Het Kon. Hongaarsche Circus Grebr. KAROLY ÏÏSisIi BLOOKER's DAALDERS CACAO W. F. A. UMEEEEN. VOOBLOOPIC BËBICHT. geeft ZATERDAG 3 JULI te Amersfoort des avonds 8 uur zijn OPENINGS-VOORSTELLING Standplaats HOF. Zondagavond 8 uur: GROOTE EXTRA GALA-VOORSTELLING FLEHITE 0 14 °-42'A 1 hectogr. (1 ons) 0.18 Feuilleton Gouden ketenen. Hat CIRCUS blijft sleohts ZES dagen bier. Voor 36 personen wordt huisvesting gezocht. Zich aan te melden bij de Directie. „„/^VOEDING* HETVt' i^ MICDEL run VAN HASELINABOOM AMERSFOORT Horloger, LANGESTRAAT 42. Grootste sorteering Ie klas artikelen- Reparatie-Inrichting b i 11 ij k, vlug en goed. Aan oude et Jongt mannen Xmtma- <w Eduard Bndt, IriHutn^ Ouilheldhundlg Museum Is dagelijks Ie bezichtigen «oor nlel-leden lO cenl. Koateoos des Dinsdags van 10 tot 2 en van l»,j tot 8 unr. Cacao is verre te verkiezen boven andere dranken; waarom wordt dan cacao nog niet zoo geregeld ge bruikt als b.v. koffie en thee, alhoe wel die verslappend op de zenuwen werken? Gedeeltelijk doordat het moeite kost met den sleur te breken, doch ook doordat tot dusverre wer kelijk goede cacao vrij hoog in prijs was. H ieraan is tegemoet gekomen door het in den handel brengen van in bussen van i kilo (2 pond) f 1.50 20.) Een zucht lachen rondom, dat dadelijk ver stomde, toen professor de omzittenden wat scherp aankeek. „Dames, ik verzoek u li is allen nog maar beginnelingen". En hy wendde zich weer tot Tina en zeide„Het iB nog niet zoo'n kwaad teeken, wanneer men zegt, dat men niets kan; integendeel, men moet dat eerst inzien om het tot iets fansoenlijks te kunnen brengen. Maar niet zoo dadelijk den moed laten zakken. We zollen de zaak nog eens van voren af be ginnen". Zy keek hem aan met haur groote donkere oogen, die vochtig waren als van opkomende tranen en toch nog toornig keken. „Vergeefsche moeite". „Dat zollen we eens zien, weet U, juffrouw Heckstein ieder kunstenaar, ook ik, moet zich het oude spreekwoord herinneren, dat ge dold een schoone zaak is. JuiBt de kunstenaar heeft het noodig, want die heeft met zijn natuur lijken aanleg juist het meest met het ongeduld te kampen. En nu voorwaarts goeden moed houden, over een hall uur kom ik weer eens kijken." Toen Tina dien dag naar het pension terug keerde, vloog rij de vier ateille trappen op. Als een groot kind kind verheugde zy zich, dat de professor ten slotte tenminste tevreden was geweest. Dat was in ieder geval een begin Maar toen zij later boven in haar klein, smal kamertje zat, aan het venster, met het uitzicht op den éenen armocdigen boom op het plaatsje, kwam zy zichzelve weer als een gevangene voor. 't Was alsof haar de adem was afgesneden. En daarbij kwam van beneden Chopin, van boven Brahms en dan toonladderstoonladders toonladders! En toen een dichtslaan van deuren en een verschuiven van stoelen en de harde stem van Mila Stadewald„Daar zit je nu, net als een beeld. Zoo was ik óok toen ik pas hier kwam maarbeelden blijven beelden. Kom 't is etentjjd". Een plaag, die lange tafel met de zestien nauw op elkaar zittende oude en jonge dames, do groote hanglamp er boven, die in het half donkere vertrek altijd brandde, het praten en druk doen. Daar zat zij nu gevangen tusschen de kleine Mila, die alles goed en best voud en een ongelooflyken eetlust cntwikkelde en juf frouw Kosi Blum, de aankomende Wagnerzan- geres met de Brunnhilde-figuur, die het eten nauwelijks aanraakte, Er werd bijna alleen ge sproken over muziek en tooneel, gebabbeld over leeraars, recensenten, virtuosen en tenoren. „Hebt u Kothmühl al gehoord, juffrouw Heckstein „Wie is dat, juffrouw Blum"? De geweldige Brunnhilde zag met innig me delijden op Tina neer. „Maar Nikolaus Kothmühl van de opera." ,,Ik ben nog niet in de opera geweest." „Dat is onmogelijko ja, u bent schilderes, hoor ik". Het klouk als „maar" schilderes. Dan weer klonken andere namen in haar ooren Paderewski en de Hildack's en Gulden- son en Melba en Bötel voor haar onbekende grootheden. Gelukkig, het eten was afgeloopen. Juffrouw Blum, de eenige aan tafel, die wijn dronk, had haar laatste glas leeg (gedronken. Mevrouw Ful ler die aan het boveneinde der tafel zat, stond op. „M&hlzeil" zeide zy en allea vloog uit elkaar. 