Donderdag 14
November 1912.
No. 8185.
62e Jaargang.
Cac**-
Stadsnieuws.
A11ERSF00RTSGHE
üitgave van de Naamloozo Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff".
HOOFDREDACTEUR
P. J. fBEDZRlza
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi,
franco per post/1.15. Advertentien 1—6 regels 60 cent; elke regel meer io cent. Bijregel
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, offideële- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent Reclames 1—5 regels f 1.25. Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Poathna n
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. osidus 9.
ZOHTSGRACHT 9.
Telefoon 19.
kennisge vino.
Verkiezing van éen lid-werkman der Kamer
van Arbeid voor de Bouw
bedrijven te Amersfoort.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
gezien de beschikking van den Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel van den 12
November U»12, no. 2581, afdeeling Arbeid,
brengen ter algemeene kennis, dat bovenbe
doelde verkiezing zal plaats hebben op Dinsdag
den 17 December a.s. en de eventueele herstem
ming op Vrijdag den 27 December d.a.v.
Het stembureau zal zitting houden ten Raad-
huize van des middags 12 uur tot des namid
dags 3 uur.
Amersfoort, 13 November 1912.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
Van RANDWIJCK.
De Secretaris,
J. D. WERKMAN.
Sigaren on sigaretten.
In het »Tijdschrift voor economische
geographic*, een nieuwe en wel zeer be
langrijke uitgaaf van Mouton Co. te
's-Gravenhage, schreef dr. H. Blink een
studie over sigaren en sigaretten.
Daaraan is het volgende ontleend.
In West-Europa werden de eerste sigaren
gemaakt in 17 88 door Schlottmann, die
tijdens een verblijf in Spanje de sigaren had
leeren kennen en in dat jaar in zijn geboorte
stad een sigarenfabriek oprichtte.
Aanvankelijk werd door de bevolking van
Duitschland, aan het gebruik van rooktabak
en snuif gewend, nog weinig acht geslagen
op het nieuwe artikel, 'l'oen evenwel weinige
jaren later eenige schepen uit Amerika
sigaren medebrachten, begon het rooken van
sigaren toe te nemen. Er werden daarna
sigarenfabrieken opgericht te Altona en
weldra begon men ook in andere steden, te
Bremen, Berlijn, Baden, en aan den Beneden-
Rijn en elders dit nieuwe bedrijf. De ver
breiding der sigarenindustrie ging des te
gemakkelijker, doordien het sigarenmaken
op zeer primitieve wijze als handbedrijf werd
begonnen, geen groote fabrieken vereischte,
zelfs deels als huisarbeid kon worden uitge
voerd. Nog in S51 hadden de 281 sigaren
fabrieken van Bremen niet meer dan 5300
arbeiders, d. i. gemiddeld 15 per fabriek.
De sigarenindustrie neemt in Duitschland,
zoowel wat betreft de productie als het aan
tal arbeiders in vergelijking met andere
landen een belangrijke plaats in. In 1907
werd de productie van sigaren op 8200
millioen geschat, waarvoor ongeveer 15 000
arbeiderskrachtcn noodig waren.
Van alle tabaksfabrikaten veteischt de
sigaar het grootste aantal mcnschelijke ar
beidskrachten. Daardoor bedraagt de arbeid
ongeveer 20 a 30 pCt. van de factuurwaar-
de. Een gevolg van deze omstandigheid is.
dat in die landen, welke het tabaksgebruik
zwaar belasten, het gebruik van sigaren te
genover andere meest machinaal te bewer
ken tabaksfabrikaten veel geringer is. Ver
der volgde hieruit, dat de sigarenindustrie
voor haar bedrijven in het bijzonder de
streken zoekt, waar andere industrieën wor
den veronachtzaamd, of waar de sobere
landbouw geen voldoende bestaansmiddelen
oplevert, en de sigarenindustrie een bijver
dienste wordt voor leden van het boeren-
of het arbeiders-gezin.
