Dinsdag 11 J5j| Februari 1913. No. 8222. 62e Jaargang. Stadsnieuws. AMERSFOORTSCHE COURANT. Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Conrant, voorheen Firma A. H. van Cleeff". HOOFD-REDACTEIIR Verschijnt Dinsdag, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.— rit» k a tt franco per post/i.15. Advertentien 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel- nu iab.au P. J. FREDERIKS abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officiede- en onteigcnings- tpnTJTwrn 0 advertentifin per regel 15 cent Reclames t—5 regels /"1.25. Bewijsnummers naar buiten ttORTBGRAOHT 9. AMERSFOORT worden In rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. p Bij advertentifin van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. ostbus 9. Telefoon 19. GCcKZ&t&U/ CCLCeX4T KEN NfSOEV I N U. De GEZONDHEIDS COMMISSIE voor de Gemeente AMERSFOORT, brengt ter kennis van belanghebbenden, dat zij hare Openbare vergadering, bedoeld in art. 2, der Gezondheidswet, zal houden op Vrijdag M Februari 1913, des avonds te half negen in het Raadhuis. Amersfoort, 10 Februari 1913. De Voorzitter, H. VV. SOHKEUDKR. De Secretaris, dks TOMBE. Nalatigheid. Wanneer twee personen een zelfde reis gaan ondernemen en even lang zullen uit blijven, dan zal men dikwijls zien, dat een hunner een verbazend groote koffer mee sleept, terwijl de ander bet met een klein valiesje afdoet. De eerste zegt, dat hij op reis de gemakken, die hij thuis heeft, ook elders niet wil ontberen en daarom 's mor gens en 's avonds gaarne zijn pantoffels eens wil aantrekken en dergelijke zaken meer. zoodat een groote koffer hem noodzakelijk voorkomt, terwijl de ander met al dien sleur niets wil te maken hebben en zich met het allernoodigste behelpt. Dit zich met het allernoodigste behelpen, gaat intusschen zoover het gaatdoch als men van dat principe uitgaat, dan zal men toch verschillende dingen nalaten, die een reis van langer of korter duur aangenaam maken. Nemen we eenvoudig onze kleeren. We zullen een reisje gaan maken van een dag of wat en nemen alleen het pak kleeren mede, dat we aan hebben. Dat kan goed uitvallenmaar dat kan ook heel slecht loopen. We kunnen worden overvallen door •een stortregen, we kunnen ergens aan een spijker blijven haken, of wel op de eene of andere wijze smeer over ons goed krijgen, kortom, het kan noodig zijn, dat we een ander pak moeten aantrekken en we zullen ons zeiven van nalatigheid beschuldigen, dat we aaft die mogelijkheid niet hebben gedacht en geen tweede pak hebben meegenomen. Dergelijke nalatigheid nu doet zich ook in onze samenleving dikwijls voor. Eenhuiseigenaar verhuurt zijn huis, tel kens van jaar tot jaar met de conditie er bij, dat men drie maanden te voren moet op zeggen, als de een of ander wil, dat de huur niet langer zal doorgaan. Men maakt een mondelinge afspraak en alles gaat goedde huurder betaalt regelmatig op tijd zijn huur penningen en denkt er niet aan, te verhuizen, terwijl van zijn kant de eigenaar er evenmin aan denkt, hem de huur op te zeggen. Maar daar komt een vriend of een familielid van den eigenaar, die bepaald een huis noodig heeft en die grooten zin in het door hem ver huurde huis heeft, Hij wil zelfs meer huur geven dan de tegenwoordige huurder. De eigenaar laat zich bepraten en gaat de huur opzeggen, zeer tot bevreemding van den huurder, die zich beroept op de gemaakte afspraak. Ja, het spijt den eigenaar wel, maar hij heeft het zijn vriend beloofd en al hetgeen hij doen kan, is den tegenwoordigen huurder er nog drie maanden in te laten. Had men eenvoudig, in plaats van een mondelinge afspraak, een schriftelijk con- tractje gemaakt, dan was van vervroegde huuropzegging geen sprake geweestmaar men vond dit overbodig en daarom heeft men het maar nagelaten. Vaak wordt ook nagelaten boedelscheiding. Wanneer in een gezin vader of moeder sterft en er zijn reeds kinderen gehuwd en de deur uit, dan zal doorgaans wel tot boedelscheiding worden overgegaan maar het kan ook voor komen, dat alle kinderen nog minderjarig en in huis zijn en dan