Zaterdag 4 September 1909. No. 7709. 58e Jaargang. Beleefd verzoek terugkeer FIRMA A H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ1. franco per post f 1/15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij regel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, oflicieële- en onteigenings- ad verten tien per regel 15 cent. Reclames 15 regels 1.25 elke regel meer f 0.25. Groote lettere naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KOHTEGRACHT9 slbusO. Telephoon 19 aan hen, die uitstcdig waren en zich de „Amerfoortsche Courant" lieten nazenden, oii9 bericht te geven van hun opdat de courant weder ge regeld te hunnen huize kan worden bezorgd. KENNISGEVINGEN. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, Gezien artikel 41 der Gemeentewet, brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de Riad dezer Gemeente zal vergaderen op DINSDAG den 7 September amati-ande, dei namiddags te l'/i ure. Amersfoort, 2 September 1909. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. Stremming der vaart. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT brengen tor kennis van belanghebbenden, dat in verband met te houden militaire oefeningen, op 17 September 1909 door een pontonafdeeling der 4de divisie een brug in do rivier de Eem geslagen zal worden ter hoogte van de molens ten Oosten van Baarn en dat dientengevolge de vaart op de rivier de Eem op dien dag van des morgens 9 uur tot des namiddags 3 uur zal gestremd zijn. Amersfoort, Augustus 1909. Burgemeester en Wethoude voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris, J. G. STENFERT KROESE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente AMERSFOORT brengen ter algeineene kennis, dat bij hun besluit vuil heden, ingevoige art. 8 der Hinder wet, aan de Naamlooze Vennootschap Farbwerk xAmersfoort", gevestigd alhier, vergunning is verleend tot de oprichting van eene inrichting ter bereiding van chemische producten uit verschillende grondstoffen en in verhand daar mede het gebruik en de bewaving van gedena- tureerden spiritus tot eene hoeveelheid van 10000 Liter in eens. in het perceel Kleine Koppel, wijk C, kadastraal bekend Gemeente Amersfoort, sectie D. nos. 16301631, onder voorwaarde a. dat het lokaal, waar volgens de beschrij ving met spiritus gewerkt wordt, nimmer met vuur, licht of eenig brandend voorwerp, hoe of wat dit ook zij, mag worden betreden; b. dat het onder a bedoelde lokaal van een naar het oordeel van Burgemeester en Wethou ders voldoend grooten luchtkoker wordt voor zien c. dat de spiritus, welke een hoeveelheid van 10 000 Liter nimmer te boven mag gaan, wordt opgeslagen in eene naar het oordeel van Burge meester en Wethouders goed geventileerde, van steen of beton geconstrueerde bergplaats, welke afgedekt wordt door middel van ijzeren platen, welke zoodanig bevestigd zijn, dat zij slechts voor opwaaien beveiligd zijn en dat deze bergplaats nimmer met vuur, licht of eenig brandend voorwerp, hoe of wat dit ook zij, mag worden betreden. Amersfoort, 2 September 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. De Seoretaris, J. G. STENFERT KROESE. BURGEMEESTER <-n WETHOUDERS der Gemeente AMERSFOORT brengen ter algemeene kennis, dat bij hun besluit van heden, ingevolge art. 8 der Hinder wet, aan GEBROEDERS SMIT, wonende al hier, vergunning is verleend tot de oprichting van een schoenfabriek, gedreven door een gas motor van 25 P.K., in het perceel Lavendel- straat, wijk F. Nos. 7—9, kadastraal bekend Gemeente Amersfoort, Sectie E. No. 4655, onder voorwaarde dat a. de vloeren van de generator- en machine kamer geheel van steen zijn; 1). de generator wordt geplaatst in een afge scheiden ruimte, welke voldoende geventileerd is en rondom ingei-nlen door steenen wanden c. de deur van de generator-kauier naar de machine-kamer brandvrij is; d. de generator, gasmotor en dynamo worden geplaatst op afzonderlijke, op den vasten bodem aangelegde fundeeringen, uitgevoerd in metsel werk of beton, rondom minstenB 10 c.M. vrij te houden van de fundamenten der opgaande e. de verdere machines en werktuigen even eens geplaatst worden op geheel van de opgaan de muren met hunne fundamenten viijiiggende van metselwerk of beton opgetrokken fundeerin gen, welke zoodanig zijn uitgevoerd, dat hinder lijke trillingen en schokken worden voorkomen; f. de afvoerpijp voor d>. .gewerkte gassen van den motor van voldoende wijdte is, geen korte bochten heeft en geleid wordt door een