s
G. H. van der Sandt Co.
TOTALE UITVERKOOP
Witte goederen voor Uitzetten en Luiermanden
Oudegr. 82-34. UTRECHT. Telef.555. f
van ALLE artikelen 2 ONE EE uitsondering.
Enorme prijsreducties van:
Tan Ommeren,
>♦©♦©♦©♦©♦©♦©♦©♦©♦©♦©♦©♦©❖©♦©♦@♦@♦©♦©*©<1
N. V. Manufacturenhandel
Mantels, Costumes, Linnen paletots, Linnen Costumes, Regenmantels en Reismantels
Nog voorhanden: Wollen dekens en Tafelkleeden, Offreeren extra goedkoop,
FLEHITE
Stoomwasscherij W. G. BURGER,
==3* ZEIST, f
THEE
Feuilleton.
ALARM.
CHEMISES, PANTALONS, TAILLES en NACHTJAPONNEN,
afgepaste LAKENS en SLOOPEN.
LINNEN- en KATOENDAMASTEN TAFEL-en ONTBIJTSTELLEN,
SERVETTEN, HANDROEKEN, - THEEDOEKEN, - enz.,
alsmedeWitte katoenen, Linnens en Halflinnens.
Oudheidkundig Museum, is
dagelijks te bezichtigen voor
niet-leden ik 10 cent.
Kosteloos de8 Dinsdags Yau 10 tot
van H/« tot 3 nur.
AMERIKAANSCH SYSTEEM.
Wassehen geheel opgemaakt of droog toegeslagen
GOEDE BEHANDELING. BILLIJKE PRIJZEN.
Goederen worden te Amersfoort 's Woendags franco gehaald en gebracht.
PROSPECTUS worrit op aanvrage franco to'go/oridi'n.
van
II. Ravenswaay Zonen
Gorinchem.
verkrijgbaar bij
Lan&fstraat 18,
AMERSFOORT.
29.)
Sergeant Maxen zat bij de tafel, orer zijn ma-
gazijnsboek gebogen, het boofd in de handen, en
■chreide. Warme tranen biggelden lange zijn
koonen; bij hield van „de bullen", die aan zyn
zorg toevertrouwd waren, zooala een ander van
zijn boekery of zyn scbilderijenverzameling
houdt. Maar wat baatte hem dat? Dienst was
dienst, en wat bevolen werd, moeet uitgevoerd
worden. Nog eens streek bij met den rug van
zyn hand langs de vochtige oogen, nóg eens
■noot hij in zijn zakdoek, daarna richtte bij zich
tot de twaalf manschappen, die gewoonlijk by
hem werkzaam waren, die in alle dingen den
die hein ook vandaag moesten
weg wisten
helpen.
„Laat niemand van u iets uitgeven, zonder het
nauwkeurig op te schrijven, en zonder dat ieder
onderofficier u voor hetgeen hy voor zijn man
schappen ontvangt, een ontvargbewijs afgeeft!
En altyd sectie bij sectie helpen, nooit twee of
drie tegelijk. Ik waarschuw jullie, want anders...."
Wat dat „anders" beteekende, wisten de man
schappen maar al te goed.
Hy wierp een blik op den door groote tafels
«n sterke dwarsbalken gevormden slagboom, die
den ingang van het magazijn van de gang af
sloot. „Is die wel sterk genoeg Want wanneer
de bende hel lokaal bestormt, en wanneer ieder
zelf neemt, wat hij noodig heeft, dan zien wy
geen derde part torag".
En de stormloop begon.
Ondsr aanroering van hun onderofficieren
nikten tegelykertyd langs de twee trappen, die
naar hei op de bovenste wrdivping gtliguu ma
gazijn voerden, de korporaalschappen in den
looppas aaD. Ieder wilde den ander vóór zijn,
en zoo heerschte er op de trappen een herrie
van belang en voor de deur van het magazijn
verdrongen zich tweehonderdvijftig man, die el
kaar stompten en duwden.
„Dat gaat nietjammerde sergeant Maxen.
„De manschappeu moeten weg, alleen de onder
officieren blijven hierdie nemen de spullen in
ontvangst en geven ze dan aan de manschappen,
anders valt er niets te beginnen."
Na een kwartier kon Maxen eindelijk begin
nen, zyn taak te verrichten, en ieder onderoffi
cier kwam met zijn wenschen aan. In het geheel
moesten er tweehonderdvijftig broeken, even
zooveel jassen, Btropdassen, ransels, veldflesschen',
keukengerief, onderdoelen van tenten en duizend
andere dingen uitgegeven worden. Daarbij kwa
men nog de builen voor de onderfficieren, en
voortdurend hoorde men roepen„Ik heb nog
twintig ransels noodig" „Ik nog zeventig pa
troontassen" Wanneer krijg ik nu toch einde
lijk myn dertig paar laarzen" „En wuar blij
ven de vijfentwintig broeken?"
