Ed. WEILL,
t
E. NOACK's
W. F. A. GROENHUIZEN,
Langstraat 42
Horloges en Horlogekettingen,
Prachtvolle regulateurs, Klok
ken, Pendules, gewone en fan
tasie-wekkers,
Solied.
„Eysink" rijwielen
zijn overal bekend door hun
lichten gang en
soliditeit
Sierlijk.
Snel.
Sterk.
Dans-Instituut J. de LANGE.
O
houdt op 15 en 16 September
Hotel BELLEVUE
nouveauté s in Mantelcostumes,
gekleede Toiletten, Blouses, Cos-
tume-rokken, Morgenjaponnen,
Peluche en andere Mantels, enz. 0
0
Uitsluitend Weener, Fran-
sche en Engelsche modellen.
Eene bezichtiging zal voor
de dames zeer interessant zijn.
94©0®
DE HUISHOUDGIDS
Naamlooze Vennootschap
GRONINGEN.
Feuilleton.
D O D O.
bericht de ontvangst eener geheel nieuwe zending
gouden, zilveren en nikkelen dames- en heeren-
Grootste keuze. Goedkoopste prijzen.
Ie klas artikelen.
Reparation beslist goed en billijk.
Zitting tot aangifte en bespreking van lessen
VRIJDAG 16 SEPTEMBER van 12 tot 5 uur in de
Concertzaal DE AREND.
AMSTERDAM, Kalverstraat 129,
IN
tegenover het STATION te AMERSFOORT
©en© expositie van d© LAATST uitgekomen
Gouden Medaille, Gent 1908.
Onder redactie van mejuffrouw N. CARIOT, Leerares in Koken en Voedingsleer,
te ZWOLLE.
Dit tijdschrift verschijnt eiken Zaterdag.
Proefnummers gratis en franco verkrijgbaar bij iederen Boekhandelaar en
aan het Bureau van de »DE HUISHOUDGIDS":
Burgstraat 65, UTRECHT.
Hofleveranciers van H. M "ie Koningin der Nederlanden en van Z. M. den Koning van Rumeniê.
Teneinde allerlei geruchten den kop in te drukken en aan alle mogelijke lasterpraatjes een einde te maken,
wenschen wij er op te wijzen, dat dooi' de ernstige ramp, welke ons trof door het in rook opgaan van onze
prachtige, modern ingerichte oudste fabriek, niet de minste stoornis in ons bedrijf is teweeg gebracht.
Dank zij onze tweede, eveneens modern ingerichte grootc fabriek, n.l. die, welke gelegen is te Helpman, bij
Groningen, zijn wij in staat geweest nh den brand alle inkomende orders onmiddellijk uit te voeren.
Onder voortdurende aanbeveling, Hoogachtend, DE DIRECTIE.
63) (Slot).
Misschien was ook voor Signe alles anders
geloopen, zonder ooms millioenen. Haar geheele
leren zou een andere richting hebben genomen.
En Bill zou zich wel bedacht hebben al was
bij nóg zoo verliefd om een arm meisje te
trouwen.
Arme Signe I Ook jij gaat gebukt onder den
last van het geluk. Zoolang je nog jong bent
en mooi, kan het er nog mee door. Ik zal het
niet meer beleven. Maar dan; dan zullen ze je
koel noemen en irotsch. Arme Signe I
De goede wijn smaakte hem niet meer. Gu-
dareza zette het glas weg, nadat hij nauwelijks
zijn lippen had bevochtigd.
Hij leunde ver achterover met zijn hoofd en
peinsde weer over de oude tijden.
Het was in dien tijd toch heerlijk geweest
Moeder altijd vroolijk en opgewekt, altijd ge
duldig en tevreden. Een beetje zat hij onder de
pantoffelzekerMaar dat was bestMet bet
geld, met dat vervloekte geld, was zij een an
dere gewerden. Niet slecht, waarachtig niet!
Maar nooit echt tevreden, altijd verlangend,
hooger-op te komen en een beetje van het
hondje gebeten.
Friedel. Nu ja; die zou ook nü nog zoo luid
mogelijk verzekerenik ben gelukkig. Die had
van den beginne al pleizier gehad in geldzaken.
Die ging door de wereld zonder zich om iets te
bekreunenhij wist zich met zijn ellebogen wel
een weg te banen. En haperde bet soms tus-
scben hem en zijn vrouw werkelijk gebeurde
dat wel eens dan haalde hij de schouders op.
