Dinsdag 10 September 1912. Roina Cacao, No. 8157. 61e Jaargang. KOSTELOOS. DE VOLKSDRANK Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Aniersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff" HOOFDREDACTEUR F. J. 7RSDZHZZ! AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f i.— franco per postƒ1.15. Advertentien 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings- advertentiön per regel 15 cent Reclames 15 regels f 1.25. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU KORTEGRACHT 9. Postbus 9. Telefoon 19. Wie zicli met ingang van 1 October doet in schrijven als abonné, ontvangt de tot dien datum verschijnende nummers Local opt ion. In de 39ste Algemcene vergadering van den Volksbond tegen drankmisbruik, verle den Donderdag te Apeldoorn gehouden, is onder meer ter sprake gekomen de quaestie der local option. De Voorzitter, mr. dr. H. F. Snijder van Wissenkerke, Raad-adviseur van het Depar tement van Justitie, legde in zijn openings rede vooral den nadruk op de taak van de beide sinds de vorige vergadering ingestelde commissiondie voor het onderzoek van de mogelijkheid en de wenschelijkheid van in voering van »local option* en die voor het onderzoek naar de geldelijke uitkomsten van de in ïyio gehouden nationale huisvlijtten- toonstelling, Ten opzichte van local option* zeide de Voorzitter o.a., dat hierbij rekening gehouden moet worden met de eischen, welke een wetenschappelijke behandeling van het "on derwerp stelt. Immers, waar de local option* een beslissing in zake wetgeving en vrijheid van beroep zou leggen in handen van de gezamenlijke burgers, met voorbijgaan van de bij onze hoogste Staatswet gestelde mach ten, moet de vraag betreffende de mogelijk heid getoetst worden aan de Grondwet. Ernstige overweging vordert naar spr. meening voorts het al dan niet geoorloofde van het op die wijze ontzetten van duizen den uit hun bedrijf, niet tijdelijk (als straf wegens vergrijp tegen de wet en door den rechter uitgesproken) maar voorgoed en zonder dat zij iets misdeden. Wordt dit oirbaar geacht maar dan ook alleen tegen schadevergoeding dan zou Staat of Gemeente verplicht worden tot zeer aanzienlijke uitkeeringen. waarvoor de gel den vooraf dienen aangewezen. Spr. betoogde hoezeer in elk geval bij een eventueele Drankwetsherziening alleszins nauwgezette overweging verdienen zoowel het local option «-stelsel als een verbeterd Gothenburger-stelsel en tevens andere wijzi gingen, als bijvoorbeeld die, door de vergun ninghouders voorgesteld, al zijn daarbij minder hoofdbeginselen der wet betrokken. Inderdaad. Er is hier en daar in den lande reeds stemming gemaakt voor »local option* de w e n s c h e 1 ij k h e i d is al meermalen betuigd doch de m o g e 1 ij k h e i d Er zijn ook referendum's gehouden wie niet al te vreemd is in deze dingen, weet, dat het evenmin een heksentoer is om een groot aantal handteekeningen te krijgen vóór afschaffing, als dat het een duizondkunst is om er een minstens even groot aantal tegen te verzamelen maar het wil ons toch voorkomen, dat de quaestie der local option toch nog niet is bezien in het licht, waarin mr. dr. Snijder van Wissen kerke haar thans heeft gesteld. Goede wil. »Niets is cr ter wereld te denken moge lijk, dat zonder voorbehoud voor goed kan worden gehouden, dan alleen een goede wil; niet door hetgeen deze bewerkt of uitricht, niet door zijn deugdelijkheid tot het be reiken van een doel, maar enkel en alleen door het willen. Dus in zichzélf reeds, is de goede wil goed, en als zoodanig, op zichzélf beschouwd, buiten vergelijking hooger te schatten, dan al hetgeen door hem zou kunnen worden tot stand gebracht. Mocht ook, door een bijzondere ongunst der omstandigheden, of door de gebrekkige uitrusting eener stief moederlijke natuur, dezen wil geheel het vermogen ontbreken om zijn oogmerk te bereiken, mochc ook bij zijn grootste inspan ning niets door hem worden uitgericht en slechts de goede wil wel te verstaan niet slechts als bloote wensch, maar als de aan wending van alle in ons vermogen staande middelen overig blijven, dan zou hij als een juweel toch voor zichzélf schitteren, als iets, dat zijn volle waarde heeft in zichzél- m«. Bij het lezen en overdenken