Donderdag 30
Maart 1911.
VARKENSSLACHTERIJ
No. 7951.
60e Jaargang.
Stadsnieuws.
FIRMA A. H VAN CLEEFF
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi.
franco per pust f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Bij regel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings*
advertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25, elke regel meer f 0.25. Groote
letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten
evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
KORTEGRACHT9
Postbu3 9.
Telefoon 19.
KENNISGEVINGEN.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT
breDgt, ter voldoening aan eene aanschrijving van
don heer Commissaris der Koningin dezerPiovincie
van den 27 Mnart 1911, 4e afdeeling, no. 1366/934,
(Provinciaal bind no. 25), ter kennis van belangheb
benden dut de Minister van Landbouw, Nijverheid
en Handel, bij schrijven dd. 25 Maart 1911, no,
2954, Directie van den Landbouw, 3e afdeeling Bu
reau A, beeft goedgevonden
A. met ingang van 27 Maart 1911, het vervoeren
of doen vervoeren van herkauwende dieren en varkens
te verbieden uit, naar of binnen een kring, in de
Gemeenten Woudenberg en Leusden, begrensd len
Oosten door de provinciale grens Utrecht—Gelder
land, ten Zuiden door den ttraatweg Woudenberg-
Scherpenzoel, ten Wesien door de spoorlijn Amers
foort -Rlienen, en ten Noorden door den binnenweg
over Taaijeland eu Callenhore;
B. te bepalen, dat, wanneer bijzondere redenen
afwijken van h< t sub A bedoelde verbod noodzake
lijk maken, zoodanige afwijking kan worden toege
staan door den betrokken Burgemeester onder de
door den Districts-veearts te Utrecht aan te geven
voorwanrden,
Amersfooit, 28 Maart 1911.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT
brengt ingevolge mrdedeeling van den Burge
meester van Leusden dd. 28 Maart 1911, do. 238/81,
ter kennis van belanghebbenden, dat zich in die
Gemeente een geval van MILTVUUR heeft voor
gedaan.
Amersfoort, 80 Maart 1911.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
Nederlandsehe winkelweek.
De lieer R. Tutein Nolthenius schryft
'in het „Tijdschriftder Mij. van Ny verheid"
over een Nederlandsehe winkelweek en
zegt daarover
Onder den indruk van het overhand
toenemen der Duitsche en andere buiten-
landsche waven in de Engelsehe winkels
hebben Engelscheu, die de inlandsche
nijverheid de hand boven 't hoofd willen
houden, een All-British shopping week"
beraamd. Deze Britsche winkelweek zou
in alle groote steden van Engeland,
Schotland en Ierland gehouden worden
van 27 Maart tot 1 April. Het plan
heeft grooteu bijval gevonden, en zelfs
stelt uien zich voor, in het vervolg elk
najaar een dergelijke week te houden.
Ook in ons land wordt zeer dikwijls
en menigmaal ten onrechte aan het
buitenlandsche fabrikaat de voorkeur
gegeven. Zóo zeer zelfs is deze hebbelijk
heid ingeworteld, dat vele in Nederland
gefabriceerde goederen te onzent als in
't buitenland vervaardigd worden te koop
geboden, aangezien zij dan meer trekken.
Door een „Nederlandsehe" week te
houden, zouden dergelijke vooroordeelen
worden weggenomen en velen de oogen
opengaan voor het goede in eigen land.
Onze nijverheid en ook ons zelfbewust
zijn zouden door zulk een openbaring
van eigen kracht ten zeerste gebaat zijn.
Wie echter in deze het initiatief moet
nemen 1
Mij dunkt: noch de Maatschappij van
Nijverheid, noch eenige andere bestaande
vereeniging.
Het meest m. i. ligt dit op den weg
van de Nederlandsehe vrouwen.
De Nederlandsehe vrouw is de groote
winkelklant; zij. is het, die voorziet in
de hehoetten van het huisgezin, en zij
is het, die er eveneens het meeste belang
bij heeft, dat het der Nederlandsehe
nijverheid wel ga. Want dat is niet
enkel haar belang, doch dat van haar
echtgenoot en van haar kinderen. Zij
alleen heeft de machten beschikt
over den takt om een Nederlandsehe
winkelweek tot werkelykheid te maken.
