Zaterdag 24
Februari 1912.
No. 8073.
61e Jaargang.
Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van CleelT".
HOOFDREDACTEUR
F. J. FREDERIKS,
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden
franco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10cent. Bij regel-
abonnement reductie, wiarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigen.ngs-
advertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels f 1.25. Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
SOR7SGRAOBT 9.
Telefoon 10.
KENNISGEVINGEN.
LANDWEER.
DISTRICT No. 18.
Oproeping onder de wapenen tot het honden
van oefeningen in 1912.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT
maakt bekend, dat de in het Lsndweer-verlofgangers-regieter dezer Gemeente ingeschreven dienst
plichtigen der Landweer, behoorende tot de bieronder genoemde lichtingen en wapens, bij deze, voor den
tijd van zes dagen, krachten? artikel 11 der Landweerwet, 1912 tot het honden vau oefeningen onder de
wapenen worden geroepen, en dat zij sich daartoe moeten aanmelden op den dag, op het uur en op de
pleats in den hieronder vermelden Btiat aangegeven achter het wapen of het onderdeel van het wapen,
waartoe zij bohooren.
Lichtingen (jaren)
van de
Landweer.
Wapen
en
Onderdeel van het Wapen.
AANMELDING.
1907 en 1910.
1908 en 1911.
INFANTERIE.
VE8TI NO-A RTILLERI F».
12e Compagnie.
PONTONNIERS,
lste Compagnie.
2de Compagnie.
GENIETROEPEN,
lste, 2de, 8de en 4de Compagnie
(Tot deze Compagnieën be-
hooren zjj, die in het Leger
NIET geoefend sjjn bij een
der Telegraaf-Compagnieën).
ALS VOREN.
5e Compagnie.
(Tot deze Compagnie behooren
ALLE dienstplichtigen, die in
het Leger zijn geoefend bjj een
der Telegraaf-Compagnieën).
ALS VOREN.
1912.
C Mei.
Acht uur
voormiddags.
De verlof
gangers wor
den gelegerd
en geoefend
2 Sept.
16 Sept.
Vóór 12 uur
middag of zoo
spoedig moge
lijk daarna.
Oorinohem.
(aan te mel
den bij den
comman
dant van het
3e Regiment
vesting
artillerie).
Pontonniers-
kazerne te
Dordrecht.
De aanmel
ding moet I
geschieden I
bij den Kapi
tein. Com
mandant vac
de lste Coxnp
Landweer-
pontonniers. I
Legerplaats
bij Zeist.
De opgaroepen verlofgangers sullen zorg dragen,
dat zij, ieder op den voor zijn wapen of onderdeel
aangegeven dag, in uniform gekleed en voorzien van
de hun uitgereikte kleeding- en uitrustingstukken,
wapenen, voorwerpen van ledergoed, reglementen en
dienstvoorschriften en van hun zakboekje, sich aan
melden op den biervoren voor elk wapen of elk
onderdeel van een wapen en voor elke lichting aan
gegeven tijd en plaats. Het is weascheljjk, dat de
opgeroepenen zich op den laataten werkdag vóór
hun vertrek, des voormiddags tusBchen 10 en 12 uur,
ter Gemeente-secretarie aanmelden, voorzien van hun
zakboekje met daarin gehechten verlofpas, tot het
desgewenaebt in outvanget nemen van daggeld en
ten einde in het bezit te worden gesteld van de
noodige vervoerbewqzen ei psssagebiljetten, een en
ander voor zoover zij dsarop recht hebben, en tevens
om, zoo zij die gewenscht achten, inlichtingen aan
gaande de reis te bekomen. (Behalve vrij vervoer,
voor zoover de reis geschiedt binnen het Rijk, heeft
de verlofganger, die niet woont in de plaats van
opkomst of die zioh in zijne woonplaats moet aau-
melden om nog op den zelfden dag te worden ver
voerd naar de plaats, vcor legering of oefening aan
gewezen, voor aen dag van opkomst recht op een
daggeld van f 0.25, waarvan de uitbetaling, dcsge
wenscht, plaats heeft ter Gemeente-secretarie of an
ders na aankomst bij het korps.)
