ISrtgai kJfTjKfë n ft volgende jaion, dan aal erkend moeten wor den, dat deze ongetwijfeld snel verminde rende debet-post verantwoord kan worden door de voordeelen uit het Gemeentelijk grondbedrijf in dien tijd voortgevloeid, directe zoowel als indirecte. En nogmaalsin geen enkele Ge meente is ooit zulk een schadepost gecon stateerd. Naar mijn meening komt aan ons Ge meentebestuur een woord van lof toe, omdat het vastberaden het vraagstuk der grond- politiek onder de oogen is gaan zien, en er de best mogelijke oplossing aan tracht te geven. En dit nog wel in een tijd, waarin niet alleen, zooals thans reeds gebleken is, machtige wapenen in den verkiezingsstrijd door haar tegenstanders er uit gesmeed zul len worden, doch er ook nog. getuige de bedoelde artikelen, onafhankelijke en onpar tijdige ingezetenen gevonden worden, die gemeend hebben op grond van het algemeen belang, ernstig bezwaar te moeten aanvoeren tegen den grondaankoop door de Gemeente. G. J. BUIJS. Amersfoort, 24 Februari 1913. De beteekeuis van 1813. Hier volge het slot der rede door dr. H. L. Oort, uit Utrecht, in de plaatselijke afdee- ling van den Ned. Protestanten Bond gehou den waarvan we, om plaatsgebrek, het ver slag in het vorige nummer moesten afbreken. Wie eenig geschiedkundig feit wil begrij pen, behoort met zijn gedachten hoe langer zoo meer terug te gaan. Men kan de be vrijding niet verstaan zonder te kennen den aard der verdrukking en deze in haar zwaarte niet schatten zonder te weten waarop zij volgde. Wie zich verdiept in het vrijheids- geluk van 1813 moet zich herinneren den rampspoed, dien 1812 bracht. Het begin der herdenking zij de inlijving van Holland bij het Fransche Keizerrijk, bij proclamatie van 9 Juli 1910, de «wederin- lijving van het slijk der Fransche rivieren*, na den afstand, wéinig meer dan een sma delijke afzetting, van I.odewijk Napoleon als Koning van Holland. De eerste geweldige daad was de ti<?r- ceering, waarbij de renten der publieke schuld over 1S10 slechts voor een derde onder de lasten werden gebracht; met, als gevolg, het sluiten van tal van bloeiende kantoren en groote ellende voor hen die van een bescheiden inkomen moesten leven, waardoor een gevoelige knak werd toege bracht aan de volkswelvaart. De volgende, het continentale stelsel, bedoeld om den Engelschen handel te fnuiken, doch in zijn gevolgen leidend tot bijna geheelen stilstand van onzen handel en tot hopelooze werk loosheid en groote armoede. De derde, de conscriptie met terugwerkende kracht tot 1810. de gedwongen dienstplicht, een maat regel welke geheel indruischte tegen de gewoonten in ons landwant al schreef reeds de Unie van Utrecht weerplicht voor, steeds had men huurlingen dezen burger plicht doen vervullen. Vooral de geheel on- noodige ruwheid, kwelling en onkieschheid waarmee de conscriptie werd toegepast, wekte groote verbittering. Spr. herinnerde hier aan De Celles, den prefect van Amsterdam, De Stassart, prefect van Den Haag, en Le Brun, in de dagen van het consulaat Napoleon's ambtgenoot en thans Stadhouder van het vroegere Hol land, en aan het leger douaniers en speur honden van de politieke politie, die hun werk van onderdrukking vaak op barbaar- sche wijze deden. Het mocht Le Brun, den hertog van Plaisancc, al ernst zijn met zijn beweren, dat hij Holland niet wilde behandelen als wingewesthij mocht al vele Hollanders benoemen in allerlei hooge betrekkingen en anderen laten op het gestoelte der eere macht hadden zij niet. De macht berustte bij de Fransche ambtenaren, die