0®O©
Nationale Vereeniging
tot steun aan miliciens.
©00©
ALGEMEENE
FROU-FROU
Nationale Credietbank, Arnhem.
DE HUISHOUDGIDS
Alléén
SINGER
SINGER-MAATSCHAPPIJ,
Stoomwasscherij W. G. BURGER,
Mocca Tric-Trac
VETTER&C®
Feuilleton.
Zijn plicht.
Afdeeling Amersfoort en omstreken.
Werkgevers, die betrouwbare
werkkrachten noodig hebben, en Miliciens,
die naar werkzaamheden uitzien, worden
verzocht zich te wenden tot liet Secreta
riaat dor afdeeling, Schimmelpenninck-
straat 41, te Amersfoort.
N.B. Alléén die miliciens, waarvan de
dienstrapporten, opgevraagd bij
hunne laatst commandeerond
officieron gunstig luiden, komen
in aanmerking voor steun door
do vereeniging.
Maatschappij van
Levensverzekering
en Lijlrenle
TE AMSTERDAM, DAMRAK 74.
Directeuren i
E. W. SCOTT, J. F. L. BLANKENBERG en Mr. d. VAN SCHEVICHAVEN.
Verzekerd Bedr.g: ruim200 IWilllOen O lilden
waaronder Verzekerd Kapitaal 169 i ii
en verzekerde Rente3'/4 n
Waarborgen60
Aan verzekerden betaald 60
Ontvangaten in 191110 «i
Hoofdinspecteur voor Nederland t
KA. ADAMA VAN SCHELTEMA, NIc. Maeeetraat 51, AMSTERDAM.
Inepecteur voor^trechtWeePde|nge| q.Z. 65ble, UTRECHT.
met de „LINDEBOOM"
is de ECHTE.
Wacht u voor NAMAAK.
Firma Wed. B. van
Geplaatst Maatschappelijk Kapitaal f 1000 000.—
Belegde Beserven f 84077.73
Uitgifte van 5 pCt. rentende Otollsatlën,
in stukken van f 1000 en f 500, tot den koers van 101 pCt.
Verkrijgbaar te Amersfoort bij: Amer.sfoortseli Wissel- en Effectenkantoor. Kortegracht
ii, en verder bij alle Commissionairs in Effecten.
Gouden Medaille, Gent 190S.
Onder redactie van mejuffrouw N. CARIOT, I.eerares in Koken en Voedingsleer
te ZWOLLE.
Dit tijdschrift verschijnt eiken Zaterdag.
Proefnummers gratis en franco verkrijgbaar bij iederen Boekhandelaar en
aan het bureau van de »DE HUISHOUDGIDS*
Burgstraat 65, UTRECHT.
Onze machines behoeven
geen aanprijzing
in winkels met DIT uit
hangbord zijn de
Naaimachines
verkrijgbaar.
Amersfoort, Westsingel 40 lioek Varkensmarkt.
Wij verzoeken slechts
er op te letten, dat ze
aan het j nis te adres
gekocht worden.
AMERIKAANSOH SYSTEEM.
Wassehen geheel opgemaakt of droog toegeslagen.
GOEDE BEHANDELING. BILLIJKE PRIJZEN.
Goederen worden te Amersfoort 's Woensdags franco gehaald en gebracht.
W PROSPECTUS wordt op aanvrage gratis toegezonden.
met een overheerlijk
Moooa-aroma.
Biscuitfabriek „de Lindeboom".
Firma Wed. B. van
Distill. Wijnen. Likeuren.
Lieve Vrouwe-kerkhof, AMERSFOORT.
J. I). LA.MM ERTS van UB EREN,
Langestruat 108,
Veudu meester- Taxateur.
VERHUIZINGEN.
Goederen, voor publieken verkoop beulen»!, wor
den op verlangen dagelijks aan huis afgehaald.
§Bij den ondergeteekende verschijnt
iederen Woensdag ft?
Be Hollamlscho Lelie
t Weekblad voor jongedames
onder Hoofdredactie
§van <jg
Joukvr. ANNA de SAVORNIN LOKMAN.
«v De Hollandse he Lelie" is het eenige
"J* 1Veekblad in Nederland voordunies
M uit de hoogste en beschaafdste krin-
gen. Lel hierop voor uwe advertentie.
fg Prijs per jaarg. f 4, fr. p. p. f 4.20
proefnummer gratis.
Amsterdam. L. J. VEEN. j
Credi.t- vereeniging
Correspondentschap te Amersfoort.
mr. H. J. M. van den BERGH
WILHELMINASTRAAT 5.
to Amsterdam.
Zij stelt zich ton doel
het verleenen van Orodioten onder per
soonlijke of zakelijke zekerheid of in-hlanco
het incasseeren van handelspapier
het ontvangen van gelden déposito
rekening-courant.
Chocolade Mocca Stangen
Chocolade Walnoten
Chocolade Yliaders
ware DELICATESSEN.