Degenen, die per spoor reizen, moeten zich ten
minste een half uur vóór het vertrek van den trein
aan het station aanmelden.
Ingeval ziekte de opkomst mocht verhinderen,
moet de verlofganger hiervan zo dra mogelijk doen
blijken door overlegging van eene gelegaliseerde
geneeskundige verklaring ter Gemeente-secretarie.
Betreft het verlofgangers, die zich buitenlands be
vinden, dan geldt in l^et bijzonder, dat het over te
leggen geneeskundig getuigschrift moet zijn eene
behoorlijke gelegaliseerde verklaring, afgegeven door
een ter verblijfplaats van den verlofganger tot uit
oefening van de genees- en heelkunde bevoegd ge
neeskundige, houdende, dat de in die verklaring
met naam en voornamen aan te duiden persóon
door hem ongeschikt wordt geoordeeld om werke-
lijken dienst te verrichten in het daarvoor bij deze
Utrecht.
(Genie
kazerne.)
20 Mei I
openbare kennisgeving aangewezen tijdvak.
De verlofganger van de Landweer, die niet voldoet
aan eene oproeping onder de wapenen of voor den
werkelijken dienst, wordt als deserteur behand >ld,
nadat tot zijne afvoering als deserteur door den
Minister van Oorlog de last is verstrekt.
De verlofganger, die zich niet tijdig op de aan
gegeven plaats van opkomst aanmeldt, maakt zich
strafschuldig.
Het niet-outvangen eener hoofdelijke oproeping
onthelt den verlofganger geenszins van zijne ver
plichting tot opkomst in werkeljjken dienst, daar
deze openbare kennisgeving eenig en alleen als
bewijs geldt, dat hij behoorlijk is opgeroepen.
Z odra de verlofganger in uniform is gekleed,
staat hij onder de krijgswetten.
Bepalingen nopens liet verblijf onder de
wapenen.
Aan de onder de wapenen komende verlofgan
gers kan, als gunst en voor zooveel de belangen
van den dienst zulks toelaten, worden vergund om
buiten de kazerne te overnachten, alsook onder ge
not van vergoeding voor levensmiddelen en van
brood in eigen voeding te voorzien. Zij die voor
genoomde gunst of gunsten in aanmerking wanachen
te komen, moeten uiterlijk vier weken vóór den
dag voor de opkomst bepaald een desbetreffend ver
zoek indienen.
Dit verzoek moet worden gericht
door verlofgangers, behoorende lot de Infanterie,
tot hunnen Lacdweerdiatritscommandant
door verlofgangers, behoorende tot de Vesting
artillerie, tot de Pontonniers of tot de Genietroepen,
onderscheidenlijk tot den Commandeerende-officier
der Vesting-artillerie ter plaatse, waar zij geoefend
zullen worden, tot den Commandant van het korps
pontonniers en tot den Commandant van het regi
ment Genietroepen, dan wal tot hunnen Landweer-
districtscommandant.
Door de Israëlietische verlofgangers, behoorende
tot de Pontonniers, die voor bet houden van oefe
ningen onder de wapenen worden geroepen op 16
September 1912, kan tijdig tot hunnen Landweer-
dietrictscommandanl het verzoek worden gericht om
tot het vervullen van bedoelde oefeningen onder
de wapenen te mogen komen eerst op 4 November
1912 op bet uur en de plaats, voor de opkomst op
16 September 1912 bepaald.
Door de Israëlietiscbo verlofgangers der lichting
1908 of van 1911, behoorende tot de 5e Compagnie
Genietroepen, die voor het houden van oefeningen
onder de wapenen worden geroepen op 20 Mei 1912,
kan tijdig tot hunnen Landweerdiatrictscommandant
het verzoek wordea gericht om tot bet vervullen
van bedoelde oefeningen onder de wapenen te mo
gen komen eerst op 7 October 1912 op het uur en
de plaats, voor de opkomst op 20 Mei 1912 bepaald.