haar mis bruikten in dienst van de bedoelingen van Napoleon, den man die Europa in vuur en vlam zette, tot hij het door hemzelven ont stoken vuur niet meer meester kon blijven en ten offer er van viel. Weinigen zijn zóo gevoekt als Napoleon, maar weinigen ook hebben zóo veel ver eering en blinde aanhankelijkheid weten te wekken als hij. Telkens worden wij ge troffen door zijn grenzelooze zelfzucht en wreede heerschzuchtmaar te gelijk door zijn grootheid en kracht Een man, dien men óf moest haten óf onder wiens betoovering men geraaktewant een geweldige beko ring ging van hem uit. Er waren er, die vurig tegen hem waren gezind, doch door zijn geweldige persoonlijkheid, zijn fasci- neerenden glimlach, opeens voor hem wer den gewonnen als zij hem ontmoetten of zelfs zagen. AJlereigenaardigst is het, te lezen hoe zijn bezoek aan Nederland in het najaar van 1811, eindigend met den intocht in Amsterdam, een ware zegetocht werd. De eerebogen en toejuichingen waren het werk van een zorgvuldig geïnstrueerde claque; maar toch boog men zich voor het genie, voor den held van Austerlitz en Marengo, voor de glorie van zijn bijna bovenmensche- lijk geluk. Om het gejuich bekommerde Napoleon zich nietdoch hij wist hen, die hij noodig had aan zich te binden, voor zich te winnen. De stemming in Holland was zeer ver deeld. Sommigen legden zich neer bij de inlijving, beschouwden de onafhankelijkheid als een afgedane zaak en schikten er zich in, dat de Fransche taal de onze zou ver vangen. Anderen putten zich uit in pogingen om in blakende gunst te komen bij den vreemdeiing, ten einde ambten te verwerven of die te behoudendoch het grootste deel der natie bleef zich hardnekkig verzetten en, al boog het zich voor de macht, het bleef krachtig in zijn geloof aan een nieuwen, gelukkiger tijd. Oude veeten en partijver- schillen werden vergeten gezamenlijk lijden en hopen bracht standen en rangen tot elkaar. In een ministerieel rapport van het begin van 1811 wordt als tegenhanger van het «Holland is met het Keizerrijk hereenigd* geschreven «Holland is niet vereenigd met Frankrijk, noch in zeden, noch in gewoonten, noch in meeningen, noch in gevoelens*. Zelfs in de kringen, die vroeger bij voorkeur Fransch spraken, werd nu weer Hollandsch gesproken. Helmers zong zijn «Hollandsche natie*, Van Hall en Tollens en zelfs Bilder- dijk voegden zich in 't koor en hieven vaderlandsche liederen aan, die men moet beoordcelen in het kader van hun tijd. Holland zag zijn jongelingen wegvoeren naar de slagvelden, van welke er zoo wei nigen weerkeerden. Er was armoede en ver slagenheid, want ieder begreep, dat zoolang de gelukszon van Napoleon, toen op het toppunt van zijn macht, niet taande, er geen denken was aan verzet. Heel Europa, behalve Rusland en Engeland, was in zijn macht; doch ook deze Rijken zouden vallen er zou slechts éen Rijk zijn. Doch 1812 zou Napoleon leeren, dat de toekomst niet aan hem was, doch aan God is. Legioenen en nogmaals legioenen werden naar het Oosten gezonden van Spanje werd gemarcheerd naar het onherbergzame Rus land, waar de Fransche adelaar zou worden geplant op het kremlin te Moskou of opliet winterpaleis te Petersburg. Een leger, zóo groot als sinds de oudheid de wereld niet zag en saamgesteld uit de beste troepen die het krijgskundig genie kon vereenigen, vindt in de vlammen van Moskou en de sneeuw velden van de Beresina een onverwinbaren vijand. Welhaast bereiken de geruchten de geknechte landen, rouw en angst, verbijste ring en stille vreugde brengend in