Zaterdag 5 Augustus 1911.
No. 5800.
60e Jaargang.
OP REIS.
AUERSFOOETSCEE COURANT.
üitga?e van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen firma A. H. van Cleeff".
HOOFDREDACTEUR
F. J. FREDERZSS.
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ1.—
franco per post 1.45. Advertentiën 16 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Bij regel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvrjag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 rege's 1.25. Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gobracht en kostenevenals afzonder'jke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Postbus 9.
ZOHTSGZUCST 9.
Telefoon 19
voorgaand artikel, wordt voorts verleend aan
••neeskundigen en apothekers ten aanzien van
tij hen in dienstbetrekking zijnde personen, als
mede aan personen en bestuurders van bijzon
dere instellingen en ondernemingen ten aanzien
van bij hen in dienstbetrekking zijnde zieken
verplegers.
Amersfoort, 3 Augustus 1911.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
Aan onze abonné's die tjjdelijk elders,
binnen- dan wel buitenlands, vertoeven
wordt op aanvrage, en met duidelijk©
opgave van adres, de courant eiken ver
schijndag tegen vergoeding van het porto
toegezonden.
Ook niet-geabonneerden kun^pn op de
zelfde wijze de geregelde toezending van
de „Amersfoortsche Courant" tijdens hun
uitstedigheid zich verzekeren.
KENH 1 8 Q E Y 1 N 6 E N.
JACHT.
De Commissaris der KouiDgia in de Provincie
Utrecht,
Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten
dier Provincie van den 24sten Juli 1911, 4e Af-
deeling, no. 1172/2082;
Gelet op art. 11 der Jachtwet
Brengt ter kennis van de belanghebbenden
lo. dat de opening der jacht op klein wild,
vermeld in de 2e zinsnede van art. 17 der voor-
molde Wet, voor dit jaar in do Provincie Utrecht
ia vastgesteld op Vrijdag 1 September a. s. met
zonsopgang, met uitzondering van de jacht op
hazen en fazanten, waarvan de opening op Maan
dag 2 October a. s. met zonsopgang is bepaald
2o. dat de lange jacht alleen des Dinsdags en
des Vrydags van elke week zal mogen worden
uitgeoefend, en het jagen in ongemeaid te veld
staand koren, peulvruchten en klaverzaad, welke
nog in 1911 moeten geoogst worden, verboden
is, evenals het jagen in tabakslanden, zoolang
het zoogenaamd beBtgoed niet is geoogst;
3o. dat de jacht op reebokken en reegeiten
met uitzondering van die op reekalven, welke niet
geopend wordt geopend zal zijn van Maandag
2 October a. s. met zonsopgang tot en met Zater
dag 25 No
Utrecht,
29 Juli 1911.
De Commissaris der Koningiu voornoemd,
P. D. SCH1MMELPENNINCK.
KIESRECHT.
De Burgemeester der Gemeente Amersfoort,
brengt, met het oog op de aanstaande stemming
ter verkiezing van éen lid van den Gemeen
teraad, aan belanghebbenden in herinnering het
bepaalde bij artikelen 57, 58 en 154 dor Kies
wet, luidende:
Art. 57. Personen, by wie en bestuurders van
bijzondere ondernemingen en instellingtin, waar
bij mannen, die den leeltijd van vjjf en twintig
jaren hebben bereikt, in dienstbetrekking zijn,
zyn, voor zoover niet bij algemeenen maatregel
van bestuur vrijstelling is verleend, verplicht
te zorgen, dat ieder van dezen, die bevoegd is
tot de keuze mede te werken, gedurende ten
minBte twee achtereenvolgende uren tusschen
acht uren des voormiddags en vijf uren des
namiddags daartoe gelegenheid vinde.
Art. 58. Personen en bestuurders, in het voor
gaand artikel bedoeld, zyn, voor zoover de arbeid
wordt verricht in fabrieken of werkplaatsen,
verplicht te zorgen, dat in hetarbeidslokaal, en,
zoo er meerdere arbeidslokalen zijn, in het groot
ste of wel in meer dan éen arbeidslokaal, gedu
rende twee werkdagen vóór en op den tot stem
ming bepaalden tijd op een zichtbare wijze is
opgehangen eene door hen of van hunnentwege
onderteekende lijst, de uren in het voorgaand
artikel bedoeld, vermeldende, voor elk afzon
derlek of groepsgewijze of voor allen geza
menlijk.
