Dinsdag 15 Maart 1910. BLOOKER'S NO. 7789. 59e Jaargang. DAALDERS CACAO. FIRMA A H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ1.— franco per post f 4.15! Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij regel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosfeloos. Legale, officieële- en onteigenings- advertentiën ner regel 15 cent. Roclames 15 regels] f 1.25 elke regel meer f0.25. Groote lettere naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU KORTEGRACHT 9 Postbus 9. Telefoon 19, KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente AMERSFOORT brengen ter algemeene kennis, dat bij hun besluit van heden, ingevolge art. 8 der HIN DERWET, aan I. J. KREUPELING en A. MEIJER, wonende alhier, vergunning is ver leend tot de oprichting van eene steenhouwerij in het perceel Wilhelminastraat wjjk G no., kadastraal bekerd Gemeente Amersfoort, Sectie C no. 1624, onder voorwaarde dat in de inrichting geen zware steencn mogen worden gekloofd. Amersfoort, 11 Maart 1910. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris, J G. STENFERT KROESE. Het voorstel tot w e 11 e 1 ij k e regeling der winkelsluiting. In de Verslagen en mededeelingen der afdeeling Handel van het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel is opgenomen het ontwerp der Wet op de winkelsluiting, aangeboden aan 11. M. de Koningin door de Staats-commissie van den handeldrijvenden en den indu- strieelen middenstand, benoemd bij Kon. besluit 9 Juni 1904, no. 35. De commissie is eenstemmig van oor deel, dat het in het belang van den middenstand noodzakelijk is, ten spoedig ste over te gaan tot een wettelijke re geling van de winkelsluiting. Zij besloot in verband hiermede een nader onderzoek in te stellen naar de wijze, waarop in andere landen deze zaak is geregeld, ter aanvulling van de keunis, door vele leden der commissie in het buitenland hieromtrent persoonlijk reeds opgedaan. Mede met behulp van de aldus verkre gen kennis en steunende op het velerlei licht, dat ook hier te lande over dat vraagstuk werd ontstoken, werd door een der su beo ra missiën een concept-wetsont werp met Memorie van toelichting opge steld by welken arbeid met name het lid der commissie mr. J. G. Schürmann zich verdienstelijk maakte en werd na ampele besprekingen en gedeeltelijke wijziging dit ontwerp door de commissie als belichaming van haar gevoelen in deze aangenomen. De commissie meende, wegens het groote en dringende belang der zaak, niet te moeten wachten tot haar eindrapport gereed is, maar was van oordeel, reeds nu aan H. M. de Koningin het boven omschreven wetsontwerp met Memorie van toelichting te moeten aanbieden. Zij voegt daaraan toe als bijlageu de advie zen der Nederlandsche hoogleeraren in Staatsrecht omtrent de bevoegdheid der Gemeenteraden in zake winkelsluiting en de vertalingen der wetten welke deze materie regelen in Duitschland, Noorwe gen, Engeland, Nieuw-Zeeland, Denemar ken en Oostenrijk, benevens een tweetal andere op deze materie betrekking heb bende stukken en van een in Engeland by het Parlement ingediend wetsontwerp, strekkende om de aldaar bestaande wet geving te dezer zake belangryk te wij zigen. Zij voegt daarbij bot verzoek, deze stukken wel door den druk te willen doen publiek maken, opdat belanghebbenden en belangstellenden over de door de commissie ontworpen regeling zich kun nen uitspreken. Het ontwerp-wet luidt als volgt: Artikel 1. Het is verboden een winkel voor het publiek geopend te hebben of in een winkelhuis iemand te bedienen i tusschen 's avonds negen uur en 's mor gens vijf uur. Degenen, die bij het sluiten van den winkel daarin reeds aanwezig zijn, mogen nug bediend worden. Artikel 2. Onder „winkel", in den zin dezer wet, wordt verstaan elke besloten ruimte, die niet uitsluitend fabriek