o genjcmd, wordt opgeroepen om op een nader te bepalen tijd en plaats voor den Militie-commissaris te verschijnen tot het ondergaan van e«n nader onderzoek; dat de manschappen der militie te land worden gracht onder de wapenen te zijn, niet alleen gedurende den tyd, dien het onderzoek duurt, maar in bet algemeen, wanneer zij in uniform zijn gekleed, zoodat zjj, die ongeregeldheden p)cir<n of - h aan strafbare feiten schuldig maken, hetzy bi net gaan naar de plaats voor het onderzoek bestemd, hetzij gedurende het onderzoek of bij het naar huis keeren, te dier zake zullen worden gestraft volgens het Crimineel Wetboek en het Reglement van krijgstucht voor het krijgs volk te lande. Amersfoort, 22 October 1908. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris, J. G. STENFERT KROESE. Gewisselde stukken. Onder dagteekening van 17 October antwoord den Burgemeester en Wethouders op de versla gen der Afdeelingen: Naar aanleiding van het vrijwel algemeen on dersteunde voorstel van den heer Plomp, dat de strekking heeft, het Raadsbesluit van 1 April 1908, no 97 tot afschaffing van de nachtwakers met ingang van 1 Januari 1911, in lo trekken en daar- door het Raadsbealuit van 23 September 1902 weder te doen herleven, hebben wij de eer U een concept-besluit tot intrekking aan te bieden. Wat betreft den in de 2de Afdeeling uitgespro- kenwensch, dat de dienst en de opleiding van de nachtwakers worden geregeld, zij opgemerkt, dat hun dienst geregeld is; de ambts-instructie, vastgesteld voor de dienaren van politie door den Burgemeester bij besluit van 16 Januari 1903 is op hen van toepassing. Zij zijn op de hoogte van 't geen hun te doen staat bij de meest voor komende overtredingen, bijv.dronkenschap, buren- ferucht, sluiten van tapperijen, enz. enz.; kennen unne verplichtingen bij brand en zijn in 't be zit van een boekje van de personen, die zij in geval van brand moeten wekken. Zij staan voorts onder toezicht van den commandant van den nacht dienst en worden op ongeregelde tijden en uren tijdens hun rondgang gecontroleerd door den Adjunct-inspecteur en den commandant van de wacht; ieder van hen heeft een boekje, waarin aangeteekend wordt, waar ze den commandant of den Adjunct-inspecteur ontmoet hebben. Ook voor 't geval de nachtwakers voldoende onderlegd en ontwikkeld waren om hen een ver dere opleiding tot politieman te geven, ontbreekt hiervoor de gelegenheid. Gedurende den nacht dienst is dit onmogelijk, terwijl zij des daags niet in dienst der Gemeente zijn en derhalve voor het houden van theorie niet beschikbaar zijn. De meerderheid van ons college, waaronder het Hoofd van de politie, acht eene verhooging van de jaarwedden der nachtwakers niet voldoende gemotiveerd. Dat andere politie-ambtenaren eene verhooging genoten, kan moeilijk een argument zijn om haar ook toe te kennen aan hen, die, ne vens hunne betrekking als nachtwaker, andere betrekkingen uitoefenen en uit dien hoofde bij verdiensten genieten. Waar, bij het regelen van de salarissen der Gemeente-ambtenaren, steeds, tengevolge van de financieele omstandigheden der Gemeente, een zeer groote mate van voor zichtigheid moet worden betracht, ontraadt de meerderheid van ons college, in dit geval tot eene verhooging te besluiten. De minderheid acht het toekennen eener ver hooging van f25 wenschelijk. Zij stellen voor: In te trekken het Raadsbesluit van 1 April 1908, No. 979, en te bepalen, dat iedere vacature van de betrekking van agent van politie 3e klasse, oude catagorie, zal worden vervuld door aanstel ling van een agent van politie 2de klasse. De opmerkingen, gemaakt naar aanleiding van de Bouwverordening, stellen wij ons voor in een afzonderlijk schrijven, na ingewonnen advies van de Commissie voor de fabricage, te behandelen. Nopens de opmerkingen der Afdeelingen naar aanleiding van de Gemeente-begrooting voor 1909 antwoordden B. en W. onder dagteekening van 20 October: Voorzoover blijkens de verslagen op verschil lende vragen reeds in de Afdeelingsvergaderingen geantwoord is, meenen wij ons ontslagen te ach ten van het geven van verdere inlichtingen. Jaarwedde Gemeente-Ontvanger. Met de beschouwing van het lid, dat niet iedere vermeerdering van werkzaamheden aanleiding mag zijn tot verhooging van salaris, gaan wij mede. In casu gold het evenwel eene zeer belang rijke vermeerdering van werkzaamheden, hetgeen met cijfers in ons voorBtel is aangetoond. Salaris-regeling Reiniging. Wat betreft den uitgesproken wensch, dat spoe- een voorstel zal inkomen om voor de werklieden van