Donderdag 14 jj£f$ Maart 1912.
No. 8081
61e Jaargang.
AMEBSFOOHTSCHE
Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff".
HOOFDREDACTEUR
F. J. 7REDSBZZS.
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Abonnement per 3 maanden 1.—
franco per postƒ1.15. Advertentie»! 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. I-egale, officiefile- en onteigening»-
advertentifin per regel 15 cent. Reolames 15 regels fi.35. Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentifin van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BÜREAU:
KORTKGRACHT 9.
Postbus 9.
Telefoon 19.
KENNISGEVINGEN.
Kostelooze inenting.
Burgemeester en Wethouders van Amerlfoort,
Gelet op art. 18 der Wet van 4 December
1872 (Staatsblad No. 134),
brengen ter kennis van belanghebbenden, dt\t
voor een ieder de gelegenheid tot kostelooze
inenting wordt gegeven op den eersten en den
derden Maandag van de maand April, telkens
des namiddags te drie ure, in de daartoe be
stemde lokaliteit van het voormalig schoolge
bouw wyk A, Koestraat no. 9.
Gedaan te Amersfoort den 12 Maart 1912.
Burgemeester en Wethouders
van Amersfoort,
De Burgemeester.
WUIJT1EKS.
De Secretaris,
J. C'. 8TENFERT KROESK.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
maken bekend, dat op de Secretarie een rooi
lijn-plan voor een ieder ter inzage ligt tot en
met 18 Maart 1912.
Amersfoort, 13 Maart 1912.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
De Ned. Heidemaatschappij
in woord en beeld.
Nog maar zelden is „De Arend" zo6 vol ge
weest als Dinsdagavond, toen de beer W. H.
Wisselink, hoofd van den cursus der Ned. Heide-
raaatscb&ppy, daar vertelde van den arbeid dier
Maatschappij.
En welk een zeer gemengd auditorium had
hijvan wijd en zijd, zelfs van achterin De
Vuursche waren de meosl jonge boeren gekomen
de inderhaast aangestelde rijwielbewaarder in
„De Arend" zag een goede 150 fietsen aan zyu
tijdelijke zorg toevertrouwd en bij't uiteengaan,
even na tienen, vroeg men elkaar op den Arn-
hemscheweg af waarom, zóo veel boeren op een
nog z6o laat uur in de stad waren. Maar ook
vele anderen waren er, óok zij die anders heel
laat plegen te middagmalen.
Even na zevenen nam jhr. A. W. d e n Beer
I'oortugael het woord en zcide, dat hy als
inwoner van Amersfoort hartelijk welkom
heette den heer Wesselink, den heer Van
lionkhuyzen, directeur van het bureau te Utrecht,
en de hem vergezellende ambtenaren der Maat
schappij, die hier haar eersten voordracht zou
doen geven over haar arbeid, die zoo heel veel
belangstelling verdientniet alleen van den
landheer, muar vooral van de landbouwers. De
tyd is voorbij, dal zóo geboerd kan worden ale
vader en grootvader dedende bouw moet veel
intensiver ziin en duarvoor moet een geheel
andere grondbewerking en bemesting worden
toegepast en juist omdat de Ned. Heidemaat
schappij bereid ie, ieder lid (minimum-contribu
tie f 2) niet alleen kosteloos raad te geven, maar
ook hulp te verschaffen, verdient haar arbeid
ieders belangstelling, omdat die arbeid is een
goed en mooi maatschappelijk werk.
Wie lid wordt, ontvangt bovendien kosteloos
iedere inaaud een zeer interessant tijdschrift.
De heer Wisselink, hierna het woord
verkrijgend, zeide:
Al hoopt de Ned. Heidemaatschappij volgend
jaar haar zilveren feest te kunnen herdenken
en al heeft ze in het Zuiden zoowel als hel
Noorden, in het Oosten evengoed als in het
Westen van ons land ruimschoots reeds getoond
wat ze kaD, een feit ie het, dat zy nog veel te
weinig algemeen bekend is, óok te Amersfoort,
al ligt dit vlak by Utrecht, waar de Maat
schappij reeds sedert 15 jaar haar zotel heeft.
En toch, haar kennen, is haar steunen.
Ik verheug me altyd in don voorspoed on
het geluk van den evenmenschmaar toch zou
ik generaal Van den Bosch kunnen benijden,
wien het in 1818 gelukte in éen jaar tyds
20 000 leden te winnen voor de Maatschappij
van weldagigheid en ik vraag me af of de na
komelingen van die zelfde •Nederlanders de Heide
maatschappij wel even goed steunen. Immers
Xhebben na ruim 24 jaar werkens slechts
leden.
Ik wil u eerst iete meedeelen omtrent het
doel en de geschiedenis onzer Maatschappij.
