Blooker Let op den naam een waarborg voor de kwaliteit! De Ma-feesten. Nationale Credietbank, Arnhem. TELEGRAMMEN. f IOO OOO. VfiTTElt&C* Feuilleton. Gedetacheerd. ENGELBERTS, VON GLAHN SLIGCHEB. COMMISSIONNAIRS IN EFFEOTEN EN KASSIERS. AMSTERDAM. AMERSFOORT. Beheerder v«n het Bijkantoor te Amersfoort: J. CATTZS, Plantsoen 12, In te re. Tel. 188. S A F E-D E P O S I T. Nieuwste constructie. Fabrikaat „Lipa". Brand- en Inhraakvrij. LOKETTEN TE HUUR ran «7.50 per jaar af, 12.— per maand, enz., desgewenscht met geheime gecombineerde sluiting. Afiondsrtyke knipfcanier len behoeve der clientèle beschikbaar. Geplaatst Maatschappelijk Kapitaal f 1000000.— Ilelegdo Reserve»84077.73 Uitgifte van 5 pCt. rentend© Otoligatiön, in stukken van f 1000 en f500, tot den koers van 101 pCt Verkrijgbaar te Amersfoort bij: Ainersfoortscli Wissel- en Effectenkantoor, Kortegracht ii, en verder bij alle Commissionairs in Effecten. V iotor ia w ater natuurlijk mineraalwater uit de bron te OBERLAHNSTEIN wordt als vzeer voordeelig voor huishoudelijk gebruik aanbevolen, in heele fles- schen met schroefsluiting (een I.iter inhoud), waardoor een glas natuurlijk VIC- T0RIAWATER slechts 5 cent kost. Verkrijgbaar te Amersioort bij F. W. VAN der WILDE, Stovestraat 12. M. P. KARSD0RP, Van Woustraat 36, AMSTERDAM Tijdgeestpolis No. 13475. W. SCHAPRAAI), Weerd 2, LEEUWARDEN. Tijdgeestpolis No. 18475. J. H. VAN ALPHEN, BEIISICHEM. Tijdgeestbriefje No. 13475. D. EENHOORN, Tijdgeestbriefje No. 13475. WORM ER. C. VAN SANTEN, ST0MPW1JK. Tijdgeestbriefje No. 13475. D. GAZAN, Oude Gracht 148 W.Z., UTRECHT. Tijdgeestbriefje No. 13475. W. 0. M. HECK, Voorstraat 237, DORDRECHT. Tijdgeestbriefje No. 13475. Gelden verzonden. N. V. „DE TIJDGEEST". Credlet- vereealgiag Correspondentschap te Amersfoort. uir. H. J. M. ran deu BF.RUH wilhelmina8traat 5. te Amsterdam. Zij stelt zich ten doel het verleenen van Credioten onder per soonlijke of zakelijke zekerheid of in-blanco het incasseeren van handelspapier het ontvangen van gelden déposito rekening-courant. LAMAISON BOUWER Co. Kortegracht 22 naast het Postkantoor. Belasten zich met aan- en verkoop van Effecten, Wissels en Coupons. Sluiten prolongatie» Safe-inrichting. Kassa vnn 9 lot 4 unr. Distill. Wijnen. Likeuren. Lieve VrOHwe-keikhor, AMERSFOORT. Wederopening Zaterdag 21 Sept. HALF selit. Doorloopeud programma. Er wor den 2 vooratelllugen gegeven de 2e voorstelling vang! aan 1e 9 en ein dig! om lO'/t uur. PROGRAMMA 1. Palermo en omstreken. 2. Robinet's inkomen. 3. Door het slagbalspel gedood. 4. Ondeugende jongens. 3. Het geheim van Emma. 6. De fluit v. d. slangenbezweerder 7. 'n Waarschuwing door 't voor gevoel. Ton slotte, als extra nummer, 2.) „Dat zou beat kunnen" lachte de kolonel „maar toch houd ik het er voor, dat zij 't op deu duur beat mot elkaar zullen kunnen vinden. De hoofdzaak in, dat Eschbom h<er wat leert en dat doet hy zeker by Pistorius die niet alleen de beete kapitein van mijn regiment, maar van de beele divisie is. Maar toch zou ik zijn ge zicht wel eens willen sien als Eschbom zich bij hem meldt. „Er is nog een andere reden, dat ik mij ver beug over zijn komst." Verwonderd keek de adjudant den kolonel aanbij herkende zijn chef niet, z6o vroolijk, bijna uitgelaten was deze in den laataten tijd. Hij was er overigens wel aan gewend, dat het humeur van den kolonel nogal wisselend was. Als bijna alle officieren was de kolonel in den laatsten tijd door den drukken dienst, de tal- looze inspecties, het groot aantal bezoeken van generaals en wat dies meer zij meer dan nerveus geworden en leefde dan ook bestendig in grooten vreeze, zijn pensioen thuis te krijgen. Er waren dagen, waarop niet met hem te praten viel, waarop alles even grauw voor hem was. Dan kwam een zenuwachtige dienstijver over hem bij alarmeerde dan zijn regiment of liet bet uren achtereen exerceereu en wist dan van geen medelijden of erbarmen. Hy streed dan om zoo te zeggen om zijn bestaan en drilde dan zijn regiment opdat het, als er onverwacht wear een generaal kwam, een goed figuur zou maken en hijzelf zou zijn gered. Maar ook kwamen er dagen van zenuwuitput ting, waarin alles hem volmaakt onverschillig was. Dan zeide hij tot zichzelven„Wat helpt het je of je die arme kerels op het exercitie-terrein van het eene eind naar het andere laat loopen ze laten je toch kool planten". Dan liet hij alles over zijn kant gaan. Of er kwamen tijden waarin hij niets deed dan lachen en gekscheren en waarop hij lot zichzelven zei,,'t Is toch dwaasheid, dat pen- sionneerenje weet zelf wel beter, dat de chefs er niet eens over denken". Dan was hij vroolijk en alles rond zich zog bij in 't mooiste rose licht. Z60 was hij nooit twee dagen achtereen de zelfde en daarom wns het voor zijn officieren steeds hoogst moeilijk met hem uit te komen, want niemand wist, als de kolonel zich 's och tends liet zien, hoe hij gemutst was. 