zetten. De gronden zijn thans in hauden van een stichting, die ze toen heeft gekocht voor geldbeleg ging, waardoor er geen kgk op is, dat daar gebouwd zal worden. Nu hebben we voor dat gedeelte wel een heel fraai Uitbreidingsplan, maar 't blijft een prentje in do kast. 't Is eigonanrdig hoe over zoo'n Uitbreidingsplan wordt gedacht, een plan waarvan de gronden aan anderen toebebooren. Bijvoorbeeld om bij het be doelde terrein le blijven. Daar zijn lauen nietplant- s'tenen geprojecteerd. Er zijn er b\j van 100 M. breed. Do plaats waar de vijverkom moet worden uitgediept, eigent een 22M. breedte van do gronden.'t Is toch te mal om alleen te loopen, te eiscben, dat een ander ui dat moois op s\jn kosten zal aanleggen brugien, waterpartijen, plantsoenen, enz. Daarom nogmaals, wil de QemeeDte werkelijk iets bereiken niet haar Uitbreidiogeplan dan moot tg vooraf trach ten dj gronden in handen te krijgen. Een Uitbrei dingsplan bohorft niit veel te omvattenalleen die Ïedeelten, waarop kijk is, dat ze binnen betrekkelijk orlen tijd zullen worden beb.iuwd. Ik geloof niet, dat mijn medeleden mij voetstoots gelyb zullen geven. (Ontkenningen.) Ik begeer dit o»k nut. Maar toch, omdat ik het een zaak van zóo overwegend belang acht, vraag ik uitstel van behandeling en daarbij voorlichting van deskundigen voor do Raadsleden. Ik vermoed, da' het college van B. en W. hier geen ooren naar xd hebben en toch acht ik het noodig. Wanneer ik naga, dat elke poging, bier aangewend om een betereu k\jk op die zaken te verkrijgen, telkens wordt afgewezen of bestreden, dan geloof ik recht te hebbeu dit te vermoeden. Ik acht bet echter voor lien die na ons komen \an het grootste belang, dat alles wat betrekking he. ft op deze ziak goed wordt ouder handen ge nomen. 't Is meermalen een strijden om „Reohtliaherei". Mag ik U ook hiervan eeo bewijs leveren Een jaar ongeveer geleden beeft de Vereeniging „H, en N." een poging aangewend om alsnog ver andering te krijgen in den aanleg van den nieuwen weg nair Birktioven. Onder meer wees zjj erop, dat een wijziging van het bestaande Uitbreidingsplan geen beletsel behoefde te xyn voor dj uitvoering van haar verzoek. En wat antwoo'dden B. en W. daarop? O.a. dit: .Een Uitbreidingsplan levert geen bezwaar op; immers de G rneeute stelt dit plan vast en ban er dus va afwijken. Hier w- n^chen wij een ernstig woord vin pro'est te doen hooren een Uitbreidings plan wordt onder hoogere goedkeuring gemaakt, ten einde een juiste uitbreiding tut stand te kunnen brengen en goede verkeerswegen open te houden". Dit werd geschreven op 28 April 1909. Een week daarvoor, nl. 15 April 1909, was door den Inspecteur van bit Bouw- en Woningto-zicht een gewijzigd Uitbreidingsplan bjj B. en W. inge diend, het zelfde plan, dat eerst nu nm den Raad ter goedkeuring wordt aangeboden. Bij de indiening is uitdrukkelijk geconstateerd, dut de wjjziging in het Uitbreidingsplan en het uitbreiden daarvan een gevolg ie van den nieuwen verkeersweg naar Birkboven. Het zelfde motief dus als ook „H. en N." bad. Ik hoop, dit het mij gelukt zjj, den Raad te over tuigen, dat bier groote belangen voor de toekomst op bet spel stam, grooter dan mogelijk door velen oppervlakkig zul worden gemoed. De Voorzitter: De conclusie is dus, het voorstel van B. en \V. te verdagen. Wordt dit gesteund De hoer Oost er veen: Ja, M. de V. Wethouder Sanders: Hetgeen de heer Van Duinen met veel empbase heeft gez. gd, doet me twijfelen aan zijn practischen zin. De heer Van Duinen vergeet, dat er vóór de Woning wet onmogelijk een Uitbreidingsplan te maken was en dat we geen rekening kunnen houden met onze blauwe idealen, doch ons hebben to gedragen naar de voorschriften. Het is onmogelijk anders te handelen. Hetgeen