Zaterdag 2 Januari 1 No. 7604. UITGAVE: FIRMA A H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per a maanden fl. franco per post f 1.15. Advertentiën 15 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Bij regel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en ónteigenings- advertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels f 1.25 ^elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht KORTEGRACHT9 Postbus 9. Telephoon 19. KENNISGEVING. Leerplichtwet. De BURGEMEESTER der Gemeente AMERS FOORT brengt ter kenris van ouden, voegden en andere verzorgers van leerplichtige kinderen, die aanspraak makj/i op eene der vrijstellingen van de verplichting om hunne kinderen sohool- of huisonderwijs te doen geven, genoemd in artikel 7 der Leerplichtwet, of die hunne kin deren huisonderwijs doen genieteu, dat een en ander hen alleen dan kan onthef fen van de verplichting om hunne kinderen ter school te zenden, wanneer daarvan door hen vooraf uan den Burgemeester is kennis gege ven dat een vereischte voor het doen voortduren dier vrijstellingen is, dat deze kennisgevingen telken jare opnieuw worden ingediend, door hen, die aanspraak maken op eene van de vrij stellingen, beuoeld bij artikel 7 der Wet, telkens na verloop van 12 maanden, en die hunne kin deren huisonderwijs doen genieten, ieder jaar vóór 1 Februari; dat van veranderingen in de personen, door wie het huisonderwijs gegeven wordt, binnen acht en twintig dagen aan den Burgemeester moet worden kennis gegeven; dat alle bovengenoemde kennisgevingen moe ten geschieden op daartoe vastgestelde formu lieren, welke kosteloos ter Gemeente-secretarie verkrijgbaar zijn. Amersfoort, t Januari 1909. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. BEDE. Een gewoon natuurverschijnsel heeft op de Oostkust van Sicilië en de West kust van Calabriè onder de daar wonende mensen een ramp teweeggebracht, om vangrijker, heviger, feller dan vóór 28 Desem ber 1908 bekend was. Veel tientallen van duizenden mensen hebben onder verschrikkingen en doods angsten het leven verloren door verdrin king, verbranding en verplettering onder de instortende woningen. Die zjjn tans uit hun lijden verlost. Maar andere tientallen van duizenden, die niet gedood zijn, liggen te kermen van pijn aan wonden hun door neder- stortende stenen of balken toegebracht anderen zijn zielsbedroefd wegens het plot seling verlies van dierbare bloedverwan ten, ouders, kinderen, broeders, zusters en vrienden. En hoeveel duizenden onder hen, die vroeger in welstand leefden, hebben al wat zij aan goederen bezaten verloren en staan nu gelijk met de reeds zo'talrijke armen. Wie zou by zo'n ramp niet de plicht gevoelen om naar vermogen iets by te dragen om in de nood van die ougeluk- kigen te voorzien? Üeed9 zjjn wy in dat goede werk voor- §3gaan door Italianen, Fransen, Duitsers, ostenrykers en Russen. Wie spoedig helpt, helpt tweemaal. Weldra zullen, met goedvinden van de EdelAchtbare heer Burgemeester, lijsten Ier intekening worden aangeboden. A. M. KOLLEWIJN Nz. J. E. PEYROT. Eendracht maakt macht. (Een Oudejaarsavond-overpeinzing.) Dit was mij nu nog eens een verwarmende Keratdagen-lectuur, schrijft de heer Cb. Boissevain in het »Hdbld.'