Op de agenda der 42ete Algemeene vergade
ring van de Geldersch-Gverjjselsche Maatschappij
van Landbouw, den 20-Juli 1886 te Zwolle ge
houden, kwam de vraag voor: Welke maatre
gelen kunnen worden genomen tot bevordering
van den aanleg van boaechen.
De eerste aanleiding tot die vraag was wel
de tot stand koming der Markenwet, van welke
werd verwacht, dat zij in zeer sterke mate zou
meewerken tot ontginning van woeste gronden.
Die vraag waz aanleiding, dat in het begin
van 1888 de Ned. Heidemaatschappij werd opge
richt, wier Statuten werden goedgekeurd by Kon.
besluit van 9 Augustus 1888.
Tot haar Voorzitter werd gekozen mr. C. J.
Sickesz, van „De Kloese", later de eerste Direc
teur-generaal van Landbouw. Koning Willem III
gaf ale Beschermheer zeer belangryke bijdragen.
De vereeniging moest zich baar eigen weg
banen, doch wist niet in welke richting, te meer
omdat haar het vertrouwen der landeigenaren
werd onthouden. Aanvankelijk gaf een candidaat-
Oberfóreter, een Duitsoher, de adviezenhaar
geheele personeel bestond uit éen Directeur, éen
Ondtr-directeur en éen boschwaohter.
Maar door hard werken, ie de Maatsohappij
op den duur groot geworden.
Haar eerste groote werk werd haar in 1891
opgedragen door stedelingen, de heeren mr. W.
S. J. van Waterschoot van der Gracht en I'. A.
L. van Ogtrop, beiden te Amsterdam, en wel de
ontginning van een hun toebehooreud perceel
heidegrond in de Gemeente Bakel, in de Peel,
welke ontginning geheel gelukte.
Naar de Peel werden 7 April 1892 de 0 ossen
gezonden thans heeft de Maatschappij 72
ossen, 20 paarden en 2 stoomploegen en de
ontvangst was weinig vriendelijk de daglooner
vreesde werkloosheid. Toch ging ae Maatsohap
pij rustig haar gang en nu is in de Peel
een houtvesterij van 3500 H.A. en het wantrou
wen heeft plaats gemaakt voor vertrouwen,
want op de eenmaal barre beide verdienen thans
real meer tnenschen dan vroeger op minder
inspannende wijze veel ruimer hun brood.
Een ander groot werk werd 25 Mei 1899
ondernomen, namelijk d9 ontginning van 'de
heide in de Hollandech-Belgische Kempen, toe-
behoorende aan de Levensverzekering-maatschap
pij „De Utrecht", waat de 2500 H.A. vale
heide thane is herschapen in groene weide, in
boech en bouwland, menech an maatschappij
tot zegen.
Wie zal de indirecte voordeelen schatten, óok
voor de omgeving, dier ontginningen. Tal van
Gemeenten in Noord-Brabant en Limburg lie
ten dan ook hun heidegronden ontginnen en
vermeerderden daardoor aanzienlijk hun inkom
sten.
Doch niet alleen in het Zuiden des lande, ook
in het Noorden heelt de Heidemaatschappij we'*
vaart gebracht. Zoo werd in 1910 by Asser, aan
350 arbeiders uitbetaald f 108 664.49 aan loon.
En niet alleen voor groote ontginningen ad
viseert de Maatschappij, die zelve geen ontgin
ningen doet; ook in Twente en de Graafschap
adviseerde zij tal van gewone landbouwers, die
de aan buu terrein grenzende woeste gronden
willen ontginnen.
Was de eerste beambte een Duitecher, thans
komen de Duitechers het werk der Maatschappij
bezichtigen en prijzen het en bootsen het na.
Van Rijkswege werd aan de Heidemaatschappij
opgedragen een rapport saam te stellen omtrent
de beboesohing der duinen en wel by Sohoorl
en op Texel. De veel kostende en niets opbren
gende helm werd daar vervangen door bosch
de profetie, door dr. Staring in 1868 gedaan, ging
daarmee in vervulling.
De Kegeering, die gewonnen was door het
succes, behaald bij de bebossching der zeeduinen,
deed nu ook de zandverstuivingen 0. a. bij
K ootwyk vastleggenevenwel niet door de
Heidemaatschappij, doch door het Staatabosch-
beheer, welks ambtenaren zijn opgeleid door de
Heidemaatschappij.
Wel werd aan de Heidemaatschappij opge
dragen het onderhoud der beplantingen langs
de Rijkswegen Provinciën, Gemeenten en Water
schappen volgden alras dit goede voorbeeld en
verleden winter waren er zoodoende 50 ploegen
Bnoeiers aan 't werk.