Maxen en zijn manschappen zweetten, dat hun
hoofden ervan rookten; doch na twee uur had
iedereen toch ten naaste by al wat hy noodig
had.
Boneden, in do daarvoor aangewezen kamers,
werden de bullen korporaalschapsgewijs neerge
legd en toen begon men met het aankleedcn.
Ieder zocht uit wat aan zyn grootte benntwoordde;
maar toen bleek pas, hoe moeillijk het was zich
te kleeden I
De een kon in weerwil van al zijn zoeken
geen passenden helm vinden, de tweede geen
jas, de derde geen broek. Den een was de sabel
koppel te nauw, den tweeden te wijd, de derde
vond geen helm, en de vierde geen kwartiermuts.
En andermaal begon de stormloop op het ma
gazijn. Eerst waren do manschappen uilen lege-
lijk verschenen, maar nu kwamen zij é.n v .or
éen, om de dingen te ruilen. Honderd manschap
pen jammerden tegelyk om hetgeen zij noodig
hadden.Ieder trachtte den ander te oversell reou wen
zoodat ton slot'e niemand van de magazijnkneohts
wist, wio een helm of wie een paar laarzen noo
dig had. En wanneer dan eindelijk drie paar
laarzen omhoog gehouden werden, dan vochten
er ten minste twaalf paar handen om, tot de
sterkste als overwinnaar heenging. Maar dan
bleken zy hem toch niet te passen. En opnieuw
begon het gejammer.
Zoo eenvoudig als het aankloeden is, wanneer
alles kalm in zijn werk kan gaan, zoo snel en
glad alles dan afloopt, zoo moeilijk is het als't huls
over kop moet gaan, wanneer beneden op het
kazerneplein de generaal staat en elk kwartier'
op de klok kykt, of de mannetjes nog altijd niet
klaar zijn.
En sneller ging de zaak ook daardoor niet,
om dat de kapitein en met hem zijn officieren
voordurend tot spoed aanzetten.
Assberg en Sturm begonnen ook al geagiteerd
te worden, en ook zij keken alle vijf minuten
op de klok. Om vier uur begon het diner en vóór
dien tijd moesten zij zich eerst nog verkleeden I
De eenige, die altijd door waarschuwde„Jon
gens, neemt den tijd het komt er niet zoozeer
op aan, dat je gauw klaar bent, uls wel hierop,
dat do bollen jelui goed puBscn", wasTromberg.
Hem kon het in geen geval lang genoeg duren
hoe langer het werd des te beter. Hij verkeerde
in een zoo goed mogelijk humeur en zijn goede
stemming sloeg op zijn manschappen over, zoo
dat dezen, al lachende en grappen verkoopende,
veel vorder kwamen dan de andere manschappen
Zoo kwam hij dan ook als oerste ten slotte met
zijn vijfentachtig man op het kazerneplein aan.
Het was toch al zes uur geworden' maar hy
oogstte veel lof, want de manschappen waren
zóo aangekleed, dat, op enkele kleinigheden na,
ieder gevonden had, wat hem paste. Pas een
h.flf uui later kwamen de twee ander ufJceliugun,
maar ook op hen had de generaal niet veel aan
te merken.
„God zij dank, dat de kerels nan hebben wat
zij noodig hebben," dachten allen, „het is maar
te hopen, dat de spullen nu ook weer dadelijk
aan het magazijn kunnen afgeleverd worden."
Maar deze hoop verdween toen plotseling, om
kwart voor zevenen, de regimentsmuziek op het
kazerne-plein verscheen en te gelijker tijd uit
de keuken en uit de eantines een aantal man
schappen kwamen, die groote blikken ketels
droegen, met worst en brood voor den troep.
En den kwamen er nog anderen, die groote ketels
met koffie droegen, waaruit zij de veldflesschen
der manschappen vulden.
Allen die het zagen, sloeg de angst om het
hart.
„Om Gods wil het zal toch geen dach
ten zij.
Zelfs de kolonel schrokde generaal moest
door bemiddeling van zijn adjudant het bevel
heimelijk naar de keuken gezonden hebben;
zelfs hij wist er niet van. De regimentsmuziek
had bij wel moeten beBtellen, maar hij had ge
dacht, dat zij alleen maar by den gebruikelijken
parade-marech moest spelen.
Alleen Tromberg was in zijn nopjes, en hij
vermaakto zich kostelijk om de woedende ge
zichten van den dikken Sturm en van Assberg.
Die keken maar voortdurend op het horloge in
hun armband.
„Wij moeten om zeven uur aan het station
zijn, mijne heeren" klonk de stem van den ge
neraal. „Daarheen vergezellen alle officieren de
compagniedaar kunnen dan met uitzondering
van den kolonel, den majoor, kapitein Görner
en de by hem ingedeelde officieren, de andere
heeren vrij van dienst krijgen, indien zij ten
minste niet vrij willig de kleine oefeniDg wil
len bijwonen".
(Wordt vervolgd)