BIJVOEGSEL
Stadsnieuws.
Feuilleton.
SAROLTA
behoorende bij de
Amersfoortsche Courant
Uitgave firma A. H. van CLEEFF.
van ZATEUDAS 24 ÜF.CEMPER 1909.
Er ia 6en lichtpunt en wel, dat de huiseige"
naren overleg hebben gepleegd en twee gemach
tigden hebben benoemd om namens vele anderen
te onderhandelen. Dit is trouwens het eenige
standpunt, dat commercieel-practische menschen
behooren in te nemen. Per huis zullen zij voor
óens hebben te betalen f 30 en daarvoor krijgen
zij dan een goeden, üinken weg en dit kan dus
geen bezwaar zijn. Die weg is feitelijk een ge
schenk aan de huiseigenaren.
De heer Van Achterbergh berekent, dat de
aanleg van den weg aan de Gemeente niets zal
kosten, dat de uitgaven daarvoor met de ont
vangsten daardoor precies quitte zijn. Zijn stand
punt is niet volkomen juist. Ik wil daarop thans
niet te diep ingaandaarvoor vind ik later wel
een betere gelegenheid. De heer Gerritsen heeft
reeds gewezen op het onjuiste wat betreft de
Grondbelasting; ik wil even wijzen op de on
juiste becijfering der onderhoudskosten. Die
kunnen in het eerste jaar f75 zijn, doch mogen
voor later gerust berekend op f300 per jaar,
zooals mijn technische ambtenuren adviseeren.
Feitelijk biedt de Gemeente den huiseigenaren
een jaarlijksch cadeau aan van f600.
Het is in 't algemeen volkomen onjuist, een
gegeven paard in den mond te zien, maar nog
meer onjuist is 't, het verkeerd in den mond
te zien.
B. en W. konden niet anders doen, niet ver
der gaan dan zij deden. Zq waren in een im
passe geraakt. Zij mogen geen verdere vrijstel
ling geven, doch moeten blijven volharden en
aan de hand der Verordening op de openbare
bezontlhoid moreelen dwang oefenen op de huis
eigenaren en als de Raad uitspreekt, dat de
toestand van den weg zoo niet kan blijven, zal
daarin door de verordening worden voorzien.
De heer R ij k e n s, voor de derde maal het
woord verkrijgendDe Wethouder zegt, dat de
toestand kan verbeterd krachtens de Gezond
heids-verordening. Dat is een verplaatsen van
de quaestie; dat is het laten brengen van de
ongezondheid in de huizen.
.Niet een klein gedeelte van den Bisschops-
weg is verhoogd, doch de geheele weg behalve
het gedeelte van den eigenaar met die historie
van de jeDeverflesch.
De Wethouder spreekt van de gasbuizen weer
te doen afsnijden. Dat is een dreigement.
Verschillenden: Dat is niet zóo ge
zegd. Er is gesproken van een Gemeente elders,
De heer li ij k e n aIs de Gemeente bereid,
het verhoogde gedeelte van den weg weer to
doen wegnemen?
Wethouder Sanders: Het is volstrekt
niet een verplaatsen der quaestie en het doet
er niet toe of de verhooging 2ich wat meer dan
wat minder ver uitstrekte.
De vraag om het verhoogde weer weg te ne
men, is die van de quaestie van het pond vleesch
van den Koopman van Venetië. De huiseige
naren hebben indertijd die verhoogiug goed
gekeurd, althans zich niet verzet.
De Voorzitter: Ik sluit de discussiën.
Verlangt iemand hoofdelijke stemming?
De heer Rij kens: Ja, M. de V.
Het. voorstel van B. en W. om de wegen niet
voor rekening van de Gemeente te bestraten,
enz. wordt nu aangenomen met 11 tegen 4 stem
men, die van de heeren Rijkens, Gerritsen, Ro-
landus Hagedoorn en Kuys (de heer Jorissen
was om half vier vertrokkende heer Kroes
was afwezig).
