Zaterdag 3 Augustus 1912.
No. 8141.
61e Jaargang.
Op reis.
Stadsnieuws.
AMERSFOQRTCCHE COURANT.
Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff"
HOOFDREDACTEUR
F. J. 7HSDSEZZS.
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi.—
franco per post /1.15. Advertentien 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij rcgol-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officiefile- en ontelgenings-
advertentifin per regel 15 cent Reclames 1—5 regels /1.25. Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advcrtentifin van buiten de stad worden de Incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU:
COXLTXQRAOBT 9.
Postbus 9.
Telefoon 19.
Aan onze abonné'a die tndeljjk elders,
binnen- dan wel buitenlands, vertoeven,
wordt op aanvrage, en met duidel^ke
opgave van adres, de courant eiken ver
schijndag tegen vergoeding van het porto
toegezonden.
Ook niet-geabonneerden kunnen op de
zelfde wijze de geregelde toezending van
de „Amersfoortsche Courant" tjjdenshun
uitstedigheid zich verzekeren.
KENNISGEVINGEN.
Burgemeester en Wethouders rau Amersfoort
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
op 1 September a.s. nieuwe leerlingen kunnen
worden toegelaten op de scholen
A (hoofd mej. Van Lessen)
de heer E. Lindenhovius)
de heer G. A. L. Spelberg)
1 den Hooff).
B
C
D de heer P. van
Zij, die leerlingen ter school wenschen te zen'
den, worden uitgenoodigd zich daartoe vóór den
26 Angustus e.k. aan te melden bij het hoofd
der school en dien onderwijzer de door hem
noodig geoordeelde opgaven te doen.
Tevens wordt herinnerd, dat vóór de toelating
moet worden overgelegd eene verklaring, ver
meldende naam, voornamen, jaar en datum van
geboorte en woonplaats van den adspiranl-leer-
ling. Deze verklaringen zijn te verkrijgen op de
Gemeente-secretarie (afdeeling Bevolking).
Amersfoort, 27 Juli 1912.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
WL'YTIERS.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
De Burgemeester van Amersfoort,
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
volgens mededeeling van den Minister van
Oorlog de volgende schietoefeningen zullen wor
den gehouden
van 5 tot 27 Augustus a.s. van verschillende
verdedigingswerken in de stelling van DEN
HELDER
a. van het fort Kijkduin, waarbij de zee onveilig
is tusschen de ware richtingen Z. W. en N. W.
(90) tot op 8000 M. van het fort.
b. van het werk Kaaphoofd, waarbij onveilig
gemaakt wordt een sector tuBSchen de ware
richtingen N. W. en N. N. O. (67*) tot op 4500
M. van het fort.
ien uur vóór de oefening geheel voorgeheschen
wordt.
Bovendien zullen te gelijker tyd en op de
zelfde wijze roode vlaggen waaien van de batte
rijen Diemerdam en Dttrgerdam, de Westbattery,
naby Muiden en den kerktoren te Muiderberg,
op 6 en zoo noodig ook op 7 Augustus
a.s. eene schietoefening zal worden gehouden van
het fort HOEK VAN HOLLAND.
Er zal gevuurd worden met kanonnen van
licht kaliber (6 c. M.) waarbij onveilig wordt
gemaakt een driehoek, gevormd door het fort,
eene roode vlag benoorden en een bezuiden bet
zeegat, tot op 3100 M. van het fort.
Op den dag waarop gevuurd wordt, zal van
het fort een roode vlag waaien, die drie uur vóór
het begin der oefening halfstok en éen uur vóór
de oefening geheel voorgeheschen wordt.
Amersfoort, 1 Augustus 1912.
De Burgemeester voornoemd,
H. W. van ES VELD
Weth., loco Borg.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
brengen ter algemeene kennis, dat de voor
bereiding van de werkzaamheden betreffende de
na te noemen takken van dienst als volgt is
verdeeld
a. Wethouder VAN ESVELD: Armwezen,
Financiën, Gemeente-reiniging, Openbare gezond
heid, plantsoenen en beplantingen
b. Wethouder RIJKEN8: Onderwijs en Open
bare werken
c. tijdelijk Wethouder TROMP VAN HOIJ3T:
Gasfabriek en Waterleiding.
