FirmaA.J.vanderSteur
-ZEIST
Graat U naar buiten,
ZEIST
BETONIJZER
Specialiteit in AMAZONES.
DE HUISHOUDGIDS
BRANDEWIJN
Slijterij „HET KAPELHUIS"
FLEHITE
48 Groote Houtstraat
HAARLEM,
48
Stoomwasscherij W. G. BURGER,
GHQUTE
YÜUHHAAD
Feuilleton.
Gouden ketenen.
Gouden Medaille, Gent 1908.
Onder Redactie van mejuffrouw N. CAR10T, Leerares in Koken en Voedingsleer,
te ZWOLLE.
Dit tijdschrift verschijnt eiken Zaterdag.
Proefnummers gratis en franco verkrijgbaar bij iederen Boekhandelaar en
aan het Bureau van de »DE HUISHOUDGIDS":
Burgstraat 65, UTRECHT
REISBELASTING.
Er zijn onder de minvermogenden velen
voor wie een verblijf van eenige weken in
de buitenlucht tot herstel van gezondheid
een onschatbare weldaad zou zün. Evenals
vorige jaren richt daarom onze Vereeoiging
aan allen, die voor gezondheid of voor ge
noegen op reis of naar buiten gaan het drin
gend verzoek, haar van hun reisgeld éen
Gulden of meer te willen aistaan, ten einde
aan minder bevoorrechten en daaronder
in de eerste plaats aan kostwinners dit
voor hen zoo gewenschte geneesmiddel te
kunnen bezorgen. Ten vorigen jare werden
op deze wjjze 416 personen, waaronder 3 uit
Amerstoort, geholpen en reeds hebben velen
zich ook dit jaar weer aangemeld. Iedere
•ift, onder motto „Reisbelasting", wordt
lankbaar aangenomen en in het Jaarverslag
verantwoord.
Mej. D. A. SIDDRÊ,
Muurhuizen 91.
Mevr. GRONEMANDoornbos,
Utrechtscheweg 10,
Mevr. baronesse Van ITTERSUM—
Stroeve
Plantsoen 6.
Mevr. RUYSCH LEHMAN DE LEHNS-
FELD—Van Lauscbot Hubrecbt.
Soesterweg 1.
Mevr. KNOPPERS—Van Eijbergen,
Weverssingel 7.
Amersfoort, 1909.
voor den INMAAK
ingang Lieve Vrouwe-kerkhof.
Oudheid kiin<f Iff rausuiim Is
tlagelijks Ie bezicliiiffeii
voor met-leden a IO cent.
Kosteloos des Dinsdags van 10 tot 2
en van IV2 tot 8 uur.
vergeet dan niet, ook nog een bus
M A G GIs Bouillon- Blokjes
met de Kruisster
mede te nemen.
De blokjes behoeven slechts met kokend water overgoten te worden en
men verkrijgt oogenblikkelyk een heerlijk vleeschnat, dat zoowel dienen kan
om te koken (bij de bereiding van soepen, sausen, ragouts, peulvruchten,
groenten, enz.) als om te drinken (bouillon puur of met ei).
Prys per blokje cent.
Telefoon Intercommunaal 477.
- ZEIST.
AMEKIKAANSCH SYSTEEM.
Wassehen geheel opgemaakt of droog toegeslagen
GOEDE BEHANDELING. BILLIJKE PRIJZEN
De goederen worden te Amersfoort 's Woensdags franco gehaald en gebracht.
PROSPECTUS wordt op aanvrage franco toegezonden.
Geopend op
werkdagen
SPECIALE TENTOONSTELLINGEN
Kasplanten: 25 28 Augustus; Algesneden rozen:
1 3 September; Bloemwerken: 79 September;
Snijbloemen 1011 September Groenten en Ooft
14—16 September.
Groote tuinbouwtentoonstelling
25 Aug. -16 Sept 1909
bij de
N. V. DE NEDERLANDSCHE STAAL INDUSTRIE,
voorheen. 2=1. 22. O V Z17 G Jr.
Kantoren- - -
IJzcriuaguzijiic
GELDERSCHEKADE 81—33 (Plan C),
BINNENHAVEN (Feljenoord),
ROTTERDAM.
84.)
„Ruth, kom eens hier by me zitten en luister
eens goed ik heb je wat ernstigs te zeggen."
