Bioscoop „DE AREND".
TITANIC
„EYSINK" Rijwielen
lichten gang en soliditeit.
ZATEBDAG12 OCTOBER's awis 7'k 9 tn 10'k m
Hagmilt 13 aa Manillas 16 (Mar,
Solied. Sierlijk.
zijn overal bekend door hun
Snel. Sterk.
PIANO'S. ORGELS. PHONOLA's.
en volgende avonden,
Feuilleton.
Gedetacheerd.
ENGEL ERTS, VON GLAHN SLIGCHER.
COMMISSIONNAIRS IN EFFECTEN EN KASSIERS.
AMSTERDAM. AMERSFOORT.
Beheerder van het Bijkantoor te Amersfoort:
J. CATTIS,
Plantsoen 12, interc. Tel. 188.
S A F E-I) E P 0 S I T.
Nieuwste constructie. Fabrikaat „Lips". Brand- en Inbraakvrij.
LOKETTEN TE HUUR van f 7.60 per jaar af, f 2.— per maand, enz., desgewenscht met geheime
gecombineerde sluiting. Afzonderlijke knipkaraer ten behoeve der cliëntèle beschikbaar.
cf€ebt li er cd eeri4 poes
■ruajyecLouJtb
waarom li cükuyijló hart
hLofifUnyen hebt
U drinkt xedert Uur jeugd
xeker koffie JfCoUhreiner'
XjOlL U heter bekomen,
Sloor- -xit de knoop.!
RTrnn nQll UirDP ie Magazijn en Kantoor Arnhemschestraat8.
lull UGli UUIlUj 2e Magazijn en werkplaatsen Koestraat 6.
OPGERICHT 1887.
"Pi q vi r*4o van bechstein, steinweg nachf, f. adam.c.mand.zeit-
JT XCA/LxyJ ter WINKELMAN, C. ECKE, UEBEL LECHI.EITER, enz.
Orgels van HÖRÜGEL, WORCESTER, REED ORGAN Cy., WILMINGTON, enz
Verder levering van elk gewenscht fabrikaat in iedere houtsoort.
TERHVKEN. RUILEN. REPAREEREN. STEMMEN.
respect, ten 2 en 8 nre,
VOORSTELLINGEN
van de schipbreuk der
groot bioscoop-drama in 8 acten en vele tafereelen.
1. Het vertrek der „Titanic".
2. Het leven aan boord.
3. In volle zee.
4. Soiree dansante.
5. I)e ijsbergen.
He botsing.
7. Ho redding.
8. Mood en zelfopoffering.
9. Nader tot U, mijn God.
10. Het vergaan van 't schip.
Moeite noch kosten zijn gespaard om een de werkelijkheid benaderend
beeld te leveren der ontzettende gebeurtenis. In het buitenland beeft de
vertooning der ramp van de .TITANIC"' ontzaglijke belangstelling gewekt.
Honderdduizenden bezochten de voorstellingenuren moest men wachten^
eer er plaats was.
He ramp der „Titanic" moet men in de
Bioscoop „HE ARENH" gaan zien.
Alleen daar wordt het treurlied
„Nader tot TT, mijn God"
gezongen, begeleid door indrukwekkend orgelspel.
Men aanschouwt onder den diepsten indruk de droevige tafereelen van
deze aangrijpende treurfllm.
ÏMf Aan de bezoekers wordt een boekje uitgereikt, behelzende de bijzon
heden van die noodlottige ramp op den 14den April j.l. en een nauwkeurige
beschrijving van deze KUNSTFILM.
Dinsdagavond, half negen, ELITE-VOORSTELLING.
Voor plaatsbespreken en verdere bijzonderheden, zie de aanplakbiljetten
en strooibiljetten.
Ter voorkoming van teleurstelling dringend aangeraden plaatsen te be
spreken van af 10 uur 's ochtends a 10 cent per plaats.
li.)
Na lang nadenken, zeide juffrouw Menge
eindelijk
„Ik moet ditmaal wel een uitzondering ma
ken, mijnheer, een die trouwens den rpgel be
vestigt, en ik za! freule Von Schönbrun mee-
deelen, dat U haar eenige oogenblikken wenscht
te spreken".
„Mijn zuster zal U daarvoor ten hoogste
dankbaar zijn, mevrouw" antwoordde Harald
diplomatiek. „Nog hedenavond zal ik haar
■chrijven hoe allervriendelijkst U aan haar
wensch hebt gehoor gegeven".
„Ohpardon. Het is niets meer dan plicht,
dat ik mijn nieuwe leerlingen zoo te gemoet
komend bejegen als maar mogelijk is. Tot
straks, mijnheer, tot na uw onderhoud dus met
mijn lieve Alice."
Juflrouw Menge ging heen om Alice te roe
pen en Harald bieef alleen.
„Je bent toch eigenlijk een vies heer" zeide
hij in zichzelven „dat je uit puur egoïsme ver
wachtingen wekt bij dat eenvoudige mensch.
Ik moet er toch iets op zien te vinden, haar
schadeloos te stellen al is zj ook zelf de oor
zaak dat ik hier zoo zit te liegen en te huiche
len. Eu waarom beschermt zij haar meisjes
voor ons alsof wij dieven en moordenaars zijn
Het duurde een heele poos eer Alice kwam.
„Die krijgt zeker eerst theorie" meende Ha
rald „en haar wordt zeker voorgezegd wat ze
tot mij moet zeggen en antwoorden. Jammer,
dat ik haar niet zal uithooren".
Eindelijk tïad Alice de kamer binnen met
een blij
„Else komt dus? Dat is een heerlijke tijding,
die U me daar brengt".
