Donderdag 22 1909. No. 7651. 58e Jaargang. firma a h. van cl eeff te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi. franco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij regel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosieloos. Legale, ofïicieële— en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels 1.25 elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën vaD buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. kortegracht 9 itbus 9. Telephoon 19. KENNISGEVINGEN. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, Gezien artikel 41 der Gemeentewet, brenjtt ter kennis van de ingezetenen, dat de Raad dezer Gemeente zal vergaderen op DINSDAG den 27 April aanstaande, dea namiddags te l'/i ure. Amersfoort, 22 April 1909. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. Wat zal ze blij zijn! Een reine vreugde Trilt door het land, Er juichen tonen Yan allen kant. „Een Prinsje komt er". Van mond tot mond Weergalmt de mare In dezen stond. En luide klinkt ei- Bij heel het volk Een dankbaar jub'len Als hartetolk. Om 't jonge leven, Dat onbewust De ziel van velen In sluimer kust. En bange zorgen Tot zwijgen stilt, Waar louter vreugde. Door Neerland trilt. Maar spreekt de monde Voor 't vaderland, Het havte zingt er In andren trant. En denkt daarbinnen, In bede en weusch, Niet aan Vorstinne, Maar ziet Haar mensch. Daar zingt het zachtjes Op fluistertoon „Wat zhl ze big zijn Met Haren zoon Daar ruischt er teeder Een bee voor 't kind, Dat ieder ouder Met Haar bemint. Maar als het lot eens Een meisje bracht! Of dan ook ieder Zoo blijde lacht? Dan zingt de stemme Voor land en Vorst Heel zacht en fluistrend In ieders borst. Maar luide zingt ei- Met zilv'ren klang De stem des menschen Een zegezang. En lacht de liefde Uit ieders oog, En rijzen wenschen Voor 't raeiske omhoog. Galmt in de harten Ook luid en rein „Wat z&l ze blij zijn Om 't dochterkyn". H. D. BERTELMAN. Hilv. Crt. STAATSPENSIOEN, l'ro en contra. Iu samenwerking met de afdceling Arnhem van den Bond voor S atspensioneering had zich uit een 35tal vereenigingen te Arnhem een comité gevormd om de gunstige stem ming voor Staatspensioneering aan te moe digen. Als einddoei van de verkregen samenwer king werd Dinsdagavond in de groote zaal van Musis Sacrum" een groote betooging gehouden voor Staatspensioen zonder premie betaling. De „Arnb. Crt.' schryft over die verga dering Na een kort inleidend woord van den Voorzitter van het comiié, den heer A. Voor brood, waarin hij het doel der vergadering uiteenzette, trad als eerste spreker op ds. B. Klein VVassink, Hervormd predikant te Leeuwarden, Hoofdbestuurslid vau den Bond voor Staatspensioneering eu propagandist van dien Bond. Spreker begon zijn rede met een terugblik op een artikel, dat nu ongeveer drie jaar geleden voorkwam in het «Nieuws van den Dag" en getiteld was«Idealen". Daarin werd toen, in een eenvoudig schetsje, Stauts- oensioen voor alle oudeu van dagen als een ver ideaal geschilderd. Toen werd het nog als een vraag beschouwd voor een verre toe komst, misschien zelfs onmogelijk. Thans is het niet meer de vraagis het mogelijk. Nu reeds is men zoover gevorderd, dat meu in alle klassen der samenleving gaat vragenhoe moet het geschieden. Nu vraagt meu allerwege: Staatspensioen zonder premiebetaling. Zells is dit al zoodanig ge vorderd, dat de voorstauders vau Staatspen sioen zonder premiebetaling, dit laatste een onafwijsbare voorwaarde achten voor de geheele iuée; zoodanig, dat meu liever hei gebeele stelsel verworpen zou zien, dau Staatspensioen met premiebetaling. Vooral in de toongevende politieke kringen acbt men echter juist dit «zonder premiebetaling" onmogelijk. Spr. citeert verschillende gezegden van bekeude mannen op politiek gebied van alle richtingen, mr. Van Houten, dr. Kuyper, ds. De Visser, mr. Treub e.a., over dit onder werp. Vooral bij het bekende woord van dr. Kuyper: „Staatspensioen zonder premiebe taling is immoreel en demoralisuerend", staat spreker geruimen tijd stildan haalt hij aan de uitspraak van den oud-Minister De Meesterbestond er geeu financieel bezwaar, dan zou ik gaarne meewerken aan de totstandkoming van deze wet", eu wijst er op, dat mr. Treub in «Land eu Volk" deze quaestie bestrijdt omdat ze z. i. «de grenzen van het bereikbare verre over