Zaterdag 18 November 1911. Ziet advertentie van ROB. LEVY's MODE-MAGAZIJNEN op de vierde pagina. weet Hiel hoe smakelijk en gezonü hrooö kan zijn, voor men geregeld heen gehmiki liet brood van No. 8032. 61e Jaargang. MUERSING's MACHINALE FABRIEKEN VAN GEBAK. Feuilleton. MARY. Uitgave vail do Naamloozo Vennootschap „I)e Amersfoortschc Courant, voorheen flrnia A. H. van Clceff". HOOFDREDACTEUR: F. J. frsjderiks. AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdagen Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden franco per post f 4.15. Advertentiën 1—6 rogels 60 cent; elke regel meer 10cent. Hij regel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvrtag kosteloos. Legale, oflicieële- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent. Reolames 1—5 regels f 1.25. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseer kosten in rekening gebracht. BUREAU: SORTSQRAOHT 9. Postbus 9. Telefoon 19 Bij dit nummer behoort een hijvoegsel. KENNISGEVING. SCHIETOEFENINGEN, De Burgemeester van Amersfoort brengt ter kennis van belanghoboenden, dat op 20 November a.s. en voor zoo voel noodig volgende dagen oefeningen met geschut worden gehouden van nf de Meent ondor Blaricuin, van af den Oosldijk nabij Naarden en van al' den vestingwal van Naarden. Op de dagen, dat gevuurd wordt, zulle rooden vlaggen waaien op den Zuiderzoadijk, aan het einde van de Gooijergracht en bij den Maatweg, nabij Ouil-Valkoveen en op het werk Ronduit, terwijl het stoomvaartuig „Pampus" gelegen zal zijn 5000 M. Noordwaarts van de monding van de Eem, of 5000 M. Noordwaarts van Oud-Val keveen, welk vaartuig desgewenscht hulp zal verleenen om schepen uit den onveilige» sector te verwijderen. Bij het schieten van af de Meent onder Blari- cuin moet als onveilig worden beschouwd het gedeelte zee, gelegen tusschen de Eommonding, een punt ongeveer 5000 M. Noordwaarts daar van en de hooger genoemde vlag aan de Zuider zeedijk bij den Maatweg bij het schieten van af den Oostdijk het gedeelte zee tii9sohen Mui- derberg, een punt ongeveer 5000 M. Noordwaarts van de roode vlag bij Oud-Valkoveen en deze ving. Amersfoort, 10 November 1911. Do Burgemeester, voornoemd, VVUIJT1ERS. Schijn en wozen. Hjj had al sinds jaren zitten vlassen op dit oogenblik, het zalige en heerlijke, waarop hjj gansch en al eigen hoer-eiwneester zou zjjn ontslageu van den eentonigen, drukkenden, dagelijk- schen tredgangvrij als eeu vogel in de lucht, om te doen inet z'n dagen, z'n uren, wat hij maar verkoos. Als-sie in de krant las van gelukkige menscheu, die, terwijl anderen aan hun kantoorkruk gebonden zjjn of moeten zwoegen eu ploeteren om den brooJe, kunnen genieten van allerlei mooie, ver kwikkende dingen 's zomers van strand- of berglucht, 's winters van allergezel ligste „matinée's" e. d. dan zuchtte hjj vaak en pruttelde over de onbillijk heid waarmee toch de een Zondagskind er. de ander tot eeuwig-wurmend .loon slaaf' wordt gemaakt.... Dan voelde hjj minachting voor z'n veertieu dagen jaarljjksche vacantie, nèt-precies lang- genoeg om te gaan verlangen naar zoou leventje van een Schot-in-Frankrjjk, ter- wjjl, dan, als je er aan begint te wennen, het .klokje van gehoorzaamheid' gaat luideu Jaren-lang had hjj, zoo by tusschen- poozen, geir ipperd en geprutteld. Tot zjjn geduld te langen leste werd beloond. De wetteljjke termjjn was reeds achter den rugeu op een gooien middag duidde z'n chef op zeer ondubbelzinnige wjjze aan, dat men een eventueel verzoek om eervol ontslag, met aanspraak op pensioen, zou accepteeren onder harte lijke dankbetuiging voor de bewezen diensten. Hij maakte respect ueuse buiging, onder wierp zich eu schreef het request. Maar tevergeefs wachtte liij op de outstuimigo blijdschap, die hem nu moest beheerschen lljj trachtte zichzelven wjjs tc maken, dat het prettige leventje nu dan toch zon aanbreken. Toen hjj voor het laatst vertrok uit de muffe kamer, waar de oude, wrakke lessenaar stond, die hem tientallen jaren