van deze uit spraak van Kant (Grundlegung zur Meta- physik der Sitten) hebben we terdege acht te slaan op óen punt. Immers Kant lascht nadrukkelijk in, dat onder den goeden w i 1 niet is te verstaan de bloote wensch ten goede, maar dat daarbij moet inbegrepen zijn en daarmede moet gepaard gaan de aanwending van alle in ons vermogen staande middelen. Het is dus niet voldoende, dat we in een gemakkelijken stoel bij den haard schuiven en bij het koesteren onzer ledematen ook de allerbeste wenschen vormen voor het welzijn van onze medemenschen of het tot stand komen van verbeteringen. Zoo goedkoop en gemakkelijk wordt de deugd niet gemaakt. We moeten ook in onze beurs tasten, of onze handen uitsteken, of onze hersens in spannen, kortom, de in ons vermogen staande middelen moeten we aanwenden om het,ten goede gevvenschte te verwezenlijken. Eerst met dien verstande, en niet zónder dit, is onze goede wil iets absoluut goeds, iets goeds op zichzélf, geheel afgezien van het al dan niet slagen, van de vraag of we ons oogmerk al dan niet bereiken. De wereld oordeelt anders. Zij laat ge woonlijk de diepte, het wezen der dingen, over aan de wijsgeeren en beoordc't alles slechts naar hetgeen zij er van grijpen en eten, cr van boeken en kapitaliseeren kan. Zij zegtde uitslag (namelijk het slagen) kroont bet werkmaar niet altijd vraagt zij daarbij even nauwgezetwélk werk, wat voor een werk En daarop toch juist komt het aan. Immers, een werk kan slecht zijn en dan kroont het slagen er van iets slechts. Daarentegen, gelijk er goede menschen ongekroond over deze aarde wandelen, zoo kunnen ook werken de kroon van het succes missen en niettemin goed zijn goed in en door zichzelven, door den goeden wil, die er toe de lendenen omgor den deed. Met hoe geringe moeite ook wordt menig succes behaald! Welke groote moeite had de dobbelaar, wien de fortuin toelacht en die met een paar gewaagde worpen een half millioen binnenhaalt? Of de ontginner, die bij een eerste boring reeds een goud- kwartsader blootlegt? Of de veroveraar, die met een enkelen gewonnen veldslag een nabuur onderwerpt en een land bij zijn Staten inlijft? E11 aan den anderen kant, hoe vaak ziet men de zwaarste inspanning, een vruchteloos zich afsloven, de taaiste volharding, halver wege in zand blijven steken, of verzinken in moerasHoeveel zorgen en dulden en lijden, van Barents tot onze dagen in de arctische wildernissen van ijs en nacht, om een doortocht te vinden, een toppunt te be reiken onbeloond altoos, hoewel niet ver loren, en eindelijk bereikt. En dan de tragedie van zoo menig genie, dat, na jaren van peinzen en beproeven, op het punt stond tot een machtige, wereldher- vormende uitvinding te komen, maar het laatste lid niet treffen kon en in het graf zonk, teleurgesteld en naamloos waarna een ander kwam en zijn vinding opvatte, het laatste lid er toe aanbracht en nu strijken ging met succes én roem én goud. Voorwaar, indien slechts de uitslag gold, 1 het slagen, dan zou elke fortuinlijke speen- VAN HOUTEN'S - $£*•*--- bij uitnemendheid. GOED GQ GOEDKOOP. VOEDEND en GEMAKKELIJK 5S* VERTEERBAAR. 1 Kg. 1.50 - 0.80 Vil Kg. 0.421 VlO.. .-0.18 lant op de Beurs een hoogere eerezuil ver dienen dan een John Franklin Maar zóo is het niet in den grond der zaak, al moge het in de oogen der wereld 7.00 schijnen. Het werk, het streven, alleen en op zichzelf, is méér dan het succes en zijn kronen. Dit laatste kan, om nog eens met Kant te spreken, slechts het beslag zijn, de montuur, in welke het flonkerend juweel van den goeden wil gevat wordt tot betere hanteering. Hoe lieflijk is de goede wil van een kind- De trippelende voetjes reppen zich om voor moeder iets aan te dragen, dat voor de handjes schier te zwaar isde lipjes zijn opeengeklemd van zelfbewustzijn, de oogjes glinsteren van voldoening. Zal de gewaagde onderneming gelukkenOf zal er een strui kelen zijn en een vallen een deerlijk mis geval, met groot verdriet en bittere tranen over de machteloosheid van een pogen, dat toch zoo braaf en zoo dapper was, zoo goed gewild Hoe aandoenlijk is de goede wil der ouden van dagen. Zie daar die oude vrouw, die grootmoeder, die zoo gaarne nog helpen zou bij het ziekbed van een wezen, dat haar