Het is geenszins een gemakkelijke
taak, een Nederlandsehe winkelweek te
organiseeren en bij den winkelier en bij
het publiek zal veel vooroordeel zijn te
overwinnen. En tegenstand zal niet uit
blijven van wie er voordeel bij heeft,
buitenlandsehe waar te slijten. Maar juist
omdat de zaak moeilijk is, is zij der
Nederlandsehe vrouw waardig. En, zooals
ik reeds straks zeide niemand anders
kan dit met zooveel kans op welslagen
ondernemen.
De vrouw heeft de beurs, zij doet in-
koopeu niet de man. Zij heeft de onder
vinding der winkelwaren en de dage-
lijksche ervaring. Dat zij dus van haar
macht gebruik make en het hare bij-
brenge tot de bevordering der Neder-
laudscihe nijverheid.
De leek en het recht.
Met is altijd een dankbare taak, den bur
ger behulpzaam te wezen in zyn streven
om te weten wat hy doen eu ook wat hij
laten moet om een goed burger te zijn, om
te zorgen dat by op de hoogte is van de
wetten en het recht des lands. Merkwaar
digerwijze echter trekt zich de georganiseerde
gemeenschap heel weinig aan van d* nood
zakelijkheid om den burger in staat te stel
len, de wet te kennen.
Daar is al dadelijk de Gemeente, die in
deze richting in den regel weinig doet. De
Raad m.iakt wetten als de ijverigste Kamer.
Tegen een wet (verordening) meer of minder
ziet hij volstrekt oiet op. Doch als het er
op aan komt om van de voor (den burger)
belangrijkste voorschriften een overzicht te
geven, is hij niet thuis. Wil de burger die
voorschriften weten, dan moet hij zich maar
wagen in den doolhof der Stadhuisbureau's
om ten slotte ergens te komen waar bij ver
ordeningen kan koopen. En dan kan bij met
geduld en geld ten slotte wel allerlei ver
ordeningen koopen en zich daaruit een beeld
trachten te vormen van de voorschriften,
waarvan de Gemeente verlangt, dat bij ze
zal nakomen doch een goed overzicht der
belangrijkste bepalingen goedkoop overal
verkrijgbaar stellen, daaraan denkt men niet.
En toch hoeveel direct nut zou dat
hebben. Hoeveel minder overtredingen zou
den er worden gepleegd. Hoeveel gemakke
lijker zou de politie het hebben. En boevuel
meer zou men den Nederlander wennen aan
deze voor hem zoo nieuwe gedragslyn vóór
alles gehoorzaam te ziju aan de bevelen van
de door hem zelf aangewezen overheid.
Tegenover den Staat gaat die zelfde eisch
niet op. Men kan van hem niet eischen.dat
hij zoo'n handleiding voor den fatsoenlijken
Staatsburger uitgeeft. De handleiding zou,
ware ze eenigszins volledig, zóo geweldig
groot moeten worden, dat de Staatsburger
er zouder opzettelijke studie toch niet zou
komen. Maar als dit van den Staat niet te
vragen is, wel kan men van hem eischen,
dat hij de wetten zoo duidelyk en overzich
telijk mogelijk doet.
Doch als de Staat dat nu werk-lijk zoo
goed mogelijk doet, dan krijgt de gtedo
burger nog altijd niet de zekerheid waarbij
hij in zoo hooge mate belang beeft.
Want heeft hij aan de wet dan eenig
houvast, weinig vastheid heeft hij aan de
interpretatie van de wet door deu rechter,
die steeds wisselt. Ea dit gemis aan vast
heid bestaat niet alleen hij den leek, doch
ook bij den deskundige. Vraagt de burger
den advokaat om advies, dan moet deze in
veel gevallen zich bepalen tot het optrekken
van de schouders, tot de opmerking, dat men
natuurlijk nooit zeker is vau den rechter,
ook niet van den hoogsten rechter, dat de
jurispiudentie steeds verandert.