Ook in steden werd de sigaren-inclustrie
veel ingevoerd; soms werden, als andere
takken van nijverheid te gronde gingen, de
werkkrachten door de nieuw geïmporteerde
sigarenindustrie in beslag genomen. Zoo
verving in Westfalen de sigarenindustrie, de
linnenweverij als huisbedrijf; te Kampen
vond iets dergelijks plaats.
Omdat de sigarcnnijverheid voor een ge
deelte huisbedrijf kan zijn, is de installatie
daarvan gemakkelijk, en geschiedt zonder
veel kapitaal te ycreischen, Evenwel is het
leeren van het sigaren maken moeilijkhet
vereischt veel handvaardigheid van de arbei
ders en daardoor werd de sigarenindustrie
meestal uitgebreid in streken, waar reeds die
tak van nijverheid gevestigd was en een
kern van bekwame arbeiders gevonden werd.
In Nederland is de sigarenindustrie voor
namelijk begonnen kort vóór het midden
der 19e eeuw. D'Alphonse noemt de indus
trie in 1811 nog niet, doch in 1827 vermeldt
de statistiek van mr. Drieling, dat voor
f93090 sigaren werden ingevoerd, voor
f 7932 werd ingevoerd. In dien tijd was de
invoer grooter dan de uitvoer, cn zal het
eigen fabrikaat weinig beteekend hebben.
Omstreeks 1830 was de sigaar nog een zeld
zaamheid in ons land, lezen wij in een schets
van R. C. Bakhuizen van den Brink over
potverteeren van een studentengezelschap
de gouwenaar was toen nog het beeld van
burgerlijke welvaart.
Het maken van sigaren in ons land
dateert van omstreeks 1850. In de weinige
gegevens, welke wij omtrent de nijverheid
vóór 1850 bezitten, wordt wel melding ge
maakt van tabak- en snuiffabrieken, welke
in onderscheidene plaatsen van ons land be
stonden, maar zoo goed als niet van sigaren
industrie in de gegevens, door Van der Aa
in zijn Woordenboek vermeld uit de Provin
ciale verslagen van dien tijd, zochten wij
daarnaar vruchteloos. Na 1850 kwam de
sigarenindustrie op, veelal met andere tabak
industrie vereenigd.
Voor 1867 wordt vermeld, dat er te
Amsterdam 62 tabaks- en sigarenfabrieken
bestonden met circa 190 arbeiders, dat te
Kampen de sigarenfabrieken werkten met
773 arbeiders, waarvan de helft beneden de
16 jaren, en waarvan een dier fabrieken
stoom gebruikte. In Noord-Brabant waren in
1867 werkzaam 1300 arbeiders in de tabaks
en sigarenindustrie en daarvan in 24 fabrie
ken te Eindhoven 776 arbeiders. Hier wer
den in dit jaar geleverd 411 800 K.G. ge
korven tabak, 113 629 K.G. snuif, 3100 K.G.
carotten, 2000 K.G. gesponnen tabak en 33
millioen sigaren.
De Provinciale verslagen van 1868 tot en
met 1871 wijzen voortdurend op toeneming
van dc sigarenindustrte te Amsterdam,
Rotterdam, Utrecht, Nijmegen, Gouda en
verder vooral op deze nijverheid te Eind
hoven en te Kampen. Te Kampen had do
sigarenfabrikant J. G. Boele Sr. in 1847 op
bescheiden schaal een sigarenfabriek opge
richt, die na i860 meer tot bloei kwam,
terwijl hij de arbeiders der in dien tijd ten
onder gaande weefindustrie van Kampen in
zijn bedrijf wist te trekken, waardoor hij een
school van sigarenmakers vormde, welke
aanleiding gaf, dat de sigarenindustrie zich
hier uitbreidde en er onderscheidene andere
fabrieken naast verrezen.
Eindhoven, van ouds bekend door zijn
snuif-industrie, welke plaats 111 het laatste
gedeelte van de eerste helft der negentiende
eeuw nog snuif leverde door geheel Neder
land en ook naar het buitenland, is bij het
ondergaan der snuifindustrie tot de fabri
cage van sigaren overgegaan en nam op dit
gebied reods in 1S58 een belangrijke plaats
in.
