COMPAGNIE LYONNAISE
GROOTE EXPOSITIE
van HATJTES NOUVEAUTÉS
8UCCUKSALE
AMERSFOORT,
LANGESTRAAT hoek STOOVESTRAAT
Telefoon 179.
OPENING van het Seizoen
Donderdag- 25 Maart en volgende dagen
Groote keuze der laatste modellen
PER METER: Wollen, Zijden, Katoenen en Kanten stoffen.
VXTEA AANBIEDING' Prima soorten BEDRUKTE WOLLEN M0U8SELINES in meer
HHIF* Franco toezending van stalen.
Daar onze magazijnen thans speciaal voor deze Expositie zijn inge
richt, hebben wij de eer de Dames beleefd tot een bezoek uit te noodigen.
ATELIER: Alle goederen, vervaardigd op maat, worden in den kortst mogelijken tijd afgeleverd;
rouwgoederen binnen 24 uren.
DE HUISHOUDGIDS
Stoomwasscherij W. G. BURGER,
Feuilleton.
Haar zoon.
Fouruiueurs do S. M la Reiue.
Fournisseurs de S; M. la Reine Mère.
in COSTUÜMS, MANTELCOSTÜUMS, MANTELS, BLOUSES, PEIONOIES, JUPES en JUPONS.
zoowel in de fijnste als in de meer goedkoopere genres.
MATIGE PR IJ ZE Nu
dan 160 patronen, vanaf f 0.60 per Meter.
Zephyrs, Pongenettes, Linnens IN MEER DAN 500 PATRONEN.
Gouden Medaille, Gent 1908.
Ouder Redactie van mejuffrouw N. CARIOT, Leerares in Koken en Voedingsleer,
te ZWOLLE.
Dit tijdschrift verschijnt eiken Zaterdag.
Proefnummers gratis en franco verkrijgbaar bij iederen Boekhandelaar en
aan het Bureau van de »DE HUISHOUDGIDS":
Burgstraat 65, UTRECHT.
zeis r.
AMERIKAANSCH SYSTEEM.
Wassehen geheel opgemaakt
o
GOEDE BEHANDELING. BILLIJKE DRIJZFN
De goederen rrorden Ie Amersfoort ft a e nsd a g s
frónco gehaald en gebracht
PROSPECTUS wordt op aanvrage franco toegezonden
3.)
De dag daarop ging de oude freule Von Sal-
zen met den trein weg. Dat was de derde
maal in haar leyen, dat zij zich in een trein
zette. Het gebeele gesticht was verbaasd.
b Avonds kwam zij terug. Zij sprak er niet
over waar zjj was geweest en niemand vroeg
iets. Men „vroeg" freule Von Salzen niet.'
Otto Heinrich kwam thuis den avond vóór
zijn moeders verjaardag. Hij maakte veel drukte
en kende massa's garnizoensverhalen. Den vol
genden dag hield hij zich 't meest in den tuin
op, waar hij een paar honden dresseerde.
's Avonds zou er visite wezen by freule Von
Salzen.'
„Het is veel makkelijker, nu de luitenant
thuis is", had zy te^en de directrice gezegd.
„Wunrom moet u al die drukte op uw verjaar
dag hebben
Alle oude dames waren er. Zij zaten saamge-
pakt in de twee kleine kamers en spraken slechts
over éen ding: Otto Heinrich.
Telkens, als hij thuis kwam, werd hij meer
gedistingeerd. DCiar zag mer. het „bloed". En
wat stond dat beetje bleekheid hem goed I En
zoo vroolijk was hij nltijd; dat was jeugd I De
directrice en Otto Heinrich waren de eenigen,
die niet gekomen wareu en het wus al acht uur.
Daar meldde de gehuurde knecht opeens:
„Hare gendde de directrice!" Dat maakte, dat
alle oudé dames ineens opsprongen, maar freule
Von Salzeu kon nauwelijks opstaan! Ja, de di
rectrice kwam alleen. Freule Von Salzen kon
niet vragen. Zij nam Blcchts met tastende han
den wat werd zij oud, freule Von Salzen
de hand der directrice. Zij stonden nlidden in
de kamer.
De kleine directrice wachtte een oogenblik,
Toen zei zij rustig maar er was bijna geen
klank in haar stem„Ja, Otto Heinrich ver
zocht u te groetenhij had helaas slechts ver
lof lot vanavond
De ouden dames zaten langs den muur en
bogen zich over hun breiwerk heen, terwijl ze
elkaar niet wilden annzien. En den gebeelen
svond spraken ze zacht en gedempt slsof ze'
bang waren iemand te wekken die sliep en
ieder zeide iets, net op z'n beurt, uit vrees van
Al te lange Btilten.