\ Tot die rustdagen bad ik uitgesteld de lezing van den eersten bundel geschriften van de -Nederlandsche Vereeniging voor Armenzorg en Weldadigheid"; en nu, na de lezing, wensch ik er slechts enkele regels van aan te halen. Want, haal ik veel aan, dan denkt menigeen nu ben ik op de hoogte 1" maar dat zou niet het geval zijn. Men moet in hun geheel de schoone woor den lezen, gespreken door deu Minister Heemskerk en dour de beeren W. H. de Beaufort, Van Maare, De Visser en Nolens en van mevrouw Muller—Lulofs (vogels, zangrijke vogels, van zoo diverse pluimage) om iets te beseffen vari de beteek-uis der machtige gebeurtenis, welke in 1908 plaats greep. Want waarlijk, ik geloof niet te overdrij ven als ik de oprichting dezer vereeniging en de handelingen van de eerste vergade ring zoowat het merkwaardigste vind, dat in 1908 in Nederland plaatsgreep veel merkwaardiger dan onze betooging te gen Venezuela! Wat de samenwerking beteekent van hen, die een gemeenschappelijk doel pogen te be reiken, wordt in dezen buodel redevoerin gen en verklaringen zoo duidelijk u teenge- zet. Eo toen ik het las, dacht ik Naar hoeveel zou op staatkundig gebied precies op de zelfde wijze kunnen getreefd worden I Als verschil van geloofsopvatting geen bezwaar ïieeft hij armverzorging, waarom dan bij Binnenlandsche Zaken, Waterstaat, Oorlog en Financiën? De heer W. H. de Beaufort had ia zijn openingsrede gezegd „W.-lke verschilpunten er ook tusschen de talrijke kerkgenootschappen bestaan, op éen punt zijn zij alle volkomen eenparigdat zy het ondersteunen van de noocldrufligen en hel oprichten van de door ellende neer- gebogenen ah een der hoogste en heiligste plichten prediken. Door bet sinds eeuwen vervullen van dien plicht heeft zich in den boezem der kerkgenootschappen eer -schat van ervaring gevormd omtrent de beste en doelmatigste wijze om de liefdadigheid vruch ten te doen dragen. Wij vleien ons, dat uit dien schat ons veel moge worden medege deeld dat strekken kan om licht te verschaffen aangaande de beste wijze van armverzorgiug." Minister Heemskerk antwoordde den beer De Beaufort door te zeggen »Het is hier de maatschappij zelve, die aan het werk gaat en de maatschappij zelve die organisatie zoekt. Wanneer er dus ook geen kwestie was van wetgeving en van voorlichting der Regeering op het gebied van wetgeving, dan zou deze vereeniging de belangstelling en de dankbaarheid van de Regeering waard zijn. Met alle waardering van het schoone, dat gewrocht is door een ijver, die zijn eigeobelang zoekt, is er toch geen gewrocht, dat hooger en schooner is, dan dat der naastenliefde en wanneer de beste krachten, die in do maatschappij werken, zibh daartoe aaneensluiten, dan kan het niet anders dan zegenryk wezen. Waar men nu wel eens gevreesd heeft, en dat wel be paaldelijk van kerkelijke zyde, dat bij al te u.tuwe aanee sluiting er gevaar zou zijn, dat ieder zijn individualiteit zou verliezen en daarmede de ziel van zijn kracht, daar geloof ik, dat het oprechte doel van de vereeniging is, te zoeken aaneensluiting, onderling over leg met vermijding van dat euvel en slechts dit tot stand te brengen, dat tusschen de organen van de maatschappij, die op dit oogenblik werkzaam zyn, afzonderlijk van elkander, een zoodanige aanraking ontsta, dat de kracht van ieder orgaan op zichzelf levendig blijft, maar dat tusschen alle teza men zulk em georganiseerd verband komt, dat het gemeenschappelijke, door ieder van hen nagestreefde doel op betere wijze be reikt wordt. »Ik verwacht dan ook wel, dat wanneer deze vereenigiog aan bet werk tijgt, zij de grondslagen voor hetgeen een deugdelijke' regeling van ons armwezen zou moeten uitmaken, belangrijk zal versterken, een licht zal doen opgaan over sommige punten, die nu nog