Zaterdag 20
November 1909.
No. 7742.
59e Jaargang,
Feuilleton.
SAROLTA.
Stadsnieuws.
UITGAVE
FIRWA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
franco per post f Advertentiën 6 rege's t>0 cent; elke regel meer 10cent. Bij regel*
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosieloos. Legale, officieële- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels ƒ1.25 elke regel meer f 0.25. Groote
letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in Tokening gebracht en kosten
evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
l-ti advertentiën van buiten dp -4tad worden de incasaeerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
KORTEGRACHT 9
l'oslbns 0.
Telefoon 19.
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT
Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer
Gemeente, dat het door den Directeur van
'b Rijks directe belastingen, enz. te Utrecht
ex"cutoor verklaard kohier no. 3 van de
Personeole belasting,
over het dienstjaar 1909/1910 aan den Ontvanger
van 's Rijks directe belastingen alhier is ter
hand gesteld, aan wien ieder verplicht is, zijnen
aanslag op den bij de wet bepaalden voet te
voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat
sen aangeplakt te Amersfoort den 19 November
1909.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
Een verzoek
in verband met do
Sint Nicolaas-viering.
Het bij uitstek Nederlandsche teeat
valt dit jaar op Maandag 6 December
Zondagavond is dus de voor velen blijde
tjjd der pakjes, de tijd waarop menig
hart vol verwachting klopt.
Maar als 't avondje van Sinterklaas
voor allen een heerlijk avondje zal we
zen, dan dient er eenig overleg gepleegd.
Burgemeester en Wethouders van Am
sterdam hebben bereids de burgerij der
Hoofdstad in overweging gegeven, deu
zoogenaamden strooi-avond te houden
op Maandag 6 Decemberhet Dage-
lijksch Bestuur der Residentie verzocht,
dien te houden op Zaterdag i Decem
ber de St. Nicolaas commissie te Utrecht
ried de bewoners der Bisschopstad aan,
het feest voor oud en jong ditmaal te
vieren op Maandag 6 December.
De Direeteur-geueraal der posterijen
en telegrafie heeft bepaald, dat de post
kantoren op Zondag 5 December gesloten
zullen zijn voor de aanneming van post
pakketten en dat de postdienst dien dag
81.)
„En toen vroeg Sarolta, terwijl zij huiverde,
want het was haar als kon de Vorst hier in dit
eenzame woud plotseling een revolver voor den
dag halen en op haar aanleggeninaar toch
moest zij verder vragen. Het ging haar als iemand,
die in een courant een vetgedrukt hoofd over
de onthoofding van een rooverhoofdman ziet
en dat in 't eerste oogenblik met afgrijzen over
slaat, maar dan, alsof de letters een magnetische
aantrekkingskracht op hem uitoefenen, de zelfde
plaats weer opzoekt; hij is er huiverig voor,
maar toch moet hij lezon hoe de laatste oogen
blikken van den ongelukkige geweest zijn.
„Toen? Wel, toen trok ik mijn revolver en
schoot ik op mezelf. Een misschot. Maar ik viel
flauw ten gevolge van bloedverlies".
„Verschrikkelijk".
„Muur mijn vrouw ging tóch naar het oai
Sarolta liep zwijgend naast hem. Het was
haar te moede als was zij de vrouw van Vorst
Gontscharow, die op een bal ging, tor wijl haar
man in zijn bloed lag te baden. Maar zy beet
de tanden op elkaar. Belachelijk I Er win ïsgeen
man, die de hand aan zichzelf slaat.
Wus u lang getrouwd?" vroeg zij eindelijk.
„Neen, slechts vijf maanden. En het eerste
jaar ia altijd het ergste, zeide myn vader, en
die was dertig jaar getrouwd. Maar zoo lang
heb ik het niet kunnen uithouden. Ik had er
binnen drie maanden al genoeg van".
Sarolta moest weer aan Erwin denken en zy
werd hoos. Zy struikelde bijna over een wortel,
die op haar weg lag, en de Vorat bood haar zijn
zal worden uitgevoerd als op een gewonen
Zondag.
De expeditie-onderneming Van Gend
Loos heeft tot heden haar kantoor
houders hierover nog geen instructies
gegeven, doch het vermoeden is niet ge
heel ongegrond, dat ook zij voor haar
kantoren den gewonen Zondagscheu dienst
zal voorschrijven.
Van buiten de stad worden dus Zondag
geen pakjes besteld, behalve die, welke
in den regel in de eenige Zondagsbestel
ling uitgaan.
Blijft dus alleen het 1 huis bezorgen
van pakjes, in winkels ter plaatse gekocht.
Voorstanders van Zondagsrust zullen,
hetgeen zij wenschen te schenken, reeds
Zaterdagavond doen bezorgen, het aan
de ontvangsters en ontvangers overla
tend of zij hun hoogst verklaarbare
nieuwsgierigheid een wyle willen be
dwingen en al hetgeen er wordt aange
dragen stillekens willen wegzetten tot
den grooten avond, hetzy die dan
Zondag- of wel Maandag wordt gegierd.
