Donderdag 14 Juli 1910.
No. 7840.
59e Jaargang.
OP REIS.
Stadsnieuws.
FIRMA A H VAN CLEEFF
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi.
franco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke rege! meer 10 cent. Bij regel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosleloos. Legale, officieële- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels f 1.25, elke regel meer f 0.25. Groote
letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten
evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad Worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9
Postbus 9.
Telefoon 19.
Aan onze abonné's die tijdelijk elders,
binnen- dan wel buitenlands, vertoeven
wordt op aanvrage, en met duidelijk©
opgave van adres, de courant elkeu ver
schijndag tegen vergoeding van het porto
toegezonden.
Ook niet-geabonneerden kunnen op de
zelfde wjjze de geregelde toezending van
de „Amersfoortsehe Courant" tijdens hun
uitstedigheid zich verzekeren.
KENN I S G E T 1 NGEN.
De GEDEPUTEERDE STATEN van UTRECHT,
Gelet op art. 162 der Provinciale Wet,
Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
het uitvoerig en beredeneerd Verslag over den
toestand der Provincie In 1909, tegen betaling
van f 1 ter Provinciale Griffie algemeen verkrijg
baar is gesteld.
Utrecht, 11 Juli 1910.
De Gedeputeerde Staten van Utrecht,
F. D. SCHIMMELPENNINCK,
Voorzitter,
L. J. RIETBERG,
Griffier.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT
Gelet op artt. 6 en 7 der HINDERWET,
Brengen ter kennis van het publiek, dat een
door het DEPARTEMENT VAN JUSTITIE in
gediend verzoek, met bijlagen, om vergunning
tot het oprichten van eene inrichting voor drink-
watervooiziening met 2 pompen, gedreven door
een gaskrachtwerktuig (gasmotor van 3 E.P.K.)
in het perceel alhier gelegen aan den Utrecbt-
schen weg, by het Kadaster bekend onder sectie
C. no. 1590, op de Secretarie der Gemeente ter
visie ligt, en dat op Donderdag, den 28 Juli
aanstaande, des voormiddags te half elf uren
gelegenheid ten Raadhuize wordt gegeveu, om
ten overstaan van het Gemeentebestuur of van
een of meer zijner leden, bezwaren legen het
oprichten van de inrichting in te brengen.
Tot het beroep, bedoeld in art. 15, le lid der
Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispru
dentie, alleen zij gerechtigd, die overeenkomeiig
artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeentebe
stuur of éan of meer zijner leden zijn versche
nen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te
lichten.
Amersfoort, 14 Juli 1910.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
J. K. H. DE BEAUFORT,
loco-Sccretari».
De Anamnese.
In bet tijdschrift „Moleschott", weekbl.
voor gezondheidsleer, populaire genees
kunde en ter bestrijding van de kwak
zalverij, vinden wij het volgende artikel,
dat wij wel de moeite waard achten om
het onzen lezers mee te deelen.
Voor velen zal Anamnese" wel een
onbekend woord zijn. Ik zal hen, die
wellicht meenen, dat wjj er iets geleerds
mede bedoelen, of dat wjj een weinig
bekende ziekte gaan beschrijven, gerust
stellen door te verklaren, dat wij met
dit woord bedoelen iets heel gewoons,
iets heel laag by den gronds, maar iets
van groot belang.
Het is bekend, dat een geneeskundige,
wil hjj een zieke met vrucht behandelen,
eerst moet weten, waaraan de zieke ljjdt,
welke zieke hjj heeft, dat hjj eerst „de
diagnose moet stellen". Het advies, dat
hij geeft, de geneesmiddelen die hij voor
schrijft, zullen geheel anders zjjn als hjj
de diagnose neurasthenie dan wel blinde
darmontsteking stelt. De weg, die tot het
stellen van een diagnose voert, bestaat
uit twee gedeelten. Het eene omvat het
lichamelijk onderzoek van den ljjder, in
den meest uitgebreiden zin, dus zoowel
van zijn organen en weefsels als van zijn
uitscheidingsproducten en wordt „status
prmsens" genoemdhet andere is de
„anamnese" en bestaat uit hetgeen de
patiënt ons mededeeltof hetgeen voor hem
medegedeeld wordt en uit de antwoorden,
die wij op de door ons gestelde vragen
krijgen. Anamnese is dus een weinig
bekend woord voor een zeer alledaagsche
zaak.
