Dinsdag 14
Mei 1912.
No. 8107.
61e Jaargang.
HEMELVAARTSDAG
AMERSFOOBTCCHE
Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleefï".
HOOFDREDACTEUR
F. J. TBIDiaiES.
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi.
franco per postƒ1.15. Advertentien i—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, oflicieële- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels f 1.25. Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU:
ZOATSGSUOBT 9.
Postbus 9. Telefoon 19.
In verband met den
verschynt het volgende num
mer van deze courant ZA
TERDAG 18 MEI.
KENNISGEVINGEN.
VICARIE-BEURS.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
blijkens mededeeling van heeren Curatoren der
Rijks-nniversiteit te Utrecht, met ingang van
1 September 1912 een vicarie-beurs van de
St. Joriskerk alhier beschikbaar komt.
Zij, die daarvoor in aanmerking tvenschen te
komen, behooren een request (gericht aan den
Minister van Binnenlandsche Zaken) in te zen
den bij heeren Curatoren van de Rijks-univer
siteit te Utrecht.
Jongelieden die hnnne opleiding te Amers
foort hebben genoten, worden uitgenoodigd.zich
tevens schriftelijk te wenden tot Burgemeester
en Wethouders.
Amersfoort, 11 Mei 1912.
Burgemeester en WethoudeiB
voornoemd,
De Burgemeester,
WUYTIERS.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESS.
SCHOUW.
De Burgemeester en Wethouders van Amer-
foort
gezien art. 22 van het Reglement op het
onderhoud en gebruik der wegen in de Provincie
Utrecht dd. 8 November 1853 (Provinciaalblad
No. 102), alsmede art. 1 der Verordening op de
wegen en waterleidingen,
doen te weten, dat de by voormeld artikel
bedoelde voorjaars-scbouw over wegen, slooten
en waterleidingen, aan hun toezicht of beheer
onderworpen, zal gehouden worden op Woens
dag den 29 Mei aanstaande en volgende dageD.
Wordende bij deze de bepalingen van boven
gemelde reglementen aan de belanghebbenden
iu herinnering gebracht.
Amersfoort, 13 Mei 1912.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
WUYTIERS.
De Secretarie,
J. G. STENFERT KROESE.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
maken bekend, dat bet Bureau van den Bur
gerlijken Stand op
Hemelvaartsdag
voor het publiek geopend zal zijn des voormid
dags van 8'/« tot 9 uur, uitsluitend tot het doen
van aangiften van geboorte of overlijden.
De hiervoor noodige aanvrage moet geschie
den aan het Gemeentehuis, mondelijk of schrif
telijk, uiterlijk lusschen 8 en 8'/k ure des voor
middags van dieD dag.
Amersfoort, 13 Mei 1912.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
WUYTIERS.
Do Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
l)e Vierjaarlijkse!»©,
V.
Menigmaal is beweerd, dat het schilderen
van portretten eigenlijk d e kunst is en men
is zelfs zoo ver gegaan door wel te beweren,
dat als een artist niet hoog genoeg stond
(wie maakt dat uit voor portrettist, hij dan
in ieder geval wèl landschapschilder kon
wordenGelukkig heeft men langzamerhand
leeren inzien, dat, hoe hoog ook de kunst
van het conterfeitsels maken is, iemand, die
zich als paysagiste wil laten gelden, ook
meer in zijn mars moet hebhen, dan alleen
het zoo getrouw mogelijk weergeven van
landschapsvormen, boomen, huizen, lucht, enz.
Ja door de groote Barbizonners (Corot,
Willet, Daubigny, Diaz, Courbet, Rousseau,
enz. enz.) en de niet minder groote z.g.
Haagsche School (Mauve, de Marissen. Mes
dag, De Bock, Poggenbeek, enz.) heeft men
eerst leeren inzien, dat uit een landschap
een ziel kan spreken een psyche, zou
Toorop zeggen die aan het landschap,
aangeroerd door een meesterhand, een be
zieling geeft, wat het zelfde landschap, door
een 2de of 3de rangs-kunstenaar gemaakt,
absoluut zou missen.
Maar zoo is het ook met de portretten.
Een portret schilderen is niet alleen juist
weergeven het beeld, d. i. de vorm van de
oogen, den mond, de neus, enz., jas of japon
en al hetgeen aan of bij den persoon behoort,
doch tegelijk moet de schilder, de kunstenaar,
weten door te dringen in het ziele-leven
van het model, zoodat de vormen van oogen,
neus, mond, enz. wel middel, doch niet doel
zijn van het beeld. Dat opgevoerd tot het
hoogste, zoo kan pas een kunstwerk ontstaan,
omdat dan uit vormenkennis (en de kunst,
die goed weer te gevengepaard met dis
tinctie en noblesse, het hoogste wezen van
de Goddelijke schepping eerst kan gebracht
worden op het stoffelijke doek!
Zijn door alle eeuwen heen de weergalooze
portretten van de groote Italianen (niet de
hedendaagschede Murillo's, de Van
Dycken, de Frans Halsen, de Rubensen en last
but not least de Rembrandts niet nog
steeds voorbeelden voor tot het hoogst opge
voerde conterfeitsels van mannen en vrouwen
En zijn die allen niet nog heden ten dage
het richtsnoer waarnaar een modern por
trettist zich te richten heeft, zonder dat het
noodig is, dat hij iu deze of gene gemani-
eerdheid vervalt?
Immers ja en daarom trof het ons zoo, dat
er bij de groote collectie portretten, op deze
4-jaarlijksche aanwezig, zóo weinig zijn, die
volmaakt beantwoorden aan het begrip kunst.