of werkplaats is en waar goederen anders dan uitsluitend voor wederverkoopers ge durende meer dan éen dag in een maand ten verkoop voorhanden zijn, ook al maakt het ten verkoop voorhanden hebben slechts een onderdeel uit van het uitge oefende bedrijf. Onder „winkelhuis" wordt verstaan elke besloten ruimte, die in eecige ver binding met een winkel staat. Artikel 3. De bepalingen dezer wet zijn niet toepasselijk op a. apotheken, voorzoover betreft de uitoefening van de artsenijbereidkunst b. inrichtingen, waar spijzen en dran ken voor verbruik ter plaatse worden bereid of verkocht. Het is echter verboden, in de inrich tingen, genoemd onder b, waren anders dan voor verbruik ter plaatse te ver- koopen op de uren, waarop winkels, vol gens de bepalingen dezer wet, of krach tens een op deze wet steunende veror dening, moeten gesloten zijn. Artikel 4. De bepalingen van artikel 1 dezer wet gelden niet voor den Zater dag, den Oudejaarsavond, deD werkdag voorafgaande aan Hemelvaartsdag, de drie werkdagen voorafgaande aan Kerstmis en de twaalf werkdagen voorafgaande aau St. Nicolaas. Op al deze dagen zal het echter, be houdens het in alinea 3 bedoelde geval, verboden zijn, een winkel voor het pu bliek geopeud te hebben of in een win kelhuis iemand te bedienen tusschen s avonds 11 uur en 's morgens 5 uur. De Gemeenteraad is echter bevoegd om hoogstens veertien dagen in het jaar aau te wijzen, waarop de bij deze wet- voorgeschreven bepalingen omtrent het sluitingsuur niet zullen gelden, of des- ge wenscht voor die dagen een later slui- singsuur dan het bij deze wet aangege- vene te bepalen. Onder de in het vorige lid genoemde veertien dagen mogeu óok aangewezen worden de in bet eerste lid van dit ar tikel genoemde dagen. Artikel 5. Wanneer minstens éen derde van het aantal tot een of meer groepen vau bedrijven behoorende winkeliers aan het Gemeentebestuur het verlangen ken baar maakt om het sluitingsuur hunner winkels op een door hen aan te geven, vroeger dan in artikel 1 dezer wet ge noemd uur te bepalen, zal het Gemeen tebestuur verplicht zijn, binnen twee maanden een stemming uit te schrijven bij de winkeliers der betrokkeu groep of groepen omtrent de wenschelijkheid van een invoering vau het aangevraagde sluitingsuur. Verklaren zich twee derden van de aau de stemming deelgenomen hebbende winkeliers vóór de iuvoering van dat sluitmgsuur, dan is de Raad verplicht, een verordening waarbij dit sluitingsuur bepaald wordt, voor die betrokken groep GEEN CACAO SMAAKT Z00 KRACHTIC ALS of groepen vast te stellen en binnen zes maanden na de gehouden stemming in werking te doen treden. Artikel 6. Is door het Gemeentebestuur of door den Raad binnen de bij het vorig artikel bepaalde termijnen niet voldoen aan de daarbij aan ben opgelegde ver plichtingen, dan gaan Gedeputeerde Sta ten zelfstandig over tot het houden der stemming, of het vaststellen en in wer king doen treden der bedoelde verorde ning. Artikel 7. Bij Koninklijk besluit wor den de winkelbedrijven in groepen ver deeld. Bij dat zelfde Koninklijk besluit wordt tevens depaald, wie uit den aard van hun werkzaamheden met winkeliers wor den gelijkgesteld. Artikel 8. Door het Gemeentebestuur worden lijsten opgemaakt van alle win keliers en daarmede volgens art. 7 geïijk- gestelden, welke in de Gemeente hun bedrijf uitoefenen, met vermelding van de groep of de groepen, waartoe zy be- hooren ingevolge de groepsverdeeling bij Koninklijk besluit. De beslissing van geschillen over de plaatsing'op deze lijst wordt opgedragen aan de Gedeputeerde Staten der Provin cie, met beroep op Ons. Bij algemeeuen maatregel van bestuur worden voorschriften gegeven omtrent: het opmaken, vaststellen en openbaar maken van de lysten, als bedoeld in dit artikel de verplichtingen van bijzondere per