had gediend, voelde hjj zicli nameloos, mateloos smarteljjk gestemd, lljj hun kerde terug naar den arbeid, voelde zich als een nutteloos, afgedankt meubel. De dagen en zelfs de uren leken hom einde loos lang eu vervelend. De prikkel van den arbeid was hem ontvallen. De onbe lemmerde vrijheid had geen bekoring meer voor den op-stal-gezette. En 't gebeurde meuigmaul, dat hjj op 'n Zondagmiddag, als do bureaux leeg waren, ontvolkt, onder een of ander voor wendsel z'n oude plekje aan de schrjjf- tafel weer opzocht en dan met schrjjnen- den weemoed zat te denken aan den heerljjken t jjd, toen men hem nog noodig had. Op een afstand, in vër perspectief ge zien, had het zonder bindende dagtaak zjjn hein begeerljjk toegeschenen: Nil, terwjjl 't binnen z'n bereik was gekomen nu de illusie verwezenlijkt was, tot reöele waarheid geworden, vroeg hjj zich at, waaróm hjj die toekomst begeerd had. l'ii hiiezeer hjj zich ook trachtte te verzoenen met de nieuwe situatie, 't lukte hem nooit! Als we nog zjjn in de periode van onbezorgde jeugd, dan koesteren we zonder uitzondering vooral dit gróóte ideaal: volwassen te worden genoemd, inenschen met eigen verantwoordelijkheid, meester van onze daden, die slechts rekening hebben af te leggen tegenover eigen geweten. Die drang is gelukkig symptoon van In onzo moderne ovens, met doordringender hitte, wordt ons brood meer doorgebakken, tengevolge waarvan bet zijn moelijk verteerbare kleverigheid geheel verbeet, waardoor het bezwaar legen versch brood is opgeheven en ons brood tevens heerlijk croqunnte korsten heeft. Men lette vooral op den nootzoeten smank van onB brood. een gevolg onzer uitgezochte prima- grendstofl'en en onzer bereiding volgens een verbeterd systeem, hetwoik berust op een groot uanlal systematisch door ons verrichte vergelijkende proefnemingen. Door doze bereiding wordt het zetmeel grootendeels omgezet in veel gemakkelijker vorteerbaurder bostnnddeelen, waardoor de opname in hol bloed vulledig»r is, en vooral voor hen die een moeilijke sptysvorlcring hebben, eeu heilzaam voedingsmiddel is, daar dit brood, als ware het reeds gedeeltelijk verteert, vóór Int de maag heeft bereikt. Telkens in Februari wordt het 10 pCt. dividend van hut voor ons brood beschuit, koek, in het vorige kalenderjaar betaalde bedrag, uitgekeerd. Bedragen tot ongeveer f 50.— werden a'.s dividend per gezin door ons uitgekeerd. „Wat, een feestdiner daarvoor?" vroeg de kolonel. „Het is altijd de gewoonte geweest wanneer een der onzen jarig is", antwoordde zijn adju dant. „Dat is iets andersde andere heeren zijn al langer bij het regiment; die eeuwige feest diners haat ik en bovendien vandaag eet mijn zoon bij ons". Dat laatste wa9 de waarheid althans de kolonel had van zijn dames het strenge bevel, Fritz, zoodra hij hem zag, uit te noodigen op dat hij niet een andere al'sprnak zou maken. Tot nu toe had hij Fritz daarvan nog niets gezegd; dat was nog altijd tijd genoeg. „Dat is iets anders", zeide de adjudant. De kolonel luisterde nauwelijks naar hetgeen zijn adjudant zeide. Altijd weer keek hij naar de vijfde compagnie, want daar was weer iets niet in den haak. En plotseling stond hij weer voor zijn zoon „Luitenant, ik vermoord u, als u niet rechtuit Het paard van den commandant wist zelfs niet hoe het zóo vlug bij den armen Fritz was ge komen, maar het stond plotseling voor den ge- plaagden officier, die van schrik in eens was blijven stilstaan. De kolonel moest wel inzien, dat hij zich in zijn opwelling van buosheid te ver had laten voeren, want even plotseling als hij was ge komen, was hij weer verdwenen en zijn paar l kreeg oen gevoel alsof het op zijn ouden dug nog een renpaard motst wordenwant vóór hot goed wist wat er gebeurde, werd het alweer een anderen kunt uit gestuurd. En hot moest dan weg naar Fritz nog meermalen afleggen, want ieder oogenblik had de kolonel een of andere aanmerking op hem Ie maken, niet omdat hij zooveel slechter exerceerde dan du anderen, maar