schrijdt". Immoreel, zegt meo, is het omdat het niet aangaat, de meergegoeden te laten be talen voor de mingegoedeo, zonder dat dezen daartegenover een arbeidspraestatis stellen, of zooals „De Nederlander" schreef „nie mand heeft het recht te eischeu, dat de Staat iemand op zekeren leeftijd zou gaan bedeelen". Tegenover deze uitlatingen van Christelijke zijde, wijst spr. er op, dat in Engelaud een wet, als hier verlangd, is tot stand gekomen met bijna algemeeue stemmen, óok die der Cbristelijken. llet Christendom is aan geen maatschap- pelijken vorm, hoe dau ook, geboudeuge lukkig niet. Juist zy die dit beweren, doen meer schade aan liet Godsrijk, dan zij wel licht zelf weten. üok is bet geen aalmoes, die men vraagt. Het is slechts betaling van loon, loon, dat vroeger te weinig is gegeven. En daaren boven wordt de Staaiskas niet bijgevuld ook juist door den kieineD man; betaalt niet juist de kleine man naur verhouding de meesie belasting Spr. toont dit met cijfers aan. En daarom behoeft ook niemand zich to schamen, iets te ontvangen waarvoor hij niets üataalt. Worden ook Diet buitensporig hooge dividenden uitgekeerd, als vrucht van den arbeid van velen maait men ook daar niet, waar men niet gezaaid heeft Doch spr. acht ai deze argumen'en slechts „Prinzipienreitereien"; 't zijn in werkelijkheid slechts de practische argumenten, die 't hem doen. Dr. Kuyper wil immers wel een bij drage geven, maar dan zou toch de princi- pieele quaestie de zelfde blijven. Mr. Treub acht een pensioen van f3 per week voor ouden van dagen een buitenspo- rigen eisch van politieke tinnegieterij, die uit de quaestie van Staatspensioen munt willen slaan voor de verkiezingen. Dr. De Visser noemt de sprekers voor Staatspensioen lichtzinnige optimisten, naïe ve». Doch dit alles is maar bijzaak. Bij al len is het in werkelijkheid alleen de vraag: wie zal het betalen. Men durft niet zoeken, waar bet te vin den is. Ook de voorstanders van Staatspen sioen weten, dat bet niet zoo gemakkelijk isdoch men is het er toch beslist over eens, dat het gemakkelijker is, wanneer het heele volk bijdraagt, dan wanneer het moet komen van den arbeid alleen. Verder wijst spr. er op, dat ouderdoms- verzekering, wanneer tenminste alle omstan digheden gelijk, zijn, veel duurder moet zyn, dau Staatspensioen voor allen, daar de kos ten, door den adrainisiratieven omslag die dan noodig is, enoim zullen stijgen. Laat men beginnen met de armsten, dan zal slechts 12 millioen noodig zijo en waar wel 50 millioen worden gevonden voor het leger, 90 millioen voor alcohol, waar jaar lijks 300 millioen geërfd worden, daar zal toch ook die 12 millioen wel te vinden zijn. Verplichte verzekering is klasse-bevoorrecb- lingis het omgekeerde van het Chris telijk beginsel «draagt elkanders lasten". 'i Is gemakkelijk te zeggen«helpt u zelve" voor hen die genoeg hebbenHoe is mogelijk, dat men toch nog steeds de zwaarste lasten wil leggen op de zwakste schouders. Spr. wijst nog op het groote gevaar, dat er voor de geheele actie bestaat, en dat ge vaar ziju de ouden zelf. Juist duor den ont zaglijken nood die er heersent, zou men geueigd ziju alles, zells het slechtste te aan vaarden. Doch laat men moed houden Staatspensioen zonder premiebetaling moet er komen. De volgende spr., de heer D, de Clercq, propagandist van den Bond, wijst er op, dat de omstaiidigheid, dat de inenscheu die de weiten maken, geen Staatspensioen noodig hebben, de meeste tegenwerking veroorzaakt. Is er geld noodig voor oorlog, 't komt er, vanwaar dan ook. 't Js een algemeen belaag. Doch is ouderdomsverzorging dan geeu al gemeen belaug? Waren die 300000 ouden uog menschen, die kouden meeprateo, die aan de argumenten klem konden bijzetten, de wet zou er spoedig komen, men zou dan met eerst vragen: wat kost het? Zijdie oude menschen dan uitschot, zijn het laud- loopers Neen, het ziju de veteranen van het voor geslacht, het zijn onze vaders en moeders, de vaders en de moeders van het tegenwoor dige Nederlaudsch geslacht. Zij hebben alles voor ons gedaan eu nu worden zij onterfd, omdat zij niet meer kunnen. De kroon van het leven, de ouderdom, bestaat voor liegen tienden niet. Voor die allen is ouderdom armoede, en daardoor verachting. Gebeurt er een ongeluk, de ramp vau de «Berlin", het verbranden van de «Zeppelin", van