Maar zy, die niet nadenken en daar
door geen rekening houden met andereu,
zullen ook op Zondag nog iets willen koo-
pcu en het Zondagavond besteld willen
hebben.
Daardoor zal de Zondag geen rustdag
wezen voor de winkelhouders en hun
personeel en ook niet voor hen, die de
pakken en pakjes hebben te bezorgen
terwijl die verstoring van rust dubbel
onaangenaam zal wezen omdat slechts
af en toe een kooper in den winkel komt
en de bezorgers dus ook slechts weinig
te doen zullen hebben.
Zij allen hebben dus een bedorven dag,
wat te erger is omdat de Zondag de
eenige dag is dien zij ongestoord aan hun
gezin kunnen wyden.
Zou het nu niet zóo kunnen, dat de
vakgenooten in elk winkelbedrijf over
een kwamen, het gekochte hetzy Zater
dagavond, hetzij Maandagavond te doen
arm. Sarolta, nam die en vroeg
„Dus u was heel ongelukkig?"
„Ja, ik was heul ongelukkig en daardoor ben
ik nerveus geworden".
„Ik begrijp dat".
„Men had mij voor die vrouw gewaarschuwd.
Ik had haar te Hamburg leerou kennen. Zy
was een wees, zeer rijk, heel verwend en erg
pervers. Nu haat ik alle Russische vrouwen".
„Leeft uw vrouw nog?"
„Jazij is weer getrouwd".
En is zij gelukkig? Met wien is zij getrouwd.
Sarolta had hut liefst zichzelf een slag gege
ven. Zij kon de gedachte niet van zich zetten,
dat zijzelf do gescheiden vrouw van den Vorst
was, die meer gaf om haar toilet dan om haar
man, dat zij do vrouw was to wier wille do
man zich zou doodschieten, on die zich van dien
man had laten eoheiden om een ander te hu-
wea Zij moest weten of die vrouw met haar
tweeden man gelukkig was.
„Zij heeft een roover uit Sicilië getrouwd
Sarolta bleef weer staan en trok haar arm
len\Vat zegt u daar?" vroeg zij. „Hoe is dat
mógelijk? U jokt maar wat. We moeten terug
g8Jk' geloof, dat we verdwaald zijn", zeido hij.
„We kunnen niet terug. We moeten recht door
gaan, dan komen we op den straatweg. Ziet u
maardaar is hy al".
„Wat is dat
„Een vos. Dat is niets. Een vos doet oolc
n'i)e Vorst lachte alsof hij dat betreurde.
„Laten we verder gnnn", zeido Sarolta.
„Daar is do straatweg al", zeide de Vorst na
een paar minuten.
Zij traden uit hot woud. Boomen stonden
langs den weg. Sarolta had honger. Zy nam
weer den arm van den VorBt.
r. H. W. AUF DEM BRINKE.
48 Langs traat, Amerafooit.
ONTVANGEN
VOILE-TULLES
in geheel nieuwe patronen.
bezorgen en Zondag hun zaak gesloten
te houden
Zij en hun winkelpersoneel en zy die
het bestelde roudbrengen, hebben dan
rust, werken Zaterdag en Maandag dan
wel wat harder en wat langer, maar
hebben dan geen gebroken Zoudag.
Met een klein beetje goeden wil ia dit
nog best overeen te komen.
Eu zelfs de grootste Nurks zal er zich
niet tegen verzetten.
Oók omdat hij nog thans tjjd te over
heeft om zyn inkoopen intijds te doen.
l)e tranen.
Een oude wjjsgeer zeide: „Allea wat
de Heer den mensch gegeven heeft, ia
goedmaar de tranen zyn de beate van
alle hemelgaven".
Toen vertelde hy het volgende
„Nadat de eerste tnenach het gebod
van den hemelschen Vader lichtzinnig
had overtreden en God hem uit Eden
verdreven en gesprokeu had: „Doornen
en diatelen zal de aarde u gevenmet
de kruiden des velda zult gy u voeden
en in het zweet uws aangezicht zultgy
uw brood eten, tot gy weder tot stot
wordt, waar gy van gemaakt zjjt, want
gy zijt stof en tot stof zult gy weder-
keeren" toen verliet de zondige mensch
stil en droevig het lieflyke schoone
oord der onschuld eu des vredes. Zyn
geheele wezen was overweldigd door
smart.
Toen riep de steeds barmhartige Men-
schenvader, Zyn ook na den val dier
baarst schepsel tot zich en zeide„Gy
zult moeten lyden op de ruwe, koude
aarde! Leed en smarte zullen uw deel
zyn, en in uw binnenste zal de zonde
zjjn. En die zich uw broeders en zusters
noemen, zullen koel togen u zyn, koeler
dan de koude aarde. Ook de vreugde
wjjlgy tot vreugde niet geboren zyfc
zal, als zy tot u komt, u uederdrukken
door haar last. Wie zal u dan beschut
ten, beschermen, wie u troosten en n
helpen T'
Eu de algoede Vader in den hemel
kuste den mensch, en twee druppelen
hemelschen dauw gat hy hem mee in
het dorre, kommervolle leven.
