Donderdag 16
Juni 1910.
No. 7828,
59e Jaargang.
Stadsnieuws.
UITGAVE:
FIRMA A H VAN CLEEFF
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ1.—
franco per post f 1.15. Aivertentiën 16 regels CO cent; elke regel meer 10cent. Bij regel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25. Groote
letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten
evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentie» van buiten de stad worde" de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9
Postbus 9.
Telefoon 19.
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT,
Gelet op art. 264 der Gemeentewet,
Doen te weten, dat het le en het 2e gedeelte
van het primitieve kohier der
Inkomstenbelasting
over het jaar 1910, goedgekeurd door Gedepu
teerde Staten van Utrecht, in afschrift gedu
rende vijf maanden op de Secretarie der Ge
meente voor een ieder ter lezing ligt.
Amersfoort, 16 Juni 1910.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
Rust een weinig.
„Bust roest", zegt het spreekwoord.
Ik zou niet gaarne de waarheid daar
van ontkennen, evenmin als van dat
andere, dat ons zegt, dat de boog niet
altijd kan gespannen zijn.
Het is heel goed, dat wij af en toe
ons eens onttrekken aan het druk gewoel
om ons heen, het leven geroepen en be
stendigd door den strijd om het bestaan,
welke een kamp met monsters is. Dat
is noodig om weer op kracht te komen,
niet, omdat wij den strijdschuweu. Want
er is genot in de spanning, die elke on
derneming ons scheukt, welke wij met
goeden uitslag bekroond zien en zelfs,
als het spel verloren wordt, dan tóch
is er in dien strijd voor ons vreugde ge
weest.
Wie echter zóo in zijn bezigheden op
gaat, dat hij geeu oogenblik over heeft
voor de hoogere dingen des levens, is
oorzaak, dat er eeu „te kort" in zijn
leven is, dat er in zijn gemoed iets roes
ten gaat, omdat bet eveneens te veel met
rust gelaten werd.
Zie, daar is zooveel heerlijks, in de
ons omringende natuur, en zooveel
vreugde is er voor ons weggelegd in de
aanschouwing van al dat schooue.
Wat een kleurenpracht geeft niet eeu
opkomende of de ondergaande zon ons te
genieten.
Hoe vredig stemt ons vaak de tem-
pelduistering van het woud.
Hoe droomt niet onze ziel van on
eindige dingen, als wij staan aan het
strand der wijde zee en turen in een
voor ons oog eindelooze verte.
En als weer de nacht is gedaald, wij
het oog naar boven slaau, naar het star
ren gewelf, dan immers is het of iets, dat
groot en heilig in ons is, in aanraking
komt met het groote en heilige, dat in
en boveu alle dingen is, waaraan wij
geen naam geven kunnen, maar dat toch
even zeker voor ons bestaat al kunnen
wij het met onze gewone zintuigen niet
waarnemen.
Een als wij daarbij denken, aan het
geen de geleerden ons vertelden van die
natuur om ons, over de orde en regelmaat
van het Heelal, over den bouw dei-
werelden, over de kalmte, rust en har
monie, die in alle dingen is, dan kan
het niet anders of wij voelen ons ook
dankbaar gestemd tegenover de weten
schap, die, door alle eeuwen heen, zich
tot onzen tijd heeft voortgeplant, ont
wikkeld, verbeterd en volmaakt en de
grondslagen heeft opgetrokkeu van het
schoonste gedenkteeken, dat onverbreek
baar is en dat is als een berg, vanwelks
top wij heden het heelal beschouwen en j
waarnemen hoe onmetelijk groot het is.
Van die hoogte beschouwen wij de
wentelende werelden en wij bewonderen I
de wetten, welke die werelden beheerschen
en de krachten, welke die werelden in
de oneindige, eeuwige ruimte in stand
houden.
Het schouwspel zelf van het starren-
gewelf, zóo vol grootschheid en majes
teit, drong den mensch tot het scheppen
van de sterrenkunde, d.i. de ontdekking
van de watten, welke het heelal besturen.
Laug vóór de menschheid een geschie
denis had, werd de sterrenhemel waar
genomen. Reeds toen werd de loop van
zon, maan en sterren bestudeerd, werden
tal van dingen waargenomen, die als
fundament kunnen beschouwd worden
vau het trotsche gebouw der wetenschap,
dat eeuw na eeuw in schoonheid toe
neemt. Men heeft zich afgevraagd, wat
toch wel het doel dier hemellichamen
zijn kon en om daarachter te komen,
heeft men ze nauwkeurig bestudeerd;
later is men zelfs de afstanden gaan
meten en hun gewicht gaan bepalen.
