Dinsdag 13 No. 7647. 58e Jaargang FIRMA A H VAN CLEEFF ie AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ1. franco per post f 1.15" Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10cent. Bij regel- abonnemont reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, ofïïcieële- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent. Recames 15 regels f 1.25 elke regel meer /"0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT 9 itbusO. Telephoon 19. KENNISGEVING. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT vestigt de aandacht van belanghebbenden op de hieronder vermelde kennisgeving van den Kolonel-commandant van het 5e' Regiment Infanterie. SCHIETOEFENINGEN. tot verhooging van 'sLands weerkracht. Ingevolge aanschrijving van het Departement van Oorlog zal gedurende de maanden MEI, JUNI, JULI en AUGUSTUS aan alle mannelijke ingezetenen van 16 tot 35- jarigen leeftijd gelegenheid worden gegeven om zich te oefenen in het SCHIJFSCHIETEN. Deze schietoefeningen, welke geheel kos teloos zijn, zullen o.m. voor ingezetenen uit Amersfoort en omliggende Gemeenten onder leiding van officieren en kader van het 5e Re giment Infanterie worden gehouden te Amersfoort op de Leusderheide iederen Zaterdag van 12 tot 8 uur namiddags, begin nende 1 Mei aanstaande. Zjj die aan deze schietoefeningen wenschen deel te nemen, moeten zich op 1 Mei a.s. aan melden op de Leusderheide bij den officier, belast met de leiding der oefeningen. Zij die geschoten hebben, kunnen zich ter stond verwijderen, zoodat de deelneming moge lijk is zonder noemenswaardig tijdsverzuim. Aan hen, die zonder kennisgeving of zonder bepaalde redenen meer dan driemaal achtereen zijn weggebleven, of die zich misdragen, kan het veider deelnemen aan de oefeningen worden ontzegd. Tegen het einde van Augustus zal een schiet wedstrijd worden gehouden, waaraan kan wor den deelgenomen door een ieder die aan van bet aantal gehouden oefeningen heeft deelge- Voor den aankoop van prijzen wordt, voor eiken deelnemer aan den wedstrijd, door het Rijk een gulden beschikbaar gestold. Bij deze schietoefeningen kan ook het bewijs van schietvaardigheid worden behaald, noodig voor hen die wenschen te worden inge deeld bij de viermaauders. Er wordt de aandacht op gevestigd, dat de viermaanders vrij zijn van herhalingsoefeningen bij de Landweer. Zij die niet aan deze schietoefeningen hebben deelgenomen en bij het examen voor viermaan ders niet voldoen aan de eischen van schiet vaardigheid, zullen het bewijs voor militaire bekwaamheid niet kunnen verwerven. Dit be wijs geeft recht op keuze van garnizoen en korps. Deze schietoefeningen worden in de belang stelling der tot deelname gerechtigden ten zeer ste aanbevolen. Amersfoort, Maart 1909. De Kolonel, Commandant van het 5e Regiment Infanterie, Van HOEK. Amersfoort, 10 April 1909. De Burgemeester van Amersfoort, WUIJ TIERS. Hoe moeten we vlaggen? Het weekblad «Eigen Haard" heeft die vraag beantwoord en daarmee een goed werk gedaan. Het wijst op de te lange of de te smalle vlag, den slechten stand der vlaggestok, enz. en schrijft; Het is wel de moeite waard er eens op te wijzeu, dat algemeen blijk wordt g< g •- ven van een misvatting op het gebied van ons vlaggen en van onze vlaggen. Men kan zelfs aan officieele gebouwen bij feestelijke gelegenheden evengoed die fouten opmerken als aan particuliere huizen. Voor al met het al ot niet uithangen van den Oranjewimpel is dat het geval. De Oranje wimpel boven de Nederlandsche driekleur behuort alleen uitgehangen te worden wan neer het vlaggen de Kouiugiu persoonlijk