L'oor de Israëlietiscbo verlofgangers, behoorende
tot de Veiling-Aitillerie, die voor het houden vau
oefeningeu onder de wapenen worden geroepen op
oenen datum, gelegen tusschen 9 September en 6
October 1212, kan tijdig tol hunnen Land-
weerdiatricts- ommandant het verzoek worden ge
richt om tot het vervullen van bedoelde oefeningen
onder de wapenen te mogen komen eerst op 7
October 1912 en wel wat betreft de verlofgangers
der 22ste en der 28ste Compapnie Vesting-Artillerie:
bij bet 2iie Regiment Vesting-Artillerie te Amster
dam wat de overige verlofgangers der overige Com
pagnieën Vesting-Artillerie belieft: bq het Regiment
Vesting-Artillerie, garnizoen houdende in de plaats,
welke voor hunne oefening is aangewezen. sDeze
verlofgangers moetan zich alsdan op 7 October 1912
vóór 8 uur v.m. of, wanneer zulks io verband met
den af te leggen afstand niet mogelijk if, zoo vroeg
tijdig mogelijk in de kazerne aanmelden.
Het verzoekschrift kan op ongezegeld papier ge
steld, doek moet gefrankeerd verzonden worden.
In het verzoekvchrilt voorts het adres van den ver
lofganger duidelijk en volledig te vermelden.
Vergoeding en ontheffing.
Den verlofgangers, die, op grond van kostwinner
schap, wenschen in aanmerking te komen hetsfl
voor ODtheffiag, hetzij voor out balling of, bij niet-
inwilliging van deie aanvrage, voor cooe geldelijke
vergoeding, wordt aangeraden hun daaitoe aan de
Koningin te richten verzoek binnen tien dagen na
de degteekeoiofc dezer kennisgeving in te leveren
ter Gemeente-secretarie. Dit verzoek kan op onge
zegeld papier worden geschreven. Wenacbt men
alleen voor eene geldelijke vergoediDg in aanmer
king te komen, dan kan bet ter Gemeente-secretarie
in te leveren verzoek aan den Minister van Oorlog
worden gedaan. Overigens wordt ten deze verwezen
naar de afzonderlijke publicatie betrekkelijk .kost
winners", en kunnen zoo noodig nadere inlichtingen
mondeling wordeu gevraagd ter Gemeente-secretarie,
eiken werkdag tusschen 10 en 12 uur voormiddags
Amersfoort, 21 Februari 1912.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJT1ER8.
LANDWEER.
Vergoeding en ontheffing roor kostwinners.
In verbami met bij de openbare kennisgeving gedane
oproeping onder de wapenen van laDdweerpiichtigen
voor de in dit jaar te houden oefeningen ingevolge
artikel 11 der Landweerwet, brengen Burgemeester
en Wethouders der Gemeente Amersfoort bij deze
ter openbare kennis de hieronder vermelde bepalin
gen nopens het toekennen van vergoeding aan de
achterblijvende familiebetrekkingen van dienstplich
tigen der Landweer en het verleenen van outbef-
ling van den werkeljjken dienst tot deelneming aan
vorenbedoelde oeleniogen.
Artikel 15bis der Landweerwet.