Wanneer wij de gegevens voor 1858, zoo
ver die eenigszins aanduiding doen omtrent
de sigarenindustrie, overzien, dan blijkt, dat
zij in ons land toen bovenal gevestigd was
te Amsterdam, Den Bosch, Rotterdam, Prin-
senhage, Eindhoven, Utrecht, Kampen cn
Wageningen. In de drie Noordelijke Pro
vinciën had alleen Groningen sigarennijver
heid; in Noord-Brabant was zij op verschil
lende plaatsen nog op kleine schaal geves-
tigd.
Na i860 ging de sigarenindustrie sterk
vooruit in ons land. Van veel invloed hierop
was de toenemende beteekenis der tabaks-
markt in Nederland door den aanvoer van
de voor sigaren geschikte Java-, Sumatra-
cn Borneo-tabak. Verder was de vrije be
weging der tabaksindustrie, die in 011s land
aan geen belasting en toezicht van Staats-
wege is onderworpen, van grooten invloed
op haar ontwikkeling. Behalve in de groote
handelssteden, uit den aard der zaak centra
der industrie, heeft de sigaren-industrie zich
meest uitgebreid in streken, waar de econo-
misch-geographische toestanden bevorderen,
dat arbeidskrachten beschikbaar zijn; zoo inde
Meierij van Den Bosch, vooral rondom Eind
hoven en in de dorpen ten Zuiden van deze
stad.
De economische toestanden der in sober
heid levende landbevolking in dit gebied
waren vooral van beteekenis voor de opkomst
dezer industrie. Amsterdam, Rotterdam,
Kampen en Deift zijn naast Eindhoven de
belangrijkste plaatsen der sigarenindustrie,
maar verder heeft zij zich min of meer over
geheel Ned .'■••'.d verbreid. Eindhoven heeft
vooral groote sigarenfabrieken, o.a.met 1000
arbeiders. Volgens een statistiek, zoover wij
die voor 1906 uit de Gemeenteverslagen cn
de verslagen der Kamers van Koophandel
en Fabrieken konden opmaken en welke
geenszins volledig is, tc meer daar onder
scheidene fabrieken alleen als tabaksfabrieken
werden opgegeven, had Nederland in dat
jaar ongeveer 435 sigarenfabrieken, waarin
circa 9750 arbeiders werkten.
Het begrip sigaret een middending
tusschen pijp cn sigaar staat niet geheel
vast; dit bleek o.a. uit een request des
»Verbanclcs deutscher Zigarettenfabrikanten
aan den Rijksdag van 1906, waar verschil
lende tabaksartikelen werden opgegeven,
van welke het twijfelachtig was, of zij al
dan niet tot sigaretten moesten gerekend
worden. Ten slotte werd aangenomen, dat
alle tabaksproducten in den vorm cencr
sigaret, die een omhulsel van papier hebben
of uit fijn gesneden tabak zijn vervaardigd
(in het laatste geval zonder rekening te hou
den met de stof, waaruit het dekblad of
hulsel bestaat en zonder in aanmerking te
nemen, of nevens het dekblad nog een om
hulsel voorhanden is) tot de sigaretten moe
ten gerekend worden. Voor alle dergelijke
producten moeten in Duitschland dan de
rechten als sigaretten betaald worden.
De oorspronkelijke vorm der sigaretten
vindt men in hetgeen dc Spanjaarden onder
Columbus door de inboorlingen van Guana-
hani, 12 October 1492, zagen gebruiken,
Tiedemann verhaalt in zijn boek »Geschichtc
des Tabaks und ühnlicher Genusmittcb
(Frankfort 1853), dat Columbus en zijn tocht-
genooten tot hun groote verwondering vroed-
zame Indianen hadden gezien, die rookwolken
door mond en neus uitbliezen. Uit een droog
kruid, in een maisblad gewikkeld, vormden
zij cylindervormige rollen, waarvan zij het
eene eind in den mond staken en het andere
eind deden branden, den rook opzuigend en
uitblazend. Een dergelijke rol noemden de
inboorlingen tabacco. Naast de bladeren der
maisplant hebben de in primitieven toestand
levende volken nog andere plantenbladeren
als hulsels voor hun tabak gebruikt. Zoo ver
haalt het Asiatic-Journal van Januari 1844.
dat men in Birma in iedere stad meisjes vond,
die in bananen-bladeren fijngesneden tabak
wikkelden, welke producten zij des avonds
op de markten verkochten. Van deMaleicrs
wordt verhaald, dat zij vroeger de bladeren
der nipapalmen in stukken sneden en daarin
fijngesneden tabak wikkelden. Ook van an
dere volken wordt dit vermeld.
