Donderdag 15
Juli 1909.
No. 7684.
58e Jaargang.
Stadsnieuws.
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi.
franco per post f 4.45. Advertentiën 46 regels 60 centelke regel meer 40 cent. Bij regel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, oflicieële- en onteigeninga-
advertentiën per regel 45 cent. Reclames 1—5 regels f 4.25 elke regel meer f 0.25. Groote
letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten
evenals afzonderlijke nummers 40 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseer kosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9
Poatbue 9.
Telephoon 49.
OP REIS.
Aan onze abouné's die tijdelijk elders,
binnen- dan wel buitenlands, vertoeven,
wordt op aanvrage en met duidelijke
opgave van adres, de courant eiken ver
schijndag tegen vergoeding van het
porto toegezonden.
Ook niet-geabouneerden kunnen op de
zelfde wjjze de geregelde toezending van
de „Amersfoortsche Courant" tjjdens hun
uitstedigheid zich verzekeren.
KENNISGEVINGEN.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT
Brengt te' kennis van de ingezetenen dezer Ge
meente, d U de door den Directeur van 's Rijks
directe belastingen, enz. te Utrecht executoor ver
klaarde kohieren No. 9, 9a, en 10 van de
Personeele belasting
over het dienstjaar 1909 aan den Ontvanger van
's Rijks directe belastingen alhier zgn ter ha-d gesteld
aan wien ieder verplicht is, zijnen aanslag op den
bjj de wet bepaalden voet te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaatóen
aangeplakt te Amersfoort den 13. Juli 1909f
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT
maken bekend, dat er voor personen, die be
reid zijn, boven het hun toegewezen aantal,
TEGEN VERGOEDING
aan manschappen kwartier te verleenen, gele
genheid bestaat hiervan opgaaf te doen aan den
Commissaris van inkwartiering (Kamer no. 3)
róor Zaterdag 24 Juli a. s.
Amersfoort, 13 Juli 1939.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secrretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
liet kind.
Iu zijn bekend werk „De Ellendige»"
heelt Victor Hugo eenige hoofdstukken
gewijd aan den rarijschen straatjongen.
In zyn inleiding zegt hjj„Parjjs
heeft een kind, en het bosch een vogel
de vogel heet muschhet kind heet ga
min (straatjongen).
„Vereenig deze twee denkbeelden, die
het eene een vuurhaard, het andere het
morgenrood bevatten, breng deze twee
vonken in aanraking Parijs, de kinds
heid en er ontstaat een klein wezen,
Homuncio, zou plautus zeggen.
„Dit kleine wezen is vroolyk. Hij eet
niet alle dagen, maar gaat, zoo 't hem
goeddunkt, alle avouden naar den
schouwburg.
„Hij heeft geen hemd aan het lijf,
geen schoenen aan de voeten, geen dak
boven het hootdhij is als de vogelen
des hemels, die van dat alles niets heb
ben. IIjj is tusschen de zeven en dertien
jaar, leeft in troepen, zwerft langs de
straat, woont onder den blooten hemel,
draagt een oude broek van zijn vader,
die hem op de hielen hangt, een ouden
hoed van een anderen vader, die hem
over de ooren zit, een draagband van
gele zelfkanthij loopt, ziet, vraagt, ver
slijt den tijd, rookt, vloekt als een hei
den, bezoekt de kroegen, kent de dieveu
en de dieventaal, zingt onzedelijke lied
jes, maar heeft mets kwaads in het hart.
Want zijn ziel bezit een parel: de on
schuld en paarlen worden riet opgelost
in slijk. Zoolang de raensch kind is, wil
God, dat hij onschuldig zij."
Een andere beschouwing was wel niet
te verwachten van den dichter van dat
heerlijk lied, waarvan Beets een zoo
goede vertaling gaf in zjjn „Camera
Obscura" en waarvan de eerste regel,
„Als 't kiudje binnenkomt, juicht heel
het huisgezin", van algemeene bekend
heid is geworden.