Nu zyn aan die verandering groote voor-
deelen verbondeo. Evenals de maatschappij
voortdurend verandert, moet de wetgeviDg,
de rechtspraak kunnen veranderen, opdat
zy zich aanpasse aan die maatschappij. Maar
Utrechtscheweg 53.
Dagelijksche levering van
Varkensvlees,:h, diverse
Worst, Ham, Rookvleesck,
enz., enz., uitsluitend prima kwaliteit.
Beleefd aanbevelend,
UF.d. Dienaar,
J. H. FRÖGER.
toch zijn aan die veranderingen zekere gren
zen gesteld. Sedert de heerschappij van het
Romeinsche recht hebben wij over het
geheel zonder schade aan een gedeelte
van het recht grooter vastheid gegeven.
Wel niet een zoodanige vastheid, die alle
hervormingen uitsluitdoch wel zooveel,
dat ten aanzien van de hoofdlijnen de bur
ger grooter zekerheid heeft verkregen.
In Duitschland du is in den laatsten lijd
een beweging ontstaan, die nog in haar eerste
begin is om op dien weg naar grootere vast
heid nog een stap te doen. Deze beweging
gaat uit van de stelling, dat men over het
geheel de interpret «tie van de wet aan den
rechter moet laten. Toch zijn er naar de
voorstauders dezer bewegiDg meenen een
aantal groote kwesties van interpretatie, die
honderden malen van alle kanten zija bezien,
waaraan een nieuwe kant niet meer is te
ontdekken en die toch niet definitief worden
opgelost, doch waarvan de oplossing aan den
rechter wordt overgelaten.
Het is waar, dat een hooggerechtshof hier
zorgt voor eenheid in de opvatting. Doch do
beslissing van het hooggerechtshof geldt altijd
maar alleen voor éen geval. Telkens weer
kan elke rechter daarop terugkomen, gelijk
ook het hof zelf bij een eenigszins nieuwe
samenstelling kan doen eu dan ook inder
daad doet.
Hiertegen nu komt deze nieuwe beweging
op. Die lot in den treure behai delde kwesties
wil zij door een opzettelijk daarvoor inge
steld Rijksorgaan, dh half wetgever, half
rechter zou zijn, definitief laten uitmaken,
ziodat alle rechters aan die beslissing ge
bonden zouden zijn tot tijd en wijle dit or
gaan het zelf noodig achtte, de beslissing
door een andere te vetvangeD.
Uil den aard der zaak zou dit een college
vun uitmuntende rechtsgeleerden uit de
theorie èn de praktijk moeten zijn; uit den
aard dcr zaak zou dat college zelf hebbeo
uit te maken, welke kwesties van wets-inter-
pretatie belangrijk genoeg en voldoende over
wogen zijn om daaraan een definitieve op
lossing te geven. Doch Diet te ontkeDneD valt,
dit er zulke kwesties zijn en dat het in bet
algemeen belang wel wenschelijk zou wezen,
dat die voorgoed en voor alle gevallen wor
den uitgemaakt.
lutusschen wij ontkennen niet, dat er
vele bezwaren tegen deze methode zijn in te
brengen en dat zij nog te onvoldoende vastheid
heeft aangenomen om daarover een beslist
oordeel uit te spreken. Doch het feit, dat er
in dit pogen iets is, dat werkelijk wel in de
goede richting gaat, leidde ons er toe, op
die beweging reeds de aandacht te vestigen.
In de Luttiersctie kerk hier hoopt aan
staanden Zondag voor te gaun ds. B. 11.
d' Auzon, Evang. Luthersch predikant te
Zutphen.
Dinsdag om half tien wordt in de Remon-
strantsche kerk weer een godsdienstoefening
gehouden voor jongelieden van 10 tot 16
jaar, en om elf uur een gewone dienst
beide onder voorgaan van ds. Hooykaas.
De Burgemeester heeft doen uitgaan de
kennisgeving waarbij verlofgangers van de
Nationale militie te land worden opgeroepen
tot opkomst onder de wapenen voor herha-
lings-oefeningen.