Amersfoort, 1 Augustus 1912.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
II. W. VAN ESVELD,
Weth., lo. Burg.
De Secretarie,
J. G. STENFERT KROESE.
c. van het fort Erfprins, waarbij het onveilig
:errein ligt tussohen de ware richtingen W. Z. W.
N. N. O. (135«) tot op hoogstens 9000
van het fort. De onveilige sector zal voor elk
fort worden aangegeven door bakens, op het
fort of op de zeewering geplaatst en wel
voor Kijkduin door een stel bakens, voorzien
van een ronde schijf,
voor Kaophoofd door een stel bakens, voor
zien van een driehoek,
voor Erfprins door twee stellen bakens, waarvan
éen voorzien van 2 dwarslatten de O. lijke grens,
en éen, voorzien van 1 dwarslat de W. grens
aangeeft.
Op de dagen waarop gevuurd wordt, zal van
den lichttoren van Kijkduin of van het lort
Kijkduin en van de betrokken verdedigingswer
ken een roode vlag waaien die drie uur vóór
het begin der oefening halfstok en éen uur vóór
de oefening geheel voorgeheschen wordt.
Bovendien zal op den avond vóór en op de
dagen, dat gevuurd wordt een waarschuwings
bord geplaatst worden op het terrein van den
gemeentelyken vischafslag te Nieuwediep.
Indien een stoomvaarluig tot waarschuwen of
sleepen aanwezig is, n.l. indien de oefeningen
zulks toelaten, zal aan kleinere vaartuigen desge-
wenscht hulp worden verlsend om uit den on-
veiligen sector te komen.
op 8 en zoo noodig ook op 9 Augustus eene
schietoefening zal worden gehouden van het fort
PAMPUS.
Er zal gevuurd worden met kanonnen van
zwaar kaliber (24 c.M.), waarbij onveilig wordt
gemaakt een sector, begrensd door de ware
richtingen Noord door Oost tot Zuidoost (136*)
tot op 9000 M. van het fort.
Op de dagen, dat gevuurd wordt, zal van
het fort Pampus eene roode vlag waaien, die
drie uur vóór net begin der oefening halfstok
Voor zakeomensehen.
Het heeft me meermalen bevreemd al
dus een inzender in het «Tijdschrift voor
Posterijen en Telegrafie* dat zoo hoogst
zelden gebruik wordt gemaakt van de ge
legenheid, geboden om telegrammen te doen
overbrengen aan gene zijde van de Neder-
landsche grenzen door middel van een bin-
nenlandsch telegram plus de kosten van de
postverzending naar het land van bestem
ming.
Zoo biedt de nachtboot Vlissingen
Folkstone hiervoor een zeer gunstige gele
genheid voor Londen en naaste omgeving;
een gelegenheid, die voor den handel van ge
wicht mag worden geacht en waarvan bij
grootere bekendheid grif gebruik zou worden
gemaakt.
Hieronder eenige gegevens:
Laatste buslichting aan het station Vlis
singen (afvaartplaats) 11.55 avond, vertrek
nachtboot 12.10 morgen, aankomst Folkstone
5.30 m, aankomst van den correspondeerenden
posttrein te Londen 7.45 m.
Tijdingen op deze wijze verzonden, kun
nen dus geacht worden (force majeure voor
behouden) te ongeveer 9 uur 's ochtends tc
Londen bezorgd te zijn.
Tijdstippen van vertrek van op de nacht
boot correspondeerende treinen Rotterdam
9.54a, 's-Gravenhage 8.5a, Amsterdam 8.20a,
Arnhem 7.50a, Leeuwarden 3.25a, Groningen
320a, Amersfoort 5.30 avond.
Om ons te bepalen tot de laatste plaats,
heeft men alzoo te Amersfoort van de laatste
buslichting aldaar (ongeveer 5.35a.) tot on
geveer 9 uur a. nog de gelegenheid
tegen bi n n e n 1 a ndsch tarief plus i2l/a
cent een tijding te verzenden naar Londen
met de zekerheid, dat deze tijding te 7.45
den anderen ochtend te Londen aankomt.
Aan het postkantoor Amersfoort en de
daaronder ressorteerende hulpkantoren
in Juli ingelegd bij de Rijks- postspaarbank
f 53 085.19 en daaruit teruggenomen
f 46 465.87.