Zij keek hem aan, een beetje geschrokken,
een beetje bang;, maar zij stond op en kwam bij
hem zitten.
„Ruth"dadelijk stokte zijn stem. Het viel
hem te zwaar. „Ruth, ik ben besloten mijn ont
slag te nemen".
Zij sprong op, liep jubelend en in de handen
klappend om de latei heen, sloeg beide urmeD
om zijn hals en kuste hem, zonder dat bij zich
verroeren kan, telkenB en telkens weer. „O, dear,
lieveling, o, eenig> HansJ.j beste, lieve Hans
Hij moest zich geweld aandoen, haar niet van
zich to stootenhij kon op dit oogenblik huur
lievigheden, haar blanke armen, die hem om
strengeld hielden, haar volle warme lippen, de
geur van heur haar niet uitstaan.
Eindelijk gelukte het hem, zich vrij te maken.
Het was niet gemakkelijk, want die zachte,
blanke armen bezaten een bijna mannelijke
klacht. Zij hielden vast, wat zij eenmaal bud-
den vaBt als in boeien inderdaad als in boeien I
Hij zette jaar op een stoel neer.
„Maar Hans", stamelde zy en weer keek zij
hem schuw aan. „Waarom"...
Zijn borst ging op en neer. Hij moest zich
geweld aandoen om kalm te blijven.
„Ruth", zcide zij eiudelyk „begryp jt dan
heelemaul niet wal het iB voor een man. een
eervolle, g'liefde betrekking op te geven?"
„Maar Hans, je bent nu toch indelijk van
dien naren vervelende dienst vry. Nu kan je
altyd by me blijven. Haar moet ik toch blij
over wezen. En jy toch 6ok eindelijk ben je
dan vry man I"
Neen, het gaf nietB, met haar verder te pra
ten :t Gaf niets haar verwijten te doen. 't
Haalde niets uit, ook maar te probeeren, haar
aan het verstand te brengen, wat hem tot zijn
besluit aanleiding bad gegeven. Zij was een
kind, maar een kind, dat zich niet meer liet
opvoeden. Rijp zou ze nooit worden; nooit een
denkend menscb, een levensgezellin. En de jaren
zouden komen en zouden guan en altijd zou auu
zijn zijde dit domme kind zijn, met al haar
pretenties van mooie vrouw, wellicht na verloop
van tijd met hebbelijkheden, eigenzinnigheden,
grillen en luimen.
Het wulgde hem. Hy ging een paar maal
door de kamer op en neer, dronk nog een glus
ijswater, bleef een minuut aan het venster staan.
Altijd, hij wist het, volgden hem haar groote
smachtende oogen.
„Waaroui ben je eigenlijk zoo boos, Hans?
Ik heb je toch niets gedaan, ik heb je toch
innig lief".
„Neen, je hebt niets gedaan, heelemaal niets".
Hij was zichzelf meester geworden, keerde
zich om en zette zich tegenover haar aan tafel.
Maar hij vetmeed het, haar aan te- zien dat
kon hij niet.
„Ruth, nu we toch bij eikaar zijn, kunnen
we er tevens over spreken, hoe we ons leven
zullen inrichten, wanneer ik vrij man ben.
Ik wil misschien begrijp je dat althans
de eerste maanden niet hier blijven".
„O I we gaan op reis, Hans Heerlijk I Naar
Parijs en dau naar de Riviera I"
Het klonk als een jubelkreet.
„Jawel, dat ducht ik ook". Hij zuchtte onwil
lekeurig. „Maar in het voorjaar ga ik beslist
naar Viel berg. Ik heb daar allerlei plannen".
„Zeker Hans. Dan is Ellinor op Gluring. En
we inviteeren veel mcnschen. Daar verheug ik
ine nu al op. En in den zomer gaan we naar
Biarritz of naar Oostende".
„We zullen maar niet zoo lang van te voren
plannen makende hoofdzaak, is dat we over
den eersten tijd praten. Reken er uiaar op, dat
we over acht dagen op reis gaan".
Plotseling schoot baar een ander idéé door
het hoold. Zij liet de onderlip hangen en zeide
„Ja maar Hans, de feesten aan het Hof ;die
wil ik niet laten loopen".
Hij was tot nu toe kalm gebleven, maar nu
werd het hem te machtig. Hij sprong en sloeg
met de vuist op tafel„Zoo, wil je Dat n
prachtig 1" Plij lachte.
