November 1912.
VAN houten s
RONA Cacao
No. 8181.
62e Jaargang.
HEERLIJK
OPWEKKEND
Uitgave van de Naamiooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff".
HOOFDREDACTEUR
J. raisiBiza
AMERSFOORT.
Verschijnt DinsdagDonderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ft.—
franco per post ƒ1.15. Ad verten tien 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officie&le- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent Reclames 1—5 regels f 1.25. Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers io cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU:
XORTBCIÏIAOHT 9.
Postbus 9.
Telefoon iq.
KSNNISGEVINBEN.
We,houd"» b™«™
j.(" 'M'beteiding „n de „erkt«»mhe-
;.r. u noemen tokken v.n
di.net .1. volftt tueechen de leden ven hun col-
lego is verdeeld
a. de BurgemeesterFinanciën, Brandweer,
,Si<re,n,en' Openbare gezondheid.
b. Wethouder H. W. van Èsveld Armwezen
en Openbare werken (behalve Plantsoenen.)
c. Wethouder S. J. van Duinen: Gasfabriek
en iW?.r, n8> Oemeente-reiniging.
d. Wethouder R. G. Rij kensOnderwijs.
II. dat de Burgemeester personen die hom
wenachen to spreken bij voorkeur zal ontvangen
des WoenBdag en des Zaterdags, tusschen 10 en
12 uur des voormiddags,
III. dat de spreekuren der Wethouders zijn
bepaald als volgt
Wethouder H. W. van Eeveld des Woensdags
en des Zaterdags, 's voormiddags van 11 tot
12 uur.
Wethouder S. J. van Duinen des Dinsdags-
tHuuuuttt o. j. van ï-iuinen ues uinsuags
namiddags van 'J tot 10 uur, des Donderdags'
voormiddags van tot 10 uur.
Wethouder R. G. Rijkens: deB Woensdagsna
middags om 1.30 uur.
Burgemeester en Wethouders
van Amersfoort,
De Burgemeester,
Van RANDWIJOK.
De .Secretaris,
J. D. WERKMAN.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
brengen ter openbare kennis dat bij hun
besluit van heden aan de firma HAMERS
VAN BEEK ingevolge art. der Hinderwet
vergunning is verleend tot uitbreiding harer
tapijtfabriek gelegen aan de Koningsslraat nos.
76—78, kadastraal bekend Gemeente Amersfoort
sectie E no. 4582.
Amersfoort, 2 November 1912.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Secretarie,
J. D. WERKMAN'.
De Burgemeester,
Van RANDWUCK.
Oproep.
de comitó's en de correspondenten van
liet Nederlandsche Roode Kruis.
liet lloofd-comité van het Nederlami-
sche Roode Kruis heeft de eer beleefd te
uwer kennis te brengen, dat, zooals U
reeds uit berichten in de dagbladen be
kend zal zjjn, het Nederlandsche Roode
Kruis een ambulance naar Griekenland
uitzond.
Het zal het college aangenaam zjjn,
wanneer U uwe gewaardeerde bemidde
ling zoudt willen verleeneu om voor ons
gitten in geld, of gaven in goederen
(uitgezonderd tabak, sigaren, wijn, geest
rijke dranken en boeken, die niet aan
genomen worden) te verzamelen.
Liefst echter gifteu in geld.
Men gelieve deze laatste in te zenden
aan het adres van den Secretaris, Lange
Voorhout 6 te 's-Gravenhage; gaven iu
goederen naar de Kliniek van het Neder
landsche Roode Kruis, Jan van Nassau-
straat 112 te 's-Gravenhage.
Namens het Hoofdcoraité,
De Secretaris,
jhr. M. MAZEL.
Het Dageljjksch bestuur van het comité
voor Amersfoort en omstreken acht liet
zgn plicht, bovenstaand scbrgven in zyn
geheel hier mee te deelen en te herin
neren, dat, behalve giften in geld, vooral
welkom zullen zjjnwollen sokken, wol
len of flanellen lijfgordels en zakdoeken,
omdat de ondervinding heeftgeleerd.dat
in een winter-campagne daaraan dikwyls
het meeste gebrek is.
J. W. JORISSEN,
Voorzitter.
P. J. FREDERIKS,
Secretaris.
Amersfoort, 4 November 1912.
Het spel der kinderen.
In het vorige nummer konden we nog
een verslag opnemen van de vergadering,
Zaterdagmiddag gehouden onder voorzitting
van den heer schoolopziener in het arrondis
sement Amersfoort 0111 te komen tot de op
richting van een cursus voor spelleiders.
De heer J. Stamperius hield ter inleiding
de volgende rede, die Zaterdag niet meer
kon worden opgenomen, doch het doel der
druk bezochte bijeenkomst zóo juist weer
geeft, dat plaatsing er van stellig ook ande
ren welkom zal zijn.
Is 't niet een mooi gezicht, kinderen te
zien spelen Ze daar onder elkaar te zien,
in volkomen overgave aan het spel, dat hen
bezighoudt? Nergens anders aan denkend,
op niets meer lettend dan op hun spel I
Spelen en kinderenze hooren bij elkaar.
