Dinsdag 14 September 1909. BLOOKERS No. 7713. 58e Jaargang FIRMA A H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden/i. franco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij regel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, ollicieële- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25 elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU KORTEGRACHT9 stbus 9. Telephoon 19 Wie zich met 1 October doet inschrijven als abonne op de Amers- foortsche Conrant ont vangt tot dien datum verschijnende nummers KOSTELOOS. KENNISGEVINGEN. Stremming dor vaart. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT brengen ter kennis van belanghebbenden, dat in verband met te bouden militaire oefeningen, op 17 September 1909 door een pontonafdeeling der 4de divisie een brug in de rivier de Eem geslagen zal worden ter hoogte van de molens ten Oosten van Baarn en dat dientengevolge de vaart op de rivier de Eem op dien dag van des morgens 9 uur tot des namiddags 3 uur zal gestremd zijn. Amersfoort, Augustus 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WULJTIERS. De Secretaris, J. G. STENFERT KROESE. De BURGEMEESTER der Gemeente AMERS FOORT brengt, ter voldoening aan de aanschrijving van den Commissaris der Koningin in de provincie Utrecht d. d. 8 September 1£09. '4e afdeeling, No. 4787/3252, ter kennis van belanghebbenden, dat in dè Gemeente Ruwiel een geval van VLEKZIEKTE bij varkens is voorgekomen. Amersfoort, 11 September 1909. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. Nogmaals de eind-examens aan Hoogero Burgerscholen met vijfjarigen cursus. Dr. B. C. Goudsmit, lange jaren leeraar en tot voor kort Directeur dor Hoogere Bur gerschool te Zutlen, verklaart in „De Vaca ture'', dat bij mei groote instemming de verschijning begroette der brochure van den heer K. ten Bruggencate, Inspecteur van het Middelbaar onuerwys te 's Graveuhage, getiteld „De eind-examens aan Hoogere Bur gerscholen een woord aan ouders, opvoeders en wetgevers", waarin de zeker wel deskun dige schrijver een aanval doet op een instel ling, die volgens dr. Goudsmit door zoovelen, en niet bet minst door het leer- aarspersoneel der Hoogere Burgerscholen als de hoeksteen van dat ouderwijs wordt be schouwd. In die brochure begint de schrijver reeds dadelyk met stelling te nemen tegen de examens in het algemeen, zoo zy niet ten doel hebben, recht te geven op een plaats in de maatschappelijke of de wetenschappe lijke wereld. Hij noemt alle examens een kwaad, al mogen zij een noodzakelijk kwaad zijn. Bij een examen worden, en dit kan niet anders, de zedelijke eigenschappen verwaar loosdijver, toewijding, liefde voor de waar heid, eerbiediging van het rechtsgevoel zijn duizendmaal meer waard dut:, alle zooge naamde geleerdheid. Alleen de vóórmannen in elk vak moeten zeer bekwaam zijn,omdat vau hen de stuwende kracht moet uitgaan de overigen, die de bevelen hebben op te volgeD, zijn des te meer waard naarmate zy uitmunten in nauwgezette en voortdu rende plichtsbetrachting. De cultuur, die naast de geestelijke eigenschappen ook die van het gemoed omvat, komt bij examens bijna nooit tot haar recht. Is dus elk examen een kwaad dan moet het afgeschaft worden, overal waar het niet noo ig is, en dankbaar erkent de schrijver, dat men dit tegenwoordig bijna algemeen gaat inzien bij de toelatings- en de over- gangs-examens voor Gymnasia en Hoogere Burgerscholen. Nu men op zoovele plaatsen de toelatlogs-examens voor de Hoogere Bur gerscholen heeft afgeschaft of tot een for maliteit heeft gemaakt (voor de Gymnasia gebiedt de wet het aluemen van dit examen) vraagt men zich af hoe het mogelijk is, dat het zoo 1 mg geduurd heeft eer men tot de voor de hand liggende conclusie is gekomen, dat de onderwijzers, die eenige jaren den leerling hebben gadegeslagen in zijn dage- hjksch werk, beter in staat zijn tebeoordee- len of hij geschikt is het Middelbaar ouder wijs te volgen dan vreemde examinatoren, die meestal ten getale van vijf de twaalfja rige slachtoffers trachten leeg te pompen. Men onderschatte niet de psychische factoren, die invloed oefenen op het examen dei- jeugdige candidaten en vooral niet den schadelijken invloed op het zenuwleven, waarvan eenige dagen lang zooveel wordt gevergd. Het feit, dat er nog Hoofden van scholen zijn, die de voorkeur geven aan een toela- tings-examen boven toelating op oen rapport van het onderwijzend personnel, verklaart de heer Ten Bruggencate uit