de heer Van Duinen wenscht, is zoo onpractisch nle maar eenigszin9 mogelijk. Onjuist is het, dat de Gemeente alle gronden zou moe ten koopen waarop bouwverboden zijn gelegd. De heer Van Duinen, die dit wenscht, vergeet, dat de Gemeente dan veel te hooge prijzen zou moeten betalen en daardoor haar financiën iQ gevaar zou breng. n. Hetgeen de heer Vau Dui nen wenscht, gaat geheel builen de practijk om. De heer Van Duinen heeft niet alleen ver sterkt hetgeen B. en W. voorstellen, doch is óok in totale tegenspraak met hetgeen hij vroe ger zeide. Hetg-en bij nu doet, is napleiten. De heer Van Duinen had zijn voorstel moeten doen in de Commissie voor de fabricage, welke het voorstel van B. en W. aannam met alge- meene stemmende heer Van Duinen is lid van die commissie en heeft meegewerkt tot die aanneming. Hoe kan men meer met zichzelven in strijd zijn dan weinige dagen geleden een voorstel aan te nemen en nu uitstel daarvan te pleiten. De heer Van Duinen wees op den nieuwen wegnaar Birkhoveu. De groote verdiensten van dit plan ik kan dit zeggen, want ik was toen geen Wethouder is juist, dat die zeer goede verkeersweg daardoor is verkregen. De heer Plomp: De vereeniging „H. N." wenschte, dat B. en W. een Uitbreidingsplan zouden maken waarbij de Gemeente zou wor- I den bevoordeeld ten koste van de gemeente- narend:t hebben B. en W. terecht op de kaak gesteld. De heer Van Duinen had dit niet in open bare zitting moeten htrhalen; het was te veel spreken in het belang der Gemeente en in het nadeel van de ingezetep^De heer Van Duinen had dit niet mogen zeggen.' De heer Van Duinen: De heer Sanders verwijt mij, dat ik niet tegenstemde in de Com missie van fabricage. Ik heb juist gezegd, dat ik in den laatsten tijd een heel anderen kijk kreeg op deze dingen. De Gemeonte is nu be nadeeld ten faveure van groudeigenaren. De heer Plomp: Toon dit s. v. p. aan. De beer Van Duinen: Dat is heel ge makkelijk. De eigenaren waren wel geneigd ge weest de Wuytierslaan zelf aan te leggen. De Gemeente, die eenigen haast had bij dien aanleg, had dit geld kunnen uitschieten en do belendende eigenaren hadden het daarna terug gegeven. Ik vraag slechts een onderzoek in het belang der Gemeente; dat is alles. Laat mij onprac tisch wezen. goed. doch men sta het onderzoek toe. B. en W. hebben reeds genoeg kunnen zien welke onaangenaamheden de zelfde zaak bijvoor beeld aan Amsterdam heeft berokkend. Wethouder Sanders: De lieer Van Duinen heeft het door mij aangevoerde nog niet weerlegd, doch komt met slechts fatuite bewe ringen, die slechts leiden tot een hoogst on vruchtbare discussie. Ik moet herinneren, dat de heer Van Duinen nog 18 Maart heeft gestemd vóór dit voorstel, waarvan de Commissie voor de fabricage adviseert tot aanneming. De heer Van Duinen: Waarom niet Wethouder Sanders: Ik vrees inder daad, dat de discussie minder practisch wordt. De heer Oosterveen: Zijn er overwegende bezjvnren om nog éen zitting te wachten Ik zi«? hier niet voldoende in om te kunnen be slissen. Als er geen haast bij is, laat ons dun nog éen keer wachten we kunnen ons in dien tusschentijd beter op de hoogte stellen. IntUBSchen is veel te borde gebracht, dat niet ter zake doet. De Wuytierslaan was reeds aan besteed toen „H. N." kwam met haar beden kingen en het zou voor de Gemeente heel groute kostpn hebben gebracht als daar toen nog op ware ingegaan. De heer R ij k e n sAls ik over het geheele voorstel mag spreken De Voorzttter: Ik wenschte eerst te doen stemmen over het voorstel tot verdaging. De heer Vele Heyn: Ik zou gaarne de meening van B. en VV. vernemen. De Voorzitter: B. en W. kunnen zich niet vereenigen met verdaging. Wethouder Sanders: De heer Van Dui nen heeft geen enkel steekhoudend