„EYSINK" Rijwielen
lichten gang en soliditeit.
STERKINE
PIANO'S. ORGELS. PHONOLA's.
Orgels van HÖRÜGEL, WORCESTER, REED ORGAN Cy., WILMINGTON, enz.
Solied.
Sierlijk.
zijn overal bekend door hun
Snel.
Sterk.
Stoomwasscherij W. G. BURGER
„De Arend", ca
TETTERAC»
VICTORIAWATER
Feuilleton.
De Tariefwet beteekent:
De Tariefwet beteekent:
Een tol aan de grens,
Duur brood,
Uw beurs weldra lens.
't Gezin in nood.
AntiTarisfwet-comité.
RnAn HfiTl T1TTT1 fl ie Magazijn en Kantoor Arnhemschestraat 8.
I dll llull DUfill, Magazijn en werkplaatsen Koestraat 6.
OPGERICHT 1887.
Diqvia'cj van BECHSTEIN, STEINWEG NACHF. F. ADAM, C. MAND, ZEIT-
JT IO.IIU TER WINKELMAN, C. ECKE, UEBEL LECHLEITER, enz.
Verder levering van elk gewenscht fabrikaat in iedere houtsoort.
TERHIJKEN. KUILEN. REPAREEREN. STEMMEN.
2LXTCELBERTS, VOXT GLAEN SLZGCHER.
C0MMIS8I0NNA1RS IN EFFECTEN EN KASSIERS.
AMSTERDAM. AMERSFOORT.
Beheerder v*n het Bijkantoor te Amersfoort r
J. OATTZS,
Plantsoen 12, Intere. Tel. 188.
SAFE-DEPOSIT.
Nieuwste constructie. Fabrikaat .Lips". Brand- en Inbraakvrjj.
LOKETTEN TE HUUR van I 7.60 per jaar af, f2.— per maand, enz., desgewensoht met goheime
«combineerde sluiting. Afzonderlijke knipkaraer ten behoeve der cliëmèle beschikbaar.
AMEKIKAANSCM SYSTEEM.
Wassehen geheel opgemaakt of droog toegeslagen
GOEDE BEHANDELING. BILLIJKE PRIJZEN.
Goederen verden te Amersfoort 's Woensdags franco gebaald en gebracht.
BV" PROSPECTUS wordt op aanvrage gratis toegezonden.
N. V. Bioscope Maatschappij 6)
Als extra-nummers: Cfil
Amersfoortsche Rijschool,
Jashtrlt gehouden door heeren Offi
cieren te Maanbergen d.d. 12 April.
Y0SB1RJA0HT, ra
gebonden door de Kon. Yeluwsclie
Jachtvereeniglng te Aruhem, d.d. 2ü n
April. MSB
W Couponboekjes tegen ver-
minderden prijs verkrijgbaar. 151
tSË
Distill. Wflnen. Likonren.
Lieve Vronwe-kerkhof, AMERSFOORT.
natuurlijk mineraalwater
uit de brou te Oborlalinatoi»
wordt als zeer voordeelig voor huishoudelijk
gebruik aanbevolen, in heele flesschen met
schroefsluiting (een Liter inhoud), waardoor
een glas natuurlijk VICTORIAWATEH slechts
6 cent koet.
Verkrijgbaar te Amersfoort bij F. W. van
der WILDE, Stovestraat 12.
is een priina en zuinige schunrzeep, waarmede verrassende resultaten worden
bereikt. Voor huishoudelijk gebrnik onovertrefbaar.
Tnsschen vier wanden.
„Zijn we Langogno al voorbij, mama" vroeg
de heer, die achnin tegeno er me zat.
„Ik weet het niet, PaulJane heeft het spoor
boekje".
„Ach wat; daardoor kom je er immers toch niet
vlugger. Of je daar nu al iu kijkt, daardoor zjjn
we geen oogenblik vroeger te Parijs. Den ge-
heelen nacht nogoch, hemeltje, wat
een tijd" moppert Jane slaapdronken.