Om direct een greep te doen.
Het mansportret van prof. dr. Max Lieber-
mann (Berlijn), de «Jachtrijder* van prof. M.
Slevogt nog wel bekroond met den gou
den medaille en zet daar tegenover een
ander bekroond werk, de »familie-groepc van
George Harcourt (Engeland) dan voelt men
onmiddellijk het groote verschil tusschen verf-
gemodder en hooge kunst.
Waaraan Liebermann en Slevogt hun be
roemdheid te danken hebben bij dergelijk
werk, hier tentoongesteld, is ons een raad
sel. Liebermann is grof, banaal gesmeerd
Slevogt nog een graadje erger. Het is alsof
hij absoluut geen raad geweten heeft met de
handen en er maar wat van gemaakt heeft.
Fraai is de kleur evenmin.
Zie dan de groote familie groep van Har
court, misschien wel het mooiste portretbeeld,
dat hier hangt,
Een moeder met haar kinderen, twee er
van op de kanapc, een kleintje komt met
een prentenboek aan en een jongen achter
het meubel in een allergelukkigste compo
sitie geplaatst, fijn beschaafd gemodelleerd,
met een zeldzame mooie fond (Gobelin), de
koppen prachtig geschilderd, het geheel een
hoogstaand kunstwerk.
In die zelfde zaal hangen twee werken
van Blanche (Frankrijk) waarvan vooral de
portret-studie zeer knap is. De kleur van het
tweede doek van den zelfden schilder ia o. 1.
niet zeer gelukkig, te roodachtig.
Het portret van prinses B., van Jean
Boldini (uit Parijs) is gewoonweg afschuwe
lijk. Het is alsof die dame eerst in gom ge
doopt en daarna in een kuip met veeren
gestoken is; bah!
Over de portretten van Mancini (saai 5)
loopen de meeningen zeer uiteen. Wanneer
wij op den voorgrond zetten, dat zij gemaakt
zijn voor groote zalen, dan zijn ze o.i. prachtig!
Zelfs nu, in deze zaal, komen alle portret
ten niet tot hun recht en moet men zoeken
en zoeken om een goeden kijk er op te
krijgen.
Het zijn trouwens wel portretten die ont
zaglijk de aandacht trekken, ware het alleen
maar om de kluiten verf, die er op gesmeerd
zijn. Wij hoorden zeggen>die zijn in de verf
geboetseerdNu, het heeft er wel iets van,
maar dan tochhoe geniaal
Hoe stumperig doet daar (in zaal 8) het
Mancini-achtige portret van Gustav Schraegle
bij
Vergeleken bij de prachtige groep van
Harcourt, zijn de Kinderen met moeder
van Raymond Woog (zaal 3) lang niet fijn
genoeg. De groene strepen op dekanapéen
het roode behangsel doen leelijk aan
Het »portret van een jonge vrouw*, van
L. Corinth, is absoluut leelijk I Het is gewild
geschilderdzie slechts die handen en vingers!
Het portret van mevrouw L. S. B., door
Labouchère, doet zeer beschaafd en knap aan
en doet veel afbreuk aan het daarnaast han
gende portret door Vaarzon Morel.
In zaal 11 hangen het Damesportret*
van mej. Guillaume, een mansportret* van
Kalckreuth, en een »damesportret« van L.
Jonas, die ons niet konden bekoren
De «Parisienne* van Mercié chic!
Het Meisje in 't wit*, van Peploe, is mis
lukt en de afbeeldsels van Ernest Bieler
zijn t e decoratief om als portret te worden
aangekeken.
De met goud bekroonde «Paardrijd-
ster* van J. Lavéry (zaal 21) is ons te mat,
doch de »Boeren familie-groep* van L.
Frederic, óok met goud bekroond, is prachtig.
In zaal 24 hangen 3 portretten, die, ieder
verschillend, uitmuntende stalen zijn van
portretkunst. Het zijn: Kardinaal Raynald*,
van Munkacsy, prachtig van factuur, met de
bekende kwaliteiten van den grooten Hon
gaar Kardinaal Rampolla* van Laszló,
een kunstwerk van groote voornaamheid,
prachtig in de roodenen een vrouwe
nportret*, van Karl Ziegler, dat zeldzaam van
eenvoud is, doch van een hoogstaand begrip
van noblesse.
Als n-miliegroep is nog te noemen de
«Baskische typen*, van Zubiaurre; verder
een smakeloos >portret van dr. Hans Jager*,
van H. I.undde heerlijk mooie groep van
Renoir, «herberg van moeder Antoine* den
prachtigen (door 't Museum aangekochten)
«circusjongen*, van den Engelschman GIjrn
Philpoteen leelijke Emile Wauters, en een
knap-geteekende doch onaangenaam aan
doende Fernand Knopff.
Als hoogste uiting van techniek is wel de
«Heilige Maagd van Gent*, van Th. Lybaert.
De penseelbehandeling heeft voor dezen
kunstenaar geen geheimen.
Wat op onze tentoonstellingen in den regel
ontbreekt, doch hier, vooral door de buiten-
landsche inzenders nogal aanwezig i s, is het
naakt. Fen fijn geschilderde «slapende jon-
fen* van Jan Boon, een aardig vrouwe-
guurtje van Schreuder van de Coolwijk,
de «Vrouw van den Leviet* van mevrouw
Van Duyl-Schwartze, wat betreft de Hol-
landsche inzendingen van den Belg Lambert
een coquet doek «baden aan zee*, de prach
tige doekjes van Rassentosse, de forsch ge-