gebeurt het dikwijls, dat een inventaris wordt opgemaakt alleen om te weten hoeveel aan successie moet worden betaald, maar dat overigens alles bij elkander blijft. Dit alles gaat nu heel goed, tot een der kinderen huwelijksplannen in het hoofd krijgt en dan het hem komende deel uit den boedel wil hebben. Groote twisten tusschen de kin deren onderling zijn hiervan dikwijls het gevolg geweest en die hadden kunnen wor den voorkomen als op den juisten tijd niet ware nagelaten, hetgeen nu gebeuren moet. We zien hieruit, dat kleine nalatigheden, geheel te goeder trouw, soms groote gevol gen kunnen hebben en daarom, al kost het ook eenige moeite, men hoede zich daarvoor. Men denke ook eens aan een schriftelijk contract met de dienstboden, aan een levens verzekering, een brand-assurantie en zooveel meer. De moeite zal later ruimschoots wor den beloond. Het riekt er. Een zelfde luchtje doet den een bijna dauwvallen en wordt door den ander nauwe lijks opgemerkt, en zoo kan ook een zelfde geestelijke atmosfeer beurtelings onaange daan laten, welbehaaglijk lijken en met on passelijkheid dreigen. Én zoo gemakkelijk als de waarneming is in het laatste geval, zoo moeilijk is het, zich daarvan door ont leding rekenschap te geven zonder den schijn op zich te laden van te lijden aan een fijn heid van zintuig als grenst aan inbeelding, gemaaktheid of aanstellerij. De atmosfeer, waarin de practische Staat kunde leeft, staat niet in zoo'11 bijzonder voortreflijken reuk en veel van hetgeen aan de oppervlakte daarvan opborrelt als een onschuldige luchtbel voor den vcrafstaande, verspreidt een alles behalve aangenamen geur voor wie er den neus dichtbij houdt. Zoodoende is het terrein niet aanbevelens waardig voor lijders aan een fijngevoelig reukorgaan en de »fijne neus* der Staat kundigen moet niet tevens een kieskeurige zijn, maar bestand tegen een luchtje en asempje van niet altijd even onschuldigen aard. Mithridates, koning van Pontus, had zich zóó gewend aan het gebruik van vergiften, dat hij zich zoodoende een door hem be oogde immuniteit had verworven, en zoo zijn er, die, even langzamerhand maar meer onwillekeurig, zich gemeenzaam weten te maken met een atmosfeer van verdacht allooi, zonder dat daarbij de gevolgtrekking mag worden gemaakt van een afgestompt heid in ongunstigen zin. Anderen daaren tegen schijnen nu eenmaal van een andere maketij te zijn, ontke.nnen volstrekt niet de noodzakelijkheid en de ongevaarlijkheid van een wat langdurig verblijf in de politieke caissons, maar voelen toch bijzonder spoedig de behoefte aan versche lucht, zoodat /.ij het sein geven «naar boven* en wenschen ui', gelaten te worden. Vespasianus, de vader van Titus, bezit do twijfelachtige eer de uitvinder te zijn eener belasting, waarvan de onsmakelijkheid haar weerga nooit heeft gevonden. Aan zijn zoon, die in deze bedenkingen van olfactorischen aard schijnt gehad te hebben, toonde hij de opbrengst dezer belasting, en hem het geld onder den neus houdend vroeg hij hem «riekt het?*. Wat de gehoorzame zoon ant woordde, is mij niet bekendmaar ik ver moed, dat alleen zijn kinderlijke picteit hem heeft verhinderd te antwoorden «het riekt 'inderdaadmaar alleen voor wie een fijner reukorgaan heeft dan gij, vader* En deze geschiedenis herhaalt zich dagelijks en in allerlei vorm op het terrein der Staatkunde, waar geld, eer en ambt al dan niet rieken naarmate uitdeeler en ontvanger in dezen of genen zin bedeeld zijn met fijnheid van reuk orgaan. Ik zal niet zeggen, dat hier de kunst van parfumeeren in het geheel niet in eere is, noch te ontgaan, wanneer ook de meest af gestompte reukzenuw dreigt te reagoeren maar vaak is dan de remedie erger dan de kwaal, gelijk de zwoele parfum van sommige mondaines, die onwillekeurig de gedachte opwekken aan de juistheid en den diepen zin van Plautus' gezegde «muiier recte olet ubi nihil* (de vrouw ruikt waar niets riekt) of van Montaigne's uitspraak «on a raison de tenir les bonnes senteurs suspectes a ceux qui s'en servent et d' estimer qu' olies soyent employees pourcouvrir