duister zyn, en waardoor de Regee- riDg beter dan tot nu toe in staat zal zyn, die krachten in de maatschappij aan te treilen, die op dit gebied kunnen werken, reeds gewerkt hebben, en wier arbeid moet worden geëerbiedigd." Voorwaar, aan deze vereeniging kon niet by het beginnen van haar gezegend werk krachtiger drijfveer worden geboden dan de wensch door den inister uitgesproken, dut de vereeniging de Regeering zou willen voorlichten bij een toekomstige herziening van de Armenwet 1 Iedereen weet hoe bedroevend het in ons liove Nederland gesteld is met «le armen zorg maar velen weten ook met welk geduldig ijveren en verlangen naar iets beters gestreefd is door een aantal mannen en vrouwen van elke gezindte. En nu toont dit eerste boekje der veree niging aan al haar leden, vrienden en begunstigers (treedt toe, treedt top, gij allen die het vaderland lief hebt!) welke reuzen stap gezet is in 1908 op den weg der ver broedering en der samenwerking! Vóór 15, j.t, vóór 5 jaren zou deze veree niging niet alleen onbestaanbaar zijn geacht, maar ook zijn geweest. Maar er is vooruit gang, er is evolutie io harten en hersens. De jonge en krachtige vereeniging kwam tot stand, die hoop en vertrouwen wekt in het broederlijk sameogaaD van allen, van welk geloof en welke richting ook, in het vaderland. Waarlijk, het morgenrood breekt aan, dacht ik, toen ik de woordeu las van allen, die ik zooeven genoemd heb. Heerlijker Kerstlectuur genoot ik zelden. Vrede op aaidein de menschen een welbehagen I" De liefde wint Niemand, die ooit iets voor armen poogde te doen, kan, dunkt mij, dezen bundel lezen zonder zich gelukkig te gevoelen. Het is toch waar, gelijk mr. R. I. H. Patijn zich uitdrukte «Alles in ons lieve vaderland is geteld, gemeten en gepast, gerubriceerd en gecata logiseerd vau alles kan men zic-i in beeld, in cyfers voor oogen brengen. Vraagt men hoeveel kippen er in Nederland zijn, dan kau men op die vraag het antwoord vindeo maar vraagt men, hoeveel menschen er iu Nederland zijn, die niet zonder de hulp van anderen in hun onderhoud kunnen voorzien, dan past daarop eigenlijk alleen het ant woord dat gegeven werd door een Neder- landsch afgevaardigde op een congres voor armenzorg, te Londen gehoudw. Het was een van onze allerbeste mannen op het gebied van het armwezen, wien daar gevraagd werd»En gy in Nederland, hoe veel bedeelden hebt gy waarop by een voudig antwoordde: M don'tkuow". Verba zing bij ziju publiek; e.i toch, het was het éeuige antwoord, dat hij kon en mocht geven want inderdaad, onze statistiek van het armwezen is gebrekkig. >Een sterk op den voorgrond tredend in dividualisme is van ons Hollanders tegelij kertijd de kracht en de zwukheid. Dit geldt zeer in het bijzonder op het gebied van de armenzorg. Men kent het geïsoleerde stand punt, dat de diaconale armenzorg in ons land veelal placht in te nemen: de vrees omists prijs te moeten geven in eigen kring. Wij hebben zooeven nog gehoord de eerbied waardige gronden, waarop die vrees berust. Het schijnt mij dan ook toe, wil diesamen- werking tot goede resultaten leiden, dat dan vóór alles dit stuudpunt moet worden geëer biedigd en dat, wanneer dit niet geschiedt, die samenwerking niet anders kan uitloopen dan op niets, of erger, op ontstemming, op wrijving, op stryd, waardoor ten slotte het gewenschte doel meer zou worden geschaad dan gebaat. Maar laat ik daar aanstonds bij voegen dat, naar het mij voorkomt, eerbie diging van elkander, standpunt bij deu tegen- vvoordigen