Met een gezicht, waaruit onmiskenbaar ver
veling spreekt, tracht zjj in oen roman te gaan
leien. Zij wil blijkbaar het voorbijvliegende on
zichtbare landschap onderscheiden zij beweegt
onophoudelijk het hoofdkussen, waartegen ze
leunt, aoekt tevergeefs naar een gemakkelijker
houding en schikt zich ten slotte in baar lot.
„O, die wagena en die gruwelijk vervelende
neemt bet spoorboekje van Jane's knieën
en zoekt er inmaar de tegenover hem zittende
beer licht bem in en zegt
„Te Langogne zijn we om half acht".
„Dank u zeer, mijnheer."
Die mijnheer ben ik. En ook ik reis naar
Parjja en ook ik heb den geheelen nacht in de
coupé voor mg. Ik luister naar de rooziek van
deu trein. De locomotief noodigt alle wagens
als 't ware ai», haar krachtigen rythmns te vol
gen en met haBr in zoo'n waanzinnige vaart door
het land te vliegen. Onophoudelijk zie ik de
draden van de booge telegraaflijnen voorbij vlie
gen. Ik heb hoofdpijn en zal trachten te slapen.
De drie anderen en ik zitten ieder in een boek
van de coupé. Zjj hebben mjj nooit gezien en
ik weet niets van hen, zelfs niet wat hun meest
oppervlakkige kenniasen. hun verst-verwijderde
familie van ben weet. En toch dring ik nu in
zekeren zin in hun intieme leven in.
Zij doen alsot zjj thuis zijn en letten nauwe
lijks op rnjj. Ik ben niet anders dun een gewoon,
obscuur reisgenoot. Ik weet r.ieteens hun familie
namen, en toch ken ik ban voornamen. Daar
is in de eerste plaats Paul. Hij maakte in zjjn
bjjna correcte kleediog een beetje ren indruk
als een plaat uit eev. modejournaal. Ofsoboon
sjjn snater op hem lijkt, meen ik toch, dat Jane
een levendiger blik, meer oorspronkelijke bewe
gingen en een meer gemoduleerde stem heeft.
Beiden noemen de dame die in den hoek zit
Buiten zjjn nu de telegraafdraden niet meer
te zien. Van ijjd tot tjjddoiken een paar lichten
op in de duisternis, dan weereeu lichtschijn uit
de verte, op een enkel oogenblik de lichten van
een klein station.
Paul zingt het refrein van een liedje. Het is
wel Biet heel grappig, maar Jane maakt een
vroolijke opmerking en ook mama kan eenige
vrooljjkheid niet onderdrukken. De herinnering
wekt zeker gedachten op aan een vroolijke voor
stelling, aan een party buiten in den zomer,
aan gemeenschappelijke wandelingen, aan wat
al niet.
Ik let thans nauwkeurig op wat zn zeggen
ik vind in hun woorden den sleutel voor kinder
lijk openhartige karakters, maar ik houd me
alsof ik hun woorden niet begrjjp.
Jane lacht hardop en hartelijk. Ken spottende
opmerking over mij hei ft baar plotseling v rooi ijk
gemaakt en zij krijgt een kleur tot in haar hals.
Haar lippen worden purper, haar oogen schit
teren.
Kleine Jane, spot maar I Ik sta het je gaarne
toe. Ik ben alleen, he l alleen te midden van
deze reizigers, zooals ik alleen ben in mjjn ge-
heele leven, ik zwijg; ik ben gewend te zwijgen.
Ik zou misschien vervelend worden, wanneer ik
sprak.
Plotseling vo 1 ik mij niet prettig. Ik hoor
een regelmatig kloppen in mjjn slapen; een
koude rilling loopt mij over den rug. Jane en
ik kjjken elkaar aan. Ik heb diep in haar oogen
gezien. Heeft zij mijn gedachten geraden Het
ljjkt wel alsof ik in mijn zwijgen toch tot haar
gesproken heb. Ik schaam inij, want ik vrees
een nederlaag. Z60 kan zich in de kleine ruimte
tusschen een paar coupeewanden een klein drama
afspelen.