motief aan gegeven voor do verdaging en ik zie daarvan geen enkel nut in. De heer Veis Heyn: Ik wil dan aan den voorsteller vragen welk effect het uitstel zijn meeniDg zal sorteer en. De heer Van Duinen: Als de Raad meent, zóo volkomen op de hoogte te zyn en geen inlichtingen meer te behoeven, is 't mij wel Wethouder Sanders: Ik memoreer.dal de motiveering, welke de beer van Duinen thans geeft, heel anders is dan zooeven, toen ik het door hem gesprokene nog niet had weerlegd. Het voorstel tot verdagen wordt nu verwor pen met 8 tegen 7 stemmen (vóór verdagen, de heerenRuys, Salomons, Oosterveen, Rijkens, Vso Duinen, Van Esveld en Hagedoorr.). De heer Rijkens: Ik heb een paar opmer kingen op dit voorstel, éen van algemeenen en éen van van bijzonderen aard. De weg, die ten Zuiden van den Utrechtscheweg is geprojecteerd in het verleDgde van de Paulus BuyslaaD, loopt vlak langs het nieuwgebouwde per ceel van den heer De Groot. Hoe is men er (oe gekomen, dezen heer vergunning te geven om den voorgevel te bouwen vlak tegen den weg, want die stond ook op het vorige Uitbreidingsplan. Wnt hem is vergund, zal men moeilijk anderen kunnen wei geren, andera gait willekeur heerschen. Maar dan krijgen we daar ook een straat in olasts van een laan en bet zal toch wel niet' de bedoeling zijn, in d*t gedeelte der Gemeente straten aan te leggen. Ik geloof, dat de toestand daar nog kan worden verbeterd, als men besluit bet verlengde vnn de Paulus Buyalaan twee of drie Meter meer Oostelijk to leggen en dan met een zuchten bocht naar de Rioglaan te doen loopen. Men komt dan óok op grond van den heer De Groot, d->ch deze eigenaar zal stellig met zoo'n verandering genoegen temen. Mgn andere opmerking betreft het afwijzend ad vies van de Gezondheids-commissie. Een der rede nen, waarom deze Commissie met dit Uitbreidings plan niet is ingenomen, is, dat er geen pleiueu en terreiuen voor openluchtspelen op zijn aangegeven. Ik bon dit geheel eens met de Gezor dheidscom- missie. We zouden er wat voor geven als we in de oude stad enkele pleinen hadden voor die open luchtspelen. Dan zou hel publiek ook vrij wat min der last ondervinden van de jeugd, die nu die speelplaatsen zelf improsiveert, heigeen ten deele vergpeflijk is. Liteu we nu ten minste zorgen, dat ze op bet Uitbreidingsplan niet ontbreken. Ik stel voo-, dit plan aan B. en W. te renvoyee- ren niet verzoek alsnog rekening te houden met dit b. zwaar van de Gezondheids-commissie. Wethouder Sanders: Bij het perceel van den heer De Groot is inderdaad afgeweken van de rooilijn en dit op billijkheidsgronden. Het omleggen der Punlua Buijs-laan is nochtans niet mogelijk, omdat de gronden zijn overgedragen. Wat de plaatsen voor openluchtspelen aangaat, ging men in op de wenschen der Gezondheids commissie dan zou do Gemeente zulke terreinen moeten aankoopen en daarvoor is het thans zeker niet de goede tijd. De Woningwet geeft geen ander middel aan de hand. De heer R ij k e n sIk ben hot niet eens met die uitspraak. Als men vooraf weet waar zulke terreinen zullen komen, zal mendaarniet bouwen. Ik geloof ook niet aan de l ezwaren tegen het omleggen der Paulus-Buijsiaan, want het terrein aan weerszijden behoort aan den heer De Groot, die, naar hij mij meedeelde, bereid is tot deze verbetering. De toegang kan dus verbeterd en ik zou wen schen, dat dit alsnog gebeurt. Het voorstel tot renvoyeeren wordt alsnu aangenomen met 8 tegen 7 stemmen (tegen.de heeren: Tromp van Holst, Joriasen, Plomp. Ha mers, Veis Heyn en de beide Wethouders). Punt 15 (Comis8ie van onderzoek progressieve Inkomstenbelasting). De heer Plomp: Als in deze vergadering werd gevraagd of progressieve belasting niet de eenig juiste is dan zou zeker ieder toestemmend