Biscuitfabriek „de Lindeboom".
Firma Wed. B. van
LAMA1S0N BOUWER Co.
Kortegracht 22
naast het Postkantoor.
Belasten zich met
aan- en verkoop van
Effecten, Wissels en
Coupon s.
Sluiten prolongation
Safe-inrichting.
Achter het bnflet stond de nieuwe bediende,
wien de honger van de-laatste-maanden-zonder-
betrekking nog op het gelaat lag. Bij zag er
koud en angstig uit. Af en toe kwam de waard,
de handen op den gladden rug van zijn gekleede
jas, om te kijken of de glazen we 1 op de han
digste en voordeeligste wijze werden gevuld.
Frans deed zijn best. Den heelen middag
zagen zijn oogen niets dan schuim en bier, tot
er een uurtje pauze kwam. De waard zat toen
aan een kleine, ronde tafel dicht bij de deur
te eten. Frans spoelde de glazen en maakte
grappen met den zoon van den waard. Bet waren
oude, flauwe aardigheden, maar de jongen ge
noot. De knaap zat met zijn groote, droomerige
oogen in het kleine bullet en keek onafgebroken
naar de beide roode handen van den bediende.
„Walgelijk", dacht bij steeds, „walgelijk, zoo
in het bierwater te moeten plassen". En hij
klemde de magere jongensviDgers ineen.
Vier weken achtereen had hij daar in het
buffet moeten staan, van half twee af; op een
holletje was hij dan van het gymnasium geko
men, had de boeken gauw boven op een tafel
gegooid en was dan weer naar beneden gedraafd.
En dan was het inschenkenal maar door
inschenken.
Soms stonden de in hot wit gekleede kellners
als een witte muur vóór het buffet. De vader
kwam en schold den joDgen uit, die in de war
raakte en beefde. Een meetkunde-sora scheen
hem dan aan te grijnzen.
Als het donker werd, ging hij weer naar boven
viel op de canapé en sliep een uurtje, tot het
gekraai van zyn kleinste zusje hem wekte. Baas-
lig werd daarna het schoolwerk afgeraffeld en
eindelijk de atlas opengeslagen. Dat was zijn
uitspanning de landen en de zeeën. Dolf zat
met brandende oogen voor het kaartenboek en
reisde de wereld rond.
Eens overrompelde zijn vader hem, toen hij
over Australië gebogen zat en de gloed van het
verlangen uit zijn oogen straalde.
„Niet wijs", sprak de vader en borg den atlas
achter slot.
Dolf's onderlip krulde.
„Ik heb dien atlas noodig", zei hij tegen zijn
moeder en keek haar smeekend in de altijd-
rnoeë oogen. Zij had het witte schort nog voor
en was nu voor het eerst uit de keuken geko
men. Zwijgend staarde zij haar jongen aan.
„Ja, je hebt dien atlan noodig", zeide ze en
gaf het hoek terug.
Eindelijk kwam de nieuwe buffetbediende.
Nu zat Dolf vaak, half nieuwsgierig,'s middags
in het buffet en oogde de kellners na, zag zjjn
vader met altijd het zelfde gezicht, met altijd
het zelfde lachje, dat nan den vroegeren kell-
nerstijd herinnerde. Af en toe hoorde hij luid
en zenuwachtig de stem van zijn moeder in de
keuken.
En de menschen, die binnen kwamen, leken
hem hongerige dieren, die zich gretig op de
krachten van de kellners, van vader en moeder
stortten, en verzadigd weer naar buiten gingen.
Zij echter bleven de gevangenen. De moeder
versleet haar leven in de keuken-atmosfeer, de
vader versleet zijn kracht in de bier-en sigaren-
lucht, de kellners hingen met slappe schouders
in hun witte bui/en.
Bet bedrijf leek hem afschuwelijk.
Bij herinnerde zich niet, ooit gehoord te
hebben, dat zijn ouders eens giDgen wandelen.
En de kin'deren werden slechts door vreemden
opgepast. lievig medelijden met zijn ouders
kwam er in hem op. Met het fanatisme van
een opoiferingegezinden jongeling wierp hij zich
op zijn schoolwerk. Slechts éen wensen had hij
sedert dien tijd iets te worden en zijn ouders
van het juk te bevrijden. De groote atlas kreeg
een plaatsje op de kast, buiten het bereik. Door
eerzucht gedreven, werkte hij als een paard.
Zijn eind-examen was uitnemend.
„Studeeren", zei de rector.
„Neen", zei de vader.
Voor het eerst merkte hij, dat zijn vader het
hoofd er voor houden kon, als hij wilde. Bet
medelijden verdween even plotseling als het
gekomen was en trots kwam er voor in de
pluats. Bij zocht zijn vader op, die in het buf
fet stond en in éen teug een glas bier ledigde,
zoodat het schuim hem in de slordige snor
hing; zijn hand beefde; hij foeterde de kell
ners uit en twistte met den buffetbediende.
„En vroeg Dolf zijn vader.