het gevolg van gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel, samenhangend met vroegere verhoudingen, oude toestanden, toen de onderwijzer zede lijk zoowel als financieel zijn meerderen naai de oogen moest zien. De schrijver der brochure schetst vervol gens het schoolleven in de vijfde klasse der Hoogere Burgerschool met zijn na de Kerstvacantie zoo onrustig wordendonderwys, want dan moet »het programma" worden afgewerkt. Voorts wordt gesproken over de zwakheden der examinatoren, die bij het examen de hiaten iu het onderwijs aan andere scholen, dan waaraan zij verbonden zijn, willen doen uitkomen en daarvan de leerlingen dupö worden. Scherp veroordeelt de schrijver de cyferknechterij, die soms bij de beoordeelmg van het examen heerscht. Dr. Goudsmit geeft daarvan zelf een voorbeeld en schrijft. »lk heb een geval bijgewoond als dooi den schrijver is besproken, waar een candi- daat werd afgewezen omdat bij in twee groepen het cijfer 47/s had gekregen (het kan ook zij a in éan groep 44/5). Dat cijfer 47/s was ontslaan in groep G, waar eeu 6 voor Staatsinrichting den candi- daat had kunnen redden, doch waar zijn examinator en de assessor het cijfer 5 hadden toegekend. En toen genoemde examinator en zijn assessor bij het vernemen vau het groepcijfer de 5 nog in een 6 wilden veranderen, werd dit bij meerderheid u stemmen verworpen, omdat men dit on- ettig (II) oordeelde. Jaren geladen zou iets dergelijks onmogelijk geweest zijn. Men had toen een commissie, bestaande uit 13 hoogstens 14 leden, waarin een kern van drie of vier stamgasten zat, aangevuld met omstreeks 9 of 10 jaarlijks wisselende examinatoren, Dat kleine aantal was oorzaak, dat er voortdurend voeling tusschen de examina toren in de verschillende vakken plaats had, dat men op ieder oogeublik informeerde hoe bet met een candidaat stond, dat meu in zage nam van de officieele lijsï, waarop de tot nu toe toegekende cijfers waren opge- teekend, in éen woord het examen had een veel huiselijker, gemoedelijker karakter. Geen der examinatoren, ten minste in de provincie Gelderland (want alleen daarover kan ik oordeelen) vond ar groot bezwaar in, een cindidaat, die zich zenuwachtig en onrustig gevoelde naar aanleidiug van een in zijn oog minder goed afgelegd examen ia een enkel vak, gerust to stellen, door hem te verzeke ren, dat bet cyler hem zeker wel zou mee- valleu. Bleek het, dat een candidaat twijfel- MEN MOGE U NAMAAK 0PDRINCEN, HOUDT VAST A*N DAALDERS CACAO; GE WEET DAT DIE UITSTEKEND IS. achtig stond, dan werd bij den Directeur der betrokken school geïnformeerd naar zijn schoolrapporten, zijn ijver, zijn plichtsgevoel, zijn karakter, en zoo kwam rnen ten slotte bij elkander oin te delibereeren, met een betrekkelijk scherp beeld van den candidaat voor oogen. En thans 1.Dertig en meer examinato ren hebben den candidaat van alle kanten bekeken en betasthet resultaat van hun onderzoek blijft voor allo andere axamina- toren stipt geheim. Niet minder dan 24can didaten passeeren zoo in drie dragen de re vue en bij de dtdiberatie wordt niet beslist over een individu, een karakter, maar over een cyfer-combinatie, waaraan alle leven en individualiteit ontbreekt. Gelukkig nog de candidaat, als hij door zijn eigen leeraar mag worden geëxamineerd, en niet het Abderie- tische beginsel geldt, dat hij juist moet ge ëxamineerd worden door dengene der twee voor een bepaald vak aangewezen examina toren, die het minst in staat is, uit den can didaat te halen, wat in dezen zit. En dat ter wille van de zoogenaamde billijkheid te genover de extraneï, wie het onverschillig is, of zij door de kat of door den kater ge beten worden, en bij wie, als zij tegenover humane examinatoren staan, wel degelyk rekeoin ,r gehouden wordt met de ongunstige omstandigheden, waaronder zij, in vergelij king met de overige examinandi,zijn geplaatst. De heer Ten Bruggencate wijst er op, dat dit zoo twijfelacntig goede eind-examen wordt afgenomen ter wille van 20 pCt. der candidaten, van wie men kan betwijfelen of zij het onderwijs met vrucht hebben geno ten. Van dezen zou men meer betrouwbare gegevens kunnen krijgeu van de leeraren der school. En ter wille van dat negatieve resultaat worden de Inspecteurs gedureude langen tijd overstelpt met de meest onbe duidende werkz tamheden, een tijd, dien zij zoo uitnemend zouden kunnen besteden aan de vervulling van hun natuurlijke taak de paedagogische en intellectueele waarde van het ouderwijs aan de