BLOOKER'S CACAO; Stoom was scherij W. G. BURGER, ZEIST, Algemeene Maatschappij van Levensverzekering en Lijfrente Slijterij „HEI KAPELHUIS" B (0 Oö B 52 X ft S SS B a W. F. A. GROENHUIZEN, KOOP, BUSSEN DAALDERS Feuilleton Haar zoon. mfMm met geheel nieuwe Crank-bevestiging. Bij I). KAMPERMAN te Amersfoort, en ANT. van BRUMMECEN te Barueveld. AMERIKAANSCH SYSTEEM. Wassehen geheel opgemaakt of droog toegeslagen GOEDE BEHANDELING. BILLIJKE PRIJZFN De goederen worden ie Amersfoort s Woensdags franco qehaald en gebracht. PROSPECTUS wordt op aanvrage franco toegezonden te AMSTERDAM, Damrak 74. Soedgtk. bij Koninklijk Bes!, vaal Nov. IBBO, No. 28. DIHECTKURBN: E. w. Scott, j. F. L. Blankenberg en Mr. J. van Schkvichaven. Hoofdinspecteur voor Nederland: P. A. ADAM A VAN SCHELTEMA, Weteringschans No. 117, AmHiriam, PUNCH, RBÜM, COGNAC. Bijzonder krachtig eu voordeeig voor GROG. Directe import. ingang Lieve Vrouwc-kerkhof. (an ouda in jongt mnnnen werd» te eeoevsn TSteehenea kekmUl .Vorfnr m f J -a/ Bdoard B«ndt, irtHtrtwifr TAFEL- DESSERT- SCHEER- ZAK- LIKDOORN- FRUIT- DOLK- BROOD NOTENKRAKERS SLEUTELRINGEN behoort, bij COUPON. KNOOPSGAT- NAGEL- BORDUUR- COUPEURS- SIGAREN- ZAK- BARBIERS- KURKETREKKERS SCHEERRIEMEN en verder alles wat tot bovengenoemd vak Instrumentmaker, Langestrnat 42, Amersfoort. Inrichting tot het slijpen en polysten van scharen en messen. lAARPREMIE per 1 1000 - veraekerd kapitaal. Betaalbaar na het overlijden met premie betaling gedurende: H|.i 19.16 2295 2742 8299 Betaalbaar d na overllldan dan laahljd reel ur i65 80 larau. 1 19 68 2175 25 46 28 18 26 46 32 16 114 82 45 42 37 85 84 44 14 59 50 46 66 6153 94 42 in plaats van losse cacao of poederchocolade, gij betaalt minder en krijgt betere kwaliteit. vierkante bussen van 1 ons. 18 ets. 'li pond. 42'li 1 pond. 80 2 pond. ISO LL'NGEN FAJU-.VAN HASELENABOOM AMERSFOORT 4 (Slot). Freule Von Salzen De kleine directrice had het zelfde gevoel, dat naen hebben moet als men door een lange duisternis naar een lichtende plek gaat. „Hare genade üluapt nog," zei 't meisje. De diiectrice ging voorbij haar, zonder iets te zeggen, de slaapkamer in. Zij sloot de deur achter zich en ging naar binnen. „Mark", zei freule Von Sulzen uit bed. Toen zag zij de directrice. „Kind", riep zij, „kind toch! Wat is er?" De uitgestrekte armen vie len zonder kracht neer. „Ik moet met u spreken het heeft haast." En voor 't bed staande, in éen adem, zonder ophouden, vertelde de directrice alles; dat zij had gespaard en hoe zij had verkocht en op nieuw verkocht„maar nu is er niet langer een uitweg Freule Von Suizen lag met gesloten oogen. Zij draaide met 't hoofd op haar kussen. „Maar u boodt mij een keer aan Er kwam een stilte. De oude lag, zooals te voren, alsof zij niets bad gehoord. En buiten adem zei de directrice weer „U boodt mij geld Freule Von Halzen bleef liggen met gesloten oogen. „Ik heb 't niet", zei ze, „heb 't niet meer". De directrice greep haar om de armen. En zóo stil, dat er nauwelijks een geluidje te ver nemen was, terwijl bij de twee kleine, oude vrouwen tranen van onder de gesloten oogleden kwamen, fluisterde freule Von Salzen „Hij heeft 't immers gekregendit was het, waarom ik telkens wegging". Do directrice staarde een oogenblik, alsof zij 't niet begreep. Dan viel zij met een gil over het bed heen en barstte in tranen uit. Fraule Von Salzen weende 6ok, stil en hulpeloos, zoo als oude menschjes weenen. Langzamerhand hielden de tranen op, en el kaar bij de handen houdend, begonnen zij te overleggen met behuilde stemmen. En op dien dag ging freule Von Salzen weer met den trein weg en 's avonds bracht zij het geld- Nadat zij thuis was gekomen, zaten zij samen in freule Von Salzen's kamer. Zij waren beiden nog even verlamd van angst. Toen zei de oude juffrouw„Wat hij al niet heeft doorgemaakt, de stakkerd 1 Ja, de klei ne stakkerd!" De kleine directrice sidderde. Zijn naam was niet genoemd sedert vanmorgen. Zach t legde zij haar hoofd tegen de bor3t der oude „Dank u", zeide zij, „Dank u. Wat is u goed" 1 De oude freule streelde heur haar met de bevende handen. Er werd dien nacht voor de directrice in freule Von Salzen's slaapkamer een bed opgemaakt. „Het geeft meer rust", zei lreule Von Salzen, „wanneer men met z'n beiden is". Een paar dagen daarna kregen zij een tele gram van Otto Heinrich. Hij zou 's avonds thuis komen. Zij zaten den geheelen dag stil, in duizelende, machteloozo angst, of er weer iets nieuws was gebeurd. Zij durfden niet denken en nog minder spreken. Zij vergaten 't werk in haar schoot, vouwden mechanisch de