De bijzondere beweging der planeten
werd ontdekt, met juistheid hun gaan
eu komen bepaald.
En wonderlijk vermogen van den
menschelijken geest wij hebben die
werelden langzamerhand als zien vaster
worden, geschikt worden voor bet leven
van georganiseerde wezens en ook weer
haar vruchtbaarheid zien verliezen, ver
anderen en vervullen, onderworpen als
ook zij waren aan de eeuwige wet der
vergankelijkheid.
Zoo zal ook eens onze aarde sterven,
zal er op haar oppervlakte geen plaats
meer zijn voor ons menschen en is het
uit met onze eerzuchtdroomen, met alle
systemen der wijsbegeerte, met allo din
gen, die ons in rep en roer brachten.
Dau wordt de bazuin weer gestoken, dii
ten leven wek, ten nieuwe nevelvlekken
eu nieuwe werelden zullen ontstaan.
Als er in het verre verleden geen men-
schon geweest waren, die hun leven
wijdden aan het zoeken naar waarheid,
eu waren er daarna niet geweest, die
met volharding en wilskracht het werk
hadden voortgezet oai het peil der men-
schelijke kennis hooger op te voeren,
wij zouden thans ous niet kuunen ver
lustigen in het goddelijk mysterie van
de grootheid des heelals en de schoon
heden der schepping; wij zouden niets
bevroed nog hebben van die groote een
heid van oorsprong, van kracht, van
stof, van licht, van leven die er is in
het onmetelijk heelal, te midden der
eindelooze verscheidenheid in vorm.
Zie, en als wij deze dingen bedenken,
komt er verheffing in ons leven. Dan
leereu wij inzien, dat de schepping rond
ous de openbaring is vau een macht, die
haar wijs bedoelen had met al wat was,
en is en wezen zal en meer van ons ver
langde dan van het redelooze vee, waar
aan niet werd opgelegd de plicht om te
deuken en te streven, en vrucht te dra
gen, honderd- en duizendvoud.
Het kennisnemen van de resultaten
van den arbeid van de mannen van
studie op dit en elk ander gebied, verheft
ons boven het alledaagsehe en voert ons
naar de sfereu der hoogste gedachten.
Al deze dingen verkwikken onzen geest
bij uitnemendheid. En daaroin is het zoo
goed voor ons, af en toe een wjjle te
CUZ-&<2-*>
laten rusten het werk onzer handen om
na te gaan met onzen geest wat er
grootsch en verhevens is ronden binnen
onswant ook dat zal onze dagen ver
lengen, onze blijdschap doen groeien,
onzen vrede vermeerderen, onze hope doen
verder zien dan den horizon der zienlijke
dingen.
J. A. C. N.
Een waardig schrijven.
De kleinzoon van Raadpensionaris Rutger
Jan Schimmelpenr.inck heeft het volgende
schrijven doen toekomen aan den Rector van
het Utrechlsch Studenten Curps
Uit de nieuwsbladen ontwaarde ik dezer
dagen, dat door het Utrechtsche Studenten-
Corps als onderwerp voor de in 1911 te
houden maskerade is vastgesteld een optocht
uit den Napoleonlischen tijd, met Napoleon 1
als hoofdpersoon.
Ik mag niet verhelen, dat dit besluit bij
kennisname op mij een veroijsterende», maar
vooral eeu weemoedigen indruk heeft ge
maakt, omdat ik daarin het gevolg meende
te moeten zien van een afstomping vau het
nationaal gevoel bij jonge mannen, wier be
stemming het is, in de toekomst de leiders
en de regeerders van hel Nederlandsche
Volk te zijnik heb echter die gedachte
zooveel mugelyk vau mij afgezet en nee.n
aan, dat men tot de keuze van het evenbe-
doeld onderwerp is gekomen, geleid dooi
den wensch om een optocht samen te stel
len, het beeld gevende van eentijdperk.dat,
wat uniformen en costumes betreft, rijk is
aan weelde en verscheidenheid.
Nieltemin blijf ik de gedane keuze ten
zeerste betreuren, als gevestigd op een bij
uitstek anti-nationaal ouderwerp.
Immers bij de ruimste erkenning van diens
groote eigenschappen, blijft Napoleon I tegen
over ons nationaal gevoel de man, die, nauw
honderd jaren geleden, onvergetelijke schande
en nameloos wee over Nederland heeft ge
bracht.