Art. 154. Overtreding van de artt. 57 en 58
dezer wet, wordt gestraft met hechtenis van ten
hoogste veertien dagen of met eene geldboete
van ten hoogste vijf en twintig gulden.
Bovenbedoelde algemeene maatregel van be
stuur. welke is vastgesteld bij Koninklijk besluit
van 24 Mei 1901 (Staatsblad no. 109) luidt als
volgt
Art. 1. Vrijstelling wordt verleend aan de in
art. 57 der Kieswet bedoelde personen en be
stuurders van bijzoQdere instellingen en onder
nemingen ten aanzien van bij hen in dienstbe
trekking zijnde personen, welke uit hoofde van
die dienstbetrekking op den dag der stemming
tusschen de in vermeld artikel genoemde tijd
stippen niet gedurende twee achtereenvolgende
uren vertoeven in de Geiueeut'op welker KL-
«erelijst zy voorkomen.
Art. 2. Vrijstelling, als omschreven in het
De Burgemeester van Amersfoort,
Gezien artikel 41 der Gemeentewet,
Brengt ter kennis van de ingezetenen, dat
de Raad dezer Gemeente zal vergaderen op
Dinsdag 8 Aug. aanstaande, des namiddags te
half twee ure.
Amersfoort, 3 Augustus 1911.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
De Burgemeester van Amersfoort
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
op 9 Augustus 1911 eene schietoefaning zal wor-
rden gehouden van het fort Pampus.
Er zal gevuurd worden met kanonnen van
klein kaliber (6 c. M.), waarbij onveilig wordt ge
maakt een sector, begrensd door de ware rich
tingen O. N. O. door Oost tot Z. O. t. Z. (79*)
tot op 4500 M. van het fort
dat op de dagen, waarop gevuurd wordt, van
het fort Pampus eene roode vlag zsl waaien, die
drie uur vóór net begin der oefening halfstok en
éen our vóór de oefening geheel voorgeheBchen
wordt
dat bovendien te gelijker tijd en op de zelfde
wijze roode vlaggen zullen waaien van de batte
rijen Diemerdam en Durgerdam, de Westbatte-
rij naby Muiden en den kerktoren te Muiderberg.
Amersfoort, 3 Augustus 1911
De Burgemeester, voornoemd.
WUIJTIERS.
De Burgemeester van Amersfoort
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
binnen deze Gemeente vijf gevallen van mond
en klauwzeer zijn voorgekomen.
Amersfoort, 4 Augustus 1911.
De Burgemeester van Amersfoort,
WUIJTIERS.
Nuttige tijdbesteding.
Het ia een zenuwachtige, drukke tijd
waarin wjj leven. Wie een oogenblik zich
aan den wilden optocht weet te onttrek
ken en in dolce far niente luistert naar
het getrappel en geschuifel der myriaden
voeten, des daags zoowel als des nachts,
vraagt zich angstig at, of dit nu het
leven is, waartoe wjj geroepen zijndeze
wilde wedloop, waarbjj de een den ander
tracht te verdringen, de sterken de zwak
ken op zjjde duwen, de slimmen de on-
noozelen voorbijstreven.
Helaas, wij kunnen ons niet aan dit
ourustige, ongedurige onttrekken. Wie
meeleven wil, moet ook meeloopen, en
dit maakt voor velen den arbeid, die een
zegen kon zijn, tot een vloek. Of worden
niet in onze dagen op sommige fabrieken
de arbeiders voortgejaagd, tot ze in elkaar
zakken om ze dan zonder mededoogen te
vervangen door anderen 1 Yoor hen is
eiken dag waarde een z'n dood i3 den
ander zjjn brood.
