Extra aanbieding. ROBERT LEVY. I '♦I '♦I Meursing machinale fabrieken van gebak, Amersfoort. MODE-MAdAZIJ MEM Lange§traat IO. AMERÜFOORT. Telefoon I ©3. ©♦©♦©♦©♦©♦©♦©♦©♦©♦I Feuilleton. Gedetacheerd. 0 Kimono-blouse f 1.95 Popeline stof, gevoerd. Dames Mantel f 4.75 Fantasie stof. Geribd Fluweel f 0.62 in alle kleuren. Flanellen Blouse f 0.90 Mooie strepen. Dames Mantel f 6.90 Engelsche stof, open en gesloten revers. Een partij wollen Truien f 1.10 Prima kwaliteit. Kanten Blouse f 2.45 Op zijden batist, gevoerd. Dames Ulster f 7.75 Hoogmodern maaksel. Fluweel Elastieken f 0.34 ceintuurs met mooie gespen. Zijden Blouse f 2.90 Japansche zijde. Mantel-costume f 10.50 Engelsche stof. Afgepaste Kussens f 0.36 met Hollandsche teekeningen. Costuumrok f 3.75 Blauw cheviot, vroeger f7.00. Mantel-costmne f 12.75 Blauw kamgaren. Vilten Jongenslioedjes f 0.45 in alle kleuren. Costuumrok f 4.50 Zwarte lakenstof, rijk gegarneerd. Kinder Mantels f 4.75 Fantasie stof, voor den leeftijd van 5 tot 12 jaar. Laken Onderrokken f 1.25 met breede strooken. Costuumrok f 5.25 Engelsche stof. Kinderjurkjes f 0.95 Bulgaarsch model, in Flanel stof. Amerikaansch Corset f 1.35 van gebloemde stof, met dubbele baleinen. Ochtendjapon f 4.75 Flanelstof. Afgepaste Blouses f 1.48 Popelino stof, in wit en diverse kleuren. Haarlinten f 0.28 in alle kleuren, 15 c.M. broed. Gekleed Costume f 9.50 in diverse kleuren. Nieuwste modellen. Velours dn Nord f 22.00 Dames Mantel 140 c.M. lang. Gebreide Mutsen f 0.35 voor Meisjes en Jongens, wit en gekleurd. De afdeeling „Broodfabriek" levert prima brood, beschuit en koek tegen zeer billijke prijzen, en geeft bovendien 10 pCt. dividend. Bedragen tot ongeveer f50 per gezin werden als dividend uitgekeerd. 6). „Egoisme, brave vriend", zeide Kramer „is de laagste van alle menschelijke karaktereigen schappen. Jij kent toch óok de uitspraak, dut een edel man het laatst aan zichzelven denkt. Bovendien, wie een ander aan een vrouw helpt, kan zelf met die vrouw niet ongelukkig wordeD. En het huwelijk is een loterij. Ik behoef er je wel niet aan te herinneren, dat het ons, officie ren, ten strengste verboden is, in een andere loterij te spelen dan in de Staatsloterij, maar ik geloof toch, dat ik bij deze, du6 verboden, loterij alleen kan winnen, want slechter dan ik er nu aan toe beh, kan 't al niet worden. Ik waag dus niets. Maar vergelijk nu jezelven daar eens bij. Jij bent rijk, wooDt ineengroote stad, kunt allen dag kiezen uit de mooist* en rijkste jongedames, enzoovoort, enzoovoort. En zoo iets moet je ook pas doen na rijp overleg. Liefde op 't eerste gezicht? Onzin. En hoe dik wijls zal je Gerda zien en spreken Drie, hoogstens vier maal. Laat dus je plan maar weer gauw los. 't Is wel niet pleizieng voor je, alweer van haar te moeten afzien, maar daar kom je wel weer over heen. En hoeveel heer lijker is 't, een ander gelukkig te maken dan zelf gelukkig te worden. Hoe tevreden over jezelvsn moet je wezen ala je mijn getuige bij ona huwelijk bent, want natuurlijk inviteer ik je. En als je daar dan staat en je ziet ons ge lukkig en je zegt dan tot jezelven: „dat is nu mijn werk; die twee heb ik tot elkaar gebracht" dan moet je toch wel erg tevreden wezen over jezelven. Vindt je óok niet „Niet zoo heelemaal". Kramer keek Eschborn zoo idioot mogelijk aan. „Begrijp ik niet". Harald lachte gedwongen en zeide toen „Ja, beste jongen, je bent nooit erg vlug van begrip geweest. Maar hoe is 't Zouden we niet een oogenblikje gaan liggen? Ik ben wat moe; een heelen dag en een hal ven nacht in den trein is óok niet voor de poes en ik heb zoo'n stil vermoeden, dat het vannacht óok een latertje wordt." „Ja, een beetje na half wordt het zeker" meende Kramer als deskundige. „Je hebt gelijk; een tukje kan veel goeds doen. Met frisschen moed gaan we dan weer aan den arbeider