Dinsdag 7
Maart 1911.
No. 7941.
60e Jaargang.
FIRMA A. H VAN CLEEFF
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ1.
franco per post ƒ1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij regel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, ofïicieële- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25. Qroote
letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en
evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerk.nten in rekening gebracht.
BUREAU
KORTEGRACHT9
Postbus 9.
TelefooD 19,
Ik kan niet.
Onder de vele antwoorden, die men
uit den mond van jongelieden verneemt,
komt tallooze malen voor: „ik heb het
vergeten", vaak gevolgd door de veront
schuldiging „dat kan ik niet helpen ik
ben nu eenmaal zoo", en als men hun
voorhoudt, dat zij in dat opzicht zich
moeten veranderen, dan hoort men „ik
kan niet anders worden", soms met de
bijvoeging„daar ben ik te oud voor".
Wie over jongelieden gesteld is, weet
heel goed, dat al die bovengenoemde
antwoorden onwaarheid bevatten, onwaar
heid zgn. 't Is mogelijk, dat men hen vau
jongs af niet genoeg er op gewezen heeft,
dat zij geen recht hebben om iets te ver
geten dat hun opgedragen is, dat zij
door dat vergeten hun plicht niet hebben
gedaan en dat voor een verzuimden plicht
geen verontschuldiging te vinden is, aller
minst het flauwe en onware „dat zij het
niet kunnen helpen", „nu eenmaal zoo
zgn" en „niet anders kunnen worden".
Waaruit komt dat vergeten voort Uit
onnadenkendheid, zorgloosheid, gebrek
aan plichtsgevoel? Waaruit het ook ont
staat, het moet zorgvuldig tegengegaan
en bestreden worden. Vergeten, kan de
bron worden van allerlei verkeerdheden,
de aanleiding zijn tot allerlei ellende, kan
leiden tot verwoesting van een geheel
menschenleven, wanneer het tot een ge
woonte wordt.
Hoe kan men op iemand vertrouwen,
die steeds vergeet te doen hetgeen hg
op zich heeft genomen En wat te zeggen
van hen, die dat vergeten „nog zoo erg
niet vinden", die het zoo gewend zgn,
„dat zij het niet helpen kunnen", die in
dat opzicht „niet anders kunnen worden"?
Ouders en opvoeders, verzuimt ook
gij uw plicht nietvergeet niet, dat gij
in uw kinderen het „vergeten" geen ge
woonte moogt laten worden al kost het
u nóg zooveel moeite, spant al uw krach
ten in om die gewoonte bij uw jong
volkje geen wortel te doen schieten.
Later zult gij het u zelf moeten verwij
ten, als het opgroeiend jonge mensch
zich verontschuldigt met de woorden
„ik kan niet anders wordendaarvoor
ben ik te oud".
Als het kind niet geleerd heeft zijn
gebreken te bestrijden want ook het
vergeten is een gebrek aan gevoel van
plicht hoe wilt gij dan, dat hij later
krachtig genoeg zal zijn om ingewor
telde gewoonten af te leggen Laat hem
zien hoe hij zich schuldig maakt aan
plichtverzuim laat hem gevoelen welk
nadeel hg zichzelven eu anderen berok
kent; hoe hjj het vertrouwen schendt
van wie op hem meenden te kunnen
rekenenen wjjs hem telken male op
het onrecht, dat hjj daardoor pleegt. Dan
zal het, dunkt mg, niet kunnen uitblij
ven of hg komt tot het besef van het
kwaad, dat hg zichzelven en anderen
toebrengt en hg zal de onwaarheid en
de onbeholpenheid gevoelen en erkennen
van de verontschuldigingen van „nu een
maal zoo te zgn", van „het niet te kun
nen helpen", van „niet anders te kunnen
worden", van „voor verauderen reeds
te oud te zgn".
„Ik ben nu eenmaal zoo" zal hg dat
nog op de lippen durven nemen, als hij
inziet, dat hij zoo niet mag zgn. „Ik
kan het niet helpen"zal hij wagen dat
te herhalen, als hij overtuigd is, dat het
zgn eigen schuld is, als hij vergeet iets
te doen of na te laten. „Ik kan niet anders
worden"; zal hg dat volhouden, als zijn j
moed en kracht om te veranderen zgn J
opgewekt. „Ik ben er te oud voor"zal i
hg dat nog kunnen volhouden met de
wetenschap, dat de mensch nooit te oud
is om anders en beter te worden, dat
het zijn plicht is, zoo goed en rein
mogelijk te wezen, goed van hart en rein
van geweten, streng voor zichzelven, mild
voor anderen.