tiendui zenden gezinnen. Een nieuw hoofdstuk der wereldgeschiedenis is begonnen. De terugtocht van het groote leger, de vlucht van den Keizer was het sein voor den opstand in Duitschland. Van Weichsel tot Rijn werden de nationale liederen weer aangeheven; in telkens breeder stroom golfde het verzet voort en sleepte angstvallige Vorsti n en wankelmoedige regeerders mede. De Keizer zegt prof. Jorissen had de Vorsten overwonnendoor de volken zou hij vallen. Den 15 Maart 1813 ontving Friedrich Wilhelm van Pruisen te Breslau Alexander van Rusland en Pruisen stond gereed Frank rijk het hoofd te bieden. Toch slaagde Napoleon er in, binnen enkele weken weder een half millioen soldaten in het uitgeputte Frankrijk op de been te brengen en daarmee tot in het hart van Duitschland door te dringen, den 25 April Erfurt binnen te rukken, door den slag bij Lützen de verbondenen terug te drijven en 5 Mei zijn intocht te houden binnen Dresden. Doch nu ook sloot Oostenrijk zich aan bij de verbondenen. De volkerenslag bij Leipzig niet ver van den Pleisenburg, waar drie eeuwen vroeger een andere strijd was ge leverd, minder bloedig, doch niet minder ver reikend in zijn gevolgen; waar Luther het hoofd bood aan zijn tegenstanders bracht de beslissing. Napoleon verliet het slagveld, waar 86 000 gevallenen achterbleven, sloeg zich nog wel door Duitschland heen, doch bereikte begin November Saint Cloud als verloren man. Moskou had zich herhaald; doch nu wankelde zijn troon. Zóo ver als in Duitschland was men in ons land nog niet. Holland liever: De Fransche departementen ten Nootden van de Schelde was éen geworden met Frank rijk, stond onder Fransch bestuur en werd met ijzeren arm geregeerd. Elk verzet werd onmiddellijk onderdrukt. Armoede en werk loosheid heerschten allerwege; eertijds wel varende buurten vervielende bloeiendste zaken werden opgeheven bij gebrek aan koopkracht, kapitaal en geschikte arbeids krachten, want voortdurend werden nieuwe lichtingen naar de slagvelden gezonden. Het voorjaar van 1813 kenmerkte zich door een reeks opstootjes, elk op zichzelf vurig genoeg, doch zonder eenig verband, zoodat zij telkens met weinig moeite werden onder drukt en met fusillades of dwangarbeid wer den gestraft. Te Amsterdam, Scheveningen en Maassluis hadden ernstige ongeregeld heden plaatsaan het verzet te Zaandam, in April, werd een bloedig einde gemaakt Doch de geest van verzet en de hoop op bevrij ding werden er door verlevendigd. Het regende pamfletten, spotverzen en F*"1?"' vooral na den slag bij Leipzig, /ells bij het huis van De Celles, te Amsterdam, werd zoo'11 schimpdicht aangeplakt. De aanzienlijken hielden zich echter nog achteraf. Napoleon begreep, dat als zij zich aan het hoofd stelden, het verzet veel ern stiger zou worden en daarom vormde hij van hun zoons een Eerewacht. Deze gijzelaars feitelijk moesten hun ge- heele uitrusting bekostigen en bovendien i 2500 storten en konden geen plaatsvervan ger stellen. Zij moesten het als een zeer bij zondere onderscheiding rekenen, tot het leger te behooren. Prof. Kemper, een der edelste en talentvolste voorvechters der vrij heid, gaf den zeer goeden raad, niet vrij willig te gaan, noch in den laten avond, waarop de Franschen het gaarne aanlegden, doch zich overdag met geweld uit hun wo ning te doen voeren, opdat het geheele volk kon zien, dat ook de rijken leden en slechts onder dwang den adelaar volgden. Doch de aangewezen leiders van het ver zet hielden zich nog terug; zij verheugden zich in den steeds wassenden geest van