is een heel goed menu en onze wijnkelder is het eenige goede dat we hier hebbenmaar die is ook puik. Voor zoo iets mogen ze me overdag wakker makenvoor zoo iets staat een volwas sen menech altijd graag op." Hij maakte aanstalten om naar buis te gaan en reikte Harald de hand. „Tot ziens dus en denk nog maar eens na over h ;tgeen ik je zeide. Ik vind het patent, dat je hier bent gedetacheerd, maar in dat zaakje met Gerda ken ik geen medelijden en wie me haar tracht weg te kapen, schiet ik on- verbiddelijk dood in een duel. En je bent nog zoo jong, Eschborn't zou toch zonde van je zijn, want je hebt alles vóór, een prettig garni zoen, een mooie carriere, alles even hoopvol. Een je weet het, als de hoop er niet meer is, dan „Ja, ja, ik weet er alles van", viel Harald hem in de rede „vanavond zien we elkaar dus wee>\ Ik zal er eens op gaan slapen". nDoe dat, mijn jongen maar denker om, als je me in de wielen rijdt, ga je er aan mors dood". „Zoover zijn we nog niet. Maar dit wil ik je al vast wel beloven. Ik zal, om 't eens railitiure- ment nit te drukken, het terrein eens verkennen en als ik dan bemerk, dat jjj de gelukkige bent, dan zal ik natuurlijk niet zoo onkameraadschap pelijk zijn om er jou uit te boren maar ais ik zie, dat je geen kans hebt „Onmogelijk, totaal onbestaanbaar" meende Kramer, „iedereen is dol op me, waarom zou zij dan óok niet „Tusschen van iemand houden en verliefd op haar zijn, is nog altjjd een groot verschilmaar zooals ik zei, zal ik je niet in de wielen rijden. Pas als ik zie, dat de baan geheel vrij is, dan zal je toch zeker wel goedvinden •Maar Kramer boorde hem al niet meerbij was opgestaan en schai relde nu huiswaarts. Harald keek hem vol deernis na. „Arme kerel, 't Is zoo'n goede vent, maar zoo lang hij hier blijft, wordt hij er niet beter op. Ik moet toch eens probeeren of ik hem niet aan zijn verstand kan brengen, dat hij moet gaan werken voor de Krijgsschooldan is hij gered. Kellner, breng me nog een cognacje. Als je iets te doen hebt of wilt gaan slapen, ga dan gerust je gang, hoor. 's Middags om dezen tijd komt hier zeker niemand; ja, dat dacht ik -ïï. Ik L,!!r ij n 1 Hij dacht er niet aan, te gaan rusten en had zooeven maar moeheid voorgewend om Kramer gelegenheid te geven, uit te Blapen, maar óok blijf nog een beetje zitten en vind straks mijn kamer zelf wel". om een eind te maken aan het gesprek over Gerda, dat hem had gehinderdvooral de ver trouwelijke mededeeling van Kramer. Hij dacht nog eens na over hetgeen deze had gezegd; dat over die eenzijdige verloving was onzin, maar in zijn champagneroos had Kramer toch een massa waarheden gedebiteerd. Hoe dol van hem, zich zóo te laten raee- sleepen door een paar mooie oogen. Zóo was hij, Eschborn, toch niet. Daarvoor kende hij zichzelven te goed als ernstig, flink officier en stoere werker om de Krijgsschool met glans te doorloopen. In éen opzicht scheen hij dan toch niet veranderd sedert zijn vaandrigstijd, want als hij een mooi meisjeskopje zag, dan was 't nu nóg mis, dan zei hij nóg tot zichzelven die of geen. En dat bleef zoo tot hij er een zag, die hem nóg beter beviel, want dan zwoer hij deze in stilte eeuwige trouw. Hoe veel jonge dames had hij in stilte, zonder dat ze er ook maar 't minste vermoeden van hadden, ten huwelijk gevraagd. Als hij met een tiende deel er van werkelijk ware getrouwd, dan was de met vrouwen rijk-gezegende Sultan in vergelij king met hem nog maar een jonggezel. Hij moest er zelf om lachen. „Dat ik me in dit opzicht toch niet kan ver anderen. Ik zou wel durven wedden, dat ik morgen om dezen tijd niet eens meer aan Gerda denkdan ben ik alweer verliefd op een an dere. O ja, dat is waar ook bier is nog een meisjeskostschool. Daar moeten we óok eens een kijkje nemen". (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1912 | | pagina 4