Waar ik zoo gevoel en, naar ik vertrouw,
duizenden in den lande met mij gevoelen,
daar meen ik u eerlijkheidshalve te moeten
mededeelen, dat, werd het in den aanvang
dezes genoemde besluit van het Utrechtsche
Studenten-Corps gehandhaafd, het mij niet
mogelijk zou zijn, aan eenig feestbetoon by
de aanstaande lustrumfeesten in 1911 deel
te nemeD.
Ik behoef U wel nauwelijks do verzekering
te geven, dat, bij de nauwe betrekking,
waarin ik tot de Utrechtsche Uuiversiteit sta
en bij het belang, dat ik stol iu het lief en
leed vau het Utrechtsche Studenten-Corps,
ik niet dan met innig leedwezen mij tot ge
dachte onthouding bij éen der Lustrumfees
ten van dat Corps zou genoodzaakt zien.
Hoogachtend en dienstwillig,
F. D. SCHiMMELPENNINCK,
Commissaris der Koningin in de
Provincie Utrecht.
De markerade-commissie heeft onmiddellyk
besloten4als onderwerp voor de maskerade
te kiezen het tweede voorgestelde: het bezoek
van Koning Eduard III van Engeland aan
Keizer Lodewijk IV van Duitschland te Co-
blenz in 1338.
Inde Luthersche kerk hier hoopt aanstaan
den Zondagochtend voor te gaan ds. P.
Groote, Ev. Lutersch predikant te Amster
dam.
By de godsdienstoefening van den Doops
gezinden kring zal voorgaan ds. E. M. ten
Cate.
Blijkens een van het hoofd van den pby-
topathologiichen dienst onder dagteekening
van 10 dezer ontvangen rapport werd dezer
dagen de Amerikaansche kruisbessenmeel-
dauw geconstateerd te Amersfoort.
Uitkijken, is dus de boodschap.
Wat betreit de resultaten der aangewende
bisti-ydingsmiddelen kan worden niedege-
deeld, dat, waar in het vorige jaar de van
wege het Instituut voor phytopathologie
gegeven raad afsnijden van alle aange
taste scheuten en afplukken van de aange
taste bessen, alsmede vernietiging van aange
taste scheuten en bessen, met behulp van
kokend water trouw is opgevolgd, de
struiken nu uits'ekend gedijen en da kwaal
c>£ is weggebleven, of nog maar zeer spora
disch voorkomt. In het laatste geval is de
kwa..1 hoogst waarscbynlijk een gevolg van
elders overgewaaide of door bijen of op
andere wijze voorgebrachte besmetting.
Waar ten vorigen jare niets ter bestrij
ding is gedaan, brak de ziekte dadelijk met
groote hevigheid uit..
Bij den heer G. J. Slothouwer, die onlangs
ook het belangrijke boek van den heer P.
M. L. de Bruyn Prince over „Multatuli als
ambtenaar" uitgal, is thans verschenen: „Over
Multatuli als auteur, in het byzomler als
navolger van Alphonse Karr", door P. M.
Westra.
Een boek van 110 pagina's, dat niet alleen
in dezen tijd van Muhatuli-overdry ving stel
lig velen belang zul inboezemen.
Blijkens ailveit'*niie iu dit nummer opent
de heer L. Klein Hz. hedenavond in het perceel
Ulroehtschestraat uo. 3 een magazyn van
muziek-instrumenten, piano's, orgels, piano
la's, enz. waaraan tevens een uitgebreide
muziekhandel zal worden verbonden.
Aan den heer H. J. Groote Balderhaar
ten Velde, Gemeente-ontvanger van Hoeve
laken, is toegestaan tot 1 Mei 1913 te Amers
foort te blijven wonen.
De heer A. M. Frederikse heeft aan de
Rijks-universiteit te Utrecht met gunstig
gevolg afgelegd het eerste natuurkundig
De maandvergadering van sHandel en
Nijverheid", Dinsdagavond ouder voorzitting
van den heer S. J. van Duinen in »De ver
gulde zwaan" gehouden, was maar weer
slecht bezocht: 4 leden vau het Dagelijksch
Bestuur dier vereeniging en 3 gewone leden;
toch nog éen lid meer dan bij de vergade
ring van 12 Mei, waarvan de notulen werden
gelezen en ongewijzigd vastgesteld.
De Voorzitter, die even vóór nege
nen de vergadering had geopend, zeide, na
dat de notulen waren gelezen, dat de agenda
belangrijker was dan de opkomst der leden