In den laataten lijd wordt ook veel om advies
gevraagd voor drainagesnu 3 jaar geleden
werd nog 66 H.A., verleden jaar reede ruim
500 H.A. gedraineerd. Vooral op de Zuid-Hol-
lundsche eilanden werd ook dit werk aanvan
kelijk met groot wantrouwen begroet; „wat
weten nu die dennetjesplantere van onzen klei
grond" vroeg men daar elkaar.
Hel vroegore stuifzand rond Hilversum ls
thans door de adviezen der Heidemaatschappij
herschapen in uitstekend bouwland, dat aan
luidere wordt verhuurd voor f100 per H.A. De
vloeiweide te Valkenswaard trekt terecht bezoek.
Ook in het klein worden dergelijke bevloeiihga-
werken aangelegd. Hoe meer boterfabrieken ver
rijzen, des te meer ontstaat behoefte aan het
reinigen van het spoelwater middels reinigings-
velden.
Doch de Heidemaatschappij heeft nog andere
koorden op haar boog, en wel de bevordering
der zoetwaterviaecherii, met een zelfstandig Be
stuur, welke er reeds in slaagde, de visachera
tot éen te brengen. De Regeering ateunt haar
krachtig, óok door de nieuwe Visecherijwet, die
den vischetand en daardoor den toestand der
viasohere veel zal verbeteren. De visohkwsekerijen
te Vnaesen en te Ernst, die 50 H. A. beslaan,
van wolk» 37 H. A. in eigendom behooren aan
de Heidemaatschappij, sullen de openbare wate
ren weer flink bevolken en ook parlioulieren en
de ialra-commiasie voorzien van broed of jonge
viaschen.
Een andere tak van werkzaamheid der Maat
schappij is de houtsorteering, welke het jonge
hout uit de bosschen onder de mensohen brengt
en die voor bouwkunde, welke adviseert aan
gaande het practisch bouwen en inrichten van
boerderijen.
Zooals gezegd, waren de eerste ondergeschikte
beambten Duitechers, omdat vroeger in ons
land geen opleiding beetond. Sedert 1903 heeft
de Heidemaatechappy een cursue, waar reeds
zeer veel jongelieden op goedkoops wyte theo
retisch en practisch worden opgeleid. Het aan
tal ambtenaren en beambten der Maatschappij
ia eveneens zoer toegenomen en bedroeg einde
1911 reeds over da 300.
In 1890 werd uitbetaald aan dagloouen f 125
dut 50 rijksdaalder*in het sfgoloopen iaar
ruim een half millioen, ongerekend het salaris
der ambtsnarenper jaar zyn thans een 1600
arbeiders in vasten dienst, buiten degenen die
in eigen beheer werken voor particulieren.
Uit een en ander blykt wel, dat de Maat
schappij ook heel veel heeft gedaan tot bevor
dering der welvaart ten plattelands, dat zy zoer
velen heeft terug gehouden vau don trek naar
de groote steden met hun klatergoud, waar ty
zich tóch niet thuis gevoeld zouden hebben en
het aantal werk loosen tóch maar zouden hebben
vergroot.
Het tegengaan van dien trek kan niet genoeg
worden in de hand gewerkt en aanbevolen,
want de buitenman ie te zeer gehecht aan zyn
geboortegrond. Zoo'n overplanting moest even
zeer mislukken ale die van den stedeling naar
het platteland.
Oneindig beter ie, de bevolking van hel plat
teland voor te lichten, haar te loeren begrijpen
dat zy van thans oogensobynlyk oovruchtbaren
grond een zelfs zeer rijken oogst kan winnen
als maar de juiste methode van bemesting en
bebouwing wordt toegepast. Laat zij zich op
die wijze voorlichten, dan behoeft zij ook niet
naar landon te trekken, ver van magen en
vrienden.
Menigeen zal vragen wat heb ik er aan, lid
te worden van de Ned. Heidemaatschappij.
Door lid te worden, stelt men den evenmensch
in de gelegenheid op eigen grond op oerlijke
wijze een flink stuk brood te verdienen, dut
toch heel wat beter smaakt dan brood, nera
sis 't ware als aalmoes toegeschoven.
Bovendien ontvangt men als lid kosteloos het
maandblad en desverlangd gratis advies.
Nog een zeede van ons land is woeste grond
helpt de ontginning ervan bevorderen g>-en
woorden, maar daden, geen klachten dooh krach
ten heeft de Heidemaatschappij noodig voor
haar bij uitstek maatschappelijk werk.
Na eeu korte pauze zette spr. uiteen hetgoen
thans nog in deze streken kan gedaan tot
verhoogiog van de opbrenget van gras- en bouw
land, meer in 'tbjjzofider voor het winnen van
hooi, rogge en aardappelenmededeelingen en
wenken, die met de allergrootste belangstelling
werden aangehoord en op hoogst populaire wijze
werden gegeven.