De overige 18 punten, reeds Dinsdag mee
gedeeld, gaven geen discussie en bij de rond
vraag verzocht niemand het woord.
liet weder schijnt ook het jaar te willen
eindigen zóo, dat 1909 in leDgte van tijd zal
worden besproken.
In plaats van eensllink indeKcrst-vacan-
tie te kunnen schaatsenrijden, is 't modder
en regen en alles behalve winter, den Nijker-
ker en Frieschen hardrijders ten spijt. Slechts
de vooral *s avonds weer heel mooie étalage in
Brandsun's sigaren-magazijn herinnert aan
den winter.
En de Kersttijd wordt in herinnering
gebracht door de donkere dagen, maar bovenal
door het ijverig oefenen der jeugd om toch
maar heel mooi de liedjes te kunnen zingen
als straks de Kerstboom weer iu allen luister
zal stralen.
De leiders der Zondagsscholen hebben dit
maal de goede gedachte gehad, niet allen
op den zelfden avond het jaarlqksch Kerst
feest te vieren.
Nog even willen we herinneren, dat mr.
S. A. Vening Meinesz den 29 dezer 25 jaar
lid vau de Eerste Kamer zal zijn.
De heer M. W. F. Planten is met ingang
van 1 Januari voor den tijd van éen jaar
benoemd tot klerk ten bureele van den Ge
meente-architect.
Luitenant M. A. C. Goester, van de cava
lerie O. I. L. gedetacheerd bij de Rijschool,
wien onlangs een been werd stuk geslagen
door een paard, viel Woensdagochtend door
de gladheid, bij bet verlaten van zijn huis
om in een rijtuig te stijgen, en brak het
been bijna op de zelfde plaats.
De heer W. van Haselen P. Hz. is, in de
vacature ontslaan door bet bedanken door
denbeer G. Berns, benoemd tot administra
teur der afdeeling informatie- en in easso-
wezen van de vereeniging «Handel en Nij
verheid".
Haar kantoor wordt in verband hiermee
op 1 Jannuari verplaatst naar Soesterweg 14
telefoon 218.
44.)
Patterson was de gunsteling van Sarolta,
meende Muiguerite. Dan had zijzelf toch meer
smaak getoond. Dien hatelqken Amerikaan kon
zij heel goed als bankier gebruikenmeer niet 1
Arme Er win, dacht zij. Zij had medelijden
met den echtgenoot van haar nicht; zij had
medelijden met alle bedrogen echtgenooten, alleen
niet met den hare.
Patterson was iemand van een gemeene na
tuur, een echte parvenu! En een lafaard boven
dien, een armzalige lafaard.
Hij wilde een duel vermijden en wendde zien
daarc ui tot een vrouw I Eu dan nog wel tot een
vrouw, die hij geld geleend heeft. Een infame
kerel was hijslechter dan de gemeenste woe
keraar.
Zij had een seconde lust, het geld, (lat zij
hein schuldig was, dadelijk te laten terugbetalen.
Zij beschikte op 't oogenblik over een kapitaal
van 100 000 gulden, waarmee zij doen en laten
kon wat zij wou. Haar echtgenoot had haar dat
geld gegeven, omdat zij zich had beklaagd, dat
zij met haar kleedgeld niet toekwam, wanneer
zij niet ook een kleiu reservefonds bezat. Zou
zij dion inl'ameu Amerikaan de geleende Bom
z'u'^overlegdo niet lang en besloot tot niet
betalen. Haar, dank zij vele echtelijke qmesties,
gewonnen reservefonds wilde zij niet in gevaar
brengen. Maar daardoor bleef baar geen keuB
en moest zij voldoen aan Patterson's verzoek.
Maar hoe?
Telkens moesten we Dinsdagavond, toen Van
Lier's blyspel-afdeeling hier „O die luitenants" gaf,
denken aau ons vorig feuillenton „Gouden ketenen"
en aan de „Dollarprinses". Luitenant HansJoacbim
von Groseen geleek als twee droppelen waters op
Hans Hagelitz en Mabel Parker was geheel naur 't
model van miss Cowder, de arme dollarprinses,
gekopieerd door Schnitzler en Kurt Kraatz, de
auteurs van dit induitsohe militair blijspel.