handen en zuchtten zonder het te weten. Voor den honderdsten keer zei freule Von Salzen: „Maar hij wil je natuurlijk slechts zien, kind slechts zien", maar zij geloofde het zelf niet. Tegen den avond kon de directrice 't niet meer uithouden. Het was alsof zij zou stikken; er was geen plaats voor het hurt in huar borst. Zij ging op en neer in de tuiupadeu, slechts met een doekje om 't hoofd en bemerkte nóch dei» fijnen regen, nóch de sneeuwvlokken. Maar zij moest t plein rondgaan. Toen de tijd kwam, dat zij hem kon verwachten, was alles plotse ling voorbij, onrust en angst. Zij gevoelde slechts een enkel bovenmatig verlangen om hem te zien. Zij zou hem weerzien En toen de trein stilhield en zij z'n gezicht achter het raampje zag, bleek en bewogen, en z'n handen bevende in de hare voelde, en hij zich boog over haar z'n oogen waren vol tra nen en slechts kon zeggen „Moedertje, moe dertje!", kon zij niet meer uitbrengen dun „M'n arme jongen, arme jongen". Ja, hij was gekomen om haar te zien. Geluk kige dagen, de twee die kwamen. Niemand sprak over wat pas was voorgevallen. Maar als n een stille overeenkomst werd freule Von Halzen in hun leven getrokken. Anders wilde Otto Heinrich liefst alleen wezen, zonder anderen. „Laat ons met ons drieën zijn," zei hij. „Met ons drieën; dat is het beste". Zij spraken over oude dagen, over zijn jeugd, over de vacanties, toen hij cadet was. Otto Hein rich sprak daar het liefst overl En de beide anderen begrepen het, en zacht vermeden zij al hetgeen kon herinneren on grieven, en spraken slechts over den ouden tijd. Stil, in gedachten verloren, keek Otto Hein rich in de lamp. Ja, bij had geleden, die arme jongen, hij had heel wat doorgemaakt! Toen hij naar bed was gegaan, bleven de twee achterstille vreugde hield hen samen. Zij spraken niet zooveelde directrice was over al in de kamer bezig; de freule haakte-Slechts nu en dan spraken ze iets 't waren al tijd vragen en antwoorden over hein. Den laatsten avond wandelde Otto Heinrich alleen met z'n moeder in de lindenlaan. Hij liep zwijgend, 't Leek de directrice, dat bij zoo ble- k was in 't halfduister. Toen zij zich om keerden om de allee weer uit te gaan, daar waar 't geheel donker was. boog Otto Heinrich zich haastig naar z'n moeders hand en kuste die. „Vergeef mij, moeder," zij hij „en mijn dank voor alles 1" De directrice voelde 'n traan op haar hand. Een paar uur later vertrok Otto Heinrich. Vier dagen later kreeg freule Von Salzen oen brief uit Berlijn. Het meisje stond er bij en ge loofde, dat hare genade een beroerte had gekre gen, zóo vertrokken werd haar gelaat. „Uwe genade," zeide zij angstig, „uwe genade!" Maar haar genade bleef op den brief staren zonder dien te kunnen lezenonbeweeglijk. „Het is met oprecht leedwezen dat ik hier de tijding breng van luitenant Von Waldeck's zoo plotselingen do)d. Zij i vader, die bij Gravelotte zoo heldhaftig zijn leven voor het vaderland gaf, was een kameraad uit mijn jeugd. Het schijnt, dat pas een deel van luitenant Von Waldeck's schuld was betaald met hulp van familie, maar het groote deel dor schuldeischers heeft bedrei gingen geuit, die niet waren af te wenden. Hij vraagt mij in den eenigen brief, dien hij heeft nagelaten, uwe genade zijn dood te berichten, opdat uwe genade de gruvin weer kan voorbe reiden. Ik leg hier voor mevrouw de gravin een brief over. Het moet haar in haar ongeluk een troost zijn, dat haar zoon door zijn dood de eer van zijn korps heelt gered. Met de meeste hoogachting, enz. Von Feldheim, luiten.-generaal". Freule Von Salzen zat laDg onbeweeglijk Toen stond zij op en begon in de kamer rond te loopen. Zij liep zonder stokken, sprak in zich zelf cn bleel den brief in haar hand houden en met geopenden mond zag het meisje baar de deur openen en de gang doorgaan. Als door een sluier omgeven, gevoelde zich freule Von Salzen in de kleine kumer der directrice en zij sprak met haar en het was haar alsof zy haar slechts heel ver weg zag, en dat zij 't antwoord der directrice onduidelijk hoorde, als ware zij door doofheid bevangen. En opeens had de moeder begrepenzij stootte een kreet uit en strekte stijf de armen voor zich uit, terwijl ze beesch zei„Den brief, den brief!" En zij streek de banden van freule Von Salzen van zich af en wees op de deur. En deze had haar losgela ten en zag de moeder den brief aan haar borst drukken. Freule Von Salzen naderde do deur, en tegen den wand steunend, strompelde zij door de gangen terug Snelpersdruk, Firma A.H. van CLEEFF, Amersfoort.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1909 | | pagina 4