Donderdag II
Maart 1909.
No. 7633.
58e Jaargang,
BLOOKER'S
CACAO
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ1.—
franco per post 1.45. Advertentiën 1—6 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Bij regel-
firma a h. van cleeff
te AMERSFOORT.
plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten
evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
kortegracht 9
Jtbus y. Telephoon 19.
Ons Carthago.
De oude Romeiuen hadden een Senaat,
waar evenals in onze Parlementen, Hui
zen, Kamers en Landdagen, redevoerin
gen werden uitgesproken. Ze zijn al oud
die redevoeringen en toesprakenmaar
men zegt, dat ze in degelijkheid die van
onze politieke voormannen verre over
treffen. En we vreezen dat „men" hier
de waarheid spreekt.
Wat dunkt u, zou over een eeuw nog
éeu Nederlander grijpen naar de Hande
lingen der Staten-Generaal Eene of
andere oude boekenwurm uitgezonderd,
niemand. Maar wel leest men en drukt
men nog de redevoeringen der politieke
mannen uit het Rome van twintig eeuwen
her.
Een dezer onsterfelijken heet Marcus
Porcius Cato, genaamd de Oudere. Deze
wjjsgeer had, ter oorzakj van eeu ware
of vermeende beleediging, een onuitroei-
baren haat opgevat tegen de republiek
Carthago.
Zoo n haat zou men niet zoeken bij
eeu wijze, maar de historie stelt het
geval boven allen twijfelwe trekken
dus dezen onverstandigen haat van C.lto's
reputatie eenvoudig af.
Wat die wijze raau nu ook in den
Senaat voordroeg, welk onderwerp hij
ook besprak, steeds eindigde hij zijn
toespraak met deze woorden: „eu ten
slotte, mijn heeren, beu ik de meening
toegedaan, dat Carthago moet verwoest
worden".
In menige gezellige huiskamer, menige
welbezochte sociëteit is 't onderhoudend
gesprek gesloten met bijua gelijkluidende
woorden. Wij Christenen kunnen ons
echter in deze niet beroepen op den
heidenschen Cato
Neen, wij hebben een ander Carthago,
dat verwoest moet wordeu.
Ons Carthago is geen met ons con-
curreerende Staat, ligt niet buiten onze
grenzen, is niet met bommen, granaten
en repeteergeweren te lijf te gaanWas
het dat maar zoowe zouden den Minister
gaarne 9 millioen voorschieten om het
van den aardbodem te verdelgen. Ons
Carthago buist in ons, wroet in onze
gezinnen, verwoest onze gezondheid, spot
met ons roepen om een menschwaardig
bestaan, verslindt onze weekgelden, doodt
onze vrouwen en kinderen, verleidt ons
tot allerlei zonden, bevolkt de gevange
nissen en krankzinnigen-gestichten.
Ons Carthago woont in onsons Car
thago is onze hartstocht voor bedwel
mende dranken
En dat Carthago moet verwoest wor
den
Ge kunt in ons van couranten over
vloeiend vaderland geen blad ter hand
nemen of ge viudt er geschreven van
pogingen om den meusch te verheffeu,
te beschaven te veredelenvan werk
stakingen om 't loon verhoogd te krijgen;
van noodkreten over werkloosheid; van
instellingen ten nutte van den minderen
man. Het Toynbeewerk is alom krachtig
ter hand genomen. De grootsche inrich
tingen zjju onuitputtelijk in het zoeken
naar middelen, ten einde den werkman
te verpoozeu.
Onze instellingen van liefdadigheid
moeten iedere aanvraag om onderstand
beschouwen door een wantrouwendeu
bril en durven geen geld te geven, om
dat het gevaar groot is, dat het in de
kroeg terecht komt.
De jenever loert op de hoeken van
alle wegen. De jenever is ons Carthago,
dat verwoest moet worden
Ook de onderwijzers zijn dit gaan
in/.ien. Zij, die beter weten dan anderen
hoe de jeugd gebukt gaat onder den
jenevervloek, hoe alle pogingen om de
arme kinderen voedsel en kleediug te
verschaffen, nfstuiten op vaders harts
tocht voor sterkedrank, gorden zich aan
tot den strijd tegen onzen machtigsten
nationalen vijand.
Daar moet het heen, anders is er geen
helpen aan. Aan halfslachtige pogingen
hebben we genoeg gedaan. Het heeft een
tijd geklonkenbrouw goedkoop bier en
stel dat tegenover den jenever! Nu is
het bier goedkoop en goedwat heeft
het uitgewerkt? Nog wordt er tachtig
millioen aan sterkedrank opgedronken.
