October 1910. No. 8777. 60e Jaargang. 80 wethouders UITGAVE FIRMA A. H. VAN CLEEFF AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ1. franco per post 1.15. Advertentiën 16 regels GO centelke regel meer 10 cent. Bij regel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosleloos. Legale, officieële- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent. Reolames 1—5 regels 1.25, elke regel meer 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gobracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerk osten in rekening gebracht. KORTEGRACHT 9 Postbus 9. Telefoon 19. kennisgevingen. Gelet op art. 264 der Gemeentewet, ^Doen te weten, dat het 2e aanvullingskohier Inkomstenbelasting over het dienstjaar 1910, goedgekeurd door Gede puteerde Staten van Utrecht, in afschrift gedu rende vijf maanden op de Secretarie der Ge meente voor een ieder ter lezing ligt. Amersfoort, 7 October 1910. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris, J. G. STENFERT KKOESE. Do BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT brengen ter kennis van de ingezetenen, dnt de commissie, die zich gedurende onderscheidene jaren heeft belast met de bezorging van spijzen aan behoefligen, zich weder bereid heeft verklaard om gedur- nde den aanstaanden winter hare pogingen tot leüiging van armoede voort te zetten. Tevens wordt bekend gemaakt, dat de com missie voornemens is om op Maandag den 10 October e.k. aan te vangen de ingezetenen te bezoeken ter bevordering eener algemeene deelneming aau deze spijsuitdeeling gedurende den a.s. winter. Eene aansporing tot ruime inteekening ter ondersteuning van de behoeftigen en tot aan moediging van de commissie zal wel over bodig zijn. Amersfoort, S October 1910. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester WUIJTIERS. J G. STENFERT KROESE. De BURGEMEESTER der Gemeente AMERS FOORT brengt, Ier voldoening aau de aanschrijving v.>n den Commissaris der Koningin in du proviucie Utrecht, dd. 6 Octobir 1910, 4e Afdeeiing no. 6412/3652, ter kennis van belanghebbenden, dat in de Gemeente Loeneu een geval vau miltvuur is voorgekomen. Amersfooit, 8 October 1910. De Bmgemeester voornoemd, WUIJTIERS. Het Nederlandsche Roode Kruis. (INGEZONDEN). Slechts het hooreu uitspreken van den naam van „Het Roode Kruis", wekt bij ons onwillekeurig op eene gewaarwor ding van sympathie. Al moge ons overi gens de werkkring van die Vereeniging vrijwel onbekend zijn, toch hebben wij ons reed3 van jongs af onbewust vereen zelvigd met het denkbeeld, dat „Het Roode Kruis" veel nut. sticht. Dat die onwillekeurige sympathie er wezen moet, ligt voor de hand. De oude ren onder ons, die de rampen, welke Europeesche oorlogen veroorzaakten, als 't ware hebben meegeleefd, hoorden tel kens van de heerlijke daden van toewij ding en zelfopoffering, welke door „Het Roode Kruis" werden verricht. Zij hebben de herinneringen daarvan bewaard en die af en toe aan jongeren medegedeeld. Toen echter in vele jaren geen Europee sche oorlogen meer voorkwamen, begon de belangstelling in „Het Roode Kruis" te verflauwen en zulks nog te meer, dewijl voor het „Nederlandsche Roode Kruis" tot in 1909 de Statuten van dien aard waren, dat het zich alleen mocht bezighouden met werkzaamheden i n oorlogstijd. Ten gevolge van het Tractaat van Genève van 1906 zijn de Statuten gewij zigd geworden en kan ons „Roode Kruis" zich nu in vredestijd aan maat- schappelijk werk wijden, doch ook zich voorbereiden voor de taak, welke het in 1 tijden van oorlog op zich wil nemen. Het „Nederlandsche Roode Kruis" is dus een nieuw tijdperk van zijn bestaan ingetreden en vraagt nu onze belang stelling niet alleen de belangstelling die berust op de traditie van zijn goeden naam, maar meer nog de belangstelling die noodig is, opdat het zich verder en ruimer kan o vtwikkelen. De wensch om in die richting met vrucht werkzaam te zijn, bracht er den gepensionneerden Luitenant-Generaal J. de Waal, Hoofdcommissaris van „het Nederlandsche Roode Kruis", toe om in het licht ie doen verschijnen eene brochure, waarin de taak van die Ver eeniging in oorlogs- èn in vredestijd wordt uiteengezet. Generaal De Waal deed daarmede een zeer verdienstelijk werk. Het moge mij vergund zijn, U allen, Amersfoortsche ingezetenen, de lezing dier brochure aan te bevelen. Zij is voor slechts 40 cent verkrijgbaar en wordt uitgegeven ter voordeele van „het Roode Kruis". Met de aanschaffing verricht Gjj dus nog bovendieD een goed werk. Ik kan in dit korte bestek natuurlijk niet den rijken inhoud der brochure van Generaal De Waal bespreken. Maar dit is ook volstrekt niet noodig. De heer P. J. Frederiks, Hoofdredacteur van de „Amersfoortsche Courant", heeft in dat blad no. 8767, verschenen op 15 Sep tember 1910, een hoofdartikel geschreven, I dat waarlijk tot het hart spreekt. Bedoeld artikel heeft tot opschrift„'t Wordt tijd". Op heldere en bondig* wijze deelt de heer Frederiks ons daarin mede wat Generaal De Waal meer breedvoerig heeft uit eengezet. Mag ik daarom de vrijheid nemen u allen, ingezetenen van Amers foort, te verwijzeu naar dat artikel. Wanneer gij dat aandachtig hebt her lezen, dan is reeds voor meer dan de helft uwe belangstelling voor „Het Roode Kruis" opgew kt. De Pers verdient wel onze erkentelijk heid, dat zij ons ook hierin voorging. De Burgemeester van Amersfoort gaf een groot bewgs van zijne hartelijke toewijding aan de Gemeente aan welks hoofd hij staat, door pogingen in het werk te stellen, om hier eene afdeeliug van „Het Roode Kruis" te verkrijgen. Aan mij werd door die autoriteit het vereerende verzoek gedaan, of ik bereid zou willen zijn om mij met de samen stelling van een dergelijk comité te be lasten. Ik mag niet ontkennen, dat ik aan vankelijk geaarzeld heb, aan dat verzoek te voldoen. Ik gevoel toch al te zeer, dat hier in deze Gemeente reeds zooveel offers gevraagd worden in het belang van onze naasten. Maar mag Amers foort achterblijven, daar waar reeds zoo vele Gemeenten voorgingen in het op richten van afdeelingen van „Het Roode Kruis" 1 Immers neen. Zelfs Nijkerk is ons reeds vooruit, en bezit een comité. Terwijl in de geheele Provincie Utrecht slechts éen comité is gevormd, hetwelk te Utrecht is gevestigd, kan Gelderland bogen op veertien Gemeenten waar comité's bestaau. Toen ik dat naging, was voor mij de keus niet moeilijk meer en besloot ik, zoo mogelijk, een steentje by te dragen voor den opbouw van een zoo schoon maatschappelijk werk. Toen wist ik, dat het mijn plicht was, den heer Burgemeester te berichten, dat ik de opdracht zou aanvaarden. En nu kom ik tot U allen, ingezetenen van Amersfoort, om mij te helpen bij het thans aan te vangen werk. Laat eene groote schare van belangstellenden toe treden, opdat hier ter stede een comité kan worden opgericht waarop wij waarlijk trotsch mogen zijn. Dat comité bestaat dan uit gewone en buitengewone leden. Behalve dat natuurlijk grootere of kleinere gelde lijke bijdragen voor het menschlievende doel gaarne worden aanvaard door „het Nederlandsche Roode Kruis", zaldejaar- ljjksche contributie voor de gewone leden minsteus een gulden bedragen. Buitengewone leden zijn zij, die eigenlijk een hoogere roeping vervullen. Zij toch treden op in ambulances en hospitalen, hetzij als genees- of heel kundigen, hetzij als verplegers of ver pleegsters. Diegenen die zich in oorlogs tijd voor dat werk geven, moeten natuur lijk vrij zijn van militie- of landweerplicht. Een voorloopig Bestuur, bestaande uit mannen èn vrouwen, zal de eerste werkzaamheden, verbonden aan de op richting van het comité, moeten ver richten. Vervolgens zoude op eene alge meene vergadering een definitief Bestuur moeten worden gekozen óok bestaande uit mannen èn vrouwen dat de taak van het voorloopige Bestuur overneemt. Alleen het Roode Kruis is in oo r logst ij d internationaal erkend. Daarom werke de hier ter stede bestaande bloeiende Vereeniging „Het Groene Kruis" met het Roode Kruis samen. Het „Groene Kruis" zal toch, geheel gedreven door het beginsel dei- hu maniteit, in oorlogstijd zijn verplegings- materieel en zijn persooneel ter beschik king stellen van „Het Roode Kruis". Juist een gewenschte samenwerking in vredestijd zal leiden tot een harmonisch geheel wanneer in oorlogstijd gezamen lijke hulp verschaft moet worden. Ik ben hier gekomen aan het slot van mijn klein resumé en spreek nogmaals den wensch uit, dat velen zullen toetre den tot het Amersfoortsche comité van „Het Roode Kruis". In de eerste plaats richt ik daarbij het woord tot U, Vrouwen van Amers foort. Mocht, onverhoopt, Nederland in een strijd worden gewikkeld, bedenkt dan, dat ook uwe echtgenooten, zonen, vaders of broeders kunnen behooren tot de slacht offers, die bet oorlogsgeweld maakt. Uw verheven vrouwelijk gevoel zal U z e k e r opwekken tot een geestdriftig voorbeeld bij het goede werk, dat thans vóór U wordt gelegd. Maar ook gij allen, leden van het Ge meentebestuur, zult willen voorgaan, en niet minder is dit te verwachten van hen, die in ons Leger het vaderland dienen, hetzij in hooggeplaatste betrek kingen, hetzij op lagere sporten van de militaire ladder. En voorts gij allen, geneesheeren, apo thekers, leeraren, onderwijzers, ambte naren van politie, en brandweer, leden van de Pers en in het algemeen gjj allen burgers, geeft uwe belangstelling in het goede werk. Eu eindeljjk gjj allen voorgangers der kerkelijke gemeenten onverschillig uwe geloofsbelijdenis geeft uw steun, doch vooral uw moreelen steun, want door dat te verrichten, zal de menschheid een schrede nader worden gebracht tot de verwezenlijking van een onzer schoon ste idealen, namelijk het beoefenen der dienende liefde. P. S. R. WOLTERBEEK, gepensionneerd Kapitein-ter-zee. Amersfoort, 4 October 1910. De handel en de nijverheid van ons land. Het Departement van Landbouw, Nijver heid en Handel heeft zooals we reeds mee deelden, het licht doen zien een serie van twintig brochures in de Fransche taal, welke dezen zomer werden uitgegeven als voorloo- pers vaneen grooter weik, getiteld: „Aper^u du commerce et de 1' industrie des Pays-Bas". Deze brochures zijn in de Nederlandsche afdeeling vau de Brusselsche tentoonstelling voor het publiek verkrijgbaar gesteld tegen 20 centimes per stuk. Of dit verkoopen, in plaats van om-niet verspreiden,geen verkeerde zuinigheid was, willen we voor 't oogenblik daarlaten. De uitgave in de Fransche taal is bedoeld om den buitenlander een overzicht te geven van den stand van den handelende nijver heid in ons land, in aansluiting met hetgeen op de wereldtentoonstelling door partucie- lieren, doch óok van Regeeringswege, ter beschouwing aan den meer dau oppervlak- kigen bezoeker is gegeven. Van Regeeringswege inderdaad de iuzen- ding van ons Ministerie op de wereldtentoon stelling trok de aandacht voor de overzichte lijke manier waarop de vooruitgang van ons land op verschillend gebied voor oogen is gesteld. Duidelijke grafische voorstellingen, onder allerlei vormen, maakten in een oogop- slagde bepaling van de bedoeling en de waarde der vergelijking mogelijk. In het algemeen zjjn wij, Nederlanders, niet verwend op het punt van energie en initiatief, dat van de Departementen uitgaat. Met dubbel genoegen maken wij daarom melding van bet krachtige en doorwerkte streven van dit Departement om méér te zijo dan een lichaam, dat administreert en toeziet wat de inlandsche nijverheid zelf tot stand brengt. Hier trad het op als onzijdig statistisch criticus, en voor wie zien wilde, gaf het volop gelegenheid om te leeren. In dit opzicht zien wij met meer dan ge wone belangstelling de verschijning van het aangekondigde groote werk tegemoet. Im mers, het moge juist zijn gezieD, den buiten lander te toonen wat Nederland doet, (iet is zeker niet overhodig, den Nederlanders zélf hieromtrent óok een boekje open te doen. Het werk belooft, naar den inhoud dezer

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1910 | | pagina 1