Paul is nog altjjd verdiept in het spoorboekje,
Mama staart recht vo >r zich uit en Jane kijkt
naar buiten, maar toch kan zy zich onmogelijk
voor het uu in volslagen duisternis gedompelde
landschap interessecren Waarschijnlijk kijkt
zij naar my. En ik ik wil nog eenmaal
diep in haar «ogen zien. Ik wacht, maar zij
kijkt niet.
Ik heb een gevoel alsof wij elkaar vroeger al
gekend hebben, alsof we een kleinen twist heb
ben gehad en zij nu boos op mij is. Haar blonde
haren ljjken ine zoo vertrouwd. Zij zyn r.u bijna
losgeraakt aan den achterkant, door het ver
plaatsen van haar hoofdkussen en ik kan een
stuk van baar hals zien.
„Jane, ik herken je. Ben jij niet altyd mjjn
gezellin geweest? Heb ik al niet herhaaldelijk
in eenzame uren met jou gesproken? Is het niet
volkomen naluurlyk, dat je naast mij zit en heb
je me tigenljjk wel ooit verlaten?"
Zij is thans nerveus opgestaan.
„Wil je mij myn reisdeken geven vraagt zij
aan Paul.
Mama wordt wakker en zegt
„Het is nu werkelijk tjjd om te gaan slapen.
Hoe laat is het, JaDe?"
Zjj kjjkt op haar armband en ik zie voor een
oogenblik een fijne pols
„Negen uur al; we zjjn dus Laugogoe al lang
voorbjj".
Ja, LaDgogne en vela andere plaatsen ook.
De locomotief sleept ons met razende snelheid
voort en ik tel de uren, die ons nog van ons doel
scheiden. MisschieB dat in deze kleine spoorweg-
coupee het geluk tot rojj komt. Dan zal ik het
vasthouden.
Maar de sneltrein sleept ons maar voort in
razende vaart. Met zorg legt Jane haar hoofd
kussen in den hoek naast mij. Haar broer en
huar mama zitten op de andere bank. Jane riebt
bet woord tot my.
„Leest u niet, rojjnbeer?"
„Neen, juffrouw".
„Dan kan ik het licht wel uitdoen".
„Zeker, ga uw gang".
Zij draait het licht uit De donkerte verrast
mij. Buiten schijnt de maan van tijd tot tijd
insschen de wolken. Jane heeft mij zooveel
mogelijk plaats gelaten. Zij slaapt onrustig, be
weegt zich heen en weer en weldra zijn haar
voeten vlak bij mjj.
Zjj verovert steeds moer terrein Haar
voeten raken myn beenen.
Paul merkt bet.
„Jane, lel toch opje hindert mjjnheer".
„In geen enkel opzicht", zeg ik meer beleefd
don waar.
Nu slapen zij alle drie; ik lach. Het laven is
comi8ch, het toeval amusant; het noodlot neemt
wel allerlei vormen naol Misschien zullen we
over een paar maandeD gezamenljjk in haar buis
dineeren. ik zal baar dan mijn indrukken van
dezen nacht, toen ik haar in haar slaap be
schouwde, schilderen, dezen nacht, waarin ik
haar voor oIioob ontmoet heb.
Ik stel mij het buis voor, waarbeen mijn ver
langen op zoo talloos veel eenzame avonden vol
harteleed is heengegaan ik voel zijn vrien
delijke atmosfeer in deze spoorwegcoupee ik zie
den kleinen salon, de behaaglijke meubels, de
bij elkaar zittende familieleden, alles «vat ik heb
moeten ontberen, want mijn leven was tot dus
verre niet onder een gelukkig gesternte.
En ik geraak in verrukking. Och, dat ik hen
ook Jane, Paul en mama mocht noemen.