Ook heeft men gehoordlaat ons ma
tigheidsgenootschappen oprichtenWat
hebben ze uitgewerkt
Er is maar éen weg voor den armen
lijder aan drankzucht, en die weg gaat
niet door het bierhuis, wordt ook niet
bepaald door de matigheid. Er is maar
éeu weg en die islaat het gebruik van
sterkedranken Niet zeggen dit glas zal
het laatste zijn maardit glas is het
laatste geweest. Alschaffen is het eenige
radicale middel.
En zij, die dan matig kunneu zijn,
moeten zich, ter wille van het groote
nationale belang, ter wille van hun
duizeuden ongelukkige medeburgers, een
kleine opoffering getroosten en mede
afschaffen. In éen bond moeten allen die
't wel meeneu, zich aangorden tot den
strijd tegen de honderden drogredenen,
waarmee men 't gebruik van jenever
zoekt te verontschuldigen.
Geen sterkedrank drinken en geen
sterkedrank schenken, moet de leuze
worden vau elk beschaafd Nederlander
We hebben 't jaren lang beproefd met
weinig drinken en matig schenken,
maar... ge weet het: tachtig uiillioe:)
is 't resultaat.
Schiedam moet gesloten worden. Zeg
niet: die arme Schiedammets. Zij zullen
toch wel den kost verdienen, als maar
eerst die millioenen vlot worden, die nu
iu den drank gestoken zijn.
Eén kleiu exempel.
Ten Noorden van Japan ligt het kleiue
eiland Okoeshiri, dat in 1864 ongeveer
200 bewoners telde, meest visschers. Deze
anue lieden waren in dat jaar zoodanig
door den drankduivel bezeten, dat alle
huizen in verval, alle wegen oubegaan-
baar waren en geld voor netteu niet
gevonden kon wordenalles ging weg
aan drank.
Toen waagden een paar mannen een
poging om de bevolking uit haar ellon-
digeu staat op te heffen. Ze eischten
volkomen onthoudiug eu na heftigen
tegenstand kregen ze gedaan, dat alle
bewoners de belofte van onthoudiug af
legden voor den tijd van vijf jaren.
Na dien termiju was 't eiland herbo
ren in een paradijs; de bevolking was
sterk tsegeuoinenalle woningen waren
iu goeden staat; het in netten belegde
vermogen der gemeenschap was vertien
voudigdalle wegen waren bestraat;
vier groote korenschuren met rijst gevuld
eu het braakliggend land met hennep
bezaaid.
In 1889 hebben de bewoners de belofte
hernieuwd eu Japan staart met verbazing
op den grooten ommekeer, dien dit kleine
Sta er op
DAALDERS
te ontvangenIe goedkoop
en goed.
eiland te aanschouwen geeft.
Laat éen plaats in Nederland, om 't
even welke, dit eens navolgen.
Zwartkijkers.
Madame De Thèües heeft het jaar 1909
als kleur de roode toegedacht1906 was
het gr\jze jaar, 1907 het kleurlooze, 1908
had tal van kleureD, 1909 wordt het roode
jaar, want het is de beurt geworden van
Mars.
Oorlog krijgen wij stelligte beginnen
in Augustus, eeu ernstige internationale
crisis, dureude tot Februari 1910. Tegelijk
groote rampspoeden in het verre Oosten.
Trouwens Je Europeesche oorlog zal zijn
oorzaak niet in Europa zelve viuden, doch
doch daarbuiten volstrekt niet zeker
Marokko.
Om voorloopig bij Europa te blijveD, wordt
Oostenrijk de groote mogendheid Duitsch-
land daarentegen heeft zijn tijd gehad.
Rouw in de Keizerlijke familie en daarop
ernstige tijden, daar het iu den druk zal
ko nen tusschen Latijnsche en Slavische in
vloeden.
In Engehnd óok een smartelijke rouw.
in Italic, in Rome zelfs tweemaal rouw.
Voor beide Rijken vloeien moeilijkheden
daaruit voort.
Spanje gaat een gelukkige toekomst te
emuetde kwade jaren zijn daar voorbij;
de jonge regeerders zya de stormen te bo
ven.
Voor Europa is er dan nog sprake van
een kleiue Mogendheid, die duister bedreigd
wordt.
Men kan er slechts, naar gissen welk land
bedoeld wordt.
Verder zal de winter lang zijndaar te
genover Zi\ de eerste oogst verschroeien.
üp kunstgebied geen nieuwe groote wer
ken.
In zaken gelukkig voorspoeddoch niet
op de geldmarkt.
De modes zullen wat degelijker worden
minder opzichtig.
Overeenkomstig de traditie bevat de be
kende almanak van Moore voor het jaar
1909 een serie voorspellingen, die de politieke
mannen van Europa kippenvel zouden bezor
gen, indien ze ai die geprofeteerde gebeur
tenissen nalezen.
Geen enkele vroolijke noot wisselt de
sombere reeks af.