dier baar is. Haar oogen trachten nog te waken, haar vingers nog te verplegen, haar lippen nog te vertroosten, nog raad te geven. Of de ingevallen mond slechts stamelen kan, of. de bevende ha.tden verkeerd staan en werkloos in den schoot moeten zinken, of de doffe oogen zich luiken van vermoeidheid wac maakt het uit, terwijl de wil er is, de goede, die ten slotte niet anders zich kan uiten dan in een stil gebed In den goeden wil is de sterkte der zwak ken. De sterkte der sterken is in de daad, Maar de daad is niet altijd goed, noch ten goede. De goede wil echter is altijd goed, óok waar hij niet mocht slagen. Want ook daar nog is hij als de traan, die voor de Peri de poort van het Paradijs ontsluiten deed. Bedenken we dit - de vader in zijn huis gezin, de meester in zijn werkplaats, de leeraar in zijn school dan zal deze gedachte ons veel met andere oogen doen beschouwen. Zij zal ons stemmen tot meer zachtmoedigheid en inschikkelijkheid, tot moer rechtvaardig heid en waardeering, tot fijnere teederheid cn warmere goedheid jegens de kleinen, de gebrekkigen, de minder begaafden om ons heen, wier kunnen gering, maar wier willen toch goed is. Want het groote kunnen is uit de kracht van geest of van lichaam, maar het goede willen is uit den adel der ziel. Qualiteiten. Het is reeds lang geleden, dat de jongen naar school ging in een buis, gemaakt van vaders jas, die reeds als Zondagsjas dienst deed voor grootvader en als trouwjas werd ingewijd door overgrootvader. Een »Ia- kensche* jas, die 't cenige achtereenvolgende geslachten uithoudt, bestaat niet meer; de toepassing der chemie en de zucht om voor een koopje zich zoo modieus mogelijk te kleeden, hebben zóo de klad gebracht in de vervaardiging der grondstoffen, dat »een stuk goed als een plank* niet meer wordt gefabriceerd. Daarin schijnt thans kentering te komen. Althans in »De Manufacturier* lezen we De qualiteiten worden voortdurend slech ter dit is een niet te ontkennen feit en bevat tevens een ernstige waarschuwing voor den winkelier op elk gebied van het textiele vak. De scherpe concurrentie dwingt tot re clame en deze tracht men te maken door de stoffen 7.00 goedkoop mogelijk te verkoo- pen en aan de toenemende vraag naar goedkoop* tot het uiterste te voldoen, ten koste van de qualiceit. Het hedendaagsch publiek hecht veel aan het uiterlijk aanzien der artikelen en een daarmede overeenko- menden lagen prijs. De innerlijke waarde wordt voorbijgezien. Men hecht, om met de mode te kunnen meedoen, zelfs bij de inrichting van zijn woning, in de meeste gevallen lang niet meer zooals vroeger, waarde aan soliditeit en langen duur, maar tracht met zoo weinig mogqlijk kosten een modern ingerichte wo ning te bezitten. En buitengewoon treurig is het gesteld met de kleedingindustrie ten op zichte van de qualiteitswaarde. Hier regeert de mode meer dan op elk ander gebied en het model overhecrscht het begrip qualiteit. De korte tijd, gedurende welken een groot deel der kleedingstoffen gedragen wordt, om door weder moderner modellen te worden vervangen, noodzaakt den grooten kring der afnemers, niet de dure betere qualiteiten, doch middelsoort cn mindere qualiteiten te vragen, die voldoend soliede zijn voor den korten tijd, dien ze behoeven te dienen. Zeer juist wordt hier de dolle jacht naar de nieuw ste mode als de factor beschouwd, waaraan de achteruitgang der qualiteiten hoofdzakelijk te wijten is. Alvorens hierover echter nader uit te weiden, wijzen we nadrukkelijk op de vraag, hoe het komt, dat we te gelijker tijd en naast dezen achteruitgang der qualiteiten een be weging waarnemen vóór de verbetering der qualiteiten; dat wij een »qualiteits-beweging« hebben, die zelfs een zóo grooten omvang heeft aangenomen, dat wij van alle kanten, in kunstambacht en industrie, in nijveheid en handel, op de slagwoorden >qualiteits-verbe- tering* en >qualiteits-waarde« stooten. Maar aan den eenen kant is het werk, dat deze qualiteits-beweging in het leven roept, niet in alle deelen duidelijk en gron dig en ten tweede werkt zij voor een goed deel in een geheel verkeerde, ja men kan zeggen, in een tegenovergestelde richting,

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1912 | | pagina 1