Kinderen kunnen spelen, echt spHenwij
volwassenen kunnen het niet meer. O zeker.
wij kunnen ons ook nog wel vermaken. We
zijn uit geweest en komen thuis en zeggen
nu, hebben we toch eens recht plezier ge
had! Somtijds gebeurt dat wel. Maar zelfs
dan, als we ons werkelijk vermaakt hebben,
als we oprecht konden genieten van eene of
andere uitspanning, van een verblijf in vrien
denkring, van een uitstapje, of wat dan ook
is- 't ons dan ook mogelijk geweest, ons zóo
zeer over te geven aan ons vermaak, ons
zclven zóo geheel er in te vergeten, als het
kind dit doet bij zijn spel
Het kind speelt om te spelen. Om het
genot van het spel alleen. Wij, volwassenen,
we gaan uit om ons te verstrooien, om zor
gen van ons af te zetten, om ontspanning
te vinden na ingespannen arbeid. Wij ver
maken ons of trachten ons te vermaken
met een vooropgezet doel. Het kind niet
dat speelt om het spel.
En 't is die volkomen overgave aan het
spelen zelf, welke voor den volwassene, die
deze kunst heeft verleerd, een spelende
kinderschaar zulk een aantrekkelijk tooneel
doet zijn. Dan rijzen herinneringen op aan
eigen kinderjaren, en half met een weemoe
digen zucht zegt men het den dichter na
Hoe zalig, hoe heerlijk, een kind nog te zijn.
Hoe kan men het kind leeren kennen uit
zijn spelDaar zijn onderwijzers .en
ouders nog meer die de gelegenheid,
welke het spel hun verschaft om de geaard
heid hunner kinderen te leeren kennen, ver-
waarloozcn, en toch, welk een kostelijk ma
teriaal voor kinderstudie levert het spel der
kinderen den opvoeder.
Is 't u, onderwijzer, niet eens voorgeko
men, dat ge op de speelplaats eensklaps een
ontdekking deed ten opzichte van de ware
geaardheid van een uwer leerlingen Hoe
komen de kinderen daar uit, en ver-
toonen er zich, zooals ze werkelijk zijn. Wie
kinderen in hun spel gadeslaat, leert ze
spoedig kennende overmoedige, de be-
dachtzame, de besluitelooze, dc onnadenkende,
de stoutmoedige, de bedeesde, de laffe, de
vastberadene, de valsche, de eerlijke, de
edelmoedige. Nergens vertoont zich de ware
aard van het kind zóo duidelijk als bij het
vrije spel. Hierdoor is dc speelplaats voor
den opvoeder een zoo vruchtbaar veld van
kinderstudie.
Doch ook den opvoeder zelf kan men
leeren kennen aan de wijze, waarop hij zich
tegenover het spel der kinderen gedraagt.
Gelukkig hij, die nog zoo jong van hart zich
voelt, dat hij aan het spelen zijner kinderen
kan meedoen.
Ik herinner me, dat ik eens, jaren geleden,
bij een deftig heer een bezoek ging atleg
gen. 't Was op een Zondagmiddag, dat ik
ging want ik hoopte dat de man, die in de
week steeds in zijn zaken verdiept en hier
door nauwelijks te genaken was, mij op den
vrijen Zondag wel zou willen ontvangen en
te woord staan. Ik moest hem over de cene
of andere gewichtige aangelegenheid nood
zakelijk spreken.
Ik kwam aan het huis, betrad de stoep,
schelde aan. Van achter de gesloten huisdeur
klonk oen luid geraas me tegen, jongens
stemmen met de diepe bas van een manne-
stem daartU8Schen. maar allen luidruchtig,
met levendige uitroepen en luid gelach. Toen
de deur voor me geopend werd, zag ik in
dc ruime gang een eigenaardig tooneel. Een
stuk of wat kinderen waren er aan het knik
keren, en te midden van hen, in zijn hemds
mouwen, zag ik hun vader, den deftigen
heer, dien ik niet anders kende dan van zijn
kantoor en van vergaderingen.
Zonder op mij te letten, zonder me te zien
zelfs, zetten zij hun spel voort, en 't viel me
op, hoe de vader even ijverig meespeelde
en zich voor het spel even sterk interes
seerde als zijn kinderen. Er scheen oen ver
schil te zijn ontstaan over een knikker, die
al dan niet geraakt of gewonnen was, en
ik hoorde den vader zijn goed recht op den
knikker met evenveel vuur verdedigen, alsof
hij op eon vergadering de gewichtigste han
delsbelangen besprak.
Ik stond even verlegen, tot de heer mij
gewaar werd.
»0, maar neem me niet kwalijk. Ik kan
u thans niet te woord staan. U ziet wel, wc
zijn aan 't spelen en als ik niet oppas, dan
winnen die rakkers me al mijn knikkers af!*
Er was niets aan te doen en ik ging heen.
Maar het tooneeltje is me lang bijgebleven
en ik heb later den vader leeren bewonderen
en benijden, die zoo met zijn kinderen spe
len kor.
Hoe rijzen, als we spreken over het spelen
der kinderen, hoe rijzen dan de herinnerin
gen op aan eigen jeugd I
Hoe heerlijk konden wij spelen, toon wij
kinderen waren I
Eigenaardig was het, dat elk seizoen zijn
eigen spelen had. En dat er voor elk der
spelen een eigen tijd scheen tc zijn. Knik
keren deden wij niet het geheele jaar door,
en hoepelen of tollen óok niet. Daar was
een tijd waarop op eenmaal de knik
kers te voorschijn kwamen en dan zag men,
den eigen dag nog alle jongens met hun
knlkkerbuil komen aandragen en overal
werden de kuiltjes gemaakt, of de cirkel,
waarbinnen geknikkerd kon worden, op den
grond afgeteekend. In zulke dagen knik
kerde iedereen, en alle jongenszafeken ram
melden van de kleine stecnen kogels, waar
mee ze gevuld waren. Tot het knikkerspel