„Eysink" rijwielen
zijn overal bekend door bun
lichten gang- en
soliditeit
Soiled. Sierlijk.
FERWERDA TIEMAN.
SINGER naaimachin e
Stoomwasscherij W. G. BURGER,
Snel. Sterk
DE HUISHOUDGIDS
Feuilleton
De bekentenis.
voor elfced tak van nijverheid, als ook voor alle
huishoudelijk naaiwerk.
Onderricht grtatls ook ln het moderne borduren en
stoppen.
SW1" Wie e'ene Singer Naaimachine wenscht tekoopen
Skoope uitsltend in een winkel van de SlriGER-MAAT-
CHAPPIJu waüt er worden vaak ook namaaksels van weinig
waarde ondiï misbruik van den naam „SINGER" aangeboden.
Te AMERSFOORT heeft de SINGER-MAAT8CHAPPIJ
slechts éen winkel, en wel
SBttr Alleen iu winkels met
uiihftiiKl'ord r.yn do SINGER
naSTtbachines verkrijgbaar.
WESTSINGEL 49, hoek Varkenmarkt.
de
AM EKIKAANSCli SYSTEEM.
Wassehen geheel opgemaakt of droeg toegeslagen
GOEDE BEHANDELING. BILLIJKE PRIJZFN
ÊPe goederen trot*et* te ,tmers1oert '*99 t* e n sd g s
franco gehaald en gebracht.
PROSPECTUS woidt op aanvrage franco toegezonden
Gouden Medaille, Gent 1908.
Onder Redactie van mejuffrouw N. GAMOT, Leerares in Koken en Voedingsleer,
te ZWOLLE.
Dit tijdschrift verschijnt eiken Zaterdag.
Proefnummers gratis en franco verkrijgbaar bij iederen Boekhandelaar en
aan het Bureau van de »DE HUISHOUDGIDS":
Bnrgstraat 65, UTRECHT.
St. Eetèphe Médocf £60
CHAT. MALLHRETU.8U
per anker van 45 fl. f 32.—.
Petit Bourgogne
Witte Bergerac £99
Graves Blanc£72
Niersteinery-Z?
Oude Roode Portf 1.08 1.22
Extra Oude Roode Port1.44 1.80
Oude Witte Port„1.08 „1.85
Extra Oude Witte Port1.80 2.25
Fine Old gold Sherry0.90
Goede Madeira0.90
Witte Samoa0.90
Prijzen netto it contant.
Depot to Amersfoort bij M. R. N. Oosterveen.
Aan oude «n jongt mannen
ÏCmim m ftnii/f
Eduftrd landt, IriHuliit».
Reeds meer dan een half uur wne de .jury in
een andere zaal aan het beraadslagen en het
publiek, het wachten moede, begon hardop te
babbelen.
Tussehen twee gendarmen stond de beschul
digde onbeweeglijk. Hij was de vijftig al gepas
seerd, ceu weinig gebogen en mager, en zijn
goedig door de zon gebruind gelaat boezemde
vernauwen iu. Er waren dan ook verscheidene
personen in de zaal, die Diet aan zijn schuld
konden gciooven.
„Tardu schuldig? Hij zou zelfs geen vlieg
kwuuG kunnen doen 1"
„Och wat! Alles is tegen hem. Hij houdt
veel van zijn zoon, hebt gij gezegd."
„Ja, ja, dat is een soort ziekte van hem. Gij
weet immers wel, dat de arme jongen verleden
juur door een omgevallen grooten populier bijna
gedood is? Men geloofde toen, dat vader Tardu
van verdriet ziju vei stand zou verliezen. Maar
dat alles bewijst niets. Iemand die zoo gevoelt,
iB geeu misdadiger. Opmerkelijk is het wel, dat
hy zooveel vriendschap betoont voor Pierre
Baux, want ik geloof niet, dat dat een goed
Oiensch is; maar Pierre heeft zijn zoon gered,
door den boom iu zijn val een andere richting
t» geven."
„Ik geloof, dat hij zal worden vrijgesproken".
Bijna alien hadden het slachtoffer gekend,
een weduwe van twee- en zeventig jaar, Elise
•Madre geheeteu, bygenaumd„het oudje met
de katten". Zij bewoonde een klein huisje, dat
middeu op bot land stond, twee honderd Meier
van den grooten weg. Zij had bloedverwanten
noch vrienden en ofschoon zij teer gierig was,
zoowel voor zichzelven als voor andoren, was zij
toch zeer rijk. Zij had slechts éen hartstocht,
nl. voor kutten. Zy nam olie katten, die zy
zwervende vond, op, en verzorgde ze met liefde.