't Moeilijkst was 't natuurlyk voor den regi- ments.adjudant en meer dan eens had deze er met zijn vrouw reeds over gesproken, maar weer adjudant-af te willen worden maar zijn plichts gevoel deed hem telkens toch weer blijven, en vooral zeker medelijden met den toch in den grond zijns harten goeden man, die ontzaglijk leed door deze zenuwachtigheid. Hoezeer Muller ook gewend was aan de luimen van den kolonel, zóo vroolijk als vandaag had hij hem nog nooit gezien en het verwonderlijkste was, dat die goede bui gekomen was op 't eigen oogenblik waarop de manoeuvre-gast binnentrad. Zou de kolonel werkelijk zoo in zy» schik wezen omdat hij den huzaren-ollicier een week of wat onder zijn bevelen kreeg of was'tomdat hij den kapitein een kool had gestoofd De adjudant kon er geen touw aan vustknoo- pen en er nog minder uit wijs worden toen de kolonel hall hardop zeide: ,,'t Zal me benieuwen wat daarvan komt". Van het voorplein der kazerne klonk opeens een geweldig geraas en getier. „Aha" zeide de kolonel lachend „Eschbom stelt zich voor aan zijn kapitein". Hij ging naar het venster en keek naar het plein. Eschbom had zich juist gemeld; hij stond nog tegenover zijn nieuwen compagnies comman dant en deze, uen kort, dik manneke met een rood hoofd en geweldige knevels, ging te keer tegen zijn compagnie alsof deze louter uit moor denaars en brandstichters bestond. Een oogenblik luisterde de kolonel naar het spektakel en ging toen weer aan zijn werk. „Tk begrijp I'istorius toch niet. Hy is een beste, brave kerel, maar schijnt het mooi te vinden, zich zoo aan te stellen en den naam te willen hebben van den grootsten bulderbas van het regiment te zijn. We weten gelukkig, dat hij er niets van meent". „En zijn compagnie óok", zeide de adjudant, „zijn officieren en zijn kerels vliegen allen voor hem door een vuur". „Anders zou ik 't hem ook wel afleeren", ver volgde de kolonel muar dat kwam er toch vrij onzeker uit en de adjudant nam het dan ook niet in ernst op. Hij wist maar al te goed, dat de kolonel óok bang was voor den grooten mond van den kapitein, die er volstrekt geen been in zag om, als 't noodig was, ook tegen zijn meer deren op te spelen en om zijn zeldzame kunde bij hoogerhand zeer goed stond aangeschreven en wien dan ook een prachtige carrière wachtte. Nog eens klonk van het plein een verschrik kelijk geweld en tot slot: „inrukken". „Nu weet Eschbom ineens wat hem te wach ten staat" zeide de kolonel. „Voor den schrik mag hij wel naar 't casino gaan". Eschbom was niet zoo heel erg geschrokken en ging nu met zijn nieuwe compagnies-col lega's naar 't casino om kennis te maken met de ovorige heeren, die daar lunchten. Hij was wildvreemd zoowel in de stad als bij het regi ment en dacht goen enkelen kennis te zullen treffenhet otliciersboekje, dat hij vlijtig had bestudeerd, had hem geen enkelen bekenden naam gegeven. Des te grooter was zijn verba zing toen bij, 't casino binnentredend, een der heeren zag opvliegen en naar zich toe komen. „Mensch, Eschborn, Ilarald, ouwe jongen, ben jij 't?" „Kramer, stormvogel, hoe kom jij hier Allen lachten en een riep„Nu, Kramer, voortaan heet jij de stormvogel. Je schijnt onder dien naam toch overal bekend te ziin." dien naam toch overal bekend te zijn." Ken beetje uit het veld geslagen, ging luite nant Kramer weer zitten. „Zeg eens, Eschbom, mooi is 't eigenlijk niet van je, me zoo aan te spreken met mijn bij naam, want dien houd ik nu voorgoed en ik was juist zoo mooi op weg, door een meer dun solieden levenswandel een anderen naam te verwerven". (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1912 | | pagina 4