.Vergeten"; we weten door eigen er
varing maar al te zeer van hoeveel onheil
jiet de oorzaak is. Toch is er éen „ver
geten" zelfs een, „dat wij niet helpen
kunnen", omdat- wij „nu eenmaal zoo zijn",
omdat wij niet anders kunnen en ook
niet auders willen worden éen
vergeten", dat een zegen Is en een zegen
brengt: het vergeten van ous zeiven.
Dat vergeten vooral leere de jeugd, het
voorbijzien van eigen genoegen, van eigen
zin, van eigen behoeften van eigen ver
langen, van eigen wenschen om die van
anderen te kunneu vervullen, om de be-
laugen van anderen te behartigen, om het
geluk van anderen te bevorderen en zich
daarin van harte te verheugen.
Anderen ten zegen te zgn en daarvan
zelf den zegen te ondervinden, is dat geen
heerlijk menschenlot
A. I.-S.
Rumor in casa.
Artikel 12 alinea 2 der Statuten van den
Nederlandscheu Middenstands Bond geeft aan
minstens een vijfde der aangesloten vereenigin-
gen hot recht, een buitengewone algemeene
vergadering van den Bond te doen bijeenroepen.
Een poging om tot een dergelijke algemeene
vergadering te komen,is opgezet door de „Ütrecht-
sche Handels Vereeniging", dis zich, om haar
doel te bereiken,'een circulaire heefi gericht tot
de bij den Bond aangesloten vereenigingen, met
verzoek, haar verlangen wel te willen onder
steunen.
De aanleiding tot dit plan, aldus zegt het
Bestuur der U. H. V. in deze circulaire, is ernstig
genoeg en grijpt zoodanig in het Middenstands-
leven en zijn belangen in, dat een spoedige
behandeling in een afzonderlijke Bondsvergade
ring meer dan zin heeft en beslist gewenscht is.
Het is n.l. om den Bond te laten uitmaken, hoe
de Middenstanders zich hebben te gedragen
tegen het optreden van „Eigen Hulp", dal zich,
niet tevreden stellend met de gewone concur
rentie, welke zij den middenstand aandoet, doch
tracht hnar ledental te vergrooten door contracten
af te sluiten met winkeliers buiten haar branche,
die zich verbinden, extra-kortingen te geven. En
ook voornamelijk hoe de middenstand zich te
gedragen heeft tegenover de combinatiën van
winkeliers, die zich, zoo zij zeggen noodgedrongen,
tot de zelfde onedele concurrentie genoopt ge
voelen.
De kwestie i9 zóo. Te Utrecht bestaat eon
coöperatieve inkoop-vereenigiitt van winkeliers
in kruidenierswaren en comestibles, wier leden
onlangs besloten hebben, een gelijke korting
aan hun klanten af te slaan, en zulks als
concurrentiemiddel tegenover „Eigen Hulp".
Men ging echter daarbij nog een stap verder,
deed wat „Eigen Hulp" óok doet, en sloot con
tracten met andere winkeliers, als manufactu
rers, schoenhandelareu, vleeschhouwers, boek
handelaren, enz. enz. af, waarbij deze laatsten
zich verbonden, eveneens een korting te geven
aan klanten van eerstgenoemden. Als equivalent
zoudin dan de kruideniers zorgen voor een
groote uitbreiding van de clientèle der contrac-
teerende vleeschhouwers, bakkers, enz.
Hiermede nu ia de Utr. Handels Vereeniging
het te eenen male oneens en heeft aan de cir
culaire voornoemd een toelichtende memorie
toegevoegd, waaruit de „Utr. Cri.", aan welke
wij dit artikel ontleenen, het volgende mede
deelt
„Door do Coöperatieve Verbruikavereenigingon
van „Eigen Hulp", zoowel hier als elders, wor
den, om nieuwe leden te winnen, tevens ook
om oude leden te behouden, lokmiddelen gebe
zigd, die van koopmansstandpunt uit bezien
niet dcor den beugel kunnen. Immers, waar de
leden dier vereeniging absoluut geen verstand
hebben van het koopen en verkoopen der ver
schillende verbruiksartikelen, bij v. koflie en thee,
erz. en derhalve het maken van winst en de
daaruit voorspruitende aividend-uitkeering ge
heel afhankelijk is van het bedienend personeel
en daardoor gering is, hebben die vereenigingen
middelen te baat genomen, die nog verderflijker
zijn voor de middenstand dan „Eigen Hulp"
zelf. Een dier middelen is het zoogenaamde
contractenstelsel.