betreft. Bij elke andere nationale of parti culiere feestelijke gelegeubeid waarbij men vlagt, behoort feitelijk die wimpel niet. Dien wimpel te versieren met kwast, of zelfs, gespleten aan de punt, met twee kwasten, is een gewoonte, dia absoluut geen grond van bestaan heeft. De gespieten wimpel is de oorlogswimpel der Marine, in ons land rood, wit en blauw. Wil men nu duidelijk blijk geven van zijn oorlogszuchtige stemming, dan laat men een tweepuntigen wimpel waaien maar is dat niet het doel vau het vlaggen, dan knipt men er de punten uf en kan gerust met die mooie kwasten een paardenleidsel voor de kin leren maken. Wat nu de kleuren van wimpel en vlag betreft, zoo ziet men ook daarmee allerwon derlijkst spelen. Een bleek-gele wimpel is niet het Oranje-symbool, en een wimpel waarin boven, bij den stok, nog eeDs hit rood, wit en blauw overdwars is te zien, is het toppunt van aanstellerigheid. De wimpel behoort warm-orunje gekleurd te zijn, niet te breed en iets langer, hoog stens een derde, dan de banen der vlag. De vlag is natuurlijk alleen rood, wit en blauw, de kleuren van het stamwapen der Oranjevorsten. Dat stamwapen was: op een gouden scltild een rood gesnoerde, met (zil ver) beslagen, blauwe jachthoorn. J)at wa- reu»!es couleurs de Mons. Ie Prince d'Orange". Dat vroeger het 0ranje-blanje-bl6u op de vlaggen is toegepast, bewijst, dat men het toen niet zoo nauw nam, maar tegenwoordig is een oranje-wit-blauw3 vlag uit den tijd. Nog dwazer is het echter, een rood-wit- blauwe vlag te doen waaien, waarop langs de randen, vaksgewijze, rood-wit-blauwe blokken, ja zelfs franjes in die kleuren zijn uaugebracht. De Nederlandsche vlag mag en moet al leen bestaan uit drie banendonkerrood, helderwit en marineblauw. Curieus is soms ook het getob met de vlaggestokken. Het mooiste is een witte stok met vergulden knophet mooiste en ook officieel meest juiste. De regel is immers; de mast is neutraal De vlaggestok dient een opwaartschen stand te hebbeD. Plat liggende vlaggestokken doen denken aan droogstokken. Nederwaarts hangende stokken zien er treurend uit en leveren gevaar op voor de voorbijgangers. Het vastbinden van den vlag met keurig gestijIde witte bandjes aan den slok staat gelijk met het dragen van de oude kornet et. doet bakersprookjes en vuurmanden in heiionering brengen. De vlag moet langs den stok opgeheschen kunnen worden, niet te strak langs aeu stok vastgemaakt zijn en minstens een Meier uit den gevel kunnen waaien. Bij zonsondergang behooren alle vlaggen ingehaald doch Kan de feeststemming voort gezet en het Vivat Orauje, hoezee!" door gezongen worden Staatspensioen. De Ned. Bond voor Siaatspensionneering telt volgens de jongste opgave 308 afdee- lingen met samen 30000 leden en 70 aan gesloten bonden met 26000 leden. Getallen, waarmee rekening te houdeu wel nuttig is. Weldra zal de Bond een Manifest aan het Nederlandsche volk uitgeveu in een hall millioen exemplaren. Gevolg daarvan z.il zeker wezen, dat het aantal loden nog weer toeneemt. En waar nu bij de aanstaande verkiezin gen éen der leuzen zal wezen: „Vóór of tegen Staatspensioen" kan bet zijn nut heb ben, er eens op te wijzen wat V. D. schrijft in de „Arnhemsche courant" over de rege ling van Staatspensioen in andere landen. Hij zegt dan De leuze „Vóór of tegen Staatspensioen" geeft nog minder dan de antithese een goede scheidslijn in de politiek aan en is wellicht nog meer geschikt om warm bloed te ver wekken, niettegenstaande degenen die niet tot de voorstanders kunnen worden gerekend (voor het overgroote deel uit de nuchtere overweging, dat het fiaancieel