Hoewel bij de eerste sigaretten con pa
pierhulsel ontbrak, is toch de papier-sigarette
reeds oud. Volgen3 berichten der missiona
rissen waren de Spanjaarden en Creolen van
Zuid-Amerika reeds in de 18e eeuw harts
tochtelijke rookers van papier-sigaretten, die
japelitos noemden.
'an Zuid-Amerika vond de sigarette haar
weg naar de Oude wereld, en wel eerst naar
Spanje. Van hier is het rooken van sigaretten
verbreid over de landen van Europa. In
Frankrijk dagteekent dc sigarettenfabricage
van 1843, zegt Larousse in zijn Encyclopiedie.
Aanvankelijk werden zij in dit land slechts
in geringe hoeveelheid gebruikt, slechts
4500 K.G.; in 1869 reeds 11 000 K.G., ofn
millioen stuks. Thans is dc sigarettenfabricage
bloeiend te Parijs, Bordeaux, Marseille,
Nancy, Nantes en Toulouse.
In Duitschland was het gebruik van siga
retten in het midden der negentiende eeuw
nog tamelijk onbekend. De sigaretten waren
destijds zelfs in weinig winkels tc bekomen,
en deze waren geen eigen fabrikaat, doch uit
Rusland ingevoerd, waar de fabricage en
't gebruik van sigaretten toen al een groo
ten omvang had. De sigaretten-industrie werd
in Duitschland eerst aangevangen in 1852
door den Russischen sigarettenfabrikant
Joseph Uppmann, die te Dresden oen filiaal
zijner fabrieken oprichtte, en met behulp van
arbeiders en arbeidsters uit Rusland begon.
Het duurde nog lang eer het product alge
meen ingang vond in Duitschland; in 1877
werden, blijkens een enquête der tabaks
commissie, nog slechts 187 millioen stuks
sigaretten ln Duitschland gefabriceerd, welke
voor een derde werden geëxporteerd. Nog
bijna een tiental jaren duurde hot, eer de
sigaretten in Duitschland ingang vonden bij
het groote publiek.
Eerst toen machines waren uitgevonden,
waardoor de fabricage van sigaretten machi
naal kon geschieden, cn het product aldus
goedkooper werd, nam het gebruik sterk
toe, en verrezen er talrijke nieuwe fabrieken.
In dc Kcmonstrantsche kerk hoopt aan
staanden Zondagochtend voor tc gaan ds.
F. Dykema, uit Rotterdam voor den Doops
gezinden kring dr. H. P. Schimm van der
Loeff, uit Boskoop.
Van H, M. de Koningin is een nieuw
portret verschenen bij de uitgevers-maat
schappij »Elsevier« in zoogenaamde Retn-
brandt-gravure.
Het welgelijkend portret geeft H. M. in
statie-gewaad, getooid met de diadeem en
staande voor een donkeren achtergrond.
Een portret van zeer artistieke bewerking.
Gravin Van Randwijck, echtgenoote van
den Burgemeester, is in dc eerste weken
nog niet in de gelegenheid, bezoek te ont
vangen.
Herinnerd zij aan de periodieke verkiezing
voor de Kamer van Koophandel en Fabrie
ken, welke plaats hc8ft op Dinsdag 19 No
vember.
Aan de beurt van aftreden zijn de hoeren
A. Eysink, H. Meursing cn S. van Vollen-
hoven.
Omstreeks een uur werd gister op dc
Nieuwe algemeene begraafplaats het stoffe
lijk hulsel van majoor J. M. H. van Lelyveld,
van het ie regiment huzaren, ridder van
het Legioen van eer, aan den schoot der
aarde toevertrouwd.