Hij keek rond of alle deuren wel goed ge
sloten waren en fluisterde toen, nauw hoorbaar
„Het doet me waarlijk leed, freule, dat ik U
moet teleurstellen. Else denkt er niet aan, hier
te komen; wat ik daarvan verteld heb, was
maar een jokkentje om bestwil om U te spreken
te krijgen".
Zij zette een paar heel groote oogen, maar
schoot toen in een lach en zeide
„Neen maar, dat is verschrikkelijk. Eise heeft
al menig boekje van U opengedaan in haar brie
ven en geschreven, dot U nog altijd alles durfde;
maar dal U nu toch zóo iets zou doen, heb ik
geen oogenblik kunnen vermoeden".
Hij was tegenover haar gaan zitten en boog
even, alsof zij hem een groot compliment maakte.
„Dank U, freule; maar U ziet het nu zelf,
dat ik nog slechter bert dan mijo reputatie.
Maar, niet waar, het blijft geheel onder ons
juflrouw Menge moet maar inden waan blijven,
dat Else komt, want dan heb ik nog weer eens
een kansje, U weer eens een visite te kunnen
maken".
Weer keek zij hem aan.
„En wat zouden we daaraan dan hebben, als
U nog eens of op zijn hoogst tweemaal terug
kwam? O, het zou mij heel veel genoegen doen,
al was het alleen maar omdat ik dan met U over
Elso zou kunnen spreken en over onze andere
wederzijdsche kennissenmaar mogen we wel
zóo schandelijk jokken 1"
„Ik neem alle schuld op mij, freule. Ik ben
een geweldige egoïst, freule, en als ik me een
maal heb voorgenomen, iets te doen, dun moet
het gebeuren ook het koste wat het wil. Maar
vertel mij nu als 't u belieft eenB hoe het U
gegaan is in den langen tijd, waarin ik U niet
mocht «preken. Ik heb Else een zeer uitvoerig
rapport over U beloofd. Gaat II werkelijk exa
men doen Eerlijk gezegd, kan ik my U niet
voorstellen als onderwijzeres".
„Ik mezelven óok niet" lachte zij. „Ik moet
er zelf dikwijls om lachen als ik denk hoe ik
eeus voor de klas zal staan. Ik geloof nooit, dat
ik er in zal slagen, streng te kunnen zyn en te
straffen en als de kinderen hun werk niet heb
ben gemaakt, zal ik niet op ze brommen, maar
zeggendat is met verstandig van je geweest,
dat je gister hebt geprofiteerd van het mooie
weer in plaats van in de kamer te blijven zitten
met je boeken".
„Allerliefste principes voor een aanstaande
onderwijzeresdaarmee zult U wel ver komen".
„Daar ben ik óok bang voor" lachte zij „maar
wat moet je doen? De ellenlange vermaningen,
die je hier een paar maal daags te slikkon krygt,
hebben misschien tóch nog het gevolg, dat ik
meer eu beter ga studeeren maar of ik mezelven
daardoor geheel zul veranderen, zóo dut ik niet
meer zal lachen en altijd even ernstig zal kijken,
geloof ik nooit".
Het is te hopen, dat U niet verandert. Blijf
zooals U vroeger was en thans nog schijnt te
wezen, op gevaar af, dat U zakt voor uw exa
men".
„U is wel vriendelijkmaar het examen is
nog ver wegpas over een jaar kan ik er ann
gaan denken. Brrr, nog een heel jaar...."
„Nog een jaar Dat houdt U niet uit".
Over haar fijnbesneden gelaat met de altijd
lachende oogen trok een ernstige wolk.
„Ik moet. Dat is een hard woord, maar er
valt niets tegen te doenmaar moeilijk is 't,
heel moeilijk. Oik verlang zoo dikwijls naar
buiten. Weet U nog wel hoe 't vroeger was? En
als ik U dun zie uilrijden dan schieten de tra
nen dikwijls in mijn oogen en zucht ik: Als je
nog maar éen keerijo kon galoppeeren als vroe
ger hoe heerlijk zou dat wezen,"
Hij had met hartelijke deelneming naur haar
geluisterd en de zucbt om haar dit genoegen te
doen, kwam in hem op. Een oogenblik dacht
hij na en zeide toen
„Maar dat kan heel best gevonden worden
een mijner paarden is een puik damespaard
Else reed het gewoonlijk. U kunt er eiken dag
over beschikken".
Zij moest onwillekeurig lachen.
„Maar dat is U toch geen ernst?"
„Heilige ernst, freule".
„En wat zouden de menschen er wel van zeg
gen als ik naast U reed Hebt U daar wel eens
over nagedacht U is heel vriendelijk, maar
op uw voorstel kan ik natuurlijk niet ingaan.
En 't is ook beter zóo" vervolgde zij na een
poosje. „Als men eenmaul gebroken heeft met
een vroegere train de vie, dan moet men daar
naar niet terug verlangen. Je kunt het niet
helpen, dat hel verlungen naar vroeger dage»
in je opkomt, maar je moet dan maar io energie
gebruiken om aan die dwaze wenscnen geen
gehoor te geven".
Verwijl zij zoo sprak, had hij zijn blik van
baar afgewend.
„Wat is ze mooi" dacht hij.
Hij zag haar slanke, elegant^ figuur, haar mooi
gelaat, haar prachtig blond haar en haar wel
verzorgde handjes en hy kreeg medelijden met
haar, die hier nu opgesloten zat en later zelf
haar brood zou moeten verdienen.
(Wordt vervolgd.)