verschillende scholen hunner inspectie door overleg met het per soneel en door den invloed hunner persoon lijkheid zooveel mogelijk te verboogeo. Bitter wordt de schrijver, als hy uit zijn persoon lijke ervariug mededeelt, hoeveel van zijn kostbareu tijd aan beuzelarijen wordt zoek gemaakt. De heer Ten Bruggencate wil een zoo ruim en practisch mogelijk gebruik maken van de kennis der leeraren omtrent de leer lingen. De Inspecteur door de afschaffing der eind-examens ontlast van een deel van zijn onvruchtbaar werk moet zelf zich beter op de hoogte stellen van den toestand der scholen, onder zijn ambtsgebied ressor- teerend. De schrijver wil, dat de Inspecteur tegen het einde van den cursus op school komt en met den Directeur, die vooraf geen ruggespraak houdt met de docenten, in diens kamer de rechten van de leerlingen dei- vijfde klasse overweegt. Ouder volkomen vertrouwen van weers zijden worden de leerlingen gewogen en herwogen, totdat beiden tot eenstemmigheid zijn gekomen. Daarna heeft er een vergade ring plaats van den Inspecteur met het geheele leeraarspersoneel, waar hij als Regeerings-gecommitteerde het voorstel van hem en den Direeteur der tafel brengt. Natuurlijk volgt er discussie, die tot resul taat heeft, dat omtrent een overgroot ge deelte overeenstemming wordt verkregen, terwijl omtrent enkelen geen overeenstem ming wordt verkregen tusschen Directeur en Inspecteur eeDerzijds en de vergadering van leeraren anderzijds, omdat voor enkelen de vergadering van leeraren afwijzing, voor anderen toelating wenscht in strijd met de meening van Directeur en Inspecteur. Voor die leerlingeu wenscht de schrijver een commissie, door den Minister van Bin- nenlandsche Zaken telken jare benoemd, waaheen ook de exlrauei gaan en alle leer lingen van die 5-jarige Hoogere Burger scholen, die om de eene of andere reden nog niet het recht hebben gekregeD, of dit hebben verloren, om hun leerlingen op de voorgeschreven wijze ie bevorderen. De heer Ten Bruggencate gelooft niet, dat het peil van het onderwijs zou dalen zonder den prikkel van het eind-examen, getuige het voorbeell der scholen met driejarigen cursus en der Gymnasia. Hier wijken schrijft dr. Goudsmit mijn denkbeelden eenigszins van die van den schrijver af. Ik zou meenen, dat in geen ge val die twijfelaars aan een exameD moeten worden onderworpen, dat, zooals de schry ver zelf erkent, de slechte maatstaf is om de bruikbaarheid en geschiktheid der leerliogsn te beoordeelen. Op een of andere wijze moet g<tracht worden tot overeenstemming te geraken. Het is mij n et duidelyk, waarom de schrijver den Directeur wil doen optreden buiten het personeel en waarom er dour dezen niet eerst i uggespraak met de leeraren mag wordeu gi l ouden. Hoe goed hij zich ook tracht op de hoogte te houden van de vorderingen en de karaktereigenschappen der leerlingen, hij kan daarbij de hulp en medewerking der leeraren niet ontberen. Waarom zou hij nu niet vóór de bespreking met den Inspecteur het oordeel inwinnen van ziju collega's, en dat oordeel toetsen aan eigen indrukken? Zijn plicht is het dan het oordeel der leerarenvergadering zoo objectief mogelijk aan den Inspecteur mede te deelen en dit aan te vullen met zijn per soonlijke indrukkeD en ervaringen, ook in dien deze afwijken van die zijner collega's. In een vergadering van Directeur en leer aren, gepresideerd door den lntpecteur, kun nen dan de verschillende opinies worden besproken en bediscussieerd en de candida ten in stemming worden gebracht, waarbij bij staking der stemmen den Inspecteur een beslissende stem dient te worden toegekend. Het komt mij niet twijfelachtig voor, dat er op die wijze de grootste waarborg bestaat voor een eerlijke en juiste beslissiDg. De verantwoordelijkheid, den leeraren opgelegd, is de grootste waarborg voor hun objectivi teit. Zelden zal het, de schrijver zal mij dit zeker wel toestemmen, tot een botsing ko men tusschen den Directeur en het overige leeraarspersoneel. Mijn eind-conclusie is dus ook hiernooit een examen, als er een andere weg open staat. Dat die weg gevonden wordt, daarvan ben ik overtuigd, gegeven het gezond ver stand, de toewijding en de paedagogische eigenschappen van zoovele leeraren aan iedere Hoogere Burgerschool, wier raoreele invloed, gepaard aan dien van den Directeur, de minder verstandigen en meer onervareuen wel zal weten iu het goede spoor te bren gen.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1909 | | pagina 1