DIJKGRAAF en HOOGHEEMRADEN van den
RUNSCHOTER VEEN- en VELDENDIJK,
doen te weten,
dat zij in hunne vergadering van den 17 Februari 1910 hebben vastgesteld,
en dat Gedeputeerde Staten bij hun besluit van den 20 Juli 1910, 2e afdee-
ling no. 2771|1899, hebben goedgekeurd de navolgende
BIJVOEGSEL behoorende bij de AMERSFOORTSCHE COURANT Tan Zaterdag 10 September 1010, No. 7867.
KEUR- of POLITIE VERORDENING voor
het Hoogheemraadschap „de Bunschoter
Veen- en Veldendijk".
Artikel 1.-
Aan de bepalingen dezer Verordening zijn onder
worpen de dijken, kaden, wegen, sluizen, duikers,
heulen, dammen, mennegaten of doorritten, brug
gen en alle andere werken, waarover het beheer of
het toezicht bij het Hoogheemraadschap berust.
Dijken en Wegen.
Art. 2.
Die gedeelten der dijken, welke niet door het
Hoogheemraadschap worden onderhouden, zullen
steeds in vasten voor de waterkeering voldoenden
toestand moeten gehouden worden, op gelijke
hoogte en zwaarte als de daaraan gelegen dijk,
waarvan het onderhoud bij het Hoogheemraad
schap berust.
Bij twijfol of verschil zullen de onderhoudsplich
tigen de orders van Dijkgraaf en Hoogheemraden
tot verhooging of verzwaring moeten opvolgen.
Art. 3.
Wanneer tengevolge van storm, hoogen water
stand of andere o rzaken, schade is toegebracht
aan de in artikel 2 bodoelde gedeelten der dijken,
zullen do onderhoudsplichtigen die schade moeten
herstellen vóór de eorstvolgende schouw, door
Dijkgraaf en Hoogheemraden of eene commissie
uit hun midden gevoerd wordende, ten ware Dijk
graaf en Hoogheemraden een spoediger herstel
noodig achten of uitstel verleenen, in welke ge
vallen de herstelling moet zijn voltooid binnen
eenen door hen te bepalen termijn.
Art. 4.
De onderhoudsplichtigen zullen voor het ver-
hoogen, verbreeden, verzwaren en horstellen van
de dijken, deugdelijke kleizoden !nnQtnn gebruiken,
dik 22 tot 26 centimeters en een lengte en breedte
hebbende van 18 tot 20 centimeters.
Art. 5.
Het graven of maken van werken in-, op- of
tegen de dijken en waterkeeringen, het steken van
zoden uit- en liet wegnomen van dijken, is, tenzij met
schriftelijke vergunning van Dijkgraaf en Hoog
heemraden, verboden, behoudens de goedkeuring
of vergunning, daartoe van hoogor macht vereischt.
Het is verboden, in de nabijheid van de dijken
gaten of kuilen te graven, mestvaalten of water
lossingen te hebben tenzij met schriftelijke ver
gunning van Dijkgraaf en Hoogheemraden. Dit
verbod strekt zich uit tot op den afstand van de
dijken, vermeld in het laatste lid van artikel 1
van het Reglement voor het Hoogheemraadschap.
Art. 6.
Het maken van mennegaten of doorritten in de
dijken, tenzij mot schriftelijke vergunning van
Dijkgraaf en Hoogheemraden, is verboden.
De" bestaande of met de voreischte vergunning
later gemaakt wordende mennegaten of doorritten
zullen steeds in goeden staat van onderhoud
moeten verkeeren en gedurende het tijdvak van
15 October tot 15 April geheel gesloten en gevuld
moeten zijn.
De vulling moet plaats hebben met deugdelijke
kleispecie, ton ware Dijkgraaf en Hoogheemraden
het gebruik van andero speciën toestaan. De nieuw
te maken mennegaten of doorritten zullen met
harde Waal- of Utrechtschesteenen in cement gemet
seld en van zware eiken dekplanken en zware
damplanken voorzien moeten zijn. Alles onder
goedkeuring van Dijkgraaf en Hoogheemraden.
Art. 7.
De dammen tusschen de huizen en hofsteden te
Spakenburg tot keering van water aanwezig, zul
len door de eigenaren in goeden staat onderhou
den en zoo noodig vernieuwd moeten worden.
