Zaterdag 9 December 1911. No. 8041. 61e Jaargang. KOSTELOOS. Stadsnieuws. Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen firma A. H, van Cleeff". F. HOOFDREDACTEUR: J. raiDiRisa AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag- Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\. franco per post 1.15. Advertentiën 16 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Bij regel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent. Reolames 1—5 regels f 1.25. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. ZORTSQB^CST 9. Postbus 9. Telefoon 19 Bij dit nummer behoort eon BIJ VOEGSEL. en been, dat alles hun zoo tegenloopt, en dat ze in al hun wenschen worden teleur- Wie zich met ingang van 1 Januari doet in schrijven als abound, ontvangt de tot dien datum verschijnende nummers Ontevredenheid. Och ja 't is natuurlijk weer mis't loopt ons al weer tegenmaar we zijn al lang daaraan gewend klaagt de een, op bitteren toon. 't Zou ook wel een wonder wezen, als dat hem niet was gelukt; met mij is 't heel wat anders zucht eeu auder met doffen blik. En terwijl die raenschen zoo zitten te klagen en zuchten, verdrijven ze dun lach van anderer gelaat en de vreugde uit anderer hart, en bederven en ver gallen ze de stemming van ieder, die met hen in aanraking komt. Loopt veel hun dan ook niet tegen 1 Hebben ze 't dan ook altijd zoo prettig? Neen, zeker niet Maar wat vergeten die eeuwige prut telaars, brompotten, tobbers? Ten eerste: dat veel hun is meegeloo- pen, waarop ze in de verste verte niet gerekend hadden, maar waaraan ze op dit oogenblik eenvoudig niet denkendat ze ontzaglijk veel goeds eu aangenaams genieten, wat andereu moeten derven. En verstout ge u, er hen op te wijzeu, dan verbaast het u, hoe handig ze die verrassingen en dat genot weer weten ora te zetten in stot voor nieuwe klach ten en nieuwe verzuchtingen, of hoeveel ze weten af te dingen op het leed en de ontberingen van die anderen, of ook, als zo dit niet doen knnnen, zullen ze u antwoorden, dat de heele wereld een ellendige wereld is. Maar vervolgensdat veel hun is tegcngeloopen, dat ze veel verdriet had den, is zeker waar; maar ze vergeten, dat het meeste verdriet te wijten was aan eigeu, schuld, aan eigen dwaasheid, aan eigen koppigheid, aan eigen licht zinnigheid. En dat is veel meer het ge val, dan men wel denkt. En wil men dat erkennen, dat is 't het best om dat weer eens na te gaan in het leven van anderen. Want om 't van ons zei ven te bekennen daartoe ziju we dikwijls te laf, te verwaand, te hoogmoedig, te blind, te zeer ingenomen met onszei ven. Waarom verbaast A. zich toch zoo, dat hij de betrekking van duizend gul den in 't jaar uiet kreeg, terwijl hij toch heel goed weet, dat hij te dom is om vyt- honderd te verdienen? Waarom meende 13., dat zij 't met die „ongemakkelijke1' mevrouw wel zou „klaarspelen", terwijl zij zelve zoo onge makkelijk is van humeur Waarom meende C., dat hij allergeluk- kigt zou zijn in zijn huwelijk, terwyl hij op de lichtzinnigste wijze van de wereld een band aanknoopte, die duizendmaal gemakkelijker gelegd dan ontbonden kon worden En die zelfde menschen klagen steen Eu zóo koestert men wenschen, ver wachtingen, begeerten, die dikwyls allen grond missen, die, wanneer ze soms een enkele maal worden vervuld en bevredigd, onwillekeurig ons het woord doen ont vallen „de gekken trekken toch maar altyd de kaart". Kunnen we de ongelukkigen, die eigen en anderer leven bederven door hun kla gen en zuchten, dat ellendig getob niet afleeren, kunnen wy hun niet leeren, dat zij er tenminste voor zorgen, dat ze ons niet ellendig maken. 'tGaat niet gemakkelijk; ik weet het welMaar vergeten we nooit, dat tevre denheid het heerlijkste goed is, dat men zich veroveren kanmaar nooit zonder de grootste moeite en opoffering, gelijk alles wat heerlijk is. En dat 't toch vrjj wat beter is, met moed te dragen hetgeen gedragen, en met dankbaarheid te genie ten hetgeen genoten mag worden, en met blymoedigen blik en opgeruimden zin te werken en te leven, dan immer en altjjd te klagen en te jammeren, eu zóo de aarde te maken tot een hel. Dkt te leeren inzien, en daarnaar te handelen, is nog altjjd, naar ik meen, de wéllevenskunst. De loting afgeschaft? Wel zeer belangwekkend is de opmerking, welke de heer A. E. Dudok van Heel maakt in het jongste nummer van «Allen Weer baar", het orgaan van Volksweerbaarheid. Hij toont