niet mogelyk is, Staatpensioen in te voeren) zich toch nog niet onder de tegenstanders behoeven te scharen. Intusschen is de leuze schering en inslag in den reeds ontvlamden politieken strijd, zonder dat de pariijen over en weer zich voldoende rekenschap geven of het financieel wel mogelijk is, Staatspensioen iü te voeren, en hoe elders, waar men Staats pensioen hoeft, dit is geregel I. De eerste vraag is zeker belangrijker dan de tweede; doch voor heden meenen wij goed te doen onzen lezers een overzicht te geven van de regeling elders. Allereerst de Eogelscbe wét van 1 Augus tus 1908, welke 1 Januari 1909 in werking is getreden. Het is wenschelijk, een kort overzicht van de voorgeschiedenis te geven, daar ook hieromtrent nog wel eeus-van mis verstand blijKt. Voor de eerste maal kwam de vraag van Staatspensioen, d. i. een o idersteuning van Staatswege aan ouden van dagen, waarop dezen recht hebben zonder in de kosten te hebbeu bijgedragen, in 1893 in een Konink lijke commissie ter sprake, die zich meteen herziening der Armenwet bezighield. Er werd toen voorgesteld, alle daarvoor in aa - merking komende personen na het bereiken van deu 65-jarigen ouderdom wekelyks 5 shilling (f3) uit te keereu. De commissie verklaarde dit wegens de kosten, 24l/2 mil lioen pond sterling (rond 300 millioeu gul den) niet uitvoerbaar. Iti 1896 werd een tweede Commissie benoemd met opdracht te onderzoeken »alle haar bekende systemen, die door Stuitshulp of op andere wyze voor den ouden dag van deu werkmau willen zor gen". Uit meer dan 100 stelsels koos zij slechts een te onderzoekeD uit, n.l. dat alle personen boven 65 jaar met een wekeljjksch inkomen van 272 shilling (f 1.50) tot 5 shil ling (f3) een zoodanig pensioen zouden ont vangen, dat hun gezamenlijke inkomsten 5 shilling (13) per week zoudeu ziju. Terwijl alle audere st-lsels niet eens de moeite van een ernstig onderzoek waard werden geacht, meende de commissie ook dit onderzochte stelsel, dat buiteu de administratiekosten een 30 millioen gulden zou kosten, te moeten verwerpen, deels omdat zij vreesde, dat de natuurlijke drang lot sparen zou worden verlamd, deels omdai eeu behoorlijke schil- tiug van pensioeuberechiigden vau de ove rigen practised niet uitvoeibaar zou ziju. In 1898 werd de commissie ouibouden, nadat zij alle systemen had verworpen. De invoering in Nieuw-Zeeland bracht echter de vraag opuiauw naar voren. Tal van voorstellen werden ia het Parlement gedaan en in April 1899 werd uit het Parlement een commissie, benoemd, die een stelsel aaDbeval, veel gelijkend op dat van 1893 volgens hetwelk onder bepaalde voor waarden ieder 65-jarige met een gezamenlijk inkomen van ten hoogste 10 schilling (f 6) een wekelijksch pensioen van 5 tot 7 schil ling zou outvauge». Daarmede was het eerste plan gemaakt, Een nieuwe Parlements-commissie van 1903 beval dit stelsel van 1899 zonder veel wijzi ging aan en na lange voorbereiding is daaruit de Wet van 1908 voortgekomen. Ook in Engeland is Staatspensioen dus niet in enkele dagen ingevoerd, zooals soms wordt beweerd. Volgens deze wet van 1908 z illen alle 70-jarigen, die 20 jaren Britsch onderdaan zijn en in Groot-Briltaoië wonen en wier jaarlijksch inkomen f378 niet te boven gaal, een ouderdomspensioen ontvangen, dat be draagt bij een jaarl. ink. ben. f252.wekel. f3. tot 283.50 2.40 315.1.80 340.50 1.20 378.0.60 Onder «inkomen" wordt daarbij niet alleen arbeidsloon begrepen, maar ook alle inkom sten uit grond- of ander bezit, zoomede uit andere bronnenvoorts wanneer »eenig vermogen" ongebruikt ligt, ook de inkomsten, welke bij