Wanneer bij stormvloed het water blijkens de
peilschaal te Spakonburg tot 1.80 Meter boven
N. A. P. is gestegen, zullen deze dammen en de
daarin zijnde openingen of doorritten, onmiddel
lijk door do eigenaars of bruikors moeten worden
gedicht, zoodat zij voldoende tegen hot vlood-
water bestand zijn.
Art. 8.
Het is, tenzij met schriftelijke vergunning van
Dijkgraaf en Hoogheemraden, verboden, zoo bin
nen- als buitendijks, afwegen van de dijken te
maken. Do bestaando of nader te maken afwegen
zullen op zoodanige wijze worden onderhouden,
dat geene schade aan de dijken wordt toegebracht.
De voorschriften van Dijkgraaf en Hoogheem
raden omtrent don aanleg en het onderhoud, moe
ten worden opgevolgd.
Art. 9.
Het is, tenzij met schriftelijko vergunning van
Dijkgraaf en Hoogheemraden, verboden op of
langs de dijken houtgewas, boomën of andere be
planting aan te brongen. De langs do dijken of
wegen bestaande beplanting moot, indien Dijk
graaf en Hoogheemraden dit in het belang van
Hoogheemraadschap noodig achten, onmiddellijk
na gegeven bevel, op de wijze door Dijkgraaf on
Hoogheemraden voorgeschreven, worden gesnoeid,
ingekort, gerooid of opgeruimd, onverminderd het
bepaalde bij hot Reglement op het onderhoud en
gebruik der wegen in de Provincie Utrecht.
Art. 10.
Alle gebreken in de waterkeeringen, hetzij gaten,
mollenritten, wollen, lekken, of wat van dien aard
ook zij, moeten door de onderhoudsplichtigen ter
stond worden hersteld.
Art. 11.
Het is verboden, op de dijken vee. paarden, var
kens, kippon, ganzen of eenden los te laten loopen,
tenzij met schriftelijke vergunning van Dijkgraaf
en Hoogheemraden. Schapen en geiten zijn in dit
verbod niet begrepen.
Het gras, op de Eemlandsche-. Slaagsche- en
Vuydijken groeiende, hetwelk gehooid wordt, zal
vóór 1 Juli, wat betreft do lo snede, en vóór
15 September, wat betreft de 2e snede, moeten
gemaaid en binnen veertien dagen daarna moeten
vervoerd zijn.
Ruigt, bij vloed tegen den dijk vloeiende, moet
binnen twee dagen worden opgeruimd.
Sluizen, duikers, heulen en bruggen.
Art. 12.
Allo sluizen, duikers of houlen, zullen door de
onderhoudsplichtige besturen of personen in oonen
voor de waterkeering voldoenden toestand onder
houden moeten worden, tor b«oordeeling van
Dijkgraaf en Hoogheemraden.
Wanneer door dozen herstellingen of ver
nieuwingen aan sluizen, duikers of heulen worden
noodig geacht, zullen die moeten uitgovoerd wor
den binnen eonen door hen te bepalen termijn.
Art. 13.
Hot maken van niouwe en het vernieuwen of
verandoren van bestaande sluizen, duikers of
heulen mag zondor schriftelijko vergunning van
Dijkgraaf en Hoogheemraden niet plaats hebben
en niet anders dan met inachtneming der voor
waarden, aan de vergunning te verbinden, be
houdens de goedkeuring of vergunning daartoe
van hooger macht vereischt.
Art. 14.
De sluizen, duikers of heulen zullen met hunne
vleugels van harde Waal- of Utrechtsche steenen
met cement gemetseld, en do deuren of kloppen
en vloeren van zwaar eikenhout gemaakt moeten
worden, onder goedkeuring van Dijkgraaf en
Hoogheemraden.
Art. 15.
De bepalingen van artikel 13 zijn ook toepasselijk
op de bruggen, welke bestaan of nader gemaakt
worden in den grintweg, strekkende van Spaken
burg over en langs den Veldendijk en den Eem-
landerdijk tot aan den Haar- en Bisschopsweg
onder Baarn, overslooton of weteringen, die onder
dien grintweg doorloopen.
Art. 16.
De bestekken of plans dor in de drie voorgaande
artikelen bedoelde werken zijn aan do goedkeuring
van Dijkgraaf on Hoogheemraden onderworpen.
Art. 17.