„Als 't kind verschijnt, ziedaar een
waarborg voor de vreugd", zegt de dich
ter in het zelfde lied en zoo is het.. Daar
is blijdschap en geluk in het aanschou
wen van het kind, dat zelf geluk en
vreugde is en even blijmoedig zijn zieltje
aan het leven overgeeft, als dat het
slapen gaat op moeders arm.
En reine vreugd is het, die het zien
van een kind in ons opwekt. Men ziet
het dit open voorhoofdje aan, dat er nog
nooit een blos van schaamte opgestegen
is. Op de wangen, blozend als een roos,
kan je het lezen, dat er nog nimmer
een traan van boete langs gevloten is.
De mooie, groote, vragende oogen
waarmee het zoo ernstig, met streng
kinderlijken blik om zich heen kan zien,
heeft het nog nooit behoeven neer te
slaan.
Wat is het een genot, een meisje te
bespieden, als bet speelt met haar pop;
te zien, hoe zij haar speeltuig kleedt en
ontkleedt, ouderwijst, beknort, in slaap
sust of wiegt. Dat is als de profetie van
het latere moederschap. Haar eerste kind
zal de voortzetting der laatste pop zijn.
De pop is een der dringendste beboetten
en tegelijkertijd een der bekoorlijkste in
stincten van de vrouwelijke kindsheid.
Wat een vreugd is er in het aanschou
wen van de soms wel wat woeste spelen
der vroolijke knapen, die geen vermoeid
heid kennen en luide uiting geven aan
hun innerlijk blijde-zijn met het bestaan,
waarvan zij nog zoo weinig voorgevoelen.
Wat weet een kind van den vergiftigden
adem der zoude, die straks misschien,
gelijk de wind een effen stroom beroert,
de gladde vlakte aan dat klare voorhoofdje
in rimpelen zal opjagen, den helderen
blos zal verdrinken in de tranen die hem
hebben overstroomd, de oogen zal doen
verliezen hun schitterenden glans.
Eens toch komt het oogenblik, waarop
die heerlijke onnoozelheid, die zoo teer,
zoo zacht, zoo aanminnig, zoo bevallig
is, onraeedoogend wordt vermoord.
Dat knaapje, dat daar staat aan den
schoot zijner moeder en luistert, naar
haar vertelliugen en dat meisje daar,
dat ongehoorzaam is geweest en op het
enkele gezicht van de smart barer ouders
in tranen uitbarst en snikkend om ver
geving vraagt, zullen eens misschien als
rampzaligen omdolen te midden hunner
evenmenschen.
't Is natuurlijk goed, dat wjj eens de
onnoozelheid van het kind afleggen,
maar vreeseljjk is het, als alles ons ont
valt, wat de glorie van ons kind-zijn
was. En daartegen moeten ouders en
opvoeders waken.
11die eens gebood, dat men de kin
deren niet zou verhinderen tot Hem te
komen, stelde ze den volwassenen ten
voorbeeld.
Vele volwassenen doen omgekeerd en
stellen zichzelveu ten voorbeeld aan het
kind. Zy willen kinderen groot-brengen
in plaats van ze laten opgroeien in een
klimaat van vriendelijkheid, oprechtheid,
vechtvaardigheid en edelmoedigheid. 1p
zulk een klimaat groeien zevrjjeu kuap
en schoon.
Weest waar en oprecht tegenover
kinderen. Draagt zorg, dat ze niet bang
voor u zjjn, want er ligt hoegenuamd geen
verbeterende macht in de vrees. Men
kan een kind wel zoo bang maken, dat
het, uit angst voor klappen of wat dan
ook, het een of ander zal nalaten, maar
ge kunt het niet zooveel schrik aanjagen,
dat het geen lust meer zal hebben om
het weer te doen. En daarop komt het
aan. Dan alleen kan men spreken van
verbetering.
Kinderen groeien in een klimaat van
vriendeiykheid en goedheid tot, brave
menschen op. Vry en frank moet men
met een kind omgaan, en als het iets
slechts doet, neem het in uw armen, laat
het voelen, dat uw hart tegeu het zijne
klopt, laat het weten, dat gy het harte-
lijk en innig lief hebt.