alle kanten hoort men dan dat men moet helpen. En voor dat groote ongeluk oud en arm verleent men geen hulp; voor ouderdom is geen hulp noodig. Kinderarbeid en ouderdomsarbeid ziju de woudeplekken van de Nederlandsche maat schappij. Als we de ouden slechts aanzien, dan zien we de onrechtvaardigheid. Als we zien, dat jaarlijks 300 millioen worden geërfd, is het dan niet billijk, dat die arme ouden, die ook aan die millioenen hebben meege werkt, daarvan eerst hun deel krijgen Dat Ï;eld komt immers weer terug't is niet ver eren 't wordt weer uitgegeven, en meer welvaart zal daardoor weer ontstaan. Wanneer niet die ouden hun plicht gedaan hadden, zouden we dan kunnen zeggen, dat jaar op jaar onze natie rijker werd? Spr. acht het noodig, dat we vóór alles onze afgevaardigden doordringen van den eisch van Staatspensioen zonder premiebe taling. Waarom kon in Engeland in drie maan den lijds de wet tot stand komen, en waar om zou dat hier niet kunnen Een Succes siewet is er, men behoefi die slechts te wijzigen de ontvangers zijn er, de postkantoren kun nen betalen dus geen dure administratie. Laat men desnoods beginnen met de oudeii boven 85 jaar, na een half jaar byv. boveii 80 jaar, en zoo voort, dan kan men gelei delijk tot 65 jaar voortgaan. Waar raillioenee worden besteed aan luxe-artikelen, daar moet toch óok voor ouderdomspensioen het geld gevonden kunnen wordeD. Laat alle pc- litiek verre blijven, en laat men eendrachtig samenwerken tot bereiking van het schoot e doel, De heer Hermans, propagandist der S. I). A. P., sprak er zijn verbazing over uit, dit vau anti-revolultonuaire zijde aan den ingang een brochure weid afgegeven, getiteld: „Knollen voor citroenen; door Jan van Rijn" en vroeg: welk belang hebben wij er by, de menschen te bedriegen? 'tls raogeljk, dat we ons in de omstandigheden of de middelen vergissen; maar van b e d ri e- g e n is geen sprake. Verder staat spr. hoofdzakelijk stil bij de uitspraak van dr. Kuyper, dat Staatspen sioen zonder premiebetaling «immoreel en onzedelijk" zou zyu. Doch, vraagt spr., nie mand zal toch beweren, dat de militairen, de rechters en de verdere ambtenaren im moreel zijn, omdat zij Staatspensioen ge nieten. Ook heeft dr. Kuyper zich zelf ver geten hij toch betaalde slechts enkele hon derden guldeus om jaarlijksf 4000 als Staats pensioen te genieten. Acht iemand daarom dr. Kuyper onzedelijk? Verlaagt het niet veel meerde menschen, wanneer zij gebruik blijven maken van ie tegenwoordige stelsels? Kerkelijke eu sta;s- bedeeling keurt spr. niet af; integended. Doch deze zijn niet voldoende. Spr. schelst eenige droeve tooneelen van het leven vi.n armlastigen te Rotterdam en vraagt dan is juist eeu dergelijke toestand niet onzedelijk, immoreel? Kan de arme oude het helpeo, dat ziju arbeid niet genoeg opleverde om te spareu voor den ouden dag, of dat hij nu niet meer met werken in zijn onderhoud kau voorzien? Is het dan misdaad, wanne »r men is oud en arm? 'tls alles de schuld vau de sociale toestanden. Aao de hand vjn het verslag van het Ceotraal-bureau voorde statistiek toout spr. aan hoe verschrikkelijk ook in den afgeloopea winter de arbeidur weer heeft geleden, hoe hoog de nood wiis door voortdurende werkloosheid en slapte. Is het dau niet onzedelijk, van die men schen nog een belasting te vragen voor Staatspensioen. Een pensioen voor de 65-jarigen van f 3 per week zou ongeveer 15 a 16 millioea gulden kosten. Voor allerlei zaken wordt geld gevonden; welnu, laat men het ooc hiervoor zoeken, maar dan in de zakkei, waarin mee het kan vinden. Wil men, dat men vaderlandslievend zal zijn, dat men zon der bedenking millioenen offert voor mili taire doeleinden, tot weerbaar raaking vau ons land, laat men dan zorgen, dat meu ook werkelijk met liefde kan geven.Ten tijd van den Boerenoorlog hebben wij Engeland verwenscht maar thans moeten wij eerbiet hebben voor de Eugelschen, die thans, on-< dunks hun fouten, meer hebben gezorgc. voor de ouden dan wij brave Nederlanders. 't Doet spr, leed, dat bij niet krachtiger heeft kunnen zoggen hoe noodig dut Staats pensioen tocli is. Hoe verschillend we ook denkeu over politiek, op dit gebied moet onder éen vaan gestreden worden totdat U overwonnen en tot is bereikt het doel;

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1909 | | pagina 1