Vervolgens werden 64 liohtbeelden geprojec
teerd, die den arbeid der Heidemaatschappij in
zijn geheelen omvang lieten tien en het vóór
de pauze gesprokene verduidelijkten en nog
beter deden doordringen.
Do reeks zeer interessante beelden werd be
sloten met de potretlen van de Beschermvrouwen
der Maatschappij, H. M. de Koningin en II. M.
de Koningin-Moeder, en van de toekomstige
Beschermvrouw, Prinses Juliana.
Voor de Amerfoorters was stellig leerzaam de
afbeelding van hetboomen snoeien op de slechtst
denkbare wijze zooals dit vroeger ook hier
geeohiedde eer de boschbaaa, óok een leerling
van de Heidemaatschappij, hier kwamwe
bedoelen het werken van twee schepsels rast
een beitel en een hamer( die wel eens een tak
afhakten, doch gewoonlijk de boomen op deer
lijke wijze mishandelden.
't Was bn tienen eer jhr. Den Beer Poor-
tugaei den heer Wisselink kon danken voor
zijn duidelijke voordracht en teer bebartene-
waardige wenken.
Dit voor de buitenwonenden late uur was
oorzaak, dat door vorrewsg de meesten slechts
éen film werd gesien van de twee, welke de
N. V. bioscope-maatachappij „De Arend" de
welwillendheid had aan te bieden, en wel den
oogst van cocosnooteo, het plukken, eorteereu
en op hoogst pracltaehe wjjzc vervoeren daar
van, het bereiden van den veael, het verkrijgen
van copra, enz.
De andere film op landbouwgebied, aloë-oogzt
op 8t. Mauritius, werd, omdat de meeaten reeds
huistoe waren gegaan, slechte in klein comité
vertoond.
Wel een zeer gelukkig verachUnsel aehten wa
hot, dat 160 veel landbouwers deze voordracht
bij woonden.
Waar het immer zoo veel moeite koet, pu
bliek te trekken naar een leting en vooral de
buitenlui te bewegen avonds nog naar stad te
gaau, is door het boven elke verwachting druk
bozoek aan deze leting op ondubbelzinnige wfize
gebleken wn' oen goede en doeltreffende voorbe
reiding en juiet op het getouw zetten vermogen.
Het Tarief.
De Nederlandsche Kamer van Koophandel
te Londen heeft aan onzen Miniater van
Flnanciön het volgende adres verzonden
Sedert wij, nu meer dan twintig jaren, in
het wereldcentrum onze beste krachten aan
wenden om de uitbreiding der handelsrelatifin
tusschen Nederland en Groot- Britannifi te
bevorderen, zijn wij daarin te meer geslaagd,
omdat aan beide zijdon van de Noordzee
een gematigde handelspolitiek wordt toe
gepast.
Met leedwezen en verwondering heeft on
ze Kamer vernomen, dat bij de Nederlandsche
Regccring het voornemen bestaat om te
breken met de tot dusver gevolgde handels
politiek en den weg der bescherming op te
gaan. Met leedwezen, omdat het afwijken
van de tot heden gevolgde gedragslijn, naar
het inzien van onze Kamer, slechts nadeeli-
gen invloed oefenen kan op de pogingen
van Nederlanders in den vreemde tot verle
vendiging van den vaderlandschen handel
met het land hunner inwoning. Met verwon
dering, omdat de door Nederland tot hiertoe
toegepaste handelspolitiek slechts zegenrijk
voor den nationalen handel en nijverheid
gewerkt heeft. Vooral sedert in i86z de be
kende tariefsherziening van Minister Betz
tot stand kwam, kon Nederland in den zóo
scherpen strijd der natiën op handelsgebied
steeds vooruitgang aantoonen, ontwikkelden
zich zijn handel, scheepvaart en nijverheid
in groote mate, trad ons land, ten gevolge
van de energie, zoowel in als buiten Neder
land ontwikkeld, als handelamogendheid
meer en meer op den voorgrond en droeg
de gevolgde vrijzinnige handelspolitiek er
niet weinig toe bij om ook op politiek gebied
met andere natifin dc meest aangename en
vriendschappelijke relation te onderhouden.
Mocht echter ons vaderland, zonder te
letten op de ongunstige resultaten die de
elders gevolgde protectionistische handels
politiek afwierp, tot verhooging van invoer
rechten overgaan, dan wordt daarmede een
aprong in het donker gedaan waarvan de
gevolgen, vooral In deze tijden van politieke
onzekerheid, niet zijn te overzien. Niet alleen
dat het overgaan tot bescherming zóu leiden
tot maatregelen van weerwraak van de zijde
van andere handelsvolken, die de onderlinge
verhoudingen niet aangenaam zullen maken,
doch tevens zou de met zooveel moeite
en voorzichtig Staatsbeleid verkregen ver
meerdering van onzen uitvoer noodzakelijk
teruggaande cijfers gaan aantoonen.