een goed gebruik daarvan te ver wachten zouden zijn. Teneinde misbruiken tegen te gaan of te voorkomen, zijn eenige bepalingen gemaakt. Van het pensioen blijven uitgesloten le. zij, die bedeeling ontvangen. Als zoo danig, wordt o. m. niet gerekend geneeskundige hulp ondersteuning om een van den pensioenberechtigde afhan kelijk persoon in een krankzinnigengesticht, asyl o.f ziekeninrichting te kunnen doen verplegen; ondersteuniag in begrafeniskos ten, enz. 2e. zij, die verzuimd hebben, voor zich en huo gezin te zorgen door volgens bun be kwaamheid passenden arbeid niet te verrich ten evenwel verliest niemand recht op pensioen, die gedurende 10 achtereenvolgende jaren tot ziju 60ste levensjaar een premie of contributie aan zieken-, werkloozeu- en pensioenkassen heeft betaald, teneinde by ouderdom, ziekle, invaliditeit of werkloosheid verzekerd te zyn 3e. zij, die in een krankzinnigengesticht verpleegd worden, tijdens huo verpleging; 4e. zij, die een straf hebben ondergaan, welke het recht op pensioeD ophell. Wauueer iemand tot eeu gevangenisstraf wordt ver uur ïeeld, welke niet door een geld but-te is te vervangen, gaat het recht op pensioen verloren voor den tijd der straf en de eer ste 10 jaren na bet outslag uit de gevange nis. Wordt een 60-jarige op grond van een overtreding der Drankwet met hechtenis ge straft, dan kan hem, voorzoover bij niet reeds op vorenstaande gronden zijn recht op peusioen heeft verloren, vuor ten hoogst# 10 jaar bet pensioen worden ingehou den. De Staat heeft zich uitdrukkelijk het recht voorbehouden, onrechtvaardig verkregen pensioenen terug te vorderen, zelfs van de eifgenamen vau den tm onrechte als pen- sioeubi-r ehtigde te boek staande. De Engelscbe Peusioeuwet is reeds door de beperking tct diegenen die een iukomen van miuder dan f'378 'sjaars hebbeu, door het bedrag der wekelyksche uitkeering, welke snel daalt met betrekkelijk geringe stijging van het inkomen en dour hel ont breken van een bijdrage van den pensioen- gerecotigde, geen verzekeiiugswet, maar een veizorgingswet, welke met de eigeuiijke Armenwet slechts in zoover verscbilt, dat de Pensioe iwet een ree lit op pensioen geelt en niet de burgerrechtelijke gevolgeu der bedeeling medebrengt. De Pensioenwet van Nieuw-Zeeland dateert van 1 November 1898 met een overgangs tijdperk van 3 jaar, dat later tot 1900 is beperkt. De pensioengerechtigde moet 65 jaar oud, ingezetene der Kolonie en sedert 25 jaar daar woonachtig zyu. Hij mag in de laatste 12, respectievelijk 25, jaar niet tot bepaalde straffen veroordeeld zijn, muet van goed zedelijk gedrag zijn en „een inkomen van meer dan f624 hebben, geen vermogen grooter dau f3240 bezitten. Het pensioen bedraagt ten hoogste 1216 en vermindert met f 12 voor elke f12 mkomsteu boven f 408 inkomen ot f 180 vermogen, lu 1905 is de wet gewijzigd. Het pensioen bedraagt, nu ten hoogste f312 en vermiudert metf 12 inkomsten boven f408 inkomen off 120ver inogen. Het pensioen wordt oog verleend aan heD, die jaarlijks ten hoogste f 730 in komen of f3120 vermogen hebben. Het voorbeeld van Nieuw-Zeeland vond navolging in Nieuw-Zuid-Wales (11 Decem ber 1900) en in Victoria (11 December 1901) welke beide wetten later zijn gewijzigd (l Januari 1908). Ook Queensland heeft Staatspensioen ingevoerd door de Wel van 15 April 1908, op 1 Juli 1908 in werking getreden. De Australische Bondswet, van 10 Juni 1908, welke in werking treedt op 1 Juli 1909, voert een Staatspensioen in niet alleen voor ouden vau dagen, maar ook voor inv&lieden,

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1909 | | pagina 1