's Avonds was het in den salon als in een duiventil, een voortdarend komen en gaan, een ■amenzitten in kleine groepjes, die zich herme tisch sloten voor ieder nienw element. En van de andere zyde een onverdraaglijke nieuws gierigheid, een uithooren en uitvragen. Het was een weldaad voor Tina, wanneer ze 's avonds een kwartiertje bij mevrouw Fuller kon gaan zitten. Die zat dan, gewoonlijk doodmoe, in het kleine kamertje naast de keuken, het eenige plekje.dat voor haar alleen was. Daar zat zy dan te reke nen tot spreken was zij doorgaans weinig ge neigd. Maar Tina was al blij, wanoeer zij in den twaeden luien stoel zitten kon. Het deed haar altijd denken aan haar vaders studeerka mer te Vielberg. Ja, Vielberg 1 Eens zuchtte zy diep. „Wat scheelt er aan" vroeg mevrouw Fuller. „Och, ik dacht aan huis en dat nu in onzen tuin de pruimen ryp zijn. Ik zou wel ens m'n genoegen willen eten aan pruimen." ..Die zal je hebben. Ik zal ze morgen mee brengen als ik naar de markthal ga". Na een poosje zuchtte Tina weer. Mevrouw Fuller keelt op; ditmaal klonk het ernstiger: „Nu, wat is 't nu weer Tina kon geen begin vinden. Maar toen barstte zij plotseling los, als moest zij haar hart van een zwaren last bevrijdenhoe zij zich hier heelemaal niet schikken kon, niet op bet atelier en evenmin in huis. Allen bleven haar vreemd, waren haar onsympathiek valsch waren zij en egoïst en 'ijverzuchtig en gauw klaar met kletspraatjes. Haar impulsieve natuur, die zy zoo lang had teruggediongen, brak zich plotseling baan. Me vrouw Fuller sloeg baar kasboek dicht Zy keek het jonge meisje even verbaasd aaneindelijk zeide zij„Heeft dan een der dames wat ge daan „Gedaan? Neen, maar ik houd niet van ze. Ik kan ze niet uitstaan." „Kind, kind, wat onrechtvaardig en boe dom. Heb je je dan al- eenige moeite gegeven om aardig te zyn? Eerlijk gezegd, ik heb er niets van bemerkt. Eerst was je als een droomster, nu ben je 'n kleine trotsche zwijgster." Tina's oogen schoten vuur. Mevrouw Fuller ging echter onverstoord voort „Zie eens, kind, ik bekommer me gewooDlyk weinig om de eigenaardigheden der dames, die bij mij wonen ik heb geen opvoedingsinstituut, maar bij jou is dat wat anders. Kijk eens Tina zoo mag ik je immers wel noemen sympathiek of antipathiek, éen ding mag je tegenover alle dames niet vergeten, dat zij allen hard werken voor hun toekomst, voor hun be staan. De liefde voor de kunst nu ja, dat is wel heel mooi en dat mag ook wel een woordje meespreken, maar ik heb meer vertrouwen op de lui hieronder, bij Stielenburg, pension van zes mark per dag en hooger. Voor onze dames is de kunst in de eerste plaats middel om tot het doel te geraken, aan den kost te ko men." „De melkgevende koeTina lachtte bitter. „Het zal wel zoo zyn, tenminste ongeveer. Maar ik vind, dat men het moet respecteeren, wanneer een jong meisje zich een eigen bestaan zoekt te verwerven. Gemakkelyk is dat niet, dikwerf heel moeiliik I" Zij legde de band op haar kasboek. „Deze pagina's zouden er van vertellen kan nen hoe moeilyk het vaak is. Menigeen komt den eersten bij mij met stokkenden adem „Me vrouw Fuller, ik kan u vandaag niet betalen vader heeft me geen geld gezonden" of „ik heb nog geen geld voor mijn lessen ontvangen" of „dezen keer heb ik alles wat ik van huis kryg voor lessen moeten uitgeven". Menigeen gaat met groote moeite van maand tot maand misschien nog gekweld door de innerlyke ge dachte ,je verteert de laatste spaarpenningen van je moeder of je zuster" en altijd met de angst„Bereik ik wat Zal ik het ooit kunnen teruggeven Neen, neen, kind men mag niet voorbarig en hard oordeelen." (Wordt vervolgd.) Snelpersdruk, Firma A. H. van CLEEFF, Amersfoort.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1909 | | pagina 4