Het laatste door dat kantoor uitgegeven
boekje draagt het nummer 17 143.
In de Raadsvergadering van Dinsdag
werd zonder discussie of hoofdelijke stemming
besloten, het volgende adres te verzenden
aan H. M. de Koningen.
Mevrouw
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen
de Raad der Gemeente Amersfoort,
dat bij Raadsbesluit van 20 Februari 1912,
no. 683, een wijziging is gebracht in de Ge-
meentcbegrooting, dienstjaar 1911, van den
volgenden Inhoud
verlaagd hoofdstuk V artikel 14 volg
nummer 147kosten van bruggen uitge
trokken f 4212, vast te stellen op f 2712, te
verminderen met f 1500.
Hoofdstuk V dientengevolge vastgesteld
op f 77 708,251"'
waarschijnlijk batig saldo geraamd f 1500.
dat de Gedeputeerde Staten van de Pro
vincie Utrecht bij besluit van 13 Juli 1912
hun goedkeuring aan dit besluit hebben
onthouden
dat dit besluit van de Gedeputeerde Staten
ig vooraf gegaan door een briefwisseling
tusschen dit college en Burgemeester en
Wethouders van Amersfoort, waarvan dc
Gemeenteraad zich veroorlooft hierbij afschrif
ten of uittreksels over te leggen
dat aanvankelijk bij het vaststellen der
Begrooting, dienst 1911,09 1 November 1910,
onder volgnummer 147 der uitgaven «Kosten
van bruggen*, o a. een bedrag van f1500
geraamd is voor do herstelling van de vleu-
gelmuren der Arnhemschepoortbrug
deze herstolling in 1911 niet heeft
plaats gehad, aangezien plannen aanhangig
waren voor een verbreeding van de bestaande
brug, in welk geval de herstelling van de
vleugelmuren achterwege kon blijven
dat de Gemeenteraad op 20 Februari 1912
besloot tot verbreeding van die brug en tot
het aanleggen van eenige daarmede in ver
band staande werken, waarvan de totale uit
gaven geraamd werden op f7150;
dat de Gemeenteraad het een cisch van 1
voorzichtig geldelijk beheer oordeelde, de
oorspronkelijk voor de vernieuwing der
vleugelmuren in 1911 bestemde f1500
welk werk immers uitgespaard werd door
de voorgenomen verbreeding te bestem
men tot gedeeltelijke betaling van het zoo
veel duurdere werk
dat dit werk in 1912 zou worden uitge
voerd en derhalve op de Begrooting voor
dit dienstjaar de noodige gelden, zoowel in
uitgaaf als in ontvangst, moesten worden
aangewezen
dat dus het op den dienst 1911 bespaarde
bedrag ad f1500 ter beschikking van den
dienst 1912 moest worden gebracht;
dat hiertoe, zooals reeds uit den aanhef
dezes is gebleken, het genoemde bedrag bij
Raadsbesluit van 20 Februari 1912, no 68",
als batig saldo voor den dienst 1911 werd
geraamd en dat vervolgens bij Raadsbesluit
van 20 Februari 1912, no. 68*. beschikt
werd over dit saldo en een artikel onderdo
ontvangsten op de Begrooting 1912 werd
gebracht luidende«Volnummer 68bge
deelte van het vermoedelijk batig saldo der
rekening over 1911, bestemd voor verbree
ding der brug over de beek nabij de Arn-
hemschestraat enz., f11500.*;
dat dit laatste besluit (no. 684) door dc
Gedeputeerde Staten van Utrecht is goed
gekeurd bij besluit van 22 April 1912, doch
dat het besluit no. 683 niet is goedgekeurd
op grond van de volgende overweging:
«Overwegende, dat door voormeld Raads
besluit het noodzakelijk evenwicht tusschen
ontvangsten en uitgaven der Begrooting 1911
zou verbroken worden, hetgeen hun college
niet toelaatbaar acht*
dat naar het oordeel van den Gemeente
raad door voormeld Raadsbesluit in geen
enkel opzicht het noodzakelijk evenwicht
tusachen ontvangsten en uitgaven der Bo-
grooting voor 19:1 zal worden verbroken;
I dat immers op 20 Februari 1912 vaststond,
dat een saldo van f 1300, ten gevolge van