antwoordendoch vraagt men of een progres sieve inkomstenbelasting in het belang is van Amersfoort dun zal het antwoord heel anders luiden. Amersfoort hunkert er naar, dat iemand met fortuin er zich komt vestigen Amersfoort heeft geen handel, geen industrie, weinig oude gezeten families en dus niet zekere ruime inkomsfhn. Voert men progressie in dan zullen vermo gende menscheu er zich niet vestigen, want Amersfoort ligt omringd van andere Gemeenten, die lagere belasting heffen en heeft buiten zijn uitstekend onderwijs en wat natuurschoon niets aan te bieden. De progressie zal brengen ontlasting van ze kere kringen der bevolking, doch overbelasting van de overigen^ vooral van ds meer bezitienden. Zoodra dezen door overlijden of vertrek weg zjjn, zal men weer niet uitkomen. Wij hebben geen progressie, maar wel zekere dezressie, juist door do vrijstelling van oe on belastbare f400, meestal f500. Zoo betaalt men thans voor een inkomen van f 600 f3 ,per f100 dus 0.50 1000 15 150 2000 45 2.25 3000 75 2.50 4000 105 135 2.62» 2.70 5000 135 *7U 4 Progressie is ook daarom gevaarlijk omdat zij de uitgaven zooveel vergemakkelijkt Bovendien is het een slecht oogenbhk, thans met dit voorstel te komen omdat inde Tweede Kamer juist wordt gewerkt aan de verruiming van het belastinggebied der Gemeenten terwijl van de gegevens van den Staat ook inzage zal wor den gedaan voor de gemeentelijke belastingen. Progressie is ook hierom niet wenschelijk omdat zij op de eerste plaats drukt op de groote fortuinen en men iemand niet moet stellen tusschen zijn geweten en zijn beurs. Elke Gemeente, en ik zou bijna zeggen vooral Amersfoort, heeft behoefte aan meiwclien met fortuin, die door bun opcenten op de Personeele belasting niet alleen bijdragen in de Gemeente kas, doch bovendien een krachtigen middenstand maken, die op zijn beurt weer den arbeidersstand in het leven houdt. De heer J o r i s s e n Waarvoor is deze com missie van onderzoek noodig Ik vertrouw toch, dat de onderteekenanrs van het verzoek de zaak nl hebben onderzocht. Welnu, zij hebben dan slechts een uitgewerkt voorstel in te dienen en door een Memorie nader hun zienswijze duidelijk maken, terwijl ten slotte het voors'el in de Raadsvergadering komt. Waartoe dan deze com missie Ik zal daar tegen stemmen. De heer R ij k e n s Ik had niet gedacht, hier over nog het woord te moeten voerennu dit blijkbaar wordt verwacht, zal ik echter in her innering brengen, dat ik bij de behandeling der Begrooting voor 1910 de wenschelijkheid heb betoogd van een progessieve Inkomstenbelasting en aan B. en W. heb gevraagd of zij het voor nemen hadden met een plan in deze te komen. Toen mij daarop door B. en W. afwijzend is geantwoord, beb ik gezegd, dat ik dan zou trachten eenige geestverwanten in den Rand te vinden, die met mij een dergelijk voorstel wil den indienen. Het thans ingediende voorstel gaat zoover niet. Het steil met voor, over te gaan tot het in voeren van een progressieve inkomstenbelasting, doch alleen tot benoemen eener commissie die zal onderzoeken of een dergelijke belasting voor Amersfoort wenschelijk is, of niet. Deze com missie kan zich allerlei gegevens doen verstrek ken uit Gemeenten waar men zulk een belas ting heeft; zij kan vragen of die daar gunstig, werkt, onderzoeken of zij aanleiding heeft gege ven tot een exodua van geldelijk vermogenden of zij vestiging van gefortuneerden heeft tegen gegaan, enz. Die commissie zal dat materiaal dienen te verzamelen en dan eerst zal er in den Raad een vruchtbare discussie kunnen plaats vinden over het al of niet invoeren van een progressieve in kom sten bel asting. Er zijn er onder ons besliste voorstanders van een dergelijke belasting; er zijn ook besliste