Maar den rimpel had hij toch op het voorhoofd
den zorgen-rimpel. En soms dacht hij zeker
toch wel: liever den Keizer dienen dan mijn
schoon vader.
De vliegen zoemden door het vertrek. Grappig
bij Emke waren er altijd zooveel vliegen ge
weest. Smerig goedje I Kijk, zelfs de portretten
van de Keizers spaarden ze nietEn de oude
voerde altijd een hevigen strijd met de beestjes.
Kijk daar slaat hij er weer een paar dood,
„En hoe gaat het met uw gezondheid, mnjoor
„Dat kon wel beter, Enuke. In het voorjaar
moet ik weer naar Karlabad. Met mijn maag
wil het niet recht en de zenuwen spelen me
6ok al parten. Dat gaat zoo in een gioote stad".
Ja, ja. Zoo gezond als hier in Pommeren is
het er zeker niet. Dan schelden ze nog op ons,
die verstandige Berlijners. „In den winter is de
Pommer nóg dommer dan in den zomer", zeggen
zij. Ja morgen brengen. Wy in Pommeren
zijn toch nog de verstandigsten, majoor. Wij
luten ons hier niet opwinden. Altijd kalmpjes
en een goed fleschje rooden wijndaar houd
je het leven bij tot over de zeventig. U moest
weer te Körlin komen wonen, majoor".
Nu moest Gudareza toch lachen, en tóch was
er een weemoedige klank in dien lachmaar
de wijn smaakte plotseling weer. De oude Emke
had zulke komieke invallen. Körlin? Ja, als je
maar niet zelf óok geheel anders geworden was
in die acht jaren.
Maar daar buiten, aan de Boven-Spree, waar
Fiita Neumann zijn gieterij en zijn machine-fa
briek had gevestigd, daar wilde hij ook zijn villa
laten bouwen. Om dicht bij de kinderen te
zijn.
Want Dodo die stond nu zijn hart het naaste.
Een prachtvronwtjel Hoe zij zich indertijd
haar Frits veroverd en moeders tegenkanting en
zijn bezwaren had weten te overwinnen, was een
voudig prachtig! Op Dodo had bet vervloekte
geld nooit invloed gehad. Die was, in haar ge
zonde natuurlijkheid, by dien plotselingen rijk
dom natuurlijk gebleven. En als hij het wèl
bedacht: van alle kinderen had zij alleen het
volle geluk verkregen.
En nu werd het zeker wel tijd.
Gudareza stond op en greep hoed en stok.
Hij keek nog eens rond in het vertrekje. Oud en
berookt was bet; eigenlijk een vies hokje maar
het had toch iets gezelligs, dat noch Adlon, noch
Bristol noch Kaisershof hadden.
„Dus u gaat weer naar Kolberg, majoor? Zijn
er ook kleinkinderen, als ik vragen mag?"
„Wel, natuurlijk, Emke. Een jongen en een
meisje. Heerlijke schepseltjes voor zoo'n ouden
grootvaderl" Emke veegde zijn handen aan
zijn broek af en stak ze uit over de toonbank.
Stevig drukte bij de handen van den majoor;
zoo iets stevigs kende je niet te Berlijn. „Klein
kinderen zijn altijd iets heerlijks I Ik heb er
óok drie" zeide hij. „Als u weer eens te Körlin
komt, dan vereert u mij zeker weer met een
bezoek, majoor?"
„Zeker, Emke. Stellig!"
De winkelbel klonk als vroeger. Precies die
zelfde schrille klank als vroeger acht jaar ge
leden.
Gudareza trad naar buiten. De frissche lucht
deed hom goedzeelucht, overgewaaid van de
Oostzee-kuet.
De kleinkinderen speelden nu aan het strand.
Zij hadden een groot fort in hel zand gebouwd
en grootvader moest dat vandaag nog mee in
wijden. Hij was plechtig uitgenoodigd. Als hij
niet te laat wilde komen, was het hoog tijd.
Hij liep vlugger dan toen hij kwam. Hij voelde
zich verlicht. En hy dacht: „Ja, Dodol Die
heeft het van ons allen het best begrepen. Die
heeft zich een burcht gebouwd, een vasten
burcht van geluk Als ik maar weer haar vroo-
lijken lach hoor!"
Snelpersdruk, Firma A. H. van CLEEFF, to Amersfoort