Haai huis was er vol van, en de menschen
hadden haar daarom den bijnaam „bet oudje
met de katten" gegeven.
Overdag liepen zy iu de velden, maar 's avonds
riep moeder Madre ze en liet ze in huis.
Op een ochtend in de maand Mei, twee maan
den geloden, had een voorbijganger, die vroeg
in den morgen langs naar woning gegaan was,
een zonderling gemiauw gehoord. JJij bad ge
zien, dat de deur van de woning openstond en
dut het ou'je met Verpletterden achedel op
den vloer lftg uitgestrekt.
Alle kasten waren geopend, hetgeeu ten dui
delijkste bewees, dut diefstal de aanleiding tot
den moord was geweest.
Bij bet onderzoek, dat ter plaatse werd inge
steld, vond men een houweel, dat behoorde nan
Tardu, die op den weg bij het huisje der oude
vronw werkte. Ook bij herkende zijn gereed
schap, maar ontkende de moordenaar te zijn.
Hij werd echter gevangen genomen en stond
nu terecht wegens moord.
Eindelijk werd er gescheld.
De jury trad weer binnen het werd dood
stil in do zaal. De beslissende woorden zouden
gesproken worden.
„Het antwoord van de jury isneen. De
beschuldigde is niet schuldig I
Een oor verdoovend handgeklap werd gehoord
en het werd zóo rumoerig, dat de president
dreigde de zaal ie zullen doen ontruimen, als
men niet ophield. Wat Tardu betreft, bleek en
bevend hoorde hij zijn vrijspraak aan, terwijl
de tranen hem over da wangen liepen.
Vijftien jaren waren voorbijgegaan. Ofschoon
Tardu was vrijgesproken, werd bij uit zijn be
trekking ontslagen en heette hij onder zijn bu
ren nog steeds de moordenaar van het „oudje
met de katten".
Ja, zelfs bet gerecht scbeen zóo weinig vhn
zijn on8obuld oveituigd, dat het een nieuw
onderzoek instelde.
Vader Tardu leidde langen tijd, openlijk ver
dicht, een ellendig leven.
Zij die van zijn onschuld overtuigd waren,
durfden hot niet bekennen. Wat hun wel
vfeemd toescheen, was, dut Tardu, die zich
vroegor zooveel met Pierre Baux opgehouden j
bad, hem nu links liet liggen, terwijl deze hem
telkens kwam opzoeken.
Zyn zoon, die in dienst was, geloofde niet
aan zijn schuld en dit scheen voor den armen
man eon groote troOBt te zijn.
Door den tijd, die over de geschiedenis heen
gegaan wu8, had men haar bijna vergeten
mhur toch bleef op vader Ttfrüa de naam
„moordenakr" altijd maten.
„Vader Tarda o, jadat is
„Ja, do moordenaar van het „oudje met de
katten". Ja, men heeft hot hein niet kunnen
bewijzen hij is vriygeeproken. Maar
Het was op een ochtend in de maand Au
gustus.
Vader Tardu verliet zijn woniDg om zich
naar zyn werk te begeven.
„Mooi weer vandaag, vader Tardu
„Ja zeker Wat voor nieuws is er
„Niets. Of... Als je het nog niet weet...
Pierre Buux ligt op sterven. Hij zai misschien
den avond nog halen; maar langer zal hij het
ook niet maken."
„I'ierre Baux? Dien heb ik eergisteren nog
gezien."
„Hé, maar weet je 't dan nog niet? Baux
is eergisteren door een wesp gestoken Hij
heeft er niet op gelet en zjjn hoofd is nu
vreesoiyk opgezwollen. Hy is verloren
„Dat is vreeselijk. En je zegt, dat hij den
nncht niet meer zal halen?"
„Misschien wel, misecbien niet. Dat kan ik
niet zeggen. Tot weerziens, vader Tardu".
De buurman gir.g naar binnen en vader
Tardu ging in plaats van naar zijn werk naar
de stad. Verwonderd zagen eenige burgers, dat
hij bij den officier van justitie aanschelde, met
wiett hij een ernstig onderhoud had.
De officier liet hem een uur later zelf uit
en zeide op den drempel zachtjes
„Dus vanavond tegen tieo uur, niet waar?"
Ér viel niet meer aan te twijfelen, het parket
zou aan het sterfbed van Pierre Baux bijeen
komen om Tardu na bijna zestien jaar te
rechtvaardigen.
Het sloeg tien uur, toen er bij Pierre Baux
werd gescheld. Een meisje deed open, maar
sprong bij hot zien van de gerechtspersonen
verschrikt achteruit.
„Hoe is het nu met uw meester?" vroeg de
officier van justitie.
„Hij schjjnt te slapen, maar..."