tegenstanders. Welnu, liet is mogelijk, dat, wan neer wij het noodige materiaal uit andere Ge meenten hebben verzameld, tegenstanders in voor standers veranderen, of omgekeerd. Maar een open en eerlijk onderzoek zal, dunkt me, ieder een willenvandaar, dat ik ons voorstel ten zeerste aanbeveel. De heer Plomp is ingegaan op de voor- en de nadeelen en heeft waarheden gezegd als koeien en onwaurbeden als olifanten. Ik vroeg slechts een onderzoek. De heer Jorissen was reeds zoo vriendelijk, de voorstellers aan te wijzen als de commissie van onderzoekik meen, dat het beter is als de Raad die commissie aanwijst. De heer Oosterveen: Ik vrees, dat het niet door een commissie zal zijn uit te maken of werkelijk meerbemiddelde personen Amers foort verlaten om de progressieve belasting en zie dan ook het nut dier commissie niet in. De hoer Plomp: De heer Rijkens had de vriendelijkheid te zeggen, dat ik waarheden als koeien en onwaarheden als olifanten debiteerde. Ik zal niet twisten met den heer Rijkens, die met zijn bekende bescheidenheid dit heeft gezegd het zal dus wel zoo zijn. Ik wil er alleen maar op wijzen, dat men in Den Huag óok bezig is met een progressieve belasting. Den Haag kan zich heel wat meer veroorloven dan Amersfoort en desondanks schrijft de wel zeer der zake kundige heer Raedt vaneen gewaagde sprong, en een strop die de Gemeente zich om den hals haalt. De heer R ij k e n sJa, dat weet ik óok wel, doch Raedt is een beslist tegenstander. Treub komt tot een heel andere conclusie. De heer Van Kalken: Ik geloof, dat het heel ongewenscht is, een commissie te benoemen. Ik acht ook ongewenscht een progressieve be lasting omdat deze zal blijken niet in het ge meentebelang te zijn, omdat Amersfoort voeling moet houden met de omliggende plaatsen. Al lerlei kunstmiddelen moeten aangewend om de mensohen hier te krijgen en hier te houden. Nog onlangs is daarvoor Birkhoven aangekocht. En moet nu alks weer teniet gedaan Immers de eerste vraag van wie zich hier wil vestigen, ishoe is de belasting Wanneer bij de Begroo- ting. *ef.8 wor(ft voorgesteld, moet het maar al te dikwijls verschoven om toch vooral de be lasting Diet te verhoogen. Een verstandig koopman keert de zaak juist om en zegt: ik moot het juist hebben van de groote klanten en niet van de kleintjes (Gelach). Mijn hoofdbezwaar is, dat de middenstand de enkele kapitalisten nog zou zien heengaan en dat er geen andere zullen komeD. Iets anders is een progressieve schoolgeldhefling, waarover al eens gesproken is. Ik acht een commissie van onderzoek nergens nuttig voor. l)i heer Veis Heyn: Ik heb nu al veel voor on nog meer tegen h«-t voorstel gehoord, maar het verwondert me, dal de voorstellers komen met een commissie en niet vragen het advies van B. en W. in een zóo belangrijke zaak. Dit ware m. i. de aangewezen weg. De heer Rijkens: Wij vroegen dit pread vies niet omdat we de meening van B. en W. bennen, die ziel: in October tegenstanders ver klaarden van progressie. De heer Veis Heyn: Dus, omdat men B. en W. zoo opzij zet, moeten in decommiEsie aalleen voorstunders worden benoemd? De heer Rjjkens: Volstrekt niet. Wethouder Sanders: Is het practisch, deze commissie thans te benoemen M. i. niet. Het is absoluut foutief een belasting te wijzi gen als dit niet absoluut noodig is. Den Haag moest 4 millioen hebben voor niet-vruchtdra- gende werken en tracht die te vinden door wij ziging der belasting. Voor Amersfoort is dit voorshands niet te verwachten. Bovendien zal wellicht het belastinggebied der Gemeente wor den uitgezet; de Twtede Kamer werkt daaraan. Ik vrees, dat het eenige resultaat van de hier voorgestelde commissie zal zijn een totaal acade mische beschouwing. Bovendien is wijziging van ons belastingstelsel