Indien blijkt, dat ten gevolge van bet verbljjf
onder de wapenen of in werkeljjken dienst van een
dienstplichtige bq de Landweer door het gezin,
waartoe deze behoort of waarin bq ia opgenomen,
of door den persoon of de personen, in wiens of in
wier levensonderhoud bij «oorsag of hielp voorzien
niet of niet voldoends in eigen onderhoud kan
worden voorzien, dau wordt aan dat gezin, aan dien
persoon of aan die personen, naar door Ons te
stellen regeleD, voor eiken dag, dien de dienstplich
tige onder de wnpenen of in werkeljjken dienst is,
op bun verzoek uit 'aRjjks kas eene vergoeding
toegekend van ten hoogste ëen gulden en vjjftig
cent, tenzjj san den dienstplichtige door Ons ont-
befling van den werkeljjken dienst wordt verleend.
De uitbetaling der vergoeding geschiedt naar voor
schriften van Onzen Minister van Oorlog.
Vergoeding, als in bet eerste lid bedoeld, wordt
niet toegekend voor den tjjd dien de dienstplichtig!
vrijwillig, krachtens artikel 13 onder de wapenen is.
l)e regelen, waarvan in vorenvermeld wetsartikel
sprake is, sjjn vmtgesteld bjj Landweer-Besluit III
en behelpen o.a. de navolgende bepalingen
Artikel 1. Het hoofd van het gezin, waartoe de
dienstplichtige bjj de Landweer behoort, of waarin
hjj is opgenomen, dan wel de persoon of de per
sonen, in wiens of in wier onderhoud de dienstplich
tige vóór zijne opkomst onder de wapenen of in
werkeljjken diens, voorzag ol hielp voorsien, sal of
sullen, om toekenning van vergoeding te kunnen
erlangen, daartoe het verzoek hebben te richten
tot onzen Minister van Oorlog.
Onze voornobmde Minister regelt de wjjse, waarop
zal worden onderzocht, of en in hoeverre er grond
bestaat het verzoek in gunstige overweging te nemen.
Artikel 2. Bljjkt uit bet ingestelde ouderzoek be
trekkelijk een verzoek om vergoeding, d»t er ter
men aanwezig ziju, d-n dienstplichtige ingevolge
artikel 15bis oer Lanweerwet in aanmerking te doen
komen om van den werkeljjken dienst te worden
ontheven, dan zal aan den dienstplichtige vanwege
Onzen Minister vau Oorlog worden kenbaar gemaakt,
dat bij sich tot Ons zal kunnen wenden met een
verzoek tot het erlangen van de biervoren bedoeld#
itheffing.
Artikel 8. De vergoeding mag nist te boven gaan
het bedrag aan inkomsten, dat ^loor het verbljjf
onder de wapenen of de vervulling van den werke
ljjken dienst van den dienstplichtigo wordtonttrok-
ken, betay aan het gezin waartoe deze behoort, of
waarin bij ie opgenomen, betzjj aan den persoon of
de personen, in wier onderhoud bjj voorzag of hielp
voorzien.
Bji het bepalen van het bedrag der vergoeding
wordt verder rekening gebonden met hetgeen de
dienstplichtige aan leven'onderhoud kostte, hetzij
aan bet gezin, hetzij dien persoon of aan die
peraonen, L geval de dienstplichtige met dat gesin,
dien persoon of die personen samenwoonde.
Artikel 4. Toekenning van vergoeding aan een
persoon of aan personen, met wieo of met wie de
stpiichtige niet tot bet zelfde gezin behoort, of
wiens of in wier gezin hq niet is opgenomen,
mag in den regel niet gevcbieden, indien deze per
soon of deze personen den dienstplichtige niet in
bloed- af aanverwantschap bestaan, of indien de
graad van blotd- of aauverwantschap een andere ie
dan die van eigen kind, stiefkind, vader, moeder,
stiefvader, stiefmoeder, bloeder, zuster, hall broeder,
halfzuster, grootvader, grootmoedor, behuwdvader,
behuwdmoeaer, bebuwdbroeder, behuwdzuster, be-
buwdstiefvader, be huw datief moeder, behuwdhalf-
bloeder, behuwdbatfsuiter, behuwdgroolvader of be-
b u wdgrootmoeder.