Bjj een Duitsch fabrikant was de ge
dachte aan het feit, dat zjjn arbeiders
menschen waren al zóo verre verdreven,
dat hjj sprak van zooveel honderd handen,
die op zjjn fabriek werkzaam waren.
Ook buiten de kringen der arbeiders,
ziet men overal die zenuwachtige gejaagd
heid. De badplaatsen en herstellingoorden,
worden jaar in jaar uit drukker bezocht,
voor een groot deel, omdat de mode het
vordert, maar ook, omdat dehedendaag-
sche gejaagdheid en zenuwachtigheid haar
I slachtoffers er henen drijft, die zonder
I een tjjd van absolute rust niet verder
zouden kunnen. Het eindresultaat van
I al dat jagen en van die toenemende on-
J rust is dan ook, dat de gestichten voor
zenuwlijders en krankzinnigen aan de
overgroote aanvrage voor plaatsing niet
meer kunnen voldoen.
Hoe zullen wy [ontkomen aan zóo groot
een kwaad 1
Het helpt ons heden niet, of we al
redeneeren over het feit, dat onze maat
schappij doodziek is, en dat, als de kwalen
die haar teisteren, overwonnen zjjn, van
zelf weer het rustige, blijde leven voor
dezen wedloop in de plaats zal treden,
d.i. een leven van niet bezorgd zjjn voor
den dag van morgen.
Niets ter wereld is er, dat meer bevre
diging, zuiverder genoegen ons schenkt
dan de arbeid. Hij is bjj moet het
althans zjjn een onweerstaanbare drang
in on9, die de ware rust en een kalm
geluk ons schenkt. Maar wjj moeten oor
deelkundig ons werk verrichten.
Houdt in de eerste plaats uw Zondag
vrjj en laat allen nachtarbeid na. De
veerkracht van het leven is in een gere-
gelden arbeid gelegen.
Want zeer onverstandig is het, te
arbeiden zonder behoorlijke rusttijden.
Heeft men door een wijle rust, zjjn lichaam
weer tot het werk gestaald, dan ook
moet men zonder uitstel aau den arbeid
gaau en niet, zooals sommigen, wachten
op lust of stemming. Wie onmiddellijk
de hand aan den ploeg slaat, zal ervaren,
dat onder den arbeid zelf het werk het
best begint te vlotten. Het is daarmede
als met het 's morgens opstaan. Dat is
voor zoovelen een ozoo zware taak.
Wie er zich echter aan gewent, by het eer
ste roepen of hetafloopen van de wekker-
klok omiddellijk uit het bed te springen,
heeft die dageljjks wederkeerende pijniging
overwonnen.
Wie en 't is ieders recht nog
tjjd vóór genot, voor ontspanning wil
hebben, moet een verstandig gebruik van
zjjn tjjd maken door de zoogenaamde
snipperuurtjes wel te besteden. Er zjjn
menschen, die nooit aan een of ander
werk kunnen beginnen, zonder dat ze
een onafzienbaar groote tijdruimte voor
zich hebben. In dubbel opzicht is dit
dwaas, omdat juist die verloren kwar
tiertjes zoo uitstekend van pas komen
voor de voorbereidende werkzaamheden,
terwijl ter andere zjjde al te groote tijd
voor zeker werk oorzaak is, dat de be
langstelling door de vermoeidheid en het
eentonige van den arbeid gaat verflau
wen. Het is om die reden dan ook, dat
we bjj ons werk voor afwisseling moeten
zorgen. Afwisseling is even weldadig als
rust.
Doe voorts wat ge doeu moet, dadeljjk
goed. Want in o! zooveel gevallen is het
halve werk oorzaak, dat men het nader
hand in zjjn geheel moet overdoen. Uren
worden soms verknoeid, doordat men
nalatig was in het ordeljjk opschrijven
van een en ander en men later zich
tienmaal meer moeite moest geven om
te weten te komen wat men verzuimde
te rechter tjjd te noteeren. Zoo is slor
digheid een bron van een massa onnoo-
digen arbeid. Er zyn menschen, die uren
vaak kwjjt zijn met zoeken naar dingen,
die ze gedachteloos ergens neerlegden, of
waarvoor ze de moeite ontzagen om ze
op hun juiste plaats te bergen.