aan waarom hij meent, dat de loting feitelijk is afgeschaft door de nieuwe Militiewet. «Zeker, officieel bestaat de loting nog'', zegt hij, «en het ware zeker verkieslijker geweest, wanneer die verkeerde instelling ruiterlijk voor altijd de deur gewezen ware" maar feitelijk is dit dan toch het geval. De zaak is deze. Jaarlijks vallen er circa 53 000 jonge mannen in de termen om, wat hun leeft'jd betreft, bij het leger te worden ingelijfd. Volgeos de nu vervallen Militiewet moesten van deze circa 53000 man er 17 SOOdieneD, welke, zooals bekend, door loliog werden aangewezen. Vervolgens werden deze 17 000 man gekeurd en voor diegeneD, die wegens lichaamsgebreken, enz., afvielen, kwamen dan andere in de plaats; al de overigen waren vrij van dienst, onverschillig of zjj sterk en gezond waren of niet. De keuring geschiedde met zachte hand, ten gevolge waarvan steeds een niet onaanzienlijk deel der manschappen, vooral by de iofanterie, eigen lijk niet in staat was de oefeningen goed mede te maken en een belemmering vormde voor een geregelde opleiding van het geheel. Volgens de nieuwe Militiewet zullen nu, om te beginnen, de zoogenaamde kostwinners in vredestijd vrij van dienst zijn (zooals be kend, moesten zij tot dusverre wel dienen, wanneer zij in de loting vielen, maar ont vingen dan een geldelijke tegemoetkoming voor hun gezin, waarvan zij de kostwinners waren, een systeem, waarbij misbruik veel vuldig voorkwam). Deze gemiddeld genomen ruim 5000 man moeten dus nu allereerst van de 53 000 man worden afgetrokken. Verder is er een amendement van generaal Eland aangenomen, dat in beginsel zeker een hoogst verkeerd beginsel buldigd, maar met het oog op de afschaffing der loting te pas komt. Dit amendement beoogt, van de zoons uit een gezin slechts de kleinste helft te laten dienen, in plaats van de grootere helft, zooals tot heden het geval was. Hierdoor komen jaarlijks, volgens opgave van den Minister, ongeveer 3000 man vry van dienst, die dus ook van de 53 000 man moeten worden afgetrokken. Ten slotte moeten nog worden afgelrokken ongeveer 1000 man, die reeds in dienst zijn bij het beroepskader, de cadetten en het reservekader, zij, die opgeleid worden voor een geestelijk ambt en die, volgens de wet, van den dienst verstoken zyu (gevangenen en zij, ;die een onfeerend vonnis hebben ondergaan). Na aftrek van deze verschillende vrijstel lingen blijven er dus circa 44 000 man over. Deze moeten nu volgens de nieuwe wet eerst allen gekeurd worden, hetgeen een mooie stap is in de goede richting, vooral nu het voornemen bestaat, aan de keuring hooge eischen te stellen, dus scherper te keuren, waardoor de kans bestaat, dat voortaan slechts sterke en kerngezonde mannen in dienst komen. Er is voldoende keus en de keuringscommissies mogen zich voortaan wel van den ernstigen plicht bewust zijn, die op hen rust tegenover bet land om zorgvuldiger toe te zien. De Minister rekent, dat er op deze wijze gemiddeld van de 44 000 man circa 21 00G man zullen worden afgekeurd, zoodat er dus voor den dienst circa 23 000 overblijven. Volgens de nieuwe wet moeten deze nu loten maar aangezien bet jaarlijkscb contingent thans, zooals bekend, juist óok 23 000 man zal bedragen, kan er wel geloot wordeo, maar van vrijloten is er geen sprake meer, behoudens misschien voor enkelen, zoodat het loteu geen zin meer heeft. Die nu goed gekeurd wordt, weet dus, dat hij dienen moet en de verderflijke hoop op vrijloting, die het weerplichtsbesef zoo ondermijnt, vervalt daarmede. Dat is een feit van betee- kenis, waarvan de gevolgen slechts gunstig voor onze volkskracht kunnen zyu". Een wetsontwerp tot verlaging van de Personeele belasting voor logementhouders zal eerstdaags worden ingediend. De Minister beeft eenigeu tijd geleden een maatregel ge troffen, krachtens welken bij de bepaling dei- huurwaarde van koffiehuizen, enz., het vergun ningsrecht voor het vervolg buiten aanmer king zal worden gelateo. De correspondente voor Amersfoort van den Bond van hardhoorendon deelt in het maandblad van dien Bond mee, dat zij, ge volg gevend aan het verzoek van dr. J. Tb. Mouton, de bewaarscholen hier ter stede bezocht. Merkwaardig is mijn ervaring, schrijft zij, namelijk dat .op de school voor de meest gegoede kindereo bijna lien pCt.slechthoo- renden werden opgegeven, op een andere school, met grooter aaLtal kinderen in de klassen, 2 a 3 pCt. en in de school