Langs was de directrice nu met haar brieven
aan Otto Heinrich bezig. Zij zond hem geen
verwijten, maar er was als een samengeperste
angst in de woorden, en bang schroef zy wach
tende en angstige zinnen, die zoo stil vroegen.
En lang staarde zij naar den brief, dien zij had
geschreven, terwijl zij even zuchtte.
Freule Von Salsen had werkelijk een harts
tocht gekregen om met den trein te rijden. Elk
oogenblik ging zij weg en de hemel mocht we
ten, waarheen. Daar zij overigens oud werd,
freule Von Salzen, liep zij nu altyd met twee
stokken
Maar de tijd gaat voorbij en eischt veel van
ons allen. Zells de directrice, „de jeugd", begon
witte haren te krijgen tusschen de bruine onder
de weduwkap.
Op een morgen Otto Heinrich was vier,
vijf jaar officier geweest wekte het meisje de
directrice zeer vroeg.
„Uwe genade, er is een heer"
„Op dezen tijd Je zei toch zeker wel, dat
hy terug moest komen"
„Ja, uwe genade" het meisje was geheel
onthutst „hij zegt, dat hij uwe genade moet
Bpreken."
„Sïoet
„Ja, uwe genadeikuwe genade," zei
het meisje, „ik ben zoo bang" zy was ge
heel buiten ad:m hij is van de politie!"
De directrice ging in bed recht overeind zit
ten.
„Hoe valt je dat in Wat hebben wij met
de politie te maken I Zeg, dat ik komen zal."
De directrice zat nog 'n oogenblik in het bed
op, met do handen voor de oogen. Toen begon
zij zich te kleeden. Zij sprak in zichzelf over
ieder kleedingstuk, dat zij opnnm. „Ja," zeide
zij. „wij moeten om de waschvrouw sturen, dat
het niet vergeten wordt; wij moeten morgen
naar de waschvrouw sturen. Hm, wat ziet
die spiegel er uit; wat zit die vol stof.
Zij kwam de kamer binnen, zonder normaal
te hebben nagedacht. Een heer met zware snor
ren stond van een stoel op.
„Het is met de gravin Von Waldeck, dat ik
de eer heb?" vroeg hij.
Do directrice knikte en zette zich op oen stoel
by de deur. Zij zou anders gevallen zijn.
„Ja, die ben ik. U wenschte mij te spreken?
Wilt u plaats nemen."
„Ja, uwe genade, het is een louter bagatel,
een bagatel maar het heeft eenigen haust, an
ders zou ik uwe genade niet zóo vroeg hebben
gestoord."
Snelpersdruk-, Firma A. H. van CLEEFF, Amersfoort.
De directrice zag een papier tusschen de vin
gers van den man. Hij had zoovele diamanten
aan de vingers 1
„Het is slechts een kleine schuld van luitenant
Von Waldeck."
De directrice strekte haar hand uit.
„Staat u toe," zeide zij en wist niet waar zij
de woorden vandaan haalde.
Ja, 't is slechts" hij hield voortdurend
het papier tusschen de vingers „een klein
bewijs, uwe genade, een klein, onschuldig bewijs"
wanneer hij zoo glimlachte, zag mon al zijn
tanden „graaf Von Waldeck is in oogenblik-
kelijke verlegenheid en ik zou gaarne
Het is slechts een kleine eereschuld, uwe gena
de."
De man reikte het papier over en de direc
trice nam het aan de punten van twee stijve vin
gers. De hand viel terug in haar schoot. Zij licht
te het papier weer opzij kon niets lezen. En
met de zelfde koude stem zeide zy „En wan
neer moet U 't geld hebben?"
„Ach, uwe genade, begrijpt wel, een dag kan
men altijd wachten. Zeggen wij morgen. Men
is toch altyd „coulant".
De direclrice wist niet, wat zij had geantwoord,
of hij het papier had teruggenomen of hoe het
was gegaan. Zij had slechts met een ontzettende
inspanning dat blauwe papier weer opgenomen en
het bedrag gelezen, dat hy schuldig was. 't Be
drag 't bedrag vijf duizend mark. Zij had
ze niet. Zelfs zocht zij niet eens. Zij wist het;
erwas niets meer. 't Was opgegaan alles samen
opgegaan. Maar plotseling zeide zij „freule Von
Salzen". Zij dacht niet aan het vroege uur. Zij
moest dadelijk met haar spreken.
(Slot volgt.)