Van den regel, in het vorige lid gesteld, kan in
bijzondere gevallen, ter beoordeeling van Onzen
Minister vau Oorlog, worden afgewezen.
Artikel 5. Het bedrag der vergoeding wordt be
paald door Onzen Minitter van Oorlog.
der Gemeente van inwoning van den rechthebbende
of de rechthebbenden, tenzjj door Onzen Minister
van Oorlog andera wordt bepaald.
Artikel 7. Elk verzoek om vergoeding nioat zjje
onderteekend door hem, bzar of hen, die vermeent
of vermeenen daarvoor in aanmerking te komen.
Indien de hiervoren bedoelde peraoon of pertonsn
om bijzondere reden niet in staat zijn, of worden
geacht, om zelf over de vergoeding te beschikken
dan kan onderteekening van bet in het vorige lid
bedoelde verzoek plaats hebben door bem of haar,
aan wieo of aan wie in geval van toekenning van
vergoeding de uitbetaling geschieden zal.
De dienstpliobtige zal, zoo bjj daartoe niet buiten
staat is, moeten doen bljjken van ijjne instemming
met bet verzoek door mede-Onderteekening daarvan.
Ter uitvoering vsn vorenvermeld wetsartikel an
van vorenvermeld Land weer-Beiluit III zijn door den
Minister van Oorlog bjj da Landweer-Instructie III
de noodige voorschriften gegeven. Mede in verband
met deze voorschriften wordt de aandacht gevestigd
op onderstaande bepalingen
le. Verzoekschriften om ontheffing ook indien
daarbjj tegelijk vergoeding wordt gevraagd moeten
geadresseerd zjjn aan de Koningin verzoekschriften,
waarbij enkel vergoeding wo.dt gevraagd, aan den
Minister van Oorlog;
2e. Verzoekschriften enkel om vergoeding en die
hetzjj om vergoeding hetzjj ontheffing moeten wor
den onderteokend door hen, die de vergoeding
noodig hebben, en bovendien door den dienstplich
tige verzoekschriften enkel om ontbeffiog behoeven
alleen onderteekend te worden door den dienst
plichtige
8e. Alle verzoekschriften moeten worden inge
diend bjj Burgemeester en Wethouders der Gemeente
van inwoniugwonen belanghebbenden buitenslands,
alsdan bij Burgemeester eu Wethouders der Ge
meente, waar de dienstplichtige in het vei lofgangtri-
register voor de Landweer ia tngeschreveaBurge
meester en Wethoudera torgen voor de opzending
der verzoekschriften
4e. De indieuiog der verzoekschriften moet ge
schieden toodra mogelijk, in elk geval vóór den S
Maart 1912;
5e. De beeliaeing op elk verzoek wordt door den
Miniatu van Ooriog rechtstreeks ter kennis van
belanghebbenden gebracht; wordt vergoeding toe
gekend, dan wordt daarbjj teven* medegedeeld hel
toegekende bedrag;
6e. De dag en de wjjze van uitbetaling der toe
gekende vergoedingen sullen nader bjj openbare
kennisgeving worden bekend gemankt.
Burgemeeater en Wethouders voornoemd noodi-
Een mitsdien al en, die vermeenen aanspraak te
unnen maken op vergoeding of ontheffing, uit,
hunne daartoe strekkende verzoekschriften vóór
den 5dou Maart 1912 peraoonlUk ter üemeente-oe-
cretario in te leveren, en wel bij voorkeur op Maan
dag of Dinsdag a.s., des voormiddag* tuoechen negen
en drie ure.
Alsdan zal tevens aan belanghebbenden gelegen
heid worden gegeven, hunne aanvragen toe te lich
ten, lerwjjl desgewenecht verder de noodige inlich
tingen tullen worden verschaft.
Amersfoort, 22 Februari 1912.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd.