Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris, J. G. STENFERT KROESE. hij, die meerderjarig is in den zin van voormelde wet. Art. 14. De inschrijving geschiedt: lo. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede lo: zoo hij binnen het Rijk verblijf houd t enij n vader, moeder of voogd aldaar woonplaats heeft, in de Gemeente der woonplaats van vader, moeder of voogd zoo hij binnen het Rijk verblijf houdt en zijn vader, moeder of voogd elders dan binnen het Rijk woonplaats heeft, in de Gemeente waar hij verblijf houdt zoo hij door zijn vader, moeder of voogd ver laten is, ouderloos is, of in wettelijken zin geen vader of moeder heeft en het niet bekend is, dat hij oen voogd heeft, in de Gemeente, waar hij verblijf houdt zoo hij in het Duitsche Rijk verblijf houdt, in de Gemeente Amsterdam zoo hij in het Koningrijk België verblijf houdt in de Gemeente Rotterdam; 2o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 2o: zoo zijn vader, moeder of voogd woonplaats heeft binnen het Rijk, in de Gemeente der woon plaats van vader, moeder of voogd is de woonplaats van vader, moeder of voogd in het Duitsche Rijk, in de Gemeente Amsterdam is zij in het Koningrijk België, in de Gemeente Rotterdam 3o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste zinsnede 3o: zoo hij woonplaats heeft binnen het Rijk, in de Gemeente zijner woonplaats zoo hij woonplaats heeft in het Duitsche Rijk, in de Gemeente Amsterdam zoo hij woonplaats heeft in het Koningrijk België, in de Gemeente Rotterdam een der gevallen, hierna in de vierde zinsnede omschreven, rust de verplichting tot het doen der aangifte indien het een minderjarige betreft, op zijn vader, moeder of voogd indien het een meerderjarige betreft, die onder curateele gesteld is, op zijn curator. De verplichting van vader, moeder of voogd geldt evenwel slechts zoo hij of zij binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk België woonplaats heeft. Behoudens de uitzonderingen, bij volgende zin snede gemaakt, rust de zorg voor het doen der aangifte uitsluitend op den in te schrijven minder jarige: indien zijn vader, moeder of voogd niet binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koning rijk België woonplaats heeft indien zijn vader of moeder, of beiden, de ouder lijke macht missen indien hij door zijn vader, moeder of voogd verlaten isof indien hij ouderloos is of in wettelijken zin geen vader of moeder heeft en het niet bekend is, dat hij een voogd heeft. Hij, die door bestuurders, in art. 22 vermeld, ter inschrijving moet worden opgegeven of die in dienst is bij de zeemacht (de marine-reserve en het korps mariniers hieronder begrepen) bij het leger hier te lande of bij de koloniale troepen is tot het doen van aangifte niet verplicht. Voor hem of haar, die tot het doen der aan gifte verplicht is, kan de aangifte geschieden door een ander, daartoe schriftelijk gemachtigd. De volmacht blijft onder Burgemeester en Wethouders berusten. De wijze, waarop van de gedane aangifte moet blijken, wordt door Ons bepaald. ving of de inschrijving opnieuw moet geschieden en van de verplichting tot het doen van aangifte ter inschrijving of ter inschrijving opnieuw gelden de eerste zinsnede van art. 14 en de laatste vijf zinsneden van art. 16. De aangifte ter inschrijving of ter inschrijving opnieuw van hem, die volgens de eerste zinsnede van dit artikel moet worden ingeschreven, ge schiedt binnen dertig dagen na het verkrijgen of, werd hij reeds vroeger ingeschreven, doch van het register afgevoerd, na het terug erlangen van het Nederlanderschap of van het ingezetenschap, of na de vestiging van verblijf, of de vestiging, of het verkrijgen van woonplaats binnen het Rijk, in het Duitsche Rijk of in het Koningrijk België. De inschrijving geschiedt in het register betref fende de lichting van het jaar, waartoe de in de eerste zinsnede van dit artikel bedoelde persoon volgens zijn leeftijd behoort. Art. 22. Behoudens de bepalingen in art. 16 zenden bestuurders van krankzinnigen-, doofstom men- en blindengestichten, alsmede die der kolo niën van weldadigheid, van gevangenissen, van Rijksinrichtingen en van Rijksopvoedingsgestichten jaarlijks vóór den lOden Januari een opgave van de daarin opgenomen mannelijke personen, die op den lsten Januari hun 19de jaar zijn ingetreden, aan Onzen Commissaris in de Provincie, in welke de inschrijving van die personen voor de militie moet plaats hebben. Deze opgave is ingericht in den door Ons te bepalen vorm. Art. 166. Met boete van ten minste vijftig cent en ten hoogste honderd gulden wordt gestraft de overtreding van de artt. 16, 18 en 22. Voorts wordt bekend gemaakt, dat ran elk, die moet worden ingeschreven, de overlegging van een uit treksel uit het geboorte-register kan worden gevorderd; dat die uittreksels voor hen, die in deze Gemeente in het jaar 1892 zijn geboren, bij de inschrijving zullen voorhanden zijn; en dat zij, die in een andere Gemeente zijn geboren, zich gedurende den loop dezer inaand, dagelijks (Zon en Feestdagen uitgezonderd) van des morgens 10 tot 12 des middags kunnen vervoegen ter Gemeente-secretarie, ten einde zoodanig uittreksel door tusschenkomst van den Burgemeester te doen aanvragen. Wordende de belanghebbenden verder, ter bevordering van orde, verzocht om de bovenbedoelde tijdsbe palingen nauwkeurig in acht te nemen, alsmede oin bij aangifte mede te brengen een duidelijke opgave van de woonplaats, met aanduiding van wijk en huisnummer. De eerste maal afgekondigd te Amersfoort den 8 December 1910. Snelpersdruk, Firma A. H. van CLEEFF, Amersfoort

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1910 | | pagina 7