Een halve eeuw geleden, toen de me
thoden van onderzoek, die wij tegenwoor
dig gebruiken, nog geen toepassing von
den, was de geneesheer bijna uitsluitend
op de anamnese aangewezen om tot
een diagnose te komen. Hij kon een
pols voelen, een toDg bekijken, de uit
werpselen met bet bloote oog beschou
wen, maar percussie-hamer en stethos
coop, oog-, keel-, neus- en oorspiegels
waren onbekend, en niemand dacht aan
bloedonderzoek, diagnotische serum-injec
ties, Röntgenstralen of aan het bekijken
van blaas en endeldarm. Het is ook nog
niet zoo heel lang geleden de vraag
is zelfs of het al geleden is dat pa
tiënten verwonderd waren, dat zij zich
voor den dokter moesten ontkleeden, ja
zelfs bij voorkeur bjj dien dokter om
raad gingen, die ongeveer 50 jaar prak
tijk had en „zoo" wel kon zien, wat
hen mankeerde.
De meeste patiënten weten tegenwoor
dig wel, al zijn zij voor den eersten keer
ziek, dat hun dokter beu onderzoekt en
zij zouden thans wellicht wegloopen, als
hij dit niet deed. Dat de patiënten weten,
dat zij bekeken en beluisterd moeten
worden, is erg best; nitt zelden komen
zij zich reeds outkleedend de spreekka
mer binnen, maar het is zeer te betreu
ren, dat zij dit dikwyls als zóo'n hoofd
zaak beschouwen, dat hun mededeelin-
gen en antwoorden zóo vaag en slordig
zijn, dat de geneesheer dit deel van het
onderzoek feitelijk geheel mist.
Daar het natuurlijk in de c°rste plaats
voor den patiënt van belang is, dat zijn
dokter snel en goed de diagnose stelt, is
het voor herr. ook van groote beteekenis,
dat hij juist vertelt en vooral correct en
prompt antwoordt op de gestelde vragen.
Begrijpt de patiënt de beteekenis eener
vraag niet, dan mag dit geen reden voor
hem zijn, maar iets te zeggen, om er
gemakkelijk of te komen.
Men kan natuurhjk niet verlangen,
dat iedere patiënt een nauwkeurig sa
menhangend verhaal betreffende zijn ge
zondheidstoestand kan doen en nog wel
met verzwyging van hetgeen van geen
beteekenis is en den nadruk leggend op
hetgeen van het meeste belang is.
Wat echter veelvuldig opvalt, is, dat
ook ontwikkelde et overigens nauwkeurige
lieden op eenvoudige vragen onvolledige
of incorrecte antwoorden geven.
Bij het keuren voor levensverzeke
ringen dus uitsluitend van personen,
die zekeren welstand bezitten wordt
bijvoorbeeld de vraag: „hoeveel broers
en zusters hebt D beantwoord met het
noemen van het aantal kindereu der
ouders. Eerst als men de leeftijden der
broers en zusters vraagt, bemerkt men,
dat de candidaat zichzelf als broer op
gegeven heeft, De vraag„zijn er ook
broers of zusters overleden I" wordt veel
vuldig met „ueeu" beantwoord, terwijl
bij navragen blykt, dat er enkelen zeer
jong, of vóór de geboorte van den can
didaat overleden zijn.
Omaar die waren zeer jong, is dan
het antwoord, terwijl bet voor de beoor
deeling van iemands levenskansen toch
wel van belang kan zijn, weten te of er
ettelyke broertjes aan stuipen, vliegende
tering of hersenziekte overleden zijn.