knalpot van voldoende afmetingen, zoodat de afvoer der gassen zonder hinderlijk geraas plaats heeft g. de onder f genoemde afvoerpijp gebracht wordt tot eene hoogte van minstens 1.50 M. boven den nok van de hekapping der inrichting en van het boveneinde afgemeten over een lengte van 1.50 M. geleidelijk en zoodanig opengespleten wordt, dat het bovenvlak eene breedte verkrijgt van minstens 15 c.M. en voorts, dat dit opengespleten boveneind naar het Noor den is gekeerd h. de schoorsteen voor den afvoer van rook van den generator wordt geleid tot een hoogte van minstens 2 M. boven den nok van de be kapping der inrichting. Amersfoort, 2 September 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, J. G. STENFERT KROESE. Wat ik zou doen als ik dochters had. De dienstboden-nood, die een nauw ver bind houdt met de vrouwen-questie, waaruit zij min of meer voortkwam, kan men gerust zeggen, heeft de pennen ia beweging ge bracht, eerst van den heer Servaas van Rooyen, die ons toeroept: «Maakt U los van de dienstboden en helpt U zeiven", toen van den heer Van de Kamer, die in hooger loon een verbetering ziet, zooal geen uil komst, eindelijk van mevrouw Ada, wier betoog meer is een aanklacht tegen verdor venheid der zich opschikkende en onredelijke eischen stellende hedendaagsche-dienstboden dan een aanwijzing aan de meesteressen, hoe den toestand te verbeteren. Wel, met meneer Servaas van Rooyen ga ik mee, als hij zegt: «helpt U zelveu" niet als hij daaronder verstaat: «goede werkvrouwen en oppassers" aanschaffen. Want, waar vindt hij die? Misschien dat hg, eea oud-Hagenaar, nog als witte raaf zoo'u gedienstige, ouderwetscbe werkvrouw bezit, evenzeer als wij een witte raaf aan onze Marie hebben, eu een derde misschien zich verheugt in een bij uitstek geschikten oppasser. Met witte raven echter, met uit zon lei ingen, kan men niet rekening houden als algemeene gevallen. In het algemeen genomen, zijn goede werkvrouwen minstens even moeilijk te vinden als goede dienstbo den, z jn hedeudaagsche oppasseis zeker even ingebeeld-veeleischend als hedendaag- sche dienstmeisjes. Ik kan er U van een vertellen, die te „voornanra" was om het eten dut hem eiken avond voor zijn zieke arme zuster, bij wie hij inwoonde, werd mee gegeven, over de straat'te dragen; van een ander, die zijn dienst verliet, omdat zijn „fatsoen" niet toeliet, een rood-gestreept jasje eu een pet te dragenvan een derde, die weigerde met een naar zijn zin te groot Cet~emr- '■e£ postpakket te loopen, en een uitstekende betrekking, waarin hij twaalf jaren lang was werkzaam geweest, op dieu grond roekeloos opzegdeenzoovoort, enzoovoort. Meneer Van de Kamer, met zijn «hooger loon", lijkt mij nog verder van den rechten weg af, want, eensdeels zou die raad alleen uitvoerbaar zijn als de tractementen, de in komsten, gelijken tred hielden met die plot selinge grootere uitgave voor onbemiddelde gezinnen, anderdeels zou men over weinige jaren voor precies de zelfde moeilijkheid staan; immers de dames-meiden zouden steeds nog méér geld verlangen, steeds nog minder willen uitvoeren, nog méér tyd noo- dig hebben óok voor eigen genoegens, voor het pronken bijvoorbeeld met de voor hel hoogere loon aangeschafte hoeden en japon nen. Zie maar naar Engeland en Amerika om de waarheid van dit mijn beweren te erkennen; nergens krijgen de dienstmeisjes een zóo hoog salaris als daar in Ame rika is het bijna gelijk aan een hoog-amb- tenaars-inkomeu bij ons en toch is ook daar 't gebrek aan goede dieustboden over groot, een ware questie van den d ig, waar over elke huisvrouw jammerend met de banden in het haar zit. En mevrouw Ada is alleen negatief in haar gerechten toorn tegen de onredelijke meiden, in haar ra.i. minder gerechte ont kenning van de schuld, die de dames-zeil hebben aan deze onredelijkheidmaar een middel tot verbetering aangeven, zóo ver gaat zij niet. Het is verkeerd, zoo zegt zij maar daarbij blijft het bij haar. Wel als ik dochters had, dan voedde ik ze op, kort en bondig, tot mijne en daar door tot haar eigen dienstboden I Dat klinkt in de ooren van de hedendaag- sche „ontwikkelde" (of wat daarvoor wil doorgaan) dam es-schare, vrouwelijke studen ten, enz., misschien heel „vernederend"maar ik voor mij kan met den besten wil ter we reld niet inzien, dat het kunnen bereiden van een lekker-gekookt maal, het weten te beredderen van een huishouden, het de kunst verstaan van een wasch helder en zaakkun dig „doen" en strijken, bet