stand der denkbeelden niet meer zoo heel moeilyk is. Wy hebben toch zoc- even geboord uit den mond van den beer Van Maare, hoe zelfs bij het kerkgenootschap, by hetwelk dit eigenaardig individualisme het sterkst is ontwikkeld, het nut en het beling der samenwerking wordt ingezien, eo ook de practyk toont aan, hoezeer bet moge lijk is om trouw aan eigen beginsel gepaard te doen gaan en te doen aanpassen aan de eischen der praclyk. Inderdaad, de drang, die allengs ook van kerkelijke zyde ontstaat om tot samenwerking te komen, is verheu gend". Meer wensch ik niet aan te halen. Want bijzonder gaarne zou ik de begeerte willen wekken by ieder, wien de toekomst van ons volk lief' is, lid ie worden van de vereeniging en dus kennis te nemen van dezen eersten bundel. Dan kunnen ze daarin Jezén de uitmun tende uiteenzetting van de practyk der plaat selijke samenwerking door den beer Snoeck Henkemans, oud-diaken der Ned. Hervormde gemeente te 's-Gravenbage. Men moet die rede in haar geheel lezen, vau welke mr. L G. Schölvinck getuigde »dat de strekking er van hem geheel uit het hart gegrepen" is. Alles wat gesproken is, duidde aan hoe onontbeerlijk herziening van de Arm&wet is; maar alles ^jvvees tevens hoeveel er nu reeds gedaan kan worden op het gebied van samenwerking. Hartelijk dankbaar ben ik al dezen voor gangers van ons volk, die een beweegkracht zijn in deze, eu ik druk de baad van den practischen idealist J. F. L. Blankenberg, Welk een leerzame bundel Ik heb er veel uit geleerd. Ik vernam er uit wat het Bestuur van deze edele jonge vereeniging gaat doen en ondernemen, vol vertrouwen in allen, die voor de armen zorgen. Het Dagelijkscb bestuur bestaat uit de ierenW. H. de Beaufort, Voorzitter, 's-Gravenhage, 5 OranjestraatL. J. van Wijk, Ouder-voorzittsr, Amst-rdam 366 Hee- rengracht; J. G. Schölvinck, Penningmeester Amsterdam, 498 HeerengraciitH. J. de Dumpierre de Chaufepié, 's-Gravenhnge, 76 JavastraatJ. F. L. Biaukenberg, Secretaris, Amsterdam, 95 Vondelstraat. De naam Oranje-Nassau. De „Nieuwe Crt". geelt da volgende ver klaring bij het Koninklijk besluit, dat Don derdag werd openbaar gemaakt „Het huwelijk van Koningin Wilhelmina werd den 7deu Februari 1901 zuiver bur gerrechterlijk voltrokkenvan hof- of huis recht is daarbij, naar nationale wijs, geen sprake geweest. Een der gevolgen niervan is, dat, bij gebreke aan bijzondere bepalingen de kinderen, uit dit huwelijk geboren, enkel den naam des vaders zouden dragen en dus zouden heelen Hertog of Hertogiu van Meck lenburg zonder meer. Slechts zou uitslu tend aan den oudsten zoon, krachtens art. 29 der Grondwet, toekomen de titelPrins van Oranje. Terecht werd echter in 1901 dooi- Konin gin en Regeering da nationale eu dynastie ke beteekenis begrepen van de voortzetting van den naam van OrtDje-Nassau inii6t ge slacht, dat uit het huwelijk van de laatste afstammelinge door mansstam van Jan Wil lem Fnso zou ontspruiten. Daaraan is bet thans gepubliceerde besluit van 8 Februari 1901 to danken, waarmede de Koningin oveiigens wederom geheel handelde in over eenstemming met ae bevoegdheid, bij het Eerste Boek van het Burgerlijk Wetboek (Titel III, 6de afd.) iu zake „naamsverande ring" in het algemeen aan het Hoofd van den Staat toegekend. Algescheiden van ons Nederlandsch bur gerlijk en grondwettelijk recht komt aan de Koningin het recht toe, den naam »Oraoje" aan Hare nakomelingen te verleenen krnch^

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1909 | | pagina 1