Omgekeerd ziet men soms, dat iemand
minuten lang op antwoord laat wachten
en zijn hersens vermoeit met de bereke
ning of een zekere zuster 47 is of nog
47 worden moet, hetgeen zooals toch
wel ieder duidelijk zal zjjn als die
zuster leeft en gezond is, van geen be
teekenis is. Een ander maal zet men den
dokter aan het rekenen door de vraag:
Hoe oud is uw vader 1" te beantwoorden
met bjjvoorbeeld „die is van 34". Som
mige patiënten verzwjjgen het een of het
ander omdat zij het zoo „naar" vinden,
er over te spreken. Toen eeDs naar de
familie van een jongedame, die erg ze
nuwachtig was, geïnformeerd werd, was
de geheele familie kerngezond. Later
bleek, dat twee familieleden in waanzin
zelfmoord hadden gepleegd en drie an
deren onder behandeling by een psychi
ater waren geweest. Een jong mensch
was overleden aan tuberculose, na influ
enza. Toen zijn zuster ziek was, werd dit
medegedeeld, „overigens was nooit nog
tuberculose in de familie voorgekomen",
wa3 bet antwoord op nadrukkelijk vra
gen. Een tante van patiënte vertelde
later, dat nog een zusje aaD bersen-tuber-
culose overleden was, maar dat de ouders
daarover niet konden spreken zonder in
traneu uit te barstendaarom hadden
zij om elkaar te sparen er over
gezwegen en het zelfs ontkend.
Bij beide laatste voorbeelden, die over
igens betrouwbare lieden betreffen, is het
duidelijk, dat zij niet veel begrip vau
erfelijkheid hadden, welk gebrek iu hun
kennis in een der gevallen zeer noodlot
tig is geweest.
Een moeilijkheid voor patiënten schijnt
het óok dikwijls te zijn om aan te geven
wanneer hun tegenwoordige ongesteld
heid begon. Dat het er hier, in den regel
althans, niet op éen dag op aankomt,
spreekt van zelf. Soms is het antwoord,
dat patiënt bjjvoorbeeld twee maanden
pijn heeft. Vraagt men dan of hjj drie
maanden geleden volkomen gezond was,
dan is het antwoordo, neen maar twee
maanden geleden begon de erge pjjnziek
ben ik reeds drie jaar.
Laat dus ieder, die een dokter om raad
vraagt, kort en nauwkeurig de hem ge
stelde vragen beantwoorden. Dat is in zijn
eigen belang. De candidaat-verzekerde,
die zich aan een geneeskundig onderzoek
onderwerpt, behoeft in den keurenden
geneesheer geen vjjand te zien, die met
argusoogen zoekt naar de mogeljjkheid
om hem af te keurenhjj beantwoorde
de vragen onomwondendat wekt ver
trouwen iu al zjjn andere mededeelingen.
Het i9 deu geneesheer niet te doen om
hem af te keurende maatschappjj wil
hem gaarne, zoo eenigszins mogeljjk aan-
Ds. Munter, uit Woerden, hoopt aanstaan
den Zondagochtend voor te gaan bij de gods
dienstoefening in de Luthersche kerk, hier.
Voor den Doopsgezinden kring zal voorgaan
ds. E. M. ten Cate.
De Eerste Kamer heeft zonder discussie
of hoofdeljjke stemming aangenomen het wets
ontwerp, houdende bepalingen betreffende
het gebruik van trekhonden.
Het verluidt, dat het wetsontwerp op de
ziekte-verzekering weldra de Tweede Kamer
zal,bereiken.
Het stelt de verzekering grootendeels ver
plichtend, doch laat groote vrijheid tot ver
zekering bij particuliere Maatschappijen.
In de »Stct." wordt ter algemeen kennis
gebracht, dat aan den Inspecteur van de
volksgezondheid, dr. D. J. Hamburger, te
Utrecht, verlof is verleend van 15 tot en met
31 Juli en dat de Inspecteur van de volks
gezondheid, dr. Tb. G. den Houter, te 's
Gravenhage, hem tijdens dat verlof zal var
vangen.
In de Dinsdag gehou len zitting der Pro
vinciale Staten van Utrecht werd goedge
keurd de Rekening en verantwoording der
Provinciale inkomsten en uitgaven over 1908,
sluitende met een nadeelig saldo van f75761.