Laat on9 voorts al het nuttelooze en
overbodige uit ons leven verbannen.
Het vereenigingsleven is nuttig en
noodig. Wie zal dat in onzen tjjd durven
ontkennen Maar de overdrijving schaadt
en zoover is het ook hiermede al weer
gekomen, dat hij, die een goed vereeni-
gingsmensch, is, onmogelijk een gezellig
echtgenoot of een goed huisvader wezen
kan.
Tydroovend zijn ook de telkens weder
keerende feestjes. Er zjjn families waar
men bjj eiken jaardag een avondfuif
geeft, tot zelfs voor de zuigeling in de
wieg. Bij een groote familie wordt dit
meer dan een drukkende last. .Niet, dat
ik de huiselijke feestjes uit het leven wil
verbannenhet tegendeel is waar. Maar
tegen de schromelijke overdrijving, het
vervelende opvoeren van die dingen
wensch ik te waarschuwen.
Behoef ik nog veel te zeggen van de
afschuwelijke gewoonte van visites ma
ken, waar dit slechts een ei9ch is der
conventie, die zoo menig bezoek maakt
tot een bezoeking; waar de visite niet
wordt gebracht uit behoefte, om door
persoonlijken omgang en werkelyke
vriendschap onzen geest te verhelderen
en door eenige oogenblikken van gezellig
samenzijn ons krachtiger te maken voor
den levensstrijd 1
En zoo zou ik op nog tal van dingen
kunnen wjjzen, die men in onzen tjjd
naloopt en die toch heusch niets anders dan
een treurige tijdverspilling zjjn.
In onzen drukken tijd zijn er nog tal
van menschen, die zich over den weinigen
tijd beklagen, maar tjjd te over hebben
voor allerlei liefhebberjj-dingen. Zich zei
ven wijsmakend, dat het nuttig voor hun
zaak is, doet de eerzucht hen jagen naar
een plaatsje aan een Bestuurstafel, tot
zjj, na korten tjjd in tal van comité's
zittend, geen tijd meer hebben om eigen
zaken behoorlijk na te loopen, wat maar
al te vaak allertreurigste gevolgen voor
hun gezin heeft.
Wie zyn akker bebouwt, zal brood in
overvloed hebben; doch wie zich met noo-
delooze zaken bezighoudt, is een dwaas.
Zie, als we in het midden van onzen
arbeid het werk laten rusten om eens
even te zien naar degenen, die met ronde
dans en feestzang zich vermaken, zullen wjj
straks eindigen met mee te gaan spelen.
Als ge te midden van uw arbeid den
ploeg even laat staan om te luisteren
naar eene die u liet is en zich over uw
velen arbeid bezorgd maakt, zacht u noo-
dend toch een wijle rust te nemen aan
haar zijde, dan kan het wel niet anders
of na eenige oogenblikken daar ligt
de ploeg.
Neen, we moeten ploegen met vaste
hand en vasten gang, het oog steeds {op
de voren gericht en niet luisteren naar
de lokkende dingen om ons heen. Dan
alleen zullen wjj het geluk deelachtig
worden, dat aan den arbeid van hoofd
en hand verbonden is en zullen wjj den
zegen verstaan van het in waarheid niet
veel tjjd hebben.
Het menschelijk welzijn bestaat voor
hat grootste deel uit geregelden, voort-
durenden arbeid, welke het gemoed opge
ruimd en bljjde stemt. De mislukking
van zoovele menschenlevens moet worden
toegeschreven aan het feit, dat de meusch
te weinig of een hem niet-passenden ar
beid heeft. Drukke, ons bevredigende
arbeid staalt en sterkt ons. Doch dan
ook arbeiden om den arbeid zelf en niet
om een zoo spoedig en groot mogeljjk
resultaat. Dit is de Moloch van onzen
tjjd, die zyn slachtoffers bjj duizenden en
tienduizenden maakt, geestelyk zoowel
als lichamelyk.
Diep respect heb ik voor allen, die niet