model-confectie.
i
ROBERT LEVY f
AMERSFOORT.
i Voor het a.s. Yoorjaarsseizoen ontvangen
©rigineele Parijzer en Berlijncr
Mantel-costumes.
Paletots.
(teklecde costumes.
Blouses.
M«de-magazi|ii
♦©♦©♦©♦©♦©♦0*®*0*0*®
Langeitraat40 Tel. 1©3.
0
METHORST VAN LUTTERVELD.
Stoomwasscherij W. G. BURGER,
Feuilleton.
De extra-trein.
Kassiers en Commissionairs in Effeeten.
(Commanditaire Yennooten H. OYENS ZONEN te Amsterdam).
MEERHUIZEN 15 (naast de Nederi. Bank). TELEFOON 49.
Openen CHEQUE- en GIRO-REKENINU, zoowel voor
handelaren als particulieren. 6
AMERIKAAN'SCil SYSTEEM.
Wassehen geheel opgemaakt of droog toegeslagen.
GOEDE BEHANDELING. BILLIJKE PRIJZEN.
Goederen worden te Amersfoort 's Woensdags franco gebaald en gebracht.
Jp©" PROSPECTUS wordt op aanvrage gratis toegezonden.
2 (Slot).
In het station was alles stil, het loket geslo-
ten, de wachtkamer leeg.
„Ben ik te vroeg dacht Peterhij zette
zich in de wachtkamer en wachtte.
Na een oogenblik kwam de portier met een
bezem in de hand en begon de zaal te vegen.
„Hola, beste vriend, ve«g mij niet de kamer
uit 1" riep Peter ongerust over dezen meedoo-
genloozen reinigingsmaatregel. „Wanneer ver
trekt de trein
„Die is reeds een nnr geleden vertrokken",
aantwoordde do portier, zonder zich verder te
laten storen.
„Ik meen den eerstvolgenden treinwanneer
vertrekt de eerstvolgende trein?" vroeg P»ter
voor alle zekerheid nog eens.
„Morgen vroeg om zes uur", antwoordde de
man met een spottende gemoedsgerustheid. „Ga
er dus uit; ik moet het licht uitdoen".
Peter was als van dan donder getroffen.
„Wat? Nu geen trein meer? Ik moet naar
vronw en kinderen. Heb je 't gehoord? Ik
moet 1"
„Maak geen schandaal, beste vriend, en ga
weg, of ik roep den chef'.
„Goed" zei Peter kwaad, „roep je chef',
„Het is mij het zelfdeik moet naar vrouw en
kinderen."
De portier ging hoofdtchnddend weg en kwam
spoedig terug met den chef.
„Ik moet naar bnis, naar vrouw en kinde
ren, mijnheer de chef' riep Peter, bijna wee-
nend van opwinding.
„Maar, beste man, dat is na niet meer moge
lijk", zei de ambtenaar. „Je moet wachten tot
morgen".
„Of misschien beveelt mijnheer de baron een
extra-trein" mengde de neuswijze portier zich
hoonlachend in het gesprek.
Toen steeg Peter het bloed naar het hoofd:
„Wat, baron? Moet men dan baron zijn om
met een extra-trein te rijden
„Neen", zeide de chef lachend „met een extra-
trein kan iedereen rijden, die het geld er voor
heeft. Voor u zou echter de klucht te duur
zijn".
„Te duur?" schreeuwde Peter en sloeg op
zfjn beurs; „wat kost zoo'n ellendige trein naar
huis?"
„Vijf-en-zeventig mark".
„Vijf-en-zeventig mark Besteld Hier zijn 75
mark I Laat dadelijk inspannen I Peter Pott is
geen baron, maar rijdt toch meteen extra-trein".
„Geheel naar uw believen", antwoordde de
chef beleefd, „binnen een kwartier kunt u ver
trekken. Ik zal intusschen het vertrek van den
extra-trein telegrafeeren".
Binnen een kwartier zat Peter met zijn hond
in een rijtuig eerste klas en stoomde het station
uit.
Het telegram dat er een extra-trein zou komen,
had intusschen in Peter's woonplaats groote
opgewondenheid veroorzaakt. De chef, die wist,
dat bincen eenige dagen de opper-president
werd verwacht, had niets vlngger te doen dan
de hoofden der plaats van den inhoud van het
telegram in kennis te stellen, want hij stelde op
den voorgrond, dat het slechts een hooge of
z«*r hooge persoonlijkheid kon zyn, die het
plaatdje niet een bezoek per extra-trein vereerde
want ook de Kroonprins bevond zich op een
Regeeringzrondreis. Mogelijkerwijze kon de aan
komende Z. K. H, zelf zijD. De Burgemeester
was buiten zich zeiven; binnen een nnr zou de
trein aankomen, en er was nog niets voorbereid.
Was het de Kroonprins Was het de Opper-
resident Het telegram gaf hierover geen op-
eldering. Voor den PrinB was een verlichting
van het stadje benevens een feestmaal in de
„Fortuna" voorbereidvoor den President zou
alleen worden gevlagd.
„Ik laat het feestmaal klaarmaken, verlichten
en vlaggen" was het besluit van den Bnrge-
meester, „dan past het voor beid-, gevallen".