„Kunt gij ons in zijn kamer brengen, zonder
dat hij er iets van merkt of in een kamer,
die er aan grenst
„Maar mijnheer, waarom," mompelde zij.
„In naam dor wet! zeide de officier, ant
woord I"
„Ja, dat kan wel."
„Ga ons dan voor; maar geen woord, hoor;
laat ons handelen."
De overheidspersonen, voorafgegaan door het
dienstmeisje die een brandende kaars in haar
bevende hand hield, gingen naar een kamer,
die grensde aan die van den stervende.
„Blijf bij ons en houd je stil."
Vader Tardu, die met de gerechtspersonen
was meegekomen, trad de ziekenkamer binnen,
terwijl de anderen ongemerkt tot in de nabij
heid van den stervende slopen en zich achter
eeh gordijn verborgen.
Pierre Baux zag vader Tardu, die voor zijn
bed stond en een zonderlinge schrik scheen
zioh van hem meester te maken.
„Pierre Baux, ik ben hei. Zie je me en ver
sta ie me
„Ja, ja, antwoordde de ongelukkige met be
vende stem. Ja, je bent vader Tardu, de moor
denaar van het „oudje met de katten".
„Je weet dat je liegt, Pierre Baux. Jo zult
weldra sterven, dus het uur om do waarheid
te spreken, is nu voor je gekomen. Herinner
je je niet, dat je hard wegliep, omdat je meen
de iemand te hooren loopen Dat was ikik
heb jo herkend, Pierrö Baux; jij hebt het oudje
gedood."
De officier schoof voorzichtig het gordijn weg
en keek naar den stervende.
Baux had zich halverwege opgericht en riep
met zonderlinge stem
„Hal hal hal en waarom heb je dat niet voor
de Rechtbank gezegd, moordenaar?"
„Waarom Omdat jy mijn zoon, mijn cenigen
jonger., mijn Victor, het leven hebtjgered. Be
grijp je... Ja, ais men mij veroordeeld had,
want mijn zoon zou een bezoedelden naam heb
ben gehadmaar men heeft mij vrijgesproken...
en ik heb gezwegen, niettegenstaande ik heb
gezwegen niettegenstaande niemand mij voor
den moordenaar hield; ik heb gezwegen om
jou te redden, zooals jij mijn zoon hebt gered,
omdat Victor mij niet voor schuldig hield.
Dat was voldoende... Maar nu ga je sterven, de
menschen kunnen nietB meer tegen jou doen
maar herstel mij in mijn eer; ik smeek het je."
„Neen Neen, jij bent de moordenaar."
„Moordenaar Moordenaar
Bleek, bevend bleef Tardu staan.
Plotseling weerklonk door den stillen nacht
nacht een zacht gemiauw... Pierre Baux richtte
zich angstig op, luisterendDe kat miauwde
nog steeds, lang, zachtjes en klagend. De oogen
puilden den stervende uit de kassen en on
danks zich zelf zeide bij
„Ja. jal Het oudje met de katten. Dat is een
oude heks Zij heeft geld, veel geld. Het was
nacht. Ken kat miauwdedat was ik. Dat was
een list. Ik had mijn plan gemaakt... een hou
weel van Tardu... men zou denken, dat hij de
moordenaar was, want hij werkte in de buurt.
Maar zou zij in den nacht de deur openen En
mijn plan was niet Biecht bedacht. Als ik eens
een kat nabootste. Een kat die nanrbinnen wil.
Miauwt... een kat die verdwaald is en erg Iaat
thuis komt... Miauw Miauw
„Ja, stil maar kleintje, ja, poesje, wacht even,
riep het oudje. Ja, ja het is zeker Grand-Muaeau
het is zijn Btem; stil maar deugnietje."
„Miauw" zeide ik weer. Zij opent de deurDan
hot houweel I Daar ligt zij dood. En ik het geld,
al het geld. De moordenaar? Wel, dat is Tardu.
Ha, ha, ha I"
Plotseling trad de officier vau justitie van
achter het gordijn te voorschijn.
„Ah I De ellendelingen", riep Pierre Baux zijn
vuist ha'lend.
De officier legde zijn hand op den schouder,
van den ongelukkige.
„Wij hebben je geboordje hebt bekend. Jij
bint de moordenaar".
„Ja ja, ik ben het, verstaat gijl Maar, maar.
Hij bracht zijn band aan zijn keel. Hij voelde
dat hy ging sterven.
„Maar.gijzultme niethebben.
Plotseling viel hij achterover; zijn handen
vieien slap langs de zijde.
De moordenaar van het „oudje met de kat
ten" was niet meer.
>-
Snelpersdruk, Firma A.H. vaD CLEEFF, Amersfoort.