met het grootst aantal kinderen (70 in éen klasse,) op heel de school van 3 klassen slechts éen kind bekend was, dat slecht hoorde en stom was. Zij zal ook de andere voorbereidende scho len bezoeken en daarna baar bevindingen meedeelen. Ongetwijfeld verricht zij daarmee een zeer goed werk. Mejuffrouw A. Baas Becking en de hoeren W. ivtbuizen en G. J. Bossenbroek slaagden bij he. examen Boekhouden voor de practijk, uitgeschreven door de Vereeniging van leer aren in het Boekhouden. Mejuffrouw R. Stolberg, thans onderwijze res te Stroe, is in gelyke betrekking benoemd aan een openbare school te Wageningen. Tot dusver zijn er 17 sollicitanten voorde betrekking van Directeur dar Gemeentelijke Hoogere Burgerschool, hier. In Januari zal weder gelegenheid wordan gegeven tot bet afleggen van het toelatings examen tot den cursus ter opleiding van onderwijzers in het practiscb hoefbeslag, welke zal worden geveven aan 's Rijks- veeartsenijschool te Utrecht. Aanmelding vóór 20 Januari bfj den Directeur dier instelling, met eigenhandig geschreven brief. De candidaten moeten ten minste 23 jaar zyn. De heer H. J. Lettink, thans hoofdcom mies der posterijen te Rotterdam, is bevor derd tot adjunct-directeur bij dat dienstvak. Het algemeen depot van disciplinete Vlis- singen wordt 1 Januari opgeheven. Militaire fourageioagazijnen zijn, bij wyze van proef, opgericht te Arnhem, Deventer, Ede en Haarlem. De hoofd-intendant, alsmede de betrokken divisie-intendanten zijn belast met den aan- kooo van fouragezij kunnen daarbij ge bruik maken van de hulp van commissionnairs. Bij het 5e regiment infanterie zijn benoemd tot militie 2e luitenant de vaandrig M. J. F. baron Van Boecop; tot reserve 2e luitenants de vaaridrigs W. A. van Dalfsen en H.Thijs allen van het korps. Bij het le regiment veld-artillerie zijn be noemd tot reserve 2e luitenant de kornets A. J. van Rossum, R. I. M. Meltzer, W. J. H. graaf Van Limburg Stirum, J. B. Looman en G. P. van Dam, allen van het korps. Aangezien bij de korpsen verschil van op vatting bestaat omtrent het tijdstip waarop militieplichtigen een verbiDteois kunnen aan gaan als adspirant-militie-oiïïcier is door den Minister van Oorlog onder de aandacht ge bracht, dat ook jongelieden in het jaar van loting reeds een verbintenis kunnen aangaan als adspirant-miltiic-officier, in welk geval zij op 1 October van dat zelfae jaar ter op leiding worden gezonden naar de Militaire scboolcompagnie te Amersfoort. De heeren Jöska Szigeti en M. Kerrebijn kunnen tevreden zijn èn over de vol-bezette zaal èn de ontvangst, hen door het Amers foortsche publiek bereid, en het Amersfoort sche publiek kan dankbaar zijn aan de hee ren Szigeti en Kerrebijn, die het een waarlyk genotvollen kunstavond hebben verschaft. Welk een groot genot was het, deze twee nog je ïgdige artisten te hooren Wat belooft dit een schitterend leven Als de wereld nog meer den stempel zal hebben gediukt van wel en wee op de hoofden dezer artisten, als hun kunst nog rijper, nog meer doorvoeld zal ziju geworden dan zal ook hun spel hier en daar nog volmaakter zyn, hun voelen inten ser; hun kunnen is reeds de hoogste trap der volmaaktheid naby. Welk een techniek by zulke jonge men schenWelk een heerlijk samenspel De piano-3olo gaf een blik op het mees terschap van kunnen van Kerrebijn. Vooral het allegro maestoso, het scherzo en de finale uit de f-moll-sonate ran Brahms wa ren verrukkelijk. De Chaconne van Bach gaf te hooren wat zeldzame aanleg, gepaard aan studie en nog eens studie vermag^ *.e geveD. De techniek van Szigetti heeft hierin wel haar hoogte punt bereikt. Het laatste nummer, de e-dur-suite van Goldmark, voor viool en piano, werd prachtig vertolkt en g8f den artisten gelegenheid de volmaaktheid van hun samenspel te doen bewonderen. Waren alle onderdeelen een genot om te hooren, het meest bekoorde ons het allegro, het allegro ma non troppo en het allegro moderato quasi allegretto, terwyl het presto een subliem slot was. Dat den artisten uitbundige byval ten deel viel, beboeft wel niet gezegd. Goed 10 uur was bet prachtige concert geëindigd. De Vereeniging tot uitdeeling van warme spijs aan behoefteen en de Vereeniging voor kindervoeding zullen Maandag 18 dezer hun liefdewerk her/atten. Wie nog spijskaartjes heeft, sta die af aan den heer N. G. van de Stadt, Zuidsingel 12.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1911 | | pagina 1