quelquc défaut de ce cAté la*. Wie dus het terrein der practische Staat kunde bet reedt en behept is met wat fijn reuk orgaan, zal te strijden hebben met en tegen een onafgebroken wassend gevoel van onbe hagen, waaraan hij zich slechts tot zekeren graad zal kunnen gewennen en daaronder niet onpasselijk worden, indien het hem gelukt een speciale ventilatie aan te brengen en in werking te houden. Als zoodanig zal alleen kunnen dienen de ondervinding, dat boven de zware, zwoele en naar beneden zak kende atmosfeer een zuivere en hoogere heerscht, waarin de eigenlijke strijd kan worden uitgevochten waar alleen bekwaam heid en rechtschapenheid verwijlen, waarde met zorg verzamelde argumenten en het wetenschappelijk gedocumenteerd betoog zich vrij bewogen en waar zonder ijdel woorden spel de kundigheid, consequentie en het waarachtig algemeen belang den toon aan geven. Maar indien het helaas meer en meer duidelijk mocht worden, dat ook zelf» tot daarheen is opgerezen wat alleen zóo laag behoorde te blijven, dat het als met gemak elk oogenblik zou kunnen vertrapt worden, dan wordt niet alleen het onbehaaglijke weer dubbel merkbaar, maar ontstaat daarbij de moedeloosheid als dengene bevangt die vruch teloos poogt het moeras te ontkomen waaruit de verstikkende dampen oprijzen. Dan baat het niet meer, aan te roepen de hoogste be langen, opdat worde gezocht naar wat ver- eenigt en ontgaan wat scheidtdan heeft het geen zin meer, te wijzen op de hoogste plichten, opdat niet het belang eener partij worde gesteld boven dat der geheele ge meenschap; dan is ijdel de bezwering om toch niet den wil van een ijdel en heersch- zuchtig tnan aan te zien voor het richtsnoer van eigen woorden en handelingen en dan is eindelijk niet meer te ontgaan de matheid der stem die roept in de woestijn en die als eenigen weerklank slechts hoort wat hoon- lacht oi wat veinst niet te verstaan of wat slechts het reuktleschje aanbiedt. Nu wordt ons weerstandsvermogen in al gemeenen zin aanzienlijk verzwakt, indien alie omstandigheden daarbuiten tegen ons zijn, zij nergens eenige toevlucht aanbieden en ons noodzaken, te verwijlen uitsluitend en altijd daar waar het ons niet past naar eigen aard en aanleg zoodat er eindelijk en onfeilbaar een oogenblik aanbreekt, waarin slechts de keuze rosf tusschen het meehuilen met de wolven en het ondergaan van eigen persoonlijkheid, of het plots en met éen ruk ons los en vrij maken. En tot dit laatste worden de verzoeking en de aanlokking grooter naarmate ons eenerzijds meer vreemd is alle neiging om eenige bekoring te ont- leenen aan de toejuiching der onmondige menigte daarbuiten en anderzijds ons meer bekend is uit eigen aanschouwing en door leving die reine atmosfeer, waarin eens in vroeger dagen verwijld werd teen hoofd en hart alleen dienstbaar werden gemaakt aan hetgeen goed was en rein. Toen onlangs een uitstekend afgevaar digde zich ongeneigd toonde, langer deel uit te maken van 's Lands vertegenwoordiging en evenmin bereid bleek om in het openbaar rekenschap af te leggen van zijn willekeu rige terugtrekking, lag het toen niet voor de hand om te vermoeden, dat hij geen kans zag of geen lust had om in hem waardigen vorm te gieten de mededeeling, dat het daar ginder zoo riekte en dat een dreigende on passelijkheid hem noodzaakte, daar weg te gaan Aldus dr. J. M. van 't Hoff in het «Utr. Dbld.«. De Lieve Vrouwe-toren is al ontelbare malen afgebeeld, doch nooit zóo mooi als op de photo, welke thans voorkomt in «Die Woche», genomen van den kant der Lange- gracht en met den prachtigcn gevel van het huis des heeren Putman op den voorgrond. Reeds meldden we, dat, op uitnoodiging van de kiesvereeniging «Gemeentebelang», den 31 januari een vergadering werd ge houden van de Besturen der drie vrijzinnige kicsvercenigingcn hier ter stede om te trach ten tot samenwerking te geraken ook bij de periodieke Raadsverkiezing en dat op 7 I Februari in de ledenvergadering van elk dier kiesvereenigingen afzonderlijk de voor-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1913 | | pagina 1