Laat do kinderen genieten van het
leven. Behandelt ze, zooals gy zelf be
handeld wilt zyn, en vergeet nimmer,
dat de lach van een kind uw dagen
heiligt.
J. A. C. N.
Provinciale Staten van Utrecht hebben
Dinsdag de Begrooting van dat gewest voor
1910 vastgesteld op f318 406.60, aan inkom
sten en uitgaven.
Zy zullen beffen e 1 f opcenten op de hoofd
som der gebouwde en der ongebouwde ei
gendommen en de Personeele belasting, voor-
nameiyk ten gevolge van de groote uitga
ven voor verpleging van armlastige krank
zinnigen.
Z. h. st. werd goedgekeurd bet voorstel
van Gedeputeerde Staten om het Reglement
op de hondenwagens niet van toepassing te.
verklaren op de kynomobielen, doch er werd
bepaald, dat deze moeten zyn voorzien van
luchtbanden, een luidkliukende bel, een rem,
enz.
Ons sigarenmakertje zal dus aan een nieuw
vehikel moeten worden geholpeD.
Omtrent eon verkiezing en tusschen stemming
en herstemming do pleegt Raad gemeenlek wat
spraakzamer to zijn dan in andere lüden. Dins
dag was dit ook hier het gevalanders «vare
de vergadering, die goedgoteld drie kwartier
duurde, nog veel eerder gesloten; immers do
agenda zelf nam slechts twintig minuien in
beslag en geen der tien punten guf discussie.
Zooals we reeds in het vorig nummer mee
deelden, werden ingebracht de in het nummer
van Zaterdag in exteoso opgenomen stukken
omtrent de Ambachtsschool.
De heer Gerritsen zeide, zich volkomen
te stellen op het standpunt van B. en \V.,dooh
zou het toch iets onmogelijks vindon als door
een soort „Kechthaberci" de eoliool zou lijden.
Moest men het overdoen dan vertrouwt spr. dat
mondeling overleg zou worden geploegd. De
brief van B. en W. van 7 Juli zit heel goed in
elkaar on gelukkig is daurop geen antwoord
gekomen van hel. Bestuur der Ambachtsschool
en spr. hoopt, dat dit Bestuur thans zul vragen
om een onderhoud mot B. en W. Ik meen na-
mens den geheelen Raad te spreken, vervolgt
spr., indien ik den wensch uit, dat het ver
dienstelijk Bestuur der Ambachtsschool zich
versta met B. en VV. en daardoor die school
geen schade lijde.
De heer P I - m p: Ook ran spijt het gebeurde.
Ik kan my voorstellen, dat net versoek van
B. en W., om de Rekening en verantwoording
met de bijboboorendo stukken in bet Stadhuis te
kunnen raadplegen, ietwat vreemd look aan hot
Bestuur der school. Ik hen met den heer Ger
ritsen ontzettend blij, dat B. on VV. hun oor-
spronkelyk schrijven wat hobbon aangevuld.
Inderduad zijn er van lieverlede heel veel
lichamen gekomen die subsidie van de Gemeente
genieten en uil hoofde daarvan hun Rekening
en verantwoording tor goedkeuring moeten
inzenden dan dat B. en VV. hen ullo kun gaan
bezoeken. M. i. is het Studhuis do plaats waar
het onderzoek behoort te geschieden.
Ik vlei mij, dat de zaak nog in der minne
zal worden gesohikt en heb in verband daarmee
de eer een raotio in te dienen (in haar geheel
opgenomen in het vorige nummer).
De heer J o r 1 s s e n Ik wil die motie gaarne
eteunen.
De motie wordt hierop aangenomen met
algemeenen stemmen.
Nog was ingekomen een adree van D. Bosch en
anderen, houdende verzoek tol het daarstellen
van een overdekte inrichting voor het tellen en
verpakken van eHren.
De Voorzitter stelt voor het adres te
(tajvmeeren ter Secretarie ter inzage voor de
Dn heer O o s t e r v e e nDit is e«n zaak van
hoog belang. Kunnen B. en W. niet dienen van
advies
De Voorzitter: B. en W. gaven omtrent
de marktverbctering reeds een uitvoerig advies.