We kunnen 't onB zoo denken, dat het te Wiesbaden
is opgevoerd auf allerhöcbstem Refehl en door den
duitschen Keizor met genoegen is bijgewooud't is
éen lof op bet duitsohe leger, op de duitsche dege
lijkheid die zelfs niet bukt voor den almachtigen
dollar, en op de goede eigenschappen der duitsche
huisvrouw, e» éen les om terug te keeren tot den
oud-duitscben eenvoud.
Hans Joachim zii, evenals zjjn grafelijke vader,
leelijk in de knoei en pa heeft er nu op gevonden,
dat, ter vergulding van hel blazoen, Hans maar
moet trouwen met de millioenen van een volgens
het portret foei-leeljjkj Amerikaansche juffer.
Deze beeft echter niet baar portret doen zenden,
doch dat van een aan deu lieele handelsonderne
ming wildvreemde. Zy zelf komt naar Europa en blijkt
even mooi als rijk te wezen. En heel aardig is 't,
dat de Von Grossen's haar houden voor een ken
nisje van den luitenant, zoo eeuo vun 't ballet of
iets dergelijks.
Natuurlijk krijgen ze elkaar, óok al wil Hans
Joachim lang niet makkelijk toehappen, at wil
Mabel Parker, evenals Ruth iu „Gouden ketenen",
niets weten van dien „akeligen dienst" en^ wat dies
meer zjj, en al tracht haar neef Bob Würster, die
óok als lid der Roosevelt-club de lieve dollars iu
zjjn vaderland wil houden, allerlei spaken in 't
wiel le steken. Als echt Duitsohe apotheose neemt
hij Hans' nichtje, gravin Auuemarie von Weiuin-
geu, mee maar den overkant, waar zoo veel gebrek
is aan flinke huisvrouwen.
Nog wordt er een harde les uitgedeeld aan Hans
tante Ursula, die eerst het beetje, dat de Von
Grossen's nog hebben, by elkaar houdt en dan aan't
speculeeren trekt om natuurlyk, nadat ze flink
gewonnen heeft, alles weer te verliezen en terug te
moeten maar melkerij en boerderij. Wiirsler helpt
ten slotte en maakt ook het huwelijk tusschen
Nelly von Grossen en luitenaut Von Wiuterstem
mogelijk.
Er is hartelijk gelachen om dit blijspel, dat hier
en daar nadert aau een klucht en't was inderdaad
jammer, dat de zaal slechts half bezet was; eens
barieljjk uit-lachen, is gezond.
Het spel geheel zonder souffleur was van
allen zooals men 't maar kon wenschen on zóo als voor
dit stuk, dat heel vlot moet worden gespeeld, noo-
dig is en de onsceneering was óok als op een tour-
mee mogelijk is.
De heer Schwab speelde den met zichzelf zeer
ingenomen graaf Aribert von Grossen, die toch
maar niet kon begrijpen, dat 's levens tegenheden,
die hij voor een groot deel zichzelf op 't hoofd had
gehaald door zijn zorgloosheid, ook hem moesten
treilen; de heor M. de Vries gaf deu Hans Joachim
als echt-duitsch luitenant. Mevrouw Erfiuaun-Sfs-
bach was heel goed als de Amerikaausob-Hollundsch
spelende dollar- juf en bad een besten partner in
do beer Hock, die deu Bob Wuerster voorstelde en
de business-men aan gene zijde van den grooten
vjjvor wel zeer juist timet hebben gadegeslagen. Zijn
„be quick, be quick, be quick" en zyn „my boy"
tegeu den cadet Egou vou Wintersteiu waren kos
telijk. Geweldig was beider cake-walk in het zoo
deftig milieu der Von Grossen's; most horrible.