Zij is aangeplakt op de gebruikelijke plaat
sen en wordt in het volgende nummer in baar
geheel opgenomen.
De heer C. van den Berg (Stationsweg) is
benoemd tot Directeur der Nederlandsehe
afdeeling en bet daaraan verbonden infor
matie-bureau ter tentoonstelling te Roubaix.
Gister eindigde aan de militaire hoefsmid-
school hier bet driedaagsch examen ter ver
krijging van het Rijks-diploma nis hoefsmid.
Het kon worden toegekend aan de burger
leerlingen P. B. fioeremn, uit Roosendaal
(Gron.); H. A. Huitink, uit Ruurloo J. Tha-
lens, uit Drouwenermond J. C. VerliDde, uit
ZaaraslagA. G. Vlaander, uit AxelE.
Klooster, uit Hoogeveenen M. Breman, uit
Dalfsen, gedetacheerd bij het Ie regiment
veld-arlillerie hierbenevens aan de miliciens
hoefsmeden W. G. Bekenkamp, uit Goor
P. Beukema, uit GarsthuizenB. Klei*, uit
Koekange (Dr.)H. Wildenborg uit Haaks
bergen H. Mulder, uit Amsterdam allen
van bet le regiment veld-artillerie; A.Mat-
thijsse, uit Oosterland; P. J. de Ruysscber,
uit Groede; J. F. M. Heilker, uit Schiedam
allen van het 3e regiment veld-artillerie
A. P. Saris, uit Tongelre; J. M. Stevens, uit
DruteoR. Telgenhof, uit Daarlerveenen
H. W. Oostendorp, uit Silvoldo allen van
het 4e regiment veld-artillerie.
Jhr. mr. F. E. M. H. Michiels van Ver-
duynen is bevorderd tot gezantschaps-secre-
taris 2e klasse te Rome.
De Roode Kruis-medaille is toegekend aan
kolonel C. de Mooy, oud-dirigeerend officier
van gezondheid le klasse, thans te 's-Gra-
venhage.
In het wetsontwerp op den landstorm,
dat thans aan bet Departement van Oorlog
In bewerking is, wordt o. m. voorgesteld
om den diensttijd bij militie en landweer
inet verscheidene jaren landstormdienst te
verlengen een regeling welke te meer nood
zakelijk is geworden nu de taak der lands
verdediging voortaan slechts tot 31-j trigen
en jongeren beperkt zal zijn.
Het ontwerp zal tijdig vóór de openbare
behandeling der Militiewet bij de Kamer in
komen.
Tot leden der commissie voor de weduwen
on weezenkas der officieren van de land
macht zijn gekozen de kapitein der artillerie
A. G. L'indaal en de kapiteins-kwartiermees
ter A. J. C. Alenson en A. D. de Roos, de
drie candidaten van de Ned. officieren-ver-
eeniging.
Kapitein Alenson verwierf niet minder
dan 1475 van de 1898 uitgebrachte stemmen.
Lnitenant L. J. J. M. Tabbers, van het 5e
regiment iufaoterie overgeplaatst bij het
Oost-Indische leger, zal 1 April overgaan
naar de Koloniale reserve.
Luitenant W, E. Mathon, van het le
regiment huzaren, wordt van 3 tot 29Apiil
gedetacheerd bij de trein-af leeling vau het
1e regiment veld-artillerie, te Utrecht.
Bij het 14de wapen feest van den Kon.
Officiers Scherm Bond, dat thans te 's-Gra-
venhage wordt gehouden, behaalde luitenant
R. P. J. van den Berg van Saparoea, den
4den prijs personeel sabel en luitenant-
adjudant II. D. Scherpenhuijzen den eereprijs
geweer, een zilveren medaille van H. M. de
Koningin-moeder.
De prijzen in den doorloopenden wedstrijd
van de schiet-vereeniging «Broederschap"
werden b;haald als volgt:
E. J. Ruitenberg 945 puntenJ. de Greef
914; J. J. Otto 931; D. van der Heul 929;
D. de Groot 913; D. Ruitenberg 910; J.
Kuijters 907; A. B. van der ^'.ein 901; W.