sonen tot het doen van opgaven en het geven van inlichtingen voor het opma ken en vaststellen van de bovenbedoelde lijsten, en voor de beslissing van geschil len over de plaatsing op die lijsten; het stemmen, inzonderheid tot verze kering van Jiet geheim der stemming de eischen, waaraan het stembiljet moet voldoen en Je redenen, waarom bet van onwaarde moet worden ver klaard; de behandeling van de in het voor gaande lid genoemde geschillen. De leden van het stembureau en hun plaatsvervangers worden door den Ge meenteraad benoemd. Artikel 9. Op uren, waarop ingevolge deze wet de winkels gesloten moeten zijn, is bet venten en verkoopen of te koop aanbieden op of aan den openbaren weg, behalve met drukwerken, verboden. Artikel 10. Overtreding van een der bepalingen van deze wet ingevolge de artikelen 1, 3, 4 en 9, of van een inge volge artikel 5 vastgestelde verordenin wordt gestraft met hechtenis van te hoogste ze3 dagen of geldboete van te hoogste f25. Indien tijdens het plegen van het feit nog geen twee jaren zyn verloopen, sedert een vroegere vcroordeeling van den schuldige, wegens gelijke of andere Overtreding dezer wet, onherroepelijk is geworden, of de geldboete vrywillig is betaald, kunnen de straffen worden ver dubbeld. Artikel 11. De by deze wet strafbaar gestelde feiten worden beschouwd als overtredingen. Artikel 12. Met het opsporen van de overtredingen dezer wet en der op artikel 5 steunende verordening zyn, behalve de bij artikel 1 van het Wetboek van Straf vordering aangewezen personen, belast de marechaussee en alle ambtenaren van Rijks- en Gemeentepolitie. De vermelde ambtenaren hebben te allen tijde vrijen toegang tot alle in ar tikel 1 bedoelde ruimten. Wordt nun de toegang geweigerd, dan verschaffen zy zich dien desnoods met inroeping van den sterken arm. Ii de ruimte tevens eeu woning of alleen door een woning toegankelijk, dan treden zij deze tegen den wil van den bewoner niet binnen dan op schriftelyken la9t van den Burgemeester. Van dit binnentreden wordt door hen binnen tweemaal vier-en-twintig uren proces-verbaal opgemaakt, dat aan den ingezetene, wiens woning is binnenge treden, in afschrift wordt medegedeeld. Artikel 13. Deze wet kan worden aan gehaald onder deD titel vanWet op de winkelsluiting. Artikel 14. Deze wet treedt in werking op een nader bij Koninklijk besluit te bepalen tijdstip. In de Memorie van toelichting zegt de Staatscommissie, dat h. i. de winkelslui ting beter kan behandeld worden als een op zichzelf staand vraagstuk, dan in ver band- met het vraagstuk der Zondagsrust, waarbij zich weer geheel andere gezichts punten voordoen. Het is de stellige overtuiging der com missie, dat een verplichte regeling vau een vervroegd sluitingsuur vau winkels wenscheljjk en noodig is en wel in het belang van de patroons en van het per- Ongetwijfeld zou het personeel reeds zeer gebaat zyn door eeu wettelijke rege ling van den arbeidsduur, maar daarmede worden de middenstanders, de patroons en vooral de kleine patroons, niet ge holpen. Ware een minnelijke oplossing buiten dwang van de wet mogelijk, dan zou de commissie aan haar de voorkeur geven boven een wettelijke regeling. Men heeft echter slechts de practyk te raadplegen om tot de overtuiging te komen, dat eendrachtig samengaan te dezer zake een utopie is. Dan behandelt de commissie de vragen of de Staat inderdaad het recht heeft om den burgers een dergelyke regeling^door dwang op te leggen in het algemeen be lang, enof werkelijk een algemeen be lang by deze zaak betrokken is. By het nagaan der arbeidstijden van personeel en patroons is haar gebleken, dat de normale werktijden zyn van 127a eu 147s uur en langer. By dit te lang gebonden zyn van het personeel staat,

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1910 | | pagina 1