Gedurende de eerste drie maanden 1909
zullen de Staalshoolden van Europa vol
gens Moore „moeilijke" tijden doorleven.
Zouder verder iu bijzonderheden te treden,
wil hij Rusland nog waarschuwen voor een
tijdperk van ernstige tijden. «De dood zai
de hand leggen op vele hooge personages".
Een beroemd geleerde zal verdwijnen van
het wereldtooneel als een eenvoudige Lemoi-
ne. Ongeregeldheden in Perz>ëde Sjah
zal er byua het leven bij inschieten. In
Maart zal een groot Staatsman sterven.
Op 't oogenblik, dat de zon iu het tee-
ken van de Kroelt zal komen of omniet
als de sterrekundigeo te spreken wan
neer wij den 22u Juni 1909 naderen, zal de
Britsche handel een knak krijgen, en de
inkomsten des Rijks zullen slecht binnen
komen de Beurs zal verslappen en Banken
zullen springen.
September zal een harde maaud voor de
Staatshoofden worden. Engeland zal in con
flict geraken met zijn koloniën. De Keizer
van China zal in gevaar komen, vermoord
te worden.
Daarbij zal de lijst der ongelukken, door
den almanak te voren reeds voorzien, niet
ophouden.
De totale zonsverduistering, welke den
'23n December zal plaats hebbeD, zal een
zeer gevaarlijke periode voor Engeland aan
kondigen.
Het aantal sterfgevallen onder de Engel-
scbe aristocratie zal groot wezen en Koning
Edward moet de grootst mogelijke zorg aan
zijn gezondheid besteden, welke in groot
gevaar zal komen.
Gelukkig zijn èn madame De Thèbes èn
de man, die deze rubriek van Moore's al
manak vult, broodetende profeten.
Wie 't moois bewaart, kan eens nagaan
wat tr van uitkomt.
De gehuwde onderwijzeres.
De zaak is ook elders aan de orde.
Verleden week zija twee Kon. besluiten
uitgevaardigd, rakende de positie der ge
huwde onderwijzeres. In het eerste werd
afgekeurd eeD Raadsbesluit om eervol ont
slag te verieenen aan een onderwijzeres
wegsns zwangerschapin het tweede werd
te niet gedaan een voorschrift, dat bij ver-
lol wegens zwangerschap de jaarwedde zou
stilstaau voor den duur van dit verlof.
Beide besluiten juicht de «Nieuwe Cou
lant" toe, maar zij komt op tegen den wenk
iu de overwegingen gegeven, dat aan onder
wijzeressen bij het in het huwelijk treden
eervol ontslag behoort te worden gegeven.
Hei blad keurt zulk een wenk al op deze
gronden
Ten eerste, wyl het een omweg is om te
bereiken wat men als algemeenen regel in
een Gemeenteverordening niet opnemen kan.
Herhaaldelijk werden algemeeue bepalingen,
doelende op ontslag bij huwelijk van onder
wijzeressen, op grond van art. 151 Gemeente
wet ongeldig verklaard.
Ten tweede, wijl het een in zijn werking
als straf gevoeld gevolg verbindt aan een
vrije en natuurlijke handeling van een amb
tenares, aan wier vryheid in dit opzicnt
door de wet geenerlei beperking is opge
legd.
Ten derde, wijl bet niet als vaststaand
kan worden aangenomen, dat de schadelijke
gevolgen, welke uit den gehuwden siaat
eener onderwijzeres voor het onderwijs kun
nen voortvloeien, zich iu den regel zullen
voordoen, noch ook dat de «zwarigheid",
waarvan de Minister gewaagt, voor de onder
wijzeres zelve uit haar huwelijk voortkomen
zul.
Ten vierde, wyl het overheidsgezag (Lands-
of Gemeentebestuur) met heeft uil te maken,
hoe volwassen personen, óok al zynzy amb
tenaar in hun eigen belang hun particuliere
leven hebben in te richten. „De menschen
die een huwelijk sluiten, moeten zeil beoor-
deeleu of zij de moeilijkheden waarvoor zjj
komen te staan, aandurven, of niet, en moe
ten zelt weten, wat in bun omstandigheden
het geschiktste is" het woord is van den
heer De Savomin Lohraan.
Om al die redenen betreurt hel blad, dat
hier vau de allerhoogste plaats den Gemeen
tebesturen is beduid, „dat het ia den regel
gewenscht is, aan eeu onderwijzeres, die een
huwelijk aangaat, op dien grond eeo eervol
ontslag te verleeueo". In den regel wil hier
zeggeDaltijdhet is niet mogelijk, dat een
Gemeenteraad, welken dezen „regel*' volgt,
in een speciaal geval zou uitmaken, dut dit
huwelyk een uitzondering wettigtde uit
drukking is dus overbodig. En te meer, nu
de Koninklyka beslissing aan ontslag wegens