op 't oogenblik niet noodig en als dit later noodig mocht blijken, weten we thans niet of wijziging mogelijk zal wezen. Ik acht liet voorstel dan ook onpractisch. De heer Plomp: Do heer Rijkens zegt in zooveel woorden, dal men geen onpartijdig ver slag kan uitbrengen als men tegenstander is van eenig voorstel. De heer R ij k e n sDe heer Veis Heyn meent, dat B. en W. zijn opzij gezetdat is niet hel geval. Als zij den gewonen weg hadden bewan deld, zouden zij het voorstel zelf naar hun col lege hebben gerenvoyeerd om prte advies. De heer Sanders acbl het onderzoek niet noodig; ik verbeeld ine, dat het wel nuttig en wel prac tisch is. Wil men vreemdelingen lokken dan heeft men juist te zorgen voor meer aantrekkelijkheden en die kan men bekostigen uit de progressie, welke licht een paurduizend gulden meer geeft. Telkens komen verzoeken in om loonsverhooging van onderwijzers, reinigers en andere Gemeente-werk lieden en telkens worden dezen afgescheept u,et de bewering, dat er geen geld is. Ik ben er van overtuigd, dat de progressie eenige duizenden meer geeft en daardoor wat nieir loon kan worden uitbetaald. De heer Hamers: Ik ga geheel mee met deo heer Sanders en zal stemmen tegen de com missie. Het voorstel wordt nu verworpen met 10 tegen 5 stemmen (voor het onderzoek, de heeren Van Duinen, Rijkens en Tromp van Holst de vierde voorsteller, de heer Gerritsen, was afwezig benevens de heeren Van Esveld en Hagedoorn). De overige punten gaven geen debat. (Slot volgt.) Luitenant-kolonel W. tt. Pieper?, van het le regiment huzaren, is benoemd tot lid der commissie voor het officiers-examen van de Kon. Militaire Academie te Breda. Jhr. C. J. Sandberg tot Essetiburg is, na verdediging van stellingen, aan de Rijks universiteit te Utrecht bevorderd tot doctor in de Staatswetenschappen. De jongedames A. E. van Laaren en H. C. Branderhorst legden aan die Universiteit met gunstig gevolg af het theoretisch apothe kers-examen. De heer E. Tuiusira'behaalde de akte voor onderwijzer. Tot kolonel-hoofd van het 2de geneeskun dig district, te Utrecht, is bevorderd de diri- geerend officier van gezondheid 2e klasse A. Dut n er. Ritmeester jhr. E. VV. von Wrangel auf Liodenberg die binnenkort wordt bevorderd lot majoor, zal hier als eskadrons-comman dant in bet le regiment huzaren worden vervangen door ritmeester jhr. W. II. J. van de Poli, commandant van het eskadron ordon nansen, thans te 's-Gravenhage. De heer Van Asch van Wijck, lid van de Tweede Kamer, heeft de volgende schrifte lijke vraag gedaan aan den Minister van Oorlog »Bij de behandeling van de Oorlogsbegroo- ting voor het dienstjaar 1909/10 werd bij de tweede Nota van wijzigingen de aanvrage voor gelden ten behoeve van «verbetering der financieele positie van de leden der mu ziekkorpsen" op verzoek van de Commissie van rapporteurs teruggenomen. De Voorzitter vaD die commisste stelde aan den Minister van Oorlog voor, deze aanvrage zoo spoedig mogelijk weder bij suppletoire begrooting bij de Kamer aauhangig tn maken. #Zou Z.Exc. de Minister van Oorlog kun nen mededeelen of de hierbedoelde supple toire begrooting spoedig by de Kamer aal inkomen, en, zoo niet, aan welke omstan digheden dit is toe te schrijven?" Het antwoord vau den heer Cool, Minister van Oorlog, luidt: „Naar aanleiding van Uw schryven van 9 Mei j.l. heb ik de eer U HoogEdeigestr. te doen kennen, dat ik de mij daurbij kenbaar gemaakte vraag van den heer Van Asch van Wijck bij di ze als volgt wensch te beant woorden »De gelden, noodig voor de verbetering der financieele positie van de leden der mu ziekkorpsen worden aangevraagd by een ontwerp van wet tot wyziging en verbooging

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1910 | | pagina 2