Zij was wei een bee je geschrokken, maar
zeide toch: „Maar Hans, dunk eens aan mijn
fraaie toiletten, een robe van parelgrijs met
kanten
Hij lachte nog altijd, honend. „Ja mijn schaapje
zoo noemde Pa je immers graag dat
zal je toch wel missen moeten."
„Maar ik Wil, Hans, en ik vind, dat je heui
vreemd tegen me doel."
„Vindt je? Ja Ruth, ik viud 6ek veel zeer
merkwaardig. Bijvoorbeeld, dat men aau het
Hof"
Hij voltooide den zin niet. Wat kwam 't er
op aan, haar te zeggen, dut zy ue steen (les aan
stoots was? Het maakte de toekomst maar
moeilijker. Inzicht en zelfkennis kon hij haar
toch niet ingieten. Dus zwygen maar
„Je zult te Parijs gelegeuneid genoeg hebben,
je mooie toiletten te doen bewonderen, Ruth."
Maar zij hiold vol„lk zou toch liever
Hun blikken ontmoetten elkaar en zij moest
in de zijnen wel iets bemerken van de gedach
ten, die hem bezielden. Zij zweeg. En bij zeide
„Ga naat bed 't is laat; ik kom dadelijk."
Zij keek hem nog altijd vragend aan, ulsof
zy er iets van begon te begrijpen, muar zij stond
op, ging naar d.e deur, drauide zich nog eenmaal
om en zeide: „Wanneer ik Vorstin Woldegg
was, zouden we wel gaan. Je moet me niet voor
zóo dom houden."
Hij wilde haar nayelen, wilde de deur openruk
ken en haar naroepen„Ja juist, wanneer jij
Ellinor was"; maar hij bleef staan. Waartoe?
Het verstandigste bleef voor hem altijd maar
zwijgen, zwijgen. En toen ging hij zaten, rekte
zich uil en zeide: „Zwijgen en handelen".
Hans hud den volgenden ochtend drie bezoe
ken at' te leggen, due mededeenugeii te doen,
die hem alle drie moeilijk vielen. Hij ging eerst
naar den kolonel, met zijn outslaga.uivrage in
den zak. De kolouel was verbaasd en gescurok
ken. iiy had het niet voor mogslija geuoudeu,
dat Hageinz het gesprek van gisteren zóo ern
stig zou üebbeu opgenomen; ny netreurde -lat
teu zeerste en bepiuel'de heui op ziju besluit
terug te duuii koineu. -Maar Hans uieef bij zyu
voornemen. Hij zeide echter rouduit, dat do
nieuedoeling vuu dun kolouei Bleonts den laat
st en stoot gegeven had iu deze Ueslissmg, die
vroeg of laat tóch zou gekomen zijnhy witde
op zijn landgoed guuii wonen en zicu daar een
nieuwen wukkriug scheppen.
Toen hij ging, was hy smartelijk aangedaan
en kolonel Vou ilagar met minder. „Je zuil ook
in de toekomst als rest-re-olticier ny ons blij
ven, Hageinz, uoop ik. Bewaar een aangename
herinnering aau je oude regiment; wy zuilen
je niet vergeten, lk weuseti van harte, dat j*
oesluit ju tot zegen moge worden".
Toon ging hy auur ue Wotdegg's. Hij vond
beu uau aeu lunch. Up een vrugeuduu blik
vun Hans zond Peter ue bedienden du kamer
uit; zy z.gun wel, dat hij neu cell ernstige mede-
deenng te doen had.
Bijna uiigeluotlyk kalm namen zij deze op.
Ziju motieven nenoel'de bij neu niet toe ie ver
trouwen zij locu hadden de geheele geschie
denis mee doorleefd. Peter vroeg alleen„llob
-.je 't goed overwogen, Hageinz?" Ellinor zag
dein met haur groote, verstundige oogen mede-
j lijdend aan en naar handdruk was als een
bioumie bede: „Beschouw mij niet al» do eenige
bewerkster van je ongeluk". Toen hy opstond
om weg te gaan, bracht Peter dein tot in de
corridor en zeide „Arme kerel. Dal hen je
nu van je gouden ketenen. Maar jij bent
althans een besluit genomen. En ik
ellendig."
(Wordt vervolgd.)
Snelpersdruk, Firma A. H. van CLEEFF, Amersfoort.