Mevrouw Kloy toonde weer van haar kunnen als
tante Ursulla, doodeenvoudig eerst, allerdolst opge
dirkt toen de Beurs haar wal fortuinlijk was. De
heer Lageman was een pracht van een wachtmeester
Kulike.
Zjjn bijna naamgenoot de heer Wagemans was
als oppasser Peter te grappig en te dom. Geen
Huusbursche stelt zich zóo aan, neemt zóo weinig
de taal en de wijze van zich uitdrukken van zijn
Brotherr over.
Summa sumraarura een lachdiog, best te genieten
na een prettig dinerije.
De heer J. W. F. van Brussel heeft mejuf
frouw H. E. H. Heerraa van Voss vervangen
als Bestuurslid der plaatselijke afdeeling van
den Ned. Bond voor vrouwenkiesrecht,
Royaard's gezelschap zal hier aanstaanden
Dinsdag zyn 112de voorstelling geven van
Vondel's «Adam in ballingschap".
Als we erop wijzen, dat dit meeesterwerk
ruim 100 voorstellingen door dit gezelschap
in ons klein land kon beleven, en meedeelen,
dat het te Utrecht zelfs zesmaal ging voor
een vooral op de betere rangen telkeumale
uitverkocht huis, dan meenen we niet hier
te moeten afdrukken de tien alle hoogst gun
stige recensie's welke de heer Royaards de
beleefdheid had ons te doen toekomen.
Onuoodig ook, te zeggen, dat aau de
voorstelling tot in de kleinste bjjzouder-
heden alle zorg is besteed.
De Minister van Oorlog, die gister zijn Be
grooting zag aangenomen met 43 tegen 20
stemmen, heelt bepaald, dat in 1910 worden
opengesteld 45 plaatsen voor toelating tot
het eerste studiejaar en 5 voor het tweede
studiejaar van de cursussen tot opleiding
voor officier der inlanterie of der admini
stratie.
De lauger dan een halve eeuw hier be
slaande St. Viiicentius-vereeniging is thans
in drieën gesplitst en parochiaal ingedeeld.
De besturen zijn saamgesteld als volgt:
parochie St. Henricus (Soesterweg): A.
H. van Kalken, Voorzater B. Brom, Onder
voorzitter M. van Lingen, Secretaris; H.
B. Hehenkamp, Penningmeester;
parochie H. Franciscus Xaverius (Zand):
J. van Dijk, VoorzitterII. H. de Reuver, On
der-voorzitter F, J. H. Sanders, Secretaris
H. Kroes, Penningmeester;
parochie O. L. Vrouwe Hemelvaart (Lau-
gegracfat)C. M. M, Vermolen, Voorzitter
J. A. Hamers, Onder-voorzitterH. B. Fort-
mann, Secretaris; J. G. A. Meeuwsen, Pen
ningmeester.
De bijzondere Raad voor deze vereonigiag
bestaat uit de heeren D. P. Hamers, J. A.
Hamers, J. van Dijk en C. M. M. Vermolen,
die vroeger het Dagelijksch bestuur der ver
eeniging uitmaakten.
Aan de R. K. school voor Meeruitgebreid
Lager onderwqs, aan de Schimmelpenuinck-
kade, welke 1 Januari geopend en 4 Januari
in gebruik genomen wordt, zijn benoemd:
tot Directeur de heer G. B. Legdeur en tot
onderwijzers de heeren J. J. Wirtz, C. Vennis,
allen fraters, en E. W. J. Wentink.
Voor den bouw van het nieuwe Kolonie
huis van het Centraal-genootschap voorkin-
der-herstellings- en vacantie-kolonies is thans
bijeen f24922.36, of ruim een derde der
bouwsom.
In het correspondentie-blaadje wordt de
oprichting Yan 7 nieuwe sub-comite's vermeld
eu meegedeeld, dal de muziekavond van het
comité te Baarn, dat al zóo veel deed, nog
weer een goede f400 opbracht.