Jane beweegt zich, rekt haar armen uit, draait
zich om en is verbaasd, dat haar bed zoo klein
is. Haar houding vermoeit haar; zij poogt met
onbestemde bewegingen het kassen anders te
leggen. Zjj wordt ongeduldig en is toch besloten
baar oogen niet heelemnal te openen. Na legt zij
in haar slaapdronkenheid het kussen vlak nnast
ron neer en leunt dat tegen mijn knie.
Dan legt zij er haar hoofd op en ik kijk naar
haar een beetje verwarde haren ea haar friach,
levendig gezicht.
Eindelijk vindt zij rust, haar borst gaat regel
matig op en neer. Ik zal mij niet verroeren. Ik
zal niet de geringste beweging maken, die haar
in haar houding stoortik zal het heerlijke uur,
waarin Jane voor de eerste maal kinderlijk ver
trouwend haar hoofd bijna tegen mijn knie laat
rusten, niet verstoren. Ik waak naast haar.
En de trein sleept ons maar voort naar
welk geluk? Het gedreun en gestamp van zjjn
raderen is als een symfonie, die zich aanpast aan
rajjo eigen verrukking.
Bij onze volgende reis zal Jane wellicht haar
hoofd vol vertrouwen tegen mijn schouder leg
gen. Ik zal haar dan omarmen en zij zal mjjn
naam weien. Ik voel, dat deze minnten voor mjj
de beslissende zjjn.
Zonder mijn knie, waarop thans het kussen
rust, te bewegen, laat il; het gordjjntie voor het
raam neer. Een straal van de maan dringt naar
binnen. De boren en het kinderlijke gezicht van
Jane lijken daardoor als in een bovenaardsch
licht en het is alsof mijn ziel door een wonder
gelouterd is. Wij rijden kleine dorpjes voorbjj
en in alle huizen denk ik mij vrede en geluk.
En zoo zal 't voortgaan, zoolang mjjn oogen
zien, zoolang mijn hart slaatdogeheele
reis het geheele leven. Plechtig klinkt
het orgel door de gewelven der kerk, waarbin
nen ik je voer, .Tane. Ik z:e den ring, dien ik
aan je hand deed
Rillend word ik den volgenden ochtend wak-
ker. Het kussen ligt nog op mijn knie, het
blonde hoofd ligt nog daarop.
Daar wordt Paul wakker en zegt
„Lieve hemel, boe ongegeneerd. Ik ben er
•erlegen onder, mijnheer".
Hij wil haar wakker maken; maar daarin
verhinder ik hem.
„Neen, neen, wek haar niet; zij slaapt nog
zoo^ rustig."
En ik had er aan willen toe voegen„Mag
zij dan niet tegen mij aanleunen? Zal ik baar
niet spoedig op at mijn reizen meenemen?
Waarom dan ai die bezwaren? Is rij niet mjjn
aanstaande
Maar eer we aan hol station scheiden, wil ik
althans met Paul spreken en zjjn naam gewaar
zien te worden, om te kunnen afspreken waar
we elkaar zullen terugzien, hem te zeggen wie
en wat ik hen en hoeveel inkomen ik heb. Men
moet nu eenmaal wel met prozaïsche dingen
beginnen. En zoo zeg ik dan nalfluid, om haar
niet te wekken;
„Nu zyn we weldra te Parijs."
„(ielnkkig. Wat 'n reis."
Ik wjjs naar Jane en zeg;
„De juffrouw merkt het nog niet.''
Hij lacht.
Een beetje boos daarover, vraag ik
„Uw zuster, niet waar?"
Hij lacht maar steeds:
„Pardon, mijnheer, mjjn vrouw."
Spoedig worden de coupeedeurer. geopend. Het
is afgeloopen Ik krijg bijna geen groet.
Myn blik volgt hen, terwijl zjj naar den uit-
gang gaan. Een meoscbenkluwen is er voor mijn
*el- Zooeven waren wjj nog te zamen.
Waar zyn de muren, die ons bjjeen hielden
Ik had me mjjn geluk gedacht tuesohen de
wanden van een coupesMoet ik na mjjn aan
staande weer naar alle richtingen gaan zoeken