„Door aao verschillende firma's, die in een
andere branche handelen, bijv. hoeden, petten,
manufacturen, geneesmiddelen, visch, enz. dan
waarin „Eigen Hulp" zaken doet, voor te spie
gelen, dat, indien zij aan de leden van „Eigen
Hulp" een extra-korting toestaan, vermoedelijk
alle leden bij hen alleen hun inkoopen zouden
doen, zijn zij er in geslaagd, overeenkomsten
aan te gaan, waarbij de winkelier op zich neemt
de leden van „Eigen Hulp" 5, 7'/». 10 ja zelfs
15 pCt. korting te zullen geven bij bet doea
van inkoopen, zonder dat daartegenover „Eigen
Hulp" zich zelf tot iets verplicht.
„Eigen Hulp" speculeert er dus op om de
menschen, door hen als het ware een extra
winst voor te spiegelen ten koste van sommige
middenstanders, te bewegen zich bij „Eigen
Hulp" aan te sluiten en bemoeilijkt en verbittert
door het weglokken der clientèle vau den mid
denstand en door het drijven van hun leden
naar een bepaalden winkel, den strijd tusschen
de middenstanders onderling. Zij tracht derhalve
den middenstand ten koste van hnar zelve aan
„Eigen Hulp" dienstbaar te maken.
„De zucht tot oogenblikkelijk winstbejag deed
menig winkelier zwichten en zich scharen onder
de vijanden van zijn stand, door contracten met
„Eigen Hulp" af te «luiten.
„Tegen het heele streven van „Eigen Hulp",
dat ten slotte niels anders ten doel heeft dan
den winkelier, aan wien hun leden veelal direct
of indirect hun betrekking, pensioen of inkomen
te danken hebben of hadden, zijn schrale winst
te ontnemen of te verminderen en hem een
bijlende of volgens onze meening oneerlijke
concurrentie aan te doen, hebben wij ons sedert
de oprichting verzet en naar wjj meenen met
goed succes.
„Wjj nemen aan, dat onze stad Utrecht de
9tad is van ambtenaren en gepensioneerden (Den
Haag niet medegerekend) dan is een ledental
van 1243 personen na een voortdurende actie
van 25 jaren niet veel. Zien wij nu, dat in 1910
slechts 28 nieuwe leden toetraden en de omzet
(waaronder brandstoffen) f234 327 bedroeg, dan
mag dit ons eu speciaal den winkelier-kruidenier
hier ter stede niet ter neer slaan, en kan hij bij
de activiteit en de zakenk -nnis die hij bezit, de
concurrentie van Eigen Hulp zeer zeker het
hoofd bieden.
„Wij vonden het noodig, dit te doen voorafgaan,
opdat voor u een juist licht zal schijnen op wat
wij verder aan u zullen schrijven en onze uitnoo-
diging een goed gehoor vinde".
Behalve in het opg van iederen middenstander
is „Eigen Hulp" nog meer in 't bijzonder een
doorn geweest in het oog der kruideniers, en
terecht. De eerlijkste middelen, het leveren van
goede en zuivere waar tegen billijken prijs i9
ecuer oorzaak geweest, dat het ledental van„Eigeo
Hulp", te boek staaüde op 1-43, vrijwel stationair
is gebleven en dat, geljjk bovendien ons bekend
is en het omzetcijfer over 1910 ons leert, velen
lid zijn, maar da meeste wuipn uiet beirekken
van hunne winkelvereeniging. Ten einde met
nog meer succes aan de concurrentie van „Eigen
Hulp" het hoofd te kunnen bieden en als het ware
een nieuwen dam op te werpen tegen de schade,
die hen wordt toegebracht, is door kruideniers
een Coöperatieve Inkoop-Vereeniging opgericht
„Eendracht maakt Macht", die steeds in bloei
toeneemt. De leden van E. m. M. evenwel, niet
tevreden met den grooten voorsprong, dien zjj
hierdoor verkregen op bun collega's (niet-
aangesloten kruideniers) en zeer vreesachtig dat
te avond of morgen een cliënt van een hunner
lid zou worden van „Eigen Hulp", omdat deze
immers ook zoovele voordeelen bood door haar
contractanten-stelsel, besloten de zelfde baneu
te bewandelen en óok te trachten, overeenkom
sten in gelijken geest met verschillende leveran
ciers aan te gaan, in welke poging zij maar al
te goed zjjn geslaagd.