de kolonel verlangde van hem, die op zijn eigen verzoek in dit regiment was overgeplaats, dat hij zijn zaken beter zou doen dan wie ook. Niemand was blijder dan Fritz toen eindolijk naar huis werd gegaan. „Voor vandaag is het Goddank voorb'j," dacht hij, „maar morgen hebben we weer var 't zelfde laken een pak." Niet in opgewekte stemming marcheerde hij in de colonne mee; hij wis onaangenaamheden in dienst gewend maar dat iemand togen hem zeide: „Luitenant, ik vermoord u" dat ging toch inderdaad te ver. „Natuurlijk laat ik me dat niet welgevallen; ik dien een klacht in; bij zóo iets houden allo familiebetrekkingen op; ik zal mijn zoogenanni- den vader eens toonen, hoover hij gaan kan. Ik dien eon klacht in en wanneer hij zijn woorden niet terugneemt, dun ga ik ermee tot aan de treden van den troon." Ilij redeneerde zichzelf boos en heel verbaasd keek hij op, toen plo'seling „geef acht" gecom mandeerd werd en do muziek begon te spelen. Ilij was met zijn gedachten zóóver woggewoest, dat hij niet op den weg had gelet. Op het kazerneplein wachtte hem een nieuwe verrusBing. I)e kolonel verzamelde nog eonmanl al zijn officieren om zich heen en vermaande hen, naar hun beste krachten in allo oplichten zoo volkomen mogelijk hun plicht te doen, hem ieder in zijn eigen kring te steunen en gedurende den dienst uun niets anders dan daaraan te donken. H'j noemde weliswaar don naam van Fritz niet, maar iedereen begreep volkomen, dat zijn heelo toespraak slechts togen dezen gericht ivns. Dat bewezen ook de blikken, die de kame raden inet elkaar wisselden. Fritz stond op heete kolen en hij herademde toen eindelijk het verlossende woord: „llc dank tl" werd gesproken. Allen haastten zich om te gaanmaar de stem van den kolonel hield hom terug „O zoo." dacht Frits, „nu krijg ik in privc nog een kleine herhaling." Maar liet geschiedde anders. In plants van verder to razen, reikte de kolo nel hem van het paard af de hand. „Er is tot nu toe nog geen gelegenheid ge weest, ju mot je verjaardag te felieit-eren ik don dat bij deze." Fritz stond in struin militaire houding. „Dank u zeer, kolonel". Die keek verbaasd op. „Wat moot dat beloekenen Eu lachend voegde hij er aan toe „Doe toch geen dwaas heden, Fritz. In dienst lien ik je kolonelhuilen dienst je vader. Wanneer ik jo vanmorgen wat hard heb moeten aanpakken, dan doet ook mij zelf dat leed maar liet was jo eigen schuld. Daar mee is dat evenwol ook uit. Overigens, vóór ik het vergeet, we vragen je hedenmiddag otn twee uur bij ons aan tafel." „Ik dank u zeer kolonel; maar ik heb mijn woord al gegeven". Dat was wol niet waar, maar Fritz voelde zich niet in staat, deze uitnoodiging aan te nemen. Do kolonel word nu in ernst boos. „In do eorste plaats herhaal ik, dat ik niet als kolonel, maar nis je zoogenaamde vader tot je spreek. Als kolonel beveel ik je thans, net meer in do houding te blijven staan en mij niet meor kolonel te noemen", „Tot uw orders, kolonel", klonk het terug, torwjjl Fritz eon gemakkelijker houding aan - nam. „En wil je vandaag niet bij ons eten Mag ik vragen waarom niet Want, dat je je woord hebt gegeven, is natuurlijk niet waar". Fritz trok de schouders op, „Dat is ook lieelemnal een zaak van geringe beloekenis; maar aangezien u mij als uw zoon beschouwt, lean ik u wel in vertrouwen zeggen, dat ik niet gewend ben, mij voor het front van den troep daarmee te laten dreigen, dat ik dood geslagen word". „Heb ik dat gezegd"? vroeg de kolonel heol verbaasd. „Je weet, hoe heftig ik in dienst hen dan ontsnapt mij wel eens eon woord, waarvan ik do beteskenis op dat oogenblik niet volkom en voel. Natuurlijk noem ik bij deze dat woord terug". „Dat is mij niet voldoende", antwoordde Fritz Inkoniek. „liet dreigement is gezegd yoor den geheelen troep en moet dus ook daar worden teruggenomen". De kolonel zag hem met groote oogen aan. „Je bent gek". „Dut zullen we eens zien", zeide .Fritz. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1911 | | pagina 1