Z|j bleven ziob diligent verklaren. Ik meen,
dnt het niet noodig is, een nieuw advies te
geven.
1 >e heer Oosterveen: Dat ie alles wel
waar. doch op die wijze gaan er jaren mee heen
eer do verbetering komt, die toch zoo dringend
noodig is. De handel ln eieren is hier van zeer
groote beteekenis. In 1908 worden er ruim drie
raillioen aangevoerd. Ik meen, dat het nuttig
is, dat de Raad dezo zaak eens goed onder de
oogen ziet.
De Voorzitter: B. en W. hebben in hun
advies over het markrupport verklaard, er op
te zullen letten of do markplaatsen dienen
verbeterd te worden. Zy kunnen thans geen
nadere toezegging doen. Een nader advies zal
niet veel baten.
De heer Oosterveea: Ik vertrouw ten
volle, dat B. en W. zeker geneigd zijn, hierop
te letten doch daarmee schiet de taak niet
hard op.
Do heer Gerritsen: Ik ga niet mee met
het denkbeeld van den Burgemeester. Het geldt
hier een klein onderdeel van het marktwezen
en daarom zou ik wilier steunen het verzoek
van den heer Oosterveen om alsnog prie-ad vies
uit te brongen. Er sullen niet zooveel kosten
mee gemoeid zijn.
Do V oorzitter: Pardon, het is goen klein
ondordeel en hot is nogal kostbaar.
Do Secretaris leest het request.
Do heer J or iss e n Veol open terrein is
daarvoor niet noodig; ik donk aun do Appel
markt en het perceel dat daar juist in amotie
is, al wil ik dit nog niet zoo bepaald daarvoor
aanwijzen, en hoe een eenvoudige kap op oen
paar kolommetjes al zeer voldoende sou
zijn.
De hoor Veis H e y nDan zou men de
eiermarkt moeten verplaatsen van den Hof en
dit is zeer bezwarend boter en oieren zijn éen
artikel.
Do heer Plomp: MHns inziens is het 't best
te volgen het voorstel van B. en VV. We zyn
hot er allen over eens, dat wc wel willen-Steeds
zijn we afgestuit op de moeilijkheid, een ge
schikte oplossing te vinden zonder dat dit de
financieels kracht der Gemeente te boven gaal.
Wy uilen zijn overtuigd van den goeden wil
van B. en VV. en daarom mag op hen geen
soort pressie worden uitgeoefend.
Do heer O os to rv rent ik heb vooral na
het marktrapport den indruk gekregen, dat B.
en W., die spraken van een eiermijn en een
botermyn, moenden, dnt verbetering der eier
markt niet zoo noodig zou z(jn. Dat is teer
noodig.
B. en W. herhalen wei, dat zy diligent blij
ven, doch de zaak blijft zóu zoolang hangen. Nu
ook uit den Raad stemmen opgaan tot verbete
ring dor eiermarktplaats meen ik het gewenscht,
niet andermaal te langon tyd te laten voorby-
gann.
Do heer Van Duinen: Ik sluit mfj vol
komen aan bij hot door den heer Oosterveeu
gesprokene. Overhaasting zou al heel verkeerd
zijn, doch ik zou wenschen, dat ieder Rardslid
op drukke tyden zich eens persoonlijk ging
overtuigen van don toestand, die werkelijk ver
anderd, maar bovenal verbeterd moet worden.
Dat is dringend noodig.
Ik slnit iny aan bij hel
W. deze zaak niet alleen in gedachten zullen
verzoek, dat B. en
houden, maar óok die gedachten binnen niet
te langen tüd zullen omzetten in oen plan.
De neer Van Kalken: De msiktplaatson
zijn hier alle hoogst rimitief mua vooral do
toestand voor do verkoopers en de opknopen dor
eieren is onhoudbaar en kan niet zoo voortdu
ren.
Bh do voorlaatste Begrooting deed ik aan de
hand het plaatsen van teilen op ijzeren palen,
die na de markt konden weggenomen.