keurig verstellen van ondergoed dat de wetenschap van deze en aanverwante dingen, die moeten ge daan worden, zooveel minderwaardig is dan, laat ons bijvoorbeeld zeggen, het postwissels- afschrijven en aangeteekende brieven ver zenden. het telegrafeeren, het kokselen van medicijnen, het inpompen jaar in jaar uit van de zelfde lessen op de zelfde lagere scholen aan kinderen, dan, in éen woord, hetgeen behoort tot net dagelijksch werk van de post-beambte, de apothekeres, de onderwijzeres om eenige veelvoorko mende (en niet de minst prettige nog) vrou welijke vakken te noemen. Waarom echter is men er toe gekomen, juist op al die h u i s e 1 ij k e bezigheden zoo laag neer te zienwaarom bedankt de dochter ervoor, haar moeder daarin bij te staan Omdat men niet er aan heeft gedacht, juist déze zoo noodzakelijke hulpinhet huishouden behoorlijk te beta len aan de dochter evengoed als aan de meid. Een zoon, die in vaders zaak wordt opgenomen, ontvangt, van den tijd dat hij meewerkt, behoorlijk een salaris; een dochter daarentegen, van wie van den vroegen morgen tot den laten avond wordt geëischt mede te arbeiden ten hehoeve van vader, moeder, broers en zusjes, wordt niet alleen voor die inspannende taak niet be taald, maar zelfs van een beleefd »dank je" is maar zelden sprake, vooral zijdens de broers. Doet zij het werk naar den zin der laalsten niet goed geuoeg, dan hebben zij nog op-en-aan-merkingen óok. En, als er nog getrouwde broers en zusters bijkomen, en de kleine neefjes en nichtjes bij de groot ouders een extra potje kunnen breken, wie is dan beklagenswaardiger dan de onge trouwde dochter thuis, de duivels-toejager- tante, goed genoeg om voor alles te moeten zorgen, op alles te moeten passen, oud-wor dend van het loopen in dit dienstmeiden gareel eu die met-dat-al niet eenmaal in huis inneemt de plaats, de rechten, van zul* een betaalde, en op gezette tijden vrij-af hebbende gehuurde dtenstmeii! Zie, ik heb me aliijd heel goed kunnen begrijpen, dat een jong meisje daarvoor be dankt, dat zy, liever dan aldus haar jeugd te verspillen, met de zekerheid óok nog, in dien haar ouders onbemiddeld zijn, eenmaal geheel broo.ieloos te zullen achterblijven, afhankelijk van de wisselvallige familiege nade, bijtijds zich africht op een of ander vak, waardoor zij baar eigen meesteres is, cn, boe bescheiden dan ook, in haar eigen onderhoud kan voorzien. Maar, gesteld zij ontving een geregeld maand-honorarium van haar ouders voor de thuis te verrichten huishoudelijke diensten, een honorarium ge lijkstaande met wat zij nu, bijvoorbeeld als apothekeres of onderwijzeres, verdient, ge looft gij niet met mij, dat menigeen barer dan zou prefereeren die huiielijke bezighe den boven haar minstens even eentonig vak vau juffrouw op een kantoor, of bij de pos terijen, of wat ook? Wat óok drijft zoo menig meisje het huis uit: het een taak willen hebben, de behoefte aan het zich nuttig kunnen maken! Welnu, als zoo een thuis de dienstboden-questie oploste, door de dienstbode te vervangen' als men haar daarvoor beloonde met een welverdiend salaris, zou zij niet veel nutti ger zich gaan gevoelen,dan wanneer zij, zoo als nu zoo veelvuldig bet geval is, op de kindertjes mag passen van vriendinnen, of recepjes mag kopieeren op kostelooze spreek uren of verbanden mag vasthouden, of zelfs het brengt tot «secretaresse", of «assistente", of iets dergelijks gewichtigs? «Ongebruikte krachten" er wordt zooveel over geredeneerd welnu, g e- bruik haar dan, de vrouwelijke, jonge krachten, die in uw eigen huis om U zijn, gebruik haar, maar... beloon haar ook. Daar zit 'm de questie. Tot hiertoe hebben de ouders de volwassen dochters afgebeuld, zonder haar daarvoor zelfs het bescheidendste loon aan te biedende zoons gingen de wereld in, kregen zakgeld, amuseerden zich, zonden de vuile wasch en do kapotte klee- ren naar hui3, en de zusters waren net goed genoeg om die te beredderen en te herstel len en om een standje te krygen van de heeren, als ze het met goed en gauw ge noeg deden, en om het gemeste kalf te helpen slachten als de broers uit de v.erte eens genadig overkwamen. Maar haar voor al dien arbeid behoorlijk beloonen geen sprake van! Waarom, vraag ik, hierin geen verande ring, geen afdoende verbetering gebracht door een regel, volgens welke het meisje, dat thuis meehelpt in het huishouden, even goed eu minstens even hoog wordt betaald

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1909 | | pagina 1