De stadswerkman liep in de sta& ronci ooa
de Gemeenteraadsleden bijeen te trommufln ,n
alle straten hoorde men de bel van den
roeper die den inwoners beval hun huizen i»
bevlaggen, en de waard uit „Fortuna" liet voor
het feestmaal alle banen op zijn hof zoo gauw
mogelijk: den hals afsnijden.
De Burgemeester had het intusschen druk,
door zijn vrouw nog eens de beid" redevoe
ringen te laten overhooren, die hij reeds veer
tien dagen voorbereid en ingestudeerd had éen
voor den Kroonprins en éen voor hen Opper-
president. Dan liep hij in zwart pak en geruite
das naar het station, waar zich resds de Ge
meenteraad naast het dillettanten-muziekkorps
opgesteld had.
De Gemeenteraads! "'den deden hun best om
hun gezichten een zoo onderdanig mogelijke
uitdrukking te geven; de muzikanten stemden
hun instrumentende Burgemeester, met een
iets bleek gelaat, ging nog eens ter zijde om
zijn twee redevoeringen voorzichtigheidshalve
nog eeDS op te zeggen.
Daar klonk de fluit van den naderenden tren.
De roode oogen van de locomotief werden zicht
baar en twee minuten later hield de trein stil.
Het venster van het rjjtuig eerste klas was naar
beneden gelaten, doch er vertoonde zich niemand.
De Burgemeester was in een doodelijke ver
legenheid. Was het de Kroonprins Was het de
President? liet was blijkbaar de Kroonprins; de
President zou zich wel reeds aan het venster
hebben vertoond.
Hij kuchte, maakte voor het venster een
diepe buiging en begon
„Keizerlijke HoogheidDe vertegenwoordi
gers van uwe go getrouwe Gemeente zijn
verschenen, om in alle o.on.onderdanig
heid uwe Keizerlijke Hoogheid..."
Hier kwam het op den titel aan en er trad
een kleine pauze in. De harten van allen klop
ten bijna hoorbaar in de onheimelijke stilte.
Aan het venster verscheen nog altijd niemand
slechts kon men uit den waggon een verdacht
snorken hooren, dat in 't geheel niet Kroon
prinselijk klonk, en het langzame brommen van
een houd. De machinist was van de locomotief
gesprongen en keek met grooto verwondering
naar het feestelijke tooneel. „Maar heeren", wilde
hij juist zeggen; toen gaf de Burgemeester een
wenk met de hand de muziek "iel in. en
de Gemeenteraad riep „Lang leve Zijne Kei
zerlijke Hoogheid, lang, lang, en nog eens
la-a-a-ng
Nu kwam er beweging in bet rijtuig, en aan
«t v«DSter verscheen het sla. idronken gezicht
van peter pott
buiUn™ ,tr0k ?a rÜtu'gdeur open en naar
Q" den draagkorf op den mg,
stok in de hand. Een weinig verwonderd
schreed hij de Gemeenteraadsleden voorbij, nam
beleefd zijn pet af en zeide
„Goeden avond, heeren
De Burgemeester liet van schrik den hoed
vallen en de gezichten van de Gemeenteraads
leden werden op onrustbarende wijze langer.
„D-d-d-dat is immers Pott" stotterde er een
„dat is immers Peter, onze smid! Er dat per
extra-trein I"
„Staat u mij op te wachten, heeren?" vroeg
Peter, en liep toen ijlings weg, want alle gezichten
begonnen onrustbarend te wordeD.
Toen de machinist de zaak ophelderde, loste
zich de verwondering van de deputatie spoedig
op in oen gelach, waaraan geen einde schoen
te komen. Men stormde door de helder ver
lichte en bevlagde Btad, naar het Raadhuis.
Van hier liep de omroeper door de stad om de
feestelijkheden weer te doen ophouden. Voor het
feestmaal moest echter de „Fortuna"-waard uit
de gemeentekas schadeloos gesteld worden en dus
besloot men maar er van te protiteeren.
Doch Peter was nog niet thuis. Hij wandelde
door de feestelijk versierde plaats, niet wetend,
dat om zijnentwil zooveel moeite gedaan was.
Hij zelf wus in 't geheel Diet feestelijk gestemd,
want hij dacht aan de ontvang8t-feestolijkheden
thuis, als hij zijn vrouw de geschiedenis vau
de 75 mark vertellen zou.
Als braaf man deed hij dat dien zelfden avond
nog, want bjj kon niet slapen als hij voor zijn
oudje iels geheim hield.
Of het gestormd heoft, of dat de mooie
halsdoek, of de warme muts als bliksemafleider
diende, is niet bekend geworden. Den anderen
dag had vrouw Marianno echter roode oogen.
En Peter? Hij hamerde in zijn werkplaats er
op los, als ware het aambeeld schuld van de
geheele geschiedenis. Toen echter de bnren het
bericht brachten, dat al die feestelijkheden,
muziek, deputatie, verlichting, vlaggen, enz. ter
eere van Peter ingesteld waren, toen ging op
Marianne s gezicht de zon weer op, en moest zij
hartelijk lachen. 1 eter gaf haar echter de hand
en zeide:
„Ondje, mijn hand er op; dit wa« de laatste
keer".
En Peter heeft woord gehoudenhet was zijn
laatste roes en ziju eerste en laatste reis per
extra-trein.