De winkeliers, die een contract met „Eigen.
Hulp"' afgesloten hadden, waren natuurlijk be
reid, ook dezen buit (7) binnen te slepenmaar
ook firma's, die nog nimmer hieraan medededen,
wisien zij over te halen, en zoo zien wjj, dat
middenstanders zei ven handelingen gaan vei-
richten, waarover de geheele Nederlandschs
middenstand tot op heden schande sprak, ei
die slechts als resultaat hebben, dat kruidenieis
ten koste van middenstanders, die een geheid
anderen tak van bedrijf uitoefenen, hun clien
tèle zien vermeerderen tot n.l. de concur
renten der contractanten óok de zelfde kortirg
toestaan en dus allen met minder winst genos-
gen nemen en velen wellicht den strijd om bet
bestaan niet kunnen volhouden.
Men besefle toch wel wat hier door midden
standers wordt gedaan! Een bepaalde firtaa
wordt aan hua cliëntèle aangewezen, om diar
te koopen, met voorbijgaan van mede-middi n-
etmders, handelende in hot zeilde vak. Immers:
bij die contractanten kan men 10 pCt. gord-
kooper koopen. Hier wijzen dus menschen, die
niets te maken hebben met het vak van esn
ander, geheele huisgezinnen naar een bepaald »n
winkel, waardoor velen (doordat zij cliëutile
verliezen) en ten slotte allen die in het zelf Je
vak als de contractanten handelen (door ie
dalende prjjzen) benadeeld worden, ter wille
van een tjjdelijk voordeel der kruideaiers, lid
van „Eendracht maakt Macht". Welnu, ons
Bestuur heeft niet geschroomd, dit te quali i-
ceeren als oneerlijke concurrentie.
Hieraan worde nog toegevoegd, dat de ledtu
van de Coöperatieve Inkoopvereeniging „Een-
draoht maakt Macht" voor zooverre zij te Utrecht
wonen, lid der Utrecbtsche Handels-Vereeniging
zijn.
Ten slotte deelt de Utr. Handels-Vereeniging
dan mede, in esn daarvoor expresselijk uilgi-
Bchreven vergadering na langdurige bespreking
besloten te hebben, te trachten een buitengt-
wone algemeene Bondsvergadering bijeen t»
krijgen, ten einde omtrent het bovenstaand»
haar meening te vernemen. Wel is waar is der
U. H. V. bij informatie gebleken, dat nog iu
geen andere plaats in ons land zich het zelfd-t
heeft voorgedaan, doch de kans daarvoor be
staat en daar de U. H. V. de handeling var.
„Eendracht maakt Macht" niet kan rangschik
ken ouder het bevorderen van Middenstandsbe-
langen, maar veeleer moet onderbrengen alc
vjjandig tegenover de organisatie, waartegen
ten einde grooter kwaad te voorkomen ten
spoedigste front dient te worden gemaakt, zond
zij de vermelde oproeping ter bekoming eener
Bondsvergadering naar de zuster-vereenigingen,
welke, zoo er voldoende steun komt, dat is van
ongeveer dertig vereenigingen, binnen 45 dagen
moet worden belegd.
Het weekblad „Winkeliers- en handelsbelan
gen", dut te Rotterdam verschijnt, is een andere
meening toegedaan en schrijft:
De zaak laat zich tot de volgende proportiën
terugbrengen.
De te Utrecht bestaande coöperatieve Inkoop
vereeniging van winkeliers in kruidenierswaren
en comestibles „Eendracht maakt Macht"
goheeten heeft, teneinde voor haar leden
aan de concurrentie van de coöperatieve ver-
bruiksvereenigicg „Eigen Hulp" het hoofd te
kunnen bieden, met verschillende winkeliers in
andere branches ter plaatse contracten gesloten,
om de klanten harer leden op eiken inkoop,
dien dezen bij zulk een winkelier doen, 10 pCt.
kor.ing te laten genieten. De bedoelde leden
verstrekten daarop aan hun vaste clientèle
(boekjes-klanten) kaarten, op welker vertoon
de gezegde kortiug in de aan <ewezen winkels
wordt gegeven. De zaak scbijut evenwel nog
geen grooten omvang gekregen te hebben. Ais