„Je kunt den eersten van de volgende maand
hierover hij Westerhoven Co. komendie
willen iemand voor den inkoop opleiden. Stu
deeren, lijkt me niets voor je, jongen. De firma
doet in zijde, weefsels, kantwerk, koopt in Grie
kenland, Turkije en Italië. Je zult later kunnen
reizen, jongen".
Toen gingen ze naar boven. Moeder kwam
ook en een kellner moest wijn brengen. Dolf
zag, dat vader het goed meende, opgeruimd en
tevreden was. Zijn toekomstig beroep stond hem
niet heel duidelijk voor den geest, maar
dat reizen 1
En 's avonds kreeg hij den grooten atlas. Zijn
moeder kon niet nalaten hein te streelen en
teeder „mijn jongen" te zeggen.
De dagen gingen elkaar voorbij en geleken
op elkander. Als een onafzienbare rij soldaten
schenen ze in het gelid te staan. Dolf leerde de
waarde van de goederen schatten, waarin de
firma deed. Als hij bij den chef geroepen, zag
hij langs diens lessenaar op den hoek van de
straat het schild „De vergulde ruiter". Bet schild
was opgeknapt, de letters schreeuwden in brutale
kleuren, het vergulde paard schitterde, bewees,
dat het niet allemaal goud is wat er blinkt.
Dolf ging niet graag naar het bureau van den
chef.
Weldra zou hij met den heer Westerlioven op
reis gaan voor t eerst. Naast den dikken heer
stond bij op het perron en drukte zijn moeder
de hand.
„Mijnheer Westerhoven", zei de moeder, „mijn
zoon is nog zeer jong
De heer Westerhoven glimlachte. „Ik begrijp
u. Mijn jongen is everl oud en ik ben altijd een
goed vader geweest".
Dit te hooren, deed haar goed,
Eerst was Dolf overweldigd door de schoon
heid der wereld, waarnaar hij zoozeer verlangd
had. Bij gevoelde zich heen en weer geworpen
door vreemde menschen en vreemde talen, van
grens tot grens gesleept. Bij prentte de verschei
denheid van beelden in zijn geheugen, tot hem
's avonds de oogen dicht vielen. Als een kind
sliep hij.
De heer Weslerhoven was over hein tevreden.
Ladgzaam liet deze hem weer tot zichzelf komen
en rangschikte vaardig de nieuwe indrukken in
de jonge hersenen. Hij hield hem voor, beleefd,
maar tegelijk onverschillig en bedaard te zjjn en
maakte hem opmerkzaam op de zwakke zijden
der verkoopers.
Dolf toonde zich leergierig. Sinds een week
waren ze te Venetië. Bij was overgelukkig, 't
Vaderland lag elders, stil, somber bleek hier
was leven, beweging, schoonheid. Bij dronk hel
leven uit gouden bekers en voelde zijn jeugd
omhoog parelen. Rijk wilde hij zijn en machtig,
en de ouders zouden het dan goed en rustig
hebben, omdat hij, Dolf, hun zoon was. Groote
plannen kwamen in hem op, die hem opgewonden
maakten. 'J'oen kwam het telegram, lakoniek
wreed „Vader ziek dadeljjk overkomen".
Bet was een dag vóór de begrafenis. In de
verte wenkte „De vergulde ruiter" hem een
welkom toe. Hij kroop ineen. Moeder weende
niet de kleintjes stonden in zwarte kleertjes
naast haar. 's Avonds zat hij boven, het hoofd
in de handen. Nog klonken de bestellingen der
kellners van beneden in zijp. oor en het was of
er hamerslagen op zijn ziel vielen. Moeder was
in de keuken, had het witte schort reeds weer
voor; zijn zusjes vergeleken de zwarte haarlinten,
kibbelden over de langste.
Terwijl hij nog bier en spijs meende te ruiken,
zag hij de zon op Athene's muren gloeien, hoorde
hij het geluid der gondolieri onder Venetie's
bruggebogen.
Ken poosje slond moeder naast hem, eer ze
haar hand op zijn schouder lei. Zwijgend bleven
ze samen. Toen gingen ze naar de sterfkamer,
waar vader in de kist lag. Scherp waren de jaren
in het gelaat van den doode gegrift. En de jon
geling vroeg zich weer af: „Wat nu?" Moeder
stond aan het voeteneinde van de kist, in de
oogen een stomme smeekbede. De kleintjes
drongen zich om den „grooten broer" en keken
hem aan.
Dolf vouwde de handen en opende ze weer.
■Sprakeloos. Toen keek hij toevallig naar de kast.
De atlas lag er boven op. De telefoonbel ging.
Even wachtte Dolf; toen schoof hij zijn moeder
zachtjes van het toestel weg: „Neen ik". Bij
nam den hoorn, sprak en hing hem weer aan
het toestel.
Daarna ging hij vastberaden naar liet lokaal
heneden: hij, de nieuwe waard van het café „De
vergulde ruiter".