Herstellingen aan, vernieuwingen van of het
maken van nieuwe sluizen, duikers, houlen en
bruggen zullen nimmer worden uitgevoerd gedu
rende hot tijdvak van 15 October tot 15 April,
ten ware, wat betreft herstellingen of vernieuwin
gen, door Dijkgraaf en Hoogheemraden anders
wordt bepaald. Godurende het in hot voorgaand
lid gonoemd tijdvak moeten de sluisdouren, klep
pen en schuiven gesloten blijven.
De Spakenburgersluls.
Art. 18.
Wanneer de waterstand op do peilschaal te Spa
kenburg hooger dan 5 decimetors boven N. A.P.
wordt aangewezen, is het verboden, de sluisdou
ren van do Spakenburgersluis te opon en or door
te schutten.
Overigens mag de opening der sluisdeuren niet
plaats hebben dan met toestemming van don
Opzichter van het Hoogheemraadschap.
liet is verboden, wanneer de deuren gesloten
zijn, do afsluiting te verbroken of los to maken,
voorst om hot rem- of kettingwerk aan du sluis
douren en de verlaten verbonden on hothokwork
op de brug te beschadigen of onnoodig te bowe-
gen.
Art. 19.
Het is verboden, de passage open over de sluis
op eenigerloiwijze te stremmen of te bolemtneron.
Over de schouwen.
Art. 20.
Van allo gebreken en overtredingon, die bij het
voeren der schouwen wordon ontdokt, zal den
nalatigen kennis worden gegeven, terwijl daarvan
proces-verbaal togen hen zal wordon opgemaakt,
waardoor zij de boeto verbeuren, hierna in artikel
22 bepaald.
Art. 21.
Alle bevonden gebreken of overtredingen zullen,
binnon eenon door Dijkgraaf en Hoogheemraden
te bepalen termijn, door de onderhoudsplichtigen
of overtreders worden horsteld. Zoo hieraan geen
gevolg is gegeven, zullen do gebroken op lust van
Dijkgraaf en Hoogheemraden op kosten der nala-
tigon wordon hersteld, op de wijze door hen ge
schikt goacht.
Straf- en Slotbepalingen.
Art. 22.
De overtredingen dezer verordening, waartegen
bij dit artikel geen hoogere straf is bedreigd,
worden gestraft met oeno geldboete van ton
hoogste fö.—
De overtredingen van de artikelen 6. 7, 12, 14
en 21 wordon gestraft met geldboote van ton
hooogsto f25.—.
De ovortrodingen van de artikelen 5, 13 en 17
wordon gestraft met oen geldboete van ton hoogste
f 25.of hechtenis van ton hoogste 6 dagen.
Alles onverminderd do verplichting dor over
treders om hetgeen in strijd met doze vorordoning
is verricht of daargesteld, weg to nomen, op te
ruimen en de werken in hunnen vorigen toestand
te herstellen en om do horstolling of andore wer
ken, waarin zij nalatig zijn geweest uit to voeren,
bij gebreko waarvan zulks op hunne kosten zal
wordon gedaan.
De voorwerpen, door middel van de overtreding
verkregen of waarmede de overtreding is gepleegd,
worden, voorzoover zij den veroordeelden toebe-
hooren, verbeurd verklaard.
Art. 23.
Alle bestaande keuren of politieverordeningen
zullen op den dag van het in werkingtreden dezor
kour vervallen.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 10 Septembor 1910.
JOH». KNOPPERS,
Dijkgraaf.
C. JANSSEN,
Secretaris.
DIJKGRAAF en HOOGHEEMRADEN van
den BUNSCHOTKR VEEN- en VELDENDIJK
geren kennis
dat de KEUR- of POLITIEVERORDENING
voor hnn Hoogheemraadschap, vastgesteld
den 17 Februari 1910, en op heden afgekon
digd, voor eenieder ter lezing Is gelegd ge
durende den tyd van drie maandon, van
hodon af gorokend, tor Secretarie van liet
Hoogheemraadschap, aan de Lniigrgracht
no. 17 te Amersfoort, alwaar z\j, tegen be
taling dor kosten, in afdruk vorkryidjaar
Is gesteld.
Amersfoort, den 10 September 1910.
Dijkgraaf en Hoogheemraden
voornoemd,
JOHs. KNOPPERS,
Dijkgraaf.
C. JANSSEN,
Secretaris.