de niet-uitvoering van de vernieuwing der
vleugelmuren, op den dienst 1911 bespaard
was en dat een voorzichtig financieel beheer
vorderde, dit bedrag over te brengen naar
het dienstjaar 1912 ten einde als gedeelte
lijke ontvangpost te kunnen dienen tegen
over dc uitgaaf van het in 1912 aan die
brug uit te voeren werk
dat op 20 Februari 1912 er geen sprake
van kon zijn óf de ontvangsten over 1911
op f 1500 lager te ramen (schrijven van
(iedeputeerde Staten van 13 Maart 1912)
óf het art. voor onvoorziene uitgaven met
f 1500 te verhoogen (gelijk Gedeputeerde
Staten in hun schrijven van 22 April 1912,
In overweging geven) óf het besluit van 20
Februari 1912, no 68*. in te trekken (schrijven
van Gedeputeerde Staten van 22 April 1912)
aangezien afgescheiden van andere be
zwaren daarmede allerminst de zekerheid
zou zijn verkregen, dat het bedrag van
f 1500 inderdaad voor den dienst van 1911
beschikbaar zou zijn
dat er afgezien van andere bezwaren
evenmin voor den Gemeenteraad sprake van
kan zijn, op de wijze, ala Gedeputeerde Staten
in hun schrijven van 24 Juni 1912 voorstellen,
deze zaak te regelen, omdat dit schrijven,
beoogende wijzigingen in de Begrooting voor
1911 te brengen, ontvangen is op 3 Juli
1912, en volgens de «Voorschriften, be
treffende dc inrichting der Begrooting van
inkomsten cn uitgaven van de Gemeenten
in de Provincie Utrecht* de Begrooting wordt
gesloten op den iaatsten Juni van het jaar,
volgende op dat, waartoe zij betrekking
heeft en daarna geen ontvangst of uitgaaf
meer daarop wordt toegelaten
dat Gedeputeerde Staten wel goedgekeurd
hebben het besluit van 20 Februari, no 684,
waarbij op de Begrooting voor 1912 een
artikel gebracht werd«Gedeelte van het
vermoedelijk batig saido der rekening over
1911, enz.*
dat echter voor het brengen op de Be
grooting 1912 van dit artikel, het naar 's
Raads oordeel onvermijdelijk is, dat de Be
grooting voor 1911 een even groot vermoe-
delijk saldo aanwijst, zoodat voor intrekking
van het besluit van 20 Februari no 68''
geen reden was (schrijven van Gedeputeerde
Staten van 22 April 1912);
dat Gedeputeerde Staten het in 't alge
meen niet ongeoorloofd achten, een voor-
deelig saldo op een Begrooting te ramen,
aangezien het voor de Begrooting vastge
stelde model voor de Gemeenten in de fto-
vlncic Utrecht een rubriek voor een batig-
dan wel een nadcelig saldo bevat;
dat Gedeputeerde Staten echter niet aan-
toonen, waarom in het onderhavige geval
niet van het vastgestelde model gebruik ge
maakt mag worden
dat, integendeel, in casu, naar 's Raads
oordeel, alle redenen aanwezig waren tot
het ramen van een batig saldo, aangezien
immers de zekerheid bestond, dat het saldo
verkregen was en een voorzichtig financieel
beheer eischte, dit saldo voor den dienst
1912 to bestemmen
dat de Gemeenteraad, op grond van het
bovenstaande, voorziening vraagt tegen het
genoemde besluit van dc Gedeputeerde Sta
ten van Utrecht van 15 Juli 1912
dat de Gemeenteraad voorts nog eerbiedig
het volgende onder de aandacht van Uwe
Majesteit brengt
dat het nict-goedgekeurde Raadsbesluit is
vastgesteld op 20 Februari 1912, en aan de
Gedeputeerde Staten van Utrecht is verzon
den op 22 Februari 1912
dat de Gedeputeerde Staten hun afwijzende
beschikking van 15 Juli 1912 verzonden heb
ben op 19 Juli 1912 en deze ter Secretarie
is ontvangen op 20 Juli 1912;
dat de Gedeputeerde Staten derhalve hun
afwijzende beschikking niet genomen hebben
binnen dertig dagen na den dag, waarop het
besluit hun is aangeboden
dat evenmin binnen den in art. 196 der
Gemeentewet gestelden termijn een bericht.