Het Dagelijksch bestuur van de Oud-katho
lieke vereeniging »Petrus Buys", zoo genoemd
naar den President van het seminarium in
het midden der vorige eeuw, is saamgesteld
uit de heeren: J. L. van Os te Hilversum,
Voorzitter; G. A. Spit, aldaar,Se"retarisen
B. T. Roessing, te Utrecht, Penuingmeester.
In de Dinsdag gehouden vergadering van
ie Vereeniging voor Chr. nationaal school
onderwijs (school Blankenheymstraal) werd
een gunstig Jaarverslag uitgebracht en o. a.
meegedeeld, dat het aantal scholieren met
60 is toegenomen in weerwil van de oprich
ting der Gabrie Mehen-school.
De kas heelt een bate van ruim f32.
De begrooting voor 1910 werd in ontvangst
en uitgaaf vastgesteld op f48 832.65.
In Januari wordt ook hier geopend een
Spaarkas vanwege de Katholieke sociale
actie.
Als commissarissen treden op de heer
mr. H. J. M. van den Berg en T. C. V. t
Maat.
Dinsdagavond bad in Café «Centraal" een
bijeenkomst plaats van restaurateurs der
voornaamste zaken hier ter stede.
Besloten werd, een uniform tarief vast te
stellen voor den verkoop per glas van ge
distilleerd en likeuren, hetwelk in druk zal
worden verspreid.
Verder is besproken de mogelijkheid om
te komen tot een minimum-prijs van zaai-
huur, enz. welk punt is aangehouden tol een
volgende, door belanghebbenden meer alge
meen bezochte vergadering, waartoe tevens
de Besturen der hier gevestigde sociëteiten
zullen worden uitgenoodigd.
In »De Kampioen" wordt er op gewezen,
dat er op den regel van het uitwijken een
nog niet algemeen bekende uitzondering
Misschien was het 't eenvoudigste, de politie
het duel te laten verbieden. Maar dat kon ook
niet, want de politie kon een anonymen brief
ignoreeren.
Zij moest dus met Klamor spreken. Maar die
was zoo dom, zoo weinig diplomaat. En zou de
andere secondant zicli laten bepraten i En boe
moest Gontscharow tot een verzoening gebracht
worden
Vóór zij nog uit al deze plannen er een ge
kozen had, hoorde zij Klamor's krakende Bohoe-
nen, die haar steeds voor elke verrassing van
de zijde van haar man wuarschuwden.
Klamor trad de kamer binnen.
„Ik wou je maar zeggen, dat ik morgen uit
moet".
„Zoo, waarheen"?
„Ik ga met Kroysenbach en Blabatscn op
jacht naar Kroysenbach".
„Op jacht? Wat voor een jacht
Nu, dat weet je toch wel hazenjacht
een paar fazanten zullen ook wel geschoten wor
den".
„En wil jij mij dat wijs maken t
Marguerite zag men aan met een blik waar
voor hij sidderde als een kind.
„Marguerite, wal denk je van me 7
„Klamor, ik keu jeje hebt een avontuur u
den zin", riep Marguerite lachend.
„Ik geef jo mijn eerewoord".
Waarop? Jij huichelaar. Je kunt je eere
wóórd geven, dat je werkelijk een avontuur
^Marguerite ik verzeker je, het betreft alleen
een heel onschuldig genoegen
„Nu, dau laat je dat maar aan andereu over
en blyf thuis".
Klamor werd boos.
„Wat beteekent dat eigenlijk. Heb ik je
i ooit...."
Maar hij zeide niet wat bij zeggen wilde.
„Wat wil je daarmee zeggen?"
„Ik meen maar, dat ik om een luim van jou
een jacht niet kan afzeggen."
„Nu ia het genoeg. Een mooie jacht, Jawel, er
zal geschoten worden, maar op menschen, niet
op hazen,"
Klamor werd donkerrood eu toen bleek.
„Wie heeft je dat gezegd? Die heeft een
groote onbescheidenheid begaan."