De droppelen geleken hei-glanzende
parelen.
„Neem ze", sprak de Hemelvader, „en
de smart zal u lichter en de vreugde n
weldadiger worden'1.
Eu Adam weende by deze woorden
en bij dit geschenk en zag nog eens met
vochtigeu blik de plek zjjuer schulde-
looze jeugdmaar zyn gelaat was op
geruimd, zyn blik helder eu het was
hem lichter om 't hart en nu scheen
hy het lieflijke parady9 met minder
smart, met minder droefheid, met min
der kommer te verlaten.
En de Hemelvader sprak „Ik gat den
mensch, wat geen ander schepsel op
aarde bezit. Hij zal die gave op aarde
tioodig hebben. Wat Ik hem in glanzende
paarlengestalte gaf, zyn tranen, myn
beste, dierbaarste hemelgave".
„Vertel nu verder; maar jok me niet voor".'
„Ik heb absoluut niet gelogen".
„Welnu dan, wat was dat met dien roover,
die uw vrouw getrouwd heeft"?
„Ik was er niet bij, maur de heele wereld
weet ervan. Mijn vrouw ging naar Sicilië na
onze scheiding".
„Waarom"?
„Dat weet ik niet; zoo maar".
„En trouwde zij daar oen roover"?
„Zij woonde te Palermo in een oud paleis
zij had veel bri.janten by zich".
De Vorst bleef plotseling staan on weos naar
oen witten steen aan den rand van het boach,
die in het maanlicht te zien was. Op dien steen
stond een klein verroest kruis.
„Wat is dat"
„Een horinneringateeken aan oen ongeluk, dat
hiei heeft plaats gehad. Maar kom nu moe".
„Een oogenblik. Ik moot het even zien".
Maar een moment later zeide zy
„We moeten nnar hu ia. Wo moeten regelrecht
gaan, anders zyn we niet vóorden nacht thuis".
„Excuseer. Nu dan, op een dag of liever een
nacht ia een jonge roover in haar kumi-r geko
men".
Zij greep den arm van den Vorst vn9tor.
„Maar myn vrouw sliep niet en had oen revol
ver on haar nachtkrstje liggen".
„Afsohuwel'yk".
„Zy ontving den roover zeer dapper on toon
hij om genndo bad, verleende zij die, en daar
hij een knopne jongen was, word hij eerst haar
bvdiendo en later baar man".
Een licht word zichtbaar in do duisternis.
„Kyk, gravin, ein licht. Dat is bij myn buur
man. Wo zija er dadelijk".
Zij herademde. Het waB haar bang to moede
gowordou by die lango wandeling in de duistor-
nis.
Zij liepon op het licht toe, maur hoe dichter
Do wintervergadering van het bestuur der
classis Amersfoort vuti de Ned. Hervormde
kerk zal 1 December worden gehouden in
de consistorie der Sint Joris-kerk, hier.
Van de 53 jongelieden uit Amersfoort voor
da lichting 1010 der Nationale militie zullen
zij er bij kwamen, des to vreemder Boheon den
Vorst do omgeving en ton slotte moest hij be-
konnon, dat hij zich vorglst had. Zij waren tyj
een herberg, die hy nog nooit gezien had.
Sarolta was woedend.
„Wo zullen een rytuig nemen en naar buis
ryaon".
„Waar zullen wo dat vandaan halen
„Do waard zal er wol een hebben. Wo zullen
naar binnen gaan en wat gobruiken".
Zy was moe en hongerig en dus was 't het
best, bet plan van den Vorst te volgen.
Zy traden de armoedige gelagkamer binnen,
die door oen petroleumlamp spaarzaam verlicht
werd. Het was eon kroeg waar veel kolenbran
ders kwamen. Een groote haard straalde ge
weldig veel warmte uit. Aan den eenon muur
hing een crucifix, aan den anderen een byna
zwarte spiegel en een leeljjk portret van Keizer
Frans Jozet.
Een paar zwartberookte koruls zaten aan eon
van do vuile tuioltjos, rookten een pijp, dronken
bier en speelden kaart.
Zij monsterden de binnentredende stndsmon-
schen mot verbaasde blikken.
De waard, een groene muts op het hoofd,
trad naar voren.
Sarolta bestelde een kop koffie.
„Kan ik eon rytuig krijgen?" vroeg Vorst
Gontscharow.
De waard loheen hem niet lo verstnan.
„Ja, willon mevrouw en mijuheer hier niet
overnachten? Wij hebben een mooie logeer
kamer".
„Neen, wy willen oen rytuig".
De waard verdween wcor auhter zyn buffet
en men hoonlo hom daar met iemand halfluid
praten. Eindelijk kwam hij weer te voorschijn.
(Wordt vervolgd.)