KENNISGEVING. Inschrijving voor de Nationale Militie. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente AMERSFOORT; Gelet op art. 17 der Militiewet 1901 (Staatsblad no. 212, van 1901); Brengen ter kennis van de ingezetenen, dat, ter inschrijving voor de Kationale Militie van jongelingen, die in het jaar 1891 geboren zijn, voor deze Gemeente zal worden zitting gehouden op Donderdag den Oen Januari 1910 voor hen wier geslachtsnaam begint met de letters A tot en met G. op Vrijdag den 7 Januari 1910 voor hen wier geslachtsnaam begint met de letters H tot en met Q, en op Zaterdag den Sen Januari 1910 voor hen wier geslachtsnaam begint met de letters R ot en met Z, telkens van des voormiddags 10 tot des middags 12 uur en van 2 tot 4 uur namiddags, en dat de bepalingen, vastgesteld bij Hoofdstuk II der voormelde wet, ten opzichte van de inschrijving voor de militie, luiden Art 13. Voor de militie wordt ingeschreven: lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die binnen liet Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk België verblijf houdt 2o. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens vader, moeder of voogd binnen hot Rijk, in het Duitsche Rijk of in hot Koningrijk België woonplaats heeft; 3o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk België woonplaats heeft; 4o. ieder mannelijk ingezetene niet Nederlander, zoo hij op den lston Januari van het jaar het 19de levensjaar was ingetreden en niet verkeert in een der bij art. 15 omgeschreven gevallen. Ingezetene is, voor de toepassing van het be paalde hierboven onder 4°. A. de binnen het Rijk verblijfhoudende min derjarige niet-Nederlander a. wiens vader, mooder of voogd binnen het Rijk woonplaats heeft en haar gedurende do voor afgaande achttien maanden in het Rijk of do kolo niën of bezittingen des Rijks in andere wereld- deeien gehad heeft b. van wiens ouders de langstlevende bij zijn of haar overlijden in het hierboven onder a om schreven geval verkeerde, al verkeert zijn voogd niet in dat geval of al is deze buiten 's lands c. die door zijn vader, moeder of voogd ver laten is, of die ouderloos is, of in weitelijken zin geen vader of moeder heeft en van wien niet bekend is, dat hij een voogd heeft, indien hij gedurende de voorafgaande achttien maanden in het Rijk verblijf gehouden heeft B. De meerderjarige niet-Nederlander, die bin nen het Rijk woonplaats heeft en haar gedurende de voorafgaande achttien maanden in het Rijk of de koloniën of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen gehad heeft. onder A gehouden hiii. 4o. A. van hom, bedoeld in art. 13, eerste zin- snode 4o., indien hij minderjarig is zoo hij verkeert in hot geval, in do tweede zin- snedo van dat artikol onder Aa omschreven, in de Gemeente, waar zijn vader, mooder of voogd woon plaats hooft zoo hij verkeert in het geval, in die zinsnede onder Ab omschreven, in do Gemeente, waar zijn voogd woonplaats hooftis do woonplaats van dezen buiton 's lands, dan geschiedt do inschrijving in do Gemeonte. waar do minderjarige verblijf houdt; zoo hij verkeort in een der govallen, in evenbo- doelde zinsnede onder Af omschreven, in do Ge meente, waar hij verblijf houdt B. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 4o., indien hij meerderjarig is in de Gemeente, waar hij woonplaats heeft. De in de vorigo zinsnede als plaats van inschrij ving aangewezen Gemeente is die, waar het verblijf of de woonplaats gevestigd is of was op den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin de in te schrijven persoon het 18de levensjaar vol bracht, tenzij het iemand geldt, wiens inschrijving to Amsterdam of te Rotterdam moet geschieden wegens verblijf of woonplaats onderscheidenlijk in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk België. Art. 15. Voor de militie wordt niet-ingoschreven lo. de ingezetene niet-Nederlander. die bewijst te behooren tot een Staat, waar de Nederlanders niet aan den verplichten krijgsdienst zijn onder worpen of waar ten aanzien van den dienstplicht hot beginsel van wederkeerigheid is aangenomen 2o. hij, die bewijst in de koloniën of bezittingen des Rijks in andere werelddeelen verblijf te houden of woonplaats te hebben, al heeft zijn vader, moeder voogd of curator woonplaats binnen het Rijk. Art. 16. Hij, die volgens art. 13 behoort te worden ingeschreven, is verplicht zich daartoe bij Burgemeester en Wethouders der Gemeente, waar volgens art. 14 de inschrijving moet geschieden, ug&nWop dat, waarin nij Art 18. Voor de militie wordt ook ingeschre ven of wordt opnieuw ingeschreven lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij liet 18de levensjaar volbracht, en vóór hut intreden van hot 21ste levensjaar zijn verblijf binnen hot Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk België gevestigd heeft 2o. ieder minderjarig mannelijk Nederlander, wiens vader, moeder of voogd na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin de minderjarige het 18de lovensjaar volbracht, en vóór het intreden van diens 21ste levensjaar, zijn of hare woonplaats binnen het Rijk, in het Duit sche Rijk of in het Koningrijk België gevestigd heeft 3o. ieder mannelijk minderjarige, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 21ste levensjaar, Nederlander of opnieuw Nederlander is geworden, zoo hij in een der hierboven onder lo. omschreven gevallen verkeert, of wiens vader, moeder of voogd verkeert in een der gevallen, hierboven onder 2o. om schreven 4o. ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 21ste levensjaar, zijne woonplaats binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk België gevestigd of er woonplaats verkregen heeft; 5o. ieder mannelijk meerderjarige, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat, waarin hij het 18de levensjaar volbracht, en vóór het intreden van het 21ste levensjaar, Nederlander of opnieuw Nederlander is geworden, zoo hij in een der hierboven onder 4o. omschreven geval len verkeert; 6o. ieder mannelijk niet-Nederlander, die na den lsten Januari van het jaar, volgende op dat waarin hij het 18de levensjaar volbracht en vóór iV>tuj<iiVóuAjlyözaioxiu 'ia* Kewüroea in aan aua-—

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1909 | | pagina 7