Onder meer werden volgende subsidies
verleendf 2000 aan het Ned. Gasthuis voor
behoeftige en minvermogende oogljjders te
Utrecht, f9500 aan het Genootschap voor
Landbouw en Kruidkunde, en f100 aan de
provinciale afdeeling Utrecht van de Ver-
eeniging tot bevordering der Pluimveehouderij
en tamme konijnenteelt in Nederland.
Bij de bespreking der landbouwsubsidies
werd door den heer Van Bolhuis medege
deeld, dat hij ia een volgende vergadering
een uitgewerkt voorstel zal indienen om een
onderzoek in te stellen naar de achterlijk
heid van den akkerbouw in de provincie
Utrecht.
Het ia het vorig nummer kortelings vermelde
tegen-adres aan dm Gemeenteraad is van dezen
inhoud.
Geven met versohuldigden eerbeid te kennen de
ondergeteekenden J. J. van Doorn, Voorzitter,
H. N. Prins, Secretaris, en E. van Kolfschoten,
Penningmeester, vormende het Dagelij koch Bestuur
der Vereeniging «Vergunning" alhier, Koninklijk
Goedgekeurd 28 November 1907, Staatsblad No. 279,
Dat zij, naar aanleiding van een aan uw geacht
college icgedieDd request door de afdeeling Amers
foort van de Nederlandsche Vereeniging tot afschaf
fing van acoholhoudende dranken dd. 80 Juni 1.1. de
vrijneid nemen het volgende onder Uwe aandacht te
brengen.
Door genoemde afdeeling wordt aan U verzocht
een verordening te ontwerpen als bedoeld bij art.
4, 2e lid 2® der Drankwet, terwijl zij in de toelich
ting, die U daarnevens wordt aangeboden, degron-
dea uitspreekt waarop de verordening rust.
Met verwondering en bevreemding ie door ons
die toelichting gevolgd. Zy geeft aan hoe zeer gering
aan die zijde de kennis omtrent den inhoud der
Drankwet aanwezig ia en dat aldaar zeer oppervlak
kig geoordeeld en gehandeld wordt.
Art. 4, 2e lid 2® der Drankwet ïb door de heeren
leden dier afdeeling slecht gedeeltelijk gelezen, en
blijkbaar niet anders gelezen, dan het in de gedeel
telijke overname, voorkomende in hun Toelichting,
vermeld staat.
Wanneer toch die heeren aandachtig hadden ge
lezen, indien zij niet zoo vreemd stonden op het
terrein waarop zij U tjt gids willen dienen, zoo
hadden ze kunnen wetec, dat nimmer eenigo ver
mindering van het aantal virgunningen voor deze
Gemeente van de door ben gevraagde verordening
te verwachten is; neen, integendeel, het thans be
staande aantal vergunningen zoo lang mogelijk in
stand houdt.
Zij hadden dan geweten, dat, wordt door U de
gevraagde verordening ontworpen en aangeuomen,
U daubij alleen kan bepalen, dat te beginnen met
1911 door heeren Burgemeester en Wethouders dezer
Gemeente geen vergunningen meer mogen worden
verleend bedoeld bij art. 1, 2e lid letter a., maar geens
zins de vergnni ingen bedoeld bij letter b van dat
artikel der Drankwet.
Die verordening zonde dns tot gevolg hebben,
dat in de toekomH tot zelfs iti de grootste koffio-
huizen geen gedistilleerd meer verkrijgbaar zouds
zij» want alle vergunningen voor den verkoop van
sterkedrank in het klein met gebruik ter plaa'ae
komen daardoor te verdwijnen en sullen stellig, tot
op het wettelijk maximumaantal, worden varvangen
door slijterij-vergunningen met eenmaximum-verkoop
voor gebruik elders dan ter plaatse van 2 deciliter.
Een Bpotter zoude iu dit geval zeker de opmerking
maken, dat de beeren leden van meergenoemde
afdeeling den inhoud Van de tegenwoordige glaasjes
zeker te gering vinden en daarom wenschen zorg
te dragen, dut. in de toekomst het gedistilleerd by
minstens 2 deoiliter zal worden verstrekt.
Weliswaar wordt door genoemde afdeeling var-