de Gemeente-reiniging een minimum-loon van f10 te bepalen, zij opgemerkt, dat ons college overtuigd is, dat de salariskwestie van alle Ge meente-ambtenaren en werklieden wel nimmer tot eene definitieve vaststelling zal komen. Te zijner tijd zal derhalve ook voor de genoemde werklieden overwogen worden of een voorstel tot meerdere of vernieuwde verhooging van hunne salarissen kan worden gedaan. Gemeen te-Be gr oo ting. Algemeene beschouwingen. De vraag, op welke wijze de financieele gevol gen van de thans bestaande organisatie van de Hoogere Burgerschool, mede in verband met de behoefte aan een nieuw schoolgebouw, geregeld moeten worden, wordt ernstig door ons college G. overwogen. Het komt ons niet wenschelijk voor, de huisjes achter de Hoogere Burgerschool af te breken voordat eene beslissing betreffende het tegen woordige schoolgebouw genomen is. Met genoegen werd vernomen, dat mede aan het gevoerde financieele beheer wordt toegeschre ven, dat belasting-verhooging, ondanks het tot stand komen van vele verbeteringen, voor dit jaar niet noodzakelijk is. Dat een in alle opzichten goed ingericht Hoo ier-, Middelbaar- en Lager onderwijs voor on?e lemeente van zeer veel belang is, is onze stel lige overtuiging, die evenwel niet verhindert, dat ons college geheel onderschrijft de in de 2de Afdeeling verkondigde meening, dat ook op andere wijze de vestiging van vermogende ingezetenen be vorderd moet worden door het aantrekkelijk maken van de stad. Blijkens uwe besluiten, genomen in la tere jaren (o.a. aankoop van Birkhoven, aankoop terrein kruispunt Arnhemscheweg, Leusdensche- weg en Bergstraat, aanleg Daviashofstraat, aan koop perceelen hoek Spui en Plantsoen, vervan ging van akkermaalsbosch door opgaand hout op den Berg, verbetering van den Reinigingsdienst, enz.) mag dit gevoelen ook bij U aanwezig wor den geacht. Ons college stelt er prijs op, te ver klaren, ook in de komende jaren zooveel mogelijk in deze richting werkzaam to willen zijn. In hoeverre de uitgesproken wensch betreffende het bouwen aan hett Plantsoen kan worden ver vuld, zal ernstig door ons college onderzocht worden. Gelijk reeds is medegedeeld, is een onderzoek naar de oude begraafplaats ingesteld. Er doen zich daarbij evenwel zóo vele moeilijkheden voor, dat het spoedig indienen van een rapport dienaangaande niet stellig kan worden toegezegd. Intusschen verklaren wij ons te dier zaak dili gent. In verband met heteervolverleendontslagaanden Hoofdcommies ter Secretarie kan artikel 59 met f 300 verminderd worden, daar de jaarwedde thans op het minimum, zijnde f 1200, uitgetrokken moet worden. Naar aanleiding van de verhooging van verschillende artikelen in uitgaaf wordt, op ver zoek van den Burgemeester, voorges old, in 1909 geen nieuw kleed in zijn kamer te le.t "ren; daar door kan artikel 64met f 200 vermind-1 worden. Voorgesteld wordt, artikel 94 te verhoogen met f 50.—, teneinde den Burgemeester een crediet te geven tot het genoemde bedrag, opdat deze we gens buitengewone diensten eene gratificatie uit kan keeren. Voor de toelichting wordt verwezen naar artikel 96. Naar aanleiding van de opmerking betref fende de kleeding van den rechercheur is door den Burgemeester besloten, dezen ambtenaar voort aan niet meer in uniform te kleeden. De voor burgerkleeding uitgetrokken f50 behooren dan op f65 gebracht te worden, omdat daaruit nu ook schoeisel en een overjas betaald zullen moeten wor den. Teneinde het geldelijk nadeel voor den be trokken rechercheur, dat van deze regeling voor hem het gevolg kan zijn, omdat de besparing op zijn uniformkleeding hem ten goede kwam, zoo noodig te voorkomen, wordt onder volgnummer 94 ter beschikking van den Burgemeester uit getrokken f 50. De mogelijkheid om den rechercheur, die een zeer zwaren en verantwoordelijken dienst te verrichten heeft, een extra-belooning toe te kennen, wordt door ons zeer vzenschelijk geacht. Desgevraagd verklaart de Burgemeester, dat hij het in geen enkel opzicht noodig acht den Inspecteur en den Adjunct-inspecteur van gemeen tewege een uniform te geven. Bovendien acht hij het, met het oog op het buitengewoon lage bedrag, beschikbaar voor Onvoorziene uitgaven, zeer ongewenscht, dit jaar hiervoor gelden uit te trekken. De meerderheid van het college ontraadt op grond van laatstgenoemde omstandigheid, in 1909 gelden voor het genoemde doel beschikbaar te stellende minderheid meent, dat d8 financieele omstandigheden deze naar zijn oordeel: noodige

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1908 | | pagina 1