verzet, durfden, óok in het openbaar, zeer stoutmoedige taal voeren zoo sprak prof. Kemper in een openbare vergadering over zijn geloof in Holland's vrijheid en zijn recht daarop doch zij onthielden zich van een gezamenlijke poging tot verzet. De tijd daar voor was nog niet rijp, het juiste oogenblik nog niet gekomen. Het is de groote verdienste van de man nen die nu honderd jaar geleden aan het hoofd van de vrijheidsbeweging zich stelden, dat zij, ijverig arbeidend, met groot geduld en evenveel onverschrokkenheid het juiste oogenblik hebben te baat genomengeen dag te vroeg, maar ook geen uur te laat. Waren zij te vroeg opgetreden, dan ware er nutteloos bloed vergotenhadden zij te laat het verzet doen uitbreken, de verbon den mogendheden zouden Holland zijn bin nen getrokken en niet alleen de eer, maar misschien ook de vrijheid hebben geroofd. Dit is de groote verdienste van de man nen van 1813, dat zij zelf op het juiste tijd stip de Oranjevlag ontplooid, de onafhanke lijkheid heroverd hebben. Toen Napoleon zijn leger naar Rusland voerde en Europa dreunde onder den stap dier soldaten, zat dag aan dag een zestiger in zijn studeervertrek, waar hij ontwierp een Grondwet voor het Koninkrijk der Neder landen. Gijsbert Karei van Hogendorp wist, dat die wet weldra noodig zou zijn. En toen Napoleon na den Russischen veld tocht nieuwe legerscharen uitrustte, rustten Van Hogendorp en zijn vrienden zich toe en onmiddellijk na den slag bij Leipzig, in October 1S13, brachten zij hun plan tot uitvoering. Van Hogendorp, Van der Duijn van Maasdam, Van Limburg Styrum, Repe- laer van Driel, De Jonge, Changuion, kozen, ieder voor zich, in 't geheim, zonder zelfs van elkaar te weten wie, vier vertrouwden, met de vaste belofte, gereed te zijn als de ure zou slaan. Over heel het land werd zóo een uitgebreid bondgenootschap van invloed rijke mannen gevormd, bezield met éen geest, dien der vrijheid. In het begin van November drong het gerucht door tot Den Haag, dat de Franschen Hamburg hadden ontruimd en dat de Pruisen en de Kozakken ons land naderden. Den 11 November werd door een onechte, nage drukte, Fransche courant den volke verkond, dat de Keizer was gevangen genomen en gedood. Alles stroomde naar het stadhuis in Den Haag, en niet dan met de grootste moeite werd een uitbarsting voorkomen, welke op dat oogenblik zou aanleiding heb ben gegeven tot bloedige straatgevechten. De stoot moest worden gegeven en werd dan ook gegeven door Amsterdam. Niet meer bij weken en dagen rekende men, doch bij uren en treffend is het te lezen hetgeen Willem de Clercq schrijft in zijn «Dagboek* over den uittocht uit Amsterdam van de zoozeer gehate douaniers en de laatste Fransche troepen, in den nacht van 12 No vember en het verbranden der douane huisjes en belastingkantoren in den avond van den isden. Molitor, de militaire commandant, was den dag te voren met zijn troepen vertrokken naar Utrecht en den ïóden schreef Lebrun aan den Keizer«Sire, het oproer is uitge barsten te Amsterdamik bevind mij op dit oogenblik te Utrecht*. Het bleef" niet bij het verbranden der, douane-huisjesde gevangenissen werden opengebroken huizen waarin Franschen woonden of hadden gewoond, werden ge plunderd en ware er. geen paal en perk ge steld, het gepeupel zou tot uitersten zijn overgeslagen. De nationale garde deed ech ter haar plicht en maakte een einde aan de oproerigheid. Een tusschen-regeering werd aangesteld, die er zich toe bepaalde de orde met krachtige hand te herstellen, zonder officieel het Fransche