Marguerite haalde minachtend de schouders
op.
„Jij zult nooit hooren wie mij dat verteld
heeft; maar het is voldoende, dat ik alles weet.
Dat duel mag niet plaats hebben."
„Wat? Niet plaats hsbben Belachlijk. Wat
gaat jou dat duel aan
„Zooveel, dat ik je herhaal, dat het niet mag
plaats hebben. Het geluk vau een geheele fa
milie hangt van den uitgedaagde af."
„Dat gaat de secondanten niets aan," ant
woordde Klamor waardig. „Merkwaardig, dat
jelui vrouwen geen begrip hebt van eer. Wij
zijn toch mannen van eer. Mijn lieve .Margue
rite wees nu verstandig. Ik kan mij om eon
gril van jou niet blameeren en een zaak doen
opschorten, die de gekrenkte eer van een vriend
voldoening moet verschaffen."
Klamor moest na deze lange uiteeenzetting
zich het zweet van het voorhoofd vegen.
„Gekrenkte eer?" hoonde Marguerite. „Houdt
jelui er nog eer op na
„Marguerite kwam vlak vóór haar man staan
en keek hem aan.
„Heb jij nog eer? Heb je zooeven je eere
woord niet gegeven ter bekrachtiging van een
leugen
„Och wat; dat zijn sofisterijen.'
„Zoo,zijn dat sofismen?" vroeg zij met diepe
verachting in haar stem. „Waren het ook sohfl-
Art. 28 van het Rijwiel- eu Motorregle-
ment zegt»De bestuurder van een motor
rijtuig op twee wielen of van een rijwiel is
verplicht een rijwielpad te verlaten, voor-
zooveel dit uoodig is voor de naleving van
artikel 2 ten opzichte van deze voertuigen
onderling.
«Hierbij wordt echter ten aanzien van met
den weg gemeen liggende rijwielpaden in
zooverre van artikel 2, sub 20 en 30., afge
weken, dat de bestuurder van een motorrij
tuig op twee wielen of van zulk een rywiel,
waarmede op een voor hem linksvan den
weg liggend rijwielpad een ander zoodanig
voertuig word ingehaald, verplicht is, r e c h ts
te passeeren".
men zooals je mij je eorewoord hebt gegeven,
niet eens maar wel honderd maal. Herin
ner je maar eens, zelfs al iu de eerste maanden
van ons huwelijk, toen ik de brieven van die
juflrouw Steelmacher vond, die wonderlijke
brieven
Zij 1 achtte.
„Ik verzoek je, laat die oude zaken rusten."
„Nu ja, ook misdaden verjaren. Maar daarom
houdt je er toch nog geen eer op na."
„Sohreeuw niet zoo; de menschen buiten
kunnen je hooren."
„Ik maak je geen verwijten en nu kom jij
me met je eer aan boord. Laat die daarbij nu
buiten spel. Ik weet, hoe met het die eer ge
steld is. Jelui bent allemaal schurken, en dom
koppen bovendien. Wij vrouwen doorzien jelui,
daar kan je zeker van wezen, óok al vermoedt
je het niet. Die malle Gontsoharow mag satis
factie zoeken wt.ar bij wil, maar met Patterson
zal hij niet vecLten."
„Zeg eens, jij spreekt van dien Patterson,
alsof je verliefd op hem bent."
„Zoo smakeloos ben ik niet," antwoordde zij.
„Maar er is een familie ik mag den naam
niet noemen voor wie Patterson een steun zal
worden. Een familie die aan ons geparenteerd
is een verarmde famillie, die alleen door
Patterson gered kan worden."
„Ik begrijp je niet."
„Goed. Wanneer jou Gontscharow, die wog-
geloopen Rus, meer waard is dan de toekoniBt
van je eigen familie, ga dan je gang; maar ik
zal de politie waarschuwen ik zeg je, ik zal
dat duel töch verhinderen."
„Maar Marguerite 1"
„Uit mijn oogeni"
(Wordt vervolgd.)