juk af te schudden en de Oranjevaan te ontplooien. Immers Utrecht, Weesp en Naarden hadden nog Fransch garnizoen en vóór de stad lagen Fransche kanoneerbooten. Officieel bleef men de na dere bevelen van den Franschen bevelheb ber afwachten. Anders eind het in Den Haag. waarland- gi„Cg S'van te,gdgepè»i!c\1och van*, heid te proclameeren. Van Hogendorp. jicht tlutis gehouden, rond rijn betde «oom. In allerijl werden eenige vervaardigd en daarmee getooid, begaf Van Styrtltn rich naar het stadhuis om aan den oud-Burgemeester Shelter te vragen het stadsbestuur op rich te nem™. Van der Palm schetst in rijn .liedenkschr:ifW den diepen indruk, gewekt door het •y'J*»1 der bevrijding, dat in ondenkbaar korten tijd door ieder werd gedragen op borst ot hoed. De werkplaatsen hepen ledig, de Fransche wapenschilden werden afgerukt, doch nergens werd geweld gepleegd. De prefect, De Stassart, besloot eenvoudig, heen te gaanweerstand was niet mogelijk. Drie oud-Burgemeester» namen het stads bestuur op zich en Van Styrum trad reeds den zelfden middag op als gouverneur der stad in naam van den Prins van Oranje. De Fransche troepen overnachtten op het Binnen hof en trokken den volgenden ochtend weg. Doch spoedig volgden verslapping en vrees op de eerste opwinding, te meer toen de Fransche troepen te Utrecht bewezen, dat zij nog konden branden en plunderen, lot tweemaal riepen Van Hogendorp en zijn vrienden een uitgebreide vergadering bijeen, doch men was bevreesd, dat Napoleon ander maal verrassend snel zou terugkecren met een groot leger. Toen traden Van Hogendorp en an der Duijn op in hun volle kracht en verklaarden zich bereid, voorloopig de regeering in naam van den Prins op te nemen zij vaardigden een proclomatic uit, even kloek als bondig, zonder woordenpraal, doch getuigend van vaste geloofsbezieling, een proclomatic die ten spoedigste in alle steden werd verspreid en veel weerklank vond. Amsterdam, waarheen Van der Duijn en Fannius Scholten zich begaven, aarzelde lang, doch besloot Kemper en Scholten toe te laten als Commissarissen van algemeen be stuur der stad en toen 24 November de kozakken vóór de Muiderpoort verschenen, aarzelde men ook daar niet langer, doch stak de Oranjevlag uit van het palcis op den Damden zelfden dag waarop Woerden door de Franschen werd hernomen en af grijselijk getuchtigd een strafoefening, in het midden des lands, die een geweldigen indruk maakte, te meer waar bekend was, dat Napoleon nog zeer kort te voren had gezegd, veeleer de dijken te zullen doen doorsteken en het land terug te geven aan den Oceaan dan het af te staan. De zaak stond wel heel hachelijk, want de Fransche garnizoenen waren pas versterkt en zeiven konden wo nauwelijks een 1000 man daar tegenover stellen. Vooral 27 November was een bange dag voor Amsterdam. Ilct gerucht liep, dat Mo litor een aanval zou doen op de staddoch tevens, dat de Prins van Oranje aan Van Hogendorp had# geschreven, dat hij binnen enkele dagen zou overkomen en dat Enge- lang schepen zou zenden. En den volgen den dag kwam de tijding, dat Molitor Utrecht had ontruimd en naar Gorinchem was ge trokken. De Kozakken en de Pruisen nader den met snelle dagmarschen. Twee Engel- sche oorlogschepen verschenen den 2«sten voor Scheveningen; Russische troepen trok ken Amsterdam binnen Arnhem werd bezet door de Pruisen de Prins van Oranje zette den 30sten November weer voet op den vaderlandschen bodemHolland was vrij Het is, vervolgde spr., hier de plaats om te spreken van Oranje niet van 's Prinsen lotgevallen en hoe hij eerst in Duitschland, later in Engeland een onderkomen vond, noch hoe hij zonder moeite door Fagel en De Perponcher werd bewogen, tot zijn volk terug te keerenmaar van Oranje als zinne beeld van 's lands redding en 's land» een heid, van Oranje die, als vanzelf sprekend, werd ingehaald en aan het hoofd stond van' de natie, die eenmaal door den grooten Zwijger werd verlost en gegrondvest. Nederland en Oranje behooren bij elkan der. Oranje, blanje, bleu was de vlag, die allerwege wapperdeOranje was de kleur onder welke de dappere onafhankelijk- heidskrijg was begonnen. Oranje vindt ge op de schoonste bladzijden der historie van Nederiand, het land van de tachtigjarige worsteling om geloofsvrijheid, het land van De Ruyter en Tromp, van Vondel cn Rem brandt, van Koen en Daendels, welks vlag werd vertoond in alle landen der wereld, het land waar kunst en wetenschap van be- beteekenis waren, waar om den geloovc verdrukten een tweede vaderland vonden door den vrijheidszin der Oranjes. Het is dan ook zoo eigenaardig, dat in de dagen van 1813 ons volk zonder tegenspraak of merkbare verdeeldheid opeens bcnrcen nLT eer,lMid.1?8 I" hand van een Oranje en allen zich schaarden rond hem en onder zijn vlag. Het beroemde vliegend blad, dat Van Hogendorp deed verspreiden en Voute den lam t ove lij 1 StOl et 1 Loc ber spo 19 November je gon dan ook me; is vrij*. Nadat do Prins aangekomen, vetj cember naar Am voren Kemper en proclamatie haddt eindigt met»H is souverein Vors Reeds den 6 dat het landsbestu den van den K van het bewind hand, doortastend met kloek beleid was tegenover de na de eerste opw ellende, die de F gebracht, stoffelij honderd dagen en' opleving. Doch het bogii herboren. Geen grootere dan de zelfstand^ verscheurd door wortelend besef een, brengt het wi Nationale herino niet om met angst gelijke toestanden strekken om den in tijdperken van verleiden tot traagi der wedergeboorte stroom der herinner Wij weten niet dagen, die voor kle zijn. Zullen wij, als worden geroepen t onafhankelijkheid Indien dit zoo z, dezen troost, dat de die niet verdwijnen Ook het kleine blijven op zijn dijk lander getrouw blijf Eersten Willem afg< nageslacht: Je Maini H. M. de Koningi te half tien voor Taunus. Voor H. M. besti op te zenden aan h< te 's-Gravenhage. Het afdeelingsoniji mer over het wetsón der middelen ter g iak gaven, begrepen 1913 leverde een kla op leden over de omsta, van FinanciCn, die ic zich krachtig tegen op de Vermogens- heeft verzet, thans t< voorstelt. Zij wijten dit aan' heid van den Ministf gen van een Inkom het ontwerp werd in ber 1911. Zij wilden ten minste tot dat van den dienst 191 Bij de Tweede wetsontwerp tot vleeschwaren, die volksgezondheid. Met ingang van een Rijks-keuring worden ingesteld. Of melk óok tot wordt gerekend? jai ïni ind :r elij •il Ico .lcc Men verzoekt ons niqué te willen opnen Naar aanleiding nummer meegedeelde telijke waterleiding. neer men 2ich nu verbruiker. Het zoo spoedig mogel, dat is bij den aar kwartaal water u* terleiding betrekken, reeds op. Hieruit men zich in dat geva vóór 1 Maart) los diepte verbintenissen. Doet «D ten Maart, dan is nvfeei taal verbonden en zaLnei Juli van de GemeentcÉè nen profiteered Van doorgaans we«el ons meegedeeld, dat li v om onder zekere vofwa reservoir der GemeentwK den Berg, ook te doeibe. toren. J Aangezien het w«f1 reeds 